Ik ben per ongeluk begonnen'
De komeetachtige carrière van Brigitte Kaandorp (24)
ZATERDAG 31 MEI 1986
EXTRA
PAGINA 2
Met de schijnbare
onschuld van een
boefentrien is ze bezig een
komeetachtige carrière
te maken. Brigitte
Kaandorp,doorgebroken
via tal van
cabaretfestivals en
tv-optredens, lanceert
deze maand haar tweede
programma 'Laat mij
maar even' dat ook nu
weer bol staat van
wonderlijk simpel
theater vol observaties
uit het leven van alledag.
Hoe een 24-jarig
Haarlems meisje een
theatervrouw werd.
door John Oomkes
Brigitte Kaandorp hakt vrolijk
door, praat er onbelemmerd op los,
suggereert dat straks het gordijn
omhoog gaat zodat een orkest zicht
baar zal zijn. Geen mens op die
avond in de Zwolse Odeonzaal die
het gelooft. Als ze zich achter een
reep gordijn omkleedt, hangen de
notabelen scheef in het pluche om
maar een spatje bloot op te vangen
en schieten de eerste aanwezigen
spontaan in de hik.
Ze brengt even later een deel van haar
nieuwe programma, nu inderdaad ge-
ruggesteund door een 13-koppig orkest.
Sterke nummers als Lichtman (over een
verhouding met de man achter de volg
spot) en de curieuze tango Paloma van
de Nacht. Het is een wanstaltige smart
lap over een jonge vrouw die door haar
zeeman in het ongeluk wordt gestort,
waarna een moederfiguur (de Paloma)
als deus ex machina aan een lang touw
de zaal komt binnenzwieren. Als de strij
kers toe zijn aan hun pizzicato's, tokkelt
Brigitte mee.
In de auto op weg terug zegt ze geen
idee te hebben van haar niveau. „Is het
met zo'n orkest echt beter? Het is an
ders; je staat er in een andere situatie
voor. Normaliter doe je alles af met een
orkestband of met een ukelele. Dit ver
eist een grotere concentratie".
Zingt vervolgens telkens de eerste re
gels van La Crocodile Verde, een Zuida-
merikaanse smartlap van onbepaalde
ouderdom. Het origineel is van de in
middels 67-jarige, maar nog immer vita
le Cubaanse salsa-diva Celia Cruz. „Wat
een moot is dat, hè? Is ze al met d'r aow?
Is 't heus? Lijkt het je wat voor mijn el
pee?".
Een paar dagen later lopen we Brigitte
tegen het lijf in een café. Ze is in kenne
lijke staat van opwinding. Koninginne
dag 1986 was warm, lang en vooral in
Amsterdam een volksfeest van ongeken
de allure. „Ik ben er geweest, ja. Hij
woont op zo'n zijgrachtje. Zijn kinderen
zaten voor de deur".
Hij luistert naar de naam Hugo Brandt
Corstius en was even gespannen voor de
confrontatie met Kaandorp als zij. „Dat
vond ik wel leuk. Hij stond me zenuw
achtig op te wachten. Zei dat hij zich
met drie borreltjes moed in had gedron
ken".
Rommeltje
„Hij maakt de hele dag grapjes,
woordspelletjes. Dat gaat maar door.
Schenkt hij een fles Portugese witte
wijn uit, dan kun je er vervolgens staat
op maken dat hij praat over de Atranti-
sche Oceaan of blaaf zijn. Het is eigenlijk
een heel gemoedelijke man. We zijn Am
sterdam door geweest en dan roept hij
dat het zo'n rommeltje is op Beatrix d'r
verjaardag. Maar als hij dan zijn Stoker-
tje doorbelt, dan heet het opeens dat
Beatrix er zo'n klerezooi van maakt. Dat
verandert-ie dan niet. Dat moet dan zo
zijn. Zo van: basta! Gek is dat".
De briefwisseling met Stoker is min of
meer bii toeval ontstaan. In Welingelich
te Kringen, een wekelijkse radioprogram
ma waarin een journalistenforum 'Den
Haag' doorzaagt, had Brandt Corstius
(oftewel de columnist Stoker) opnieuw
het kader van de gewoonte doorbroken.
Uitgebreid had hij verslag gedaan van
zijn ervaringen bij de première van Bri-
gittes tweede programma. Talent, fris
heid, taalvaardigheid. Hugo was nog
steeds gefrappeerd. Brigitte had 'm
maar geschreven; voor de vorm, voor de
aardigheid. Kolder natuurlijk.
Stoker antwoordde in eenzelfde stijl:
comptabilité des humeurs. 'Kaan' vindt
het maar gek, maar ze voelt zich toch
vereerd, zo vertelt ze een week eerder.
Aan het slot van een voorstelling in Goes
zijn er bloemen van ene Bert Buyle. Het
publiek in de Prins van Oraiye krijgt van
Brigitte te horen dat Buyle er ook al en
kele dagen geleden in Terneuzen bij was
en haar toen had beloofd in Goes rozen
te sturen. Donderend applaus.
Diep in de nacht drinken we een bor
reltje met Bert. Hij is een gemoedelijke
Vlaamse PTT-ambtenaar die zich in zijn
vrije tijd op het amateurtoneel heeft ge
stort en alles op theatergebied afloopt
wat maar 'vormend' kan zijn, zoals hy
dat uitdrukt. Hij geneert zich nog een
beetje voor het feit dat het geen rozen
waren. „Maar allee, hè. Een volgende
keer beter. Als het in een kring van hon
derd kilometer is, dan blijf ik u opzoe
ken".
Stoofvlees
Buyle vertelt van zijn leven. Geniet
van de aandacht „van zo'n natuurtalent
als u". Via mij doet hij zijn aanbiedingen
aan het adres van Kaandorp. „Als zij nou
nog eens moest schrijven aan een nieuw
programma of zo, dan is ze zo welkom in
mijn zomerhuis. Daar heeft ze alle rust".
Rechtstreeks tot haar: „Dan bereid ik u
stoofvlees zoals mijn moeke het kon".
Het aanbod wordt vriendelijk aan
vaard. Het vele optreden is Kaan niet in
de koude kleren gaan zitten. In ruil voor
een optreden voor de Nederlandse Club
in Milaan schiet er een weekje vakantie
over in Noord-Italië. Ik haal haar op voor
een fotosessie op lokatie in theaterkle-
ding. „Eerst even dit", zegt Brigitte. Het
antwoordapparaat: „Hallo Brigitte! Met
Bert. Is alles goed gegaan in Italië? Ik
Brigitte Kaandorp met haar vertrouwde ukelele: "Daar hing vroeger zijn portret.<roto pn
hoop van wel. Tot horens en tot kijk hè".
Brigitte: „Die man is reten-de-billende
verliefd op mij. Ik kreeg ook pas een
brief van hem: niet om aan te zien. Even
kijken. Dit is de eerste, maar dan kreeg
ik er nog eentje. Van een vriend voor al
tijd. Vind ik eens een keer iemand leuk,
begint hij gelijk...eh". Leest voor: „De
ouverture Die Leichte Kavallerie van
Franz von Suppé is het enige geluid dat
de woonkamer vult. Wat een mooie gele
genheid om aan jou te denken en jou te
schrijven... Ik heb reeds aan twee ken
nissen gevraagd mij een programma
boekje van de Gentse Feesten te bezor
gen. Als je daar dan optreedt zal ik zeker
aanwezig zijn... Graag wil ik lange wan
delingen met je maken langs de Schelde
en genieten van al het mooie rond ons
heen... Graag wil ik lekker voor je ko
ken, niet alleen friet met stoofvlees,
maar ook andere gerechten, om ze sa
men bij een glaasje wijn naar binnen te
laten verdwijnen. Maar ik draaf weer te
ver door en ik voel dat ik niet met mijn
twee benen op de grond blijf, en lichtjes
begin te zweven".
Betrapt
Sentiment. Ach, Brigitte weet zelfvan
niets anders. Ze moet eerdaags verhui
zen en het vertrek van een mooie etage
zit haar hoog. Als ik er binnenkom, slaat
ze net de piano dicht. Ze voelt zich be
trapt, speelde juist een melodramatisch
pronkstuk van eigen hand: De Pianole
raar, over een meisje dat haar muziekdo
cent node mist. „Je moetje dus voorstel
len: een lege kamer", zegt ze. „Alles is
verhuisd en er staat alleen nog een oude
piano, en er komt een meisje binnen. Ze
zet in, zingt met een aarzelende ochtend-
stem, zichzelf voortdurend relativerend:
„In het schemer, bij de ramen
(het duurt heel lang hoor)
speelt zij zachtjes zijn muziek
eenmaal woonden zij hier samen
leeg is nu de akoestiek
hier bracht zij met hem de uren altijd
zoek
beiden lezend in een boek
bij het haardvuur in de hoek
(het is echt verschrikkelijk hoor)
hier heeft hij haar voor de eerste keer
gekust
haar verwarring weer gesust
haar liefde nooit geblust
doelloos staart zij langs de wanden
daar hing vroeger zijn portret
met zijn mooie lange handen
op de toetsen neergezet".
Enzovoort.
De mist in
„Dus je vindt het wel een móói lied
je?", zegt Kaan. „Daar zit ik dan een
beetje doorheen te ouwehoeren; dan heb
ik de neiging me te verontschuldigen
voor diverse ongerechtigheden. Ik weet
ook wel dat ik dat niet moet doen".
Ik suggereer dat ze zich misschien ver
ontschuldigt voor het feit dat ze dit soort
dingen niet sec kan brengen. „Dat zal
het zyn, denk ik. Ha! Jaja. Kijk, ik vind
het eigenlijk dus zelf een ontzettend
Meeuwen
Een paar weken later lopen we op het
Bloemendaalse strand. „Ik zocht ie
mand die mijn nummers kon arrange
ren", zegt Brigitte. „Dan wordt het vol
maakter dan alleen met een ukelele. Ik
had een keer muziek gehoord van Pim
Moorer, muziek bij een filmpje over
meeuwen, Texel, en weet ik veel. Dat
was echt prachtig, met violen. Je zag die
meeuwen al vliegen zonder dat je die
film zag. Hij was eerst heel terughou
dend, hij vond het heel eng. Dan kwam
ik hem vragen en dan zei hij: dan moet
jij maar precies zeggen wat ik moet
doen. En dat doe ik dan zo. Of je moet
het helemaal aan me overlaten. Dat le
verde van die stroeve gesprekjes op. Op
een gegeven moment kwam hij met iets
prachtigs op de proppen voor De Palo
ma van de Nacht. Ik dacht: zie je wel. Hij
houdt ook van dat sentimentele".
De familie Kaandorp is ruim vertegen
woordigd in het begeleidingsteam van
zus. Broer Peter verzorgt de techniek,
zuster Lies de aankleding. „Die begrij
pen wat ik bedoel. Ten eerste vind ik het
leuk om niet direct op gearriveerde, eh...
hoe noem je dan nou... gevestigde na
men af te stappen. Wie zegt dat zy dat
precies zo kunnen zoals ik het wil? En
als ik naar mijn zus ga en zeg dat ik nog
precies zo'n jurkje moet hebben, dan be
grijpt ze dat. Waarom zou ik dus niet
naar mijn zus gaan? Met mijn broer is
dat ook per ongeluk gegaan. Ik ben niet
zo'n rausdouwer als Yoep van 't Hek.
Die man kan alles. Nu vind ik het nog
heerlijk om mensen om me heen te heb
ben die ik kan vertrouwen".
„Bovendien: als ik zo om me heen
kijk, dan vind ik het allemaal niet zo
goed. Ivo de Wys? Dat vind ik wel leuk,
en een aardige man ook, maar echt goed
is het niet wat-ie doet. Nee. Ten eerste:
ik vind die teksten altijd slecht, niet écht
slecht, maar half-half. Ik vind mijn tek
sten vaak beter. Ik vind dat hy met van
die uitgemolken onderwerpen bezig is.
Dat is het by my misschien ook wel,
maar het is wel mijn werk. Ik weet ook
wel dat de voorstelling nu sterker is dan
by de première. Maar zo werkt dat bij
mij. Hoe meer ik speel, des te beter. Daar
heb ik verder niemand by nodig".
Per ongeluk
„Ik ben per ongeluk begonnen. Ieder
een schreeuwt dat de lucht in. Nou, dan
ga je een tweede programma maken.
Maar dan wel zo dat ik denk dat het goed
is. Ik sta nu een heel stuk steviger in
myn schoenen, omdat ik nu de weten
schap heb dat ik het toch wel kan. In het
begin wist ik niets, was ik zo onzeker als
wat. Vandaar dat ik met Gys ten Kate als
regisseur heb gewerkt. Geen bekende
naam nee, maar wel iemand die zei: ga
door! Nee, dat is oké, dat komt wel goed!
Dat had ik nodig, meer dan iemand die
zegt hoe het moet".
Tot haar repertoire behoort onder
meer Hèt Protestlied, als reactie op alle
kritiek dat Kaandorp geen maatschap
pijkritisch cabaret of geëngageerd amu
sement maakt Tsjernobil, de verharding
van het politieoptreden, racisme, de on
veiligheid van de grote stad wordt moei
teloos op een afvalhoop geveegd met
een refrein dat zwartgallig vaststelt dat
"ik ziek ben en jy dood gaat".
Brigitte: „Ik weet dat het eigenwijs
klinkt die kritiek op De Wys. Maar je
moet meer in je mars hebben dan ik. Ik
pretendeer niet dat ik teksten kan schrij
ven over abortus en euthanasie. Maar als
je het wèl doet, moetje het ook kunnen.
Vaak vind ik dat niet goed".
Brigitte schrijft over simpele dingen,
zoals in het kolderieke Dan blijf ik la
chen, een verhaal over de gêne tussen de
mensen onderling. „Ik zie zo vaak dat
mensen struikelen en opstaan met bloe
dende knieën, vervolgens doorlopen als
of er niets aan de hand is. Dat vind ik
zoó'n stom gezicht. Wat je dan moet
doen? Nou, niet schaapachtig lachen,
maar kijken of je wat bezeerd hebt. Dat
houdt mij bezig - een heel klein aspect
van hoe mensen met elkaar omgaan.
Maar daar kyk ik nou eenmaal naar".
Spiegel
In haar show neemt ook De Buur
vrouw een centrale plaats in. Het is een
spiegel van haar woonplaats. „Haarlem
is een truttige stad. Iedereen kent elkaar.
Het is een veilige vijver. De mensen vin
den het heerlijk zich daarin te baden, en
om zich in die veiligheid en vriendschap
te wentelen. En ik dus ook", zegt Kaan.
..Maar ik weet waarom het bij mij zo is.
Ik ben de hele week op pad, moet met
allerlei wildvreemde Groningers en
Limburgers van gedachten wisselen. Ik
vind het heerlijk om hier met vrienden
te praten en niet allerlei schijngesprek-
ken te houden. Een rustige vyver, af en
toe ga je de Noordzee op, en dan kom je
weer terug. Een pierebadje. Hier kun je
een beetje giechelen, een beetje dronken
worden".
Vorig jaar maakte een ochtendkrant
een bijlage-artikel over de opkomst van
de vrouw in het cabaret Voor de lens
van de fotograaf verschenen Adèle Bloe-
mendaal, Jenny Arean, Martine Byl, de
zusjes Van der Klei en Brigitte. „Vrou
wen die alleen op het podium staan.
Voor een vrouwenblad is dat al een kan
jer van een onderwerp, maar goed. Fe
ministen vinden elke vrouw op een po
dium geweldig. Goed, ik kom daar met
mijn jurkje en autootje aan. Jenny Arean
ook, een beetje vloekend over de vrye
zondag die eraan gaat".
„Ik kom daar binnen en iedereen staat
zich daar ontzettend op te maken. Adèle
in d'r blote tieten en zo, om te laten zien
dat ze nog wat heeft. Iedereen ziet er fan
tastisch uit en ik heb wat vlekken op
myn wangetjes. Ik houd me heel ge
deisd dan, zet geen bek op en kyk een
beetje rond. Maar ze geven nauwelijks
sjoege. Ik merk dat ze zich een beetje
bedreigd voelen. Volgens my. Zy zijn
dus ouder, en ik begin net. Ik heb alles
in mijn handen. Ik heb nog een toe
komst voor me. Alleen Martine Byl
komt dan op je af en stelt je aan hen
voor. De rest heeft zo'n beetje iets van:
dat jonge grut, daar moeten we voor uit
kijken. Helemaal niet van: ha, onze ben
jamin! Fyn datje erbij bent".
mooi nummer. Dus dat kun je niet...dan
geef je je zo bloot als je dat mooi gaat
zitten zingen. Ik heb dit nummer een
keer voor publiek gespeeld maar dat
gaat dan helemaal de mist in. Sindsdien
lukt het me niet meer. De dag voor de
première was dat. Kloten ging dat. Ik
heb thuis bij mijn moeder zitten huilen
van de spanning. Zonde dat ik het niet
op de première zong? Ik durfde niet
meer. Ik heb het daarna nooit meer ge
durfd. Wil je overigens een dropje uit
een mooi Italiaans doosje?".
Onderweg naar Goes ging het ook al
over mannen. „De liefde is het mooiste,
en dus gaat het bij mij vaak over het an
dere geslacht. Ik heb daar iets mee", zegt
ze terwyl ze in de auto over de stoelen
naar achteren klimt om een raampje
dicht te draaien. „Ik ben graag op me
zelf. Ik kan dat ook goed, maar op be
paalde momenten heb je dan toch zo je
behoeften, nietwaar? Zal ik maar zeg
gen. Begrijpt u wat ik bedoel?".
Er volgt een exposé van de hebbelijk
heden en onhebbelijkheden van man
nen. Het is niet mals, begrijp ik. Het ster
ke geslacht verwaarloost de liefde èn de
partner. Op een toontje alsof ze een grap
vertelt: „Dan denk ik, zou het nou aan
mij liggen? Is dit nou de ridder op het
witte paard? Is dat nou alles?".