De onzekerheid na Tsjernobil EXTRA M A BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD ZATERDAG 31 ME11986 Het zal nog zeker een halfjaar duren voordat er enig inzicht en overzicht zal bestaan over de oorzaak en gevolgen van de Russische kernramp in Tsjernobil. Gelukkig zakte de reactor niet door de fundering. De ramp was dan helemaal niet te overzien geweest. In Rusland heeft men ongeveer 100.000 mensen moeten ontsmetten. Een massale en paniekerige evacuatie heeft erger kunnen voorkomen. Vele tienduizenden hebben een te hoge dosis straling opgelopen. De tijd zal ook de gevolgen daarvan moeten uitwijzen. Kees Wiese zet de gebeurtenissen op een rijtje. door Kees Wiese Geëvacueerden uit de omgeving van Tjernobil worden op radioactieve straling onderzocht. (foto ap> Nederland heeft slechts een vleugje van de radioactieve wolken, die de brandende kerncentrale in Tsjerno bil uitstootte, over zich heen gekre gen. Een vleugje van een wolk, die al enkele dagen onderweg was en ons via een omweg over Zuid-Duits- land bereikte. Die bracht - volgens een (grove) schat ting van het Rijks Instituut voor Volks gezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) - slechts 0,04 percent van het in Tsjernobil uitgebraakte radioactieve jodium-131 naar ons land: zeker tienmaal minder dan in delen van Finland, Bulgarije, Po len en Hongarije, om niet te spreken over Rusland zelf. Maar genoeg voor een graasverbod, het doordraaien van verse spinazie, het vernietigen vari schildklieren van ge slachte runderen en een verbod op het gebruik van schapemelk voor consump tie en kaasbereiding. Genoeg om in Gro ningen, waar het Kernfysisch Versneller Instituut als eerste de aankomst van de wolk meldde, nu nog dakgootstof een radioactiviteit te geven van 2000 becque- rel per kilogram; 700 becquerel hoger dan voor spinazie is toegestaan - maar gelukkig eet niemand dakgootstof. Het zal - evenals na Harrisburg - zeker een half jaar duren voordat er enig over zicht kan worden gegeven van de gevol gen en enig inzicht is ontstaan in de oor zaak van wat er in kerncentrale 4 in Tsjernobil gebeurde. Maar duidelijk is al wel, dat we in feite te maken hebben met „een halve catastrofe". Want weliswaar is de hele reactorkern gesmolten, maar de duizenden graden hete, lava-achtige massa is in de constructie vdh staal en beton van het reactorgebouw blijven hangen. Hij is niet door de fundering - waarop zich miljoenen liters zwaar radioactief besmet water verzamelde - heen gesmolten en tientallen meters de aarde ingezakt. Dat zou nieuwe, gigantische radioac- I tieve wolken hoog in de atmosfeer heb ben doen opspuiten. Er zouden stoom- explosies zijn ontstaan, zowel met het uit het reactorvat weggestroomde water als met het grondwater. Wolken, die da gen later zonder omweg (de wind was gedraaid) ook ons land zouden hebben bereikt en nieuwe, ernstiger besmettin gen zouden hebben veroorzaakt. I Gevaar Het gevaar voor dit doorsmelten - vol gens de boekjes de grootst denkbare ramp - is groot geweest tot bijna een week na de eerste explosie. Het bran dende grafiet - een cirkelvormig blok van acht meter hoogte, dertien meter doorsnee en 1700 ton zwaar - en de ver- vallende uraniumsplijtstof daarin ver- oorzaakten een temperatuur van zo'n drieduizend graden Celsius. Het gewicht van deze in de staal- en betonconstructie in en onder het reactorvat hangende massa werd nog vergroot door de vijf duizend ton zand, klei, lood en borium, die de Russen er van helikopters uit op neergooiden. Dat deden zij om het vuur te doven en om de radioactieve stoffen op te sluiten in een afkoelend geheel van i borium-loodglas. Men stond voor een huiveringwekken de keus. Iedere zak zand die erop werd i geworpen kon de constructie laten be- zwijken, waarna de witgloeiende massa door de fundering heen zou branden en stoomexplosies nieuwe radioactieve wolken hoog de lucht in zouden blazen. Maar iedere zak zand was nodig om deze gloeiende, stralende hel te beteugelen. Het gevaar werd niet onderschat. Ter wijl zakken zand werden afgeworpen boven het opengescheurde reactorvat (later werden zij aan parachutes zachtjes neergelaten) groef men onder het reac torgebouw een tunnel om een extra be tonnen vloer onder het bouwwerk aan te leggen. Die zou de inhoud van het reac torvat moeten tegenhouden als de reac torconstructie bezweek. Honderden braadweerlieden en mili tairen, gesteund door tientallen stra lingsdeskundigen, allen gekleed in enigszins beschermende maar bij het werken hinderlijke pakken, waren bij deze gigantische operatie betrokken. Pantserwagens (die ook enige bescher ming tegen straling bieden) reden af en aan om hen door anderen te vervangen, zodra zij een te grote dosis straling had den opgelopen. Honderden mannen moeten een te grote dosis hebben gekre gen - zij zullen er later de gevolgen van ondervinden. Ontsmet Tegelijkertijd - maar te laat - was de evacuatie van de bevolking van Pripjat (40.000 inwoners, hoofdzakelijk familie leden van arbeiders van het kernener giepark), van het twintig kilometer ver der gelegen Tsjernobil (30.000 inwoners) en van de dorpen Lelev en Kopachi bin nen een straal van dertig kilometer op gang gekomen. Daarvoor werden 1100 autobussen ingezet. In totaal werden zo'n 100.000 mensen ontsmet, in nieuwe kleren gestoken, el ders ondergebracht - zij moesten al hun bezittingen achterlaten in wat nu als spooksteden beschreven wordt. Alle vee werd afgevoerd of gedood (Russische bronnen spreken elkaar op dit punt te-. gen). Een zo massale evacuatie konden zelfs oorlogsveteranen zich niet herinne- De 250.000 schoolkinderen in het 1'30 kilometer verder gelegen Kiev (2,6 mil joen inwoners) kregen twee weken eer der zomervakantie. In Kiev ontstond een paniekerige stroom vluchtelingen, die per trein naar Moskou uitweek. De Amerikaanse journaliste Joyce Barna- than (Newsweek), die op het station in Moskou arriverende vluchtelingen pro beerde te interviewen, werd door de po litie weggestuurd. Treinkaartjes Kiev- Moskou werden op de zwarte markt te gen hoge prijzen verhandeld. In het rampgebied zelf zijn 230 medi sche teams ingezet. In Moskou kregen de eerste stralingszieken een beenmerg transplantatie. De Amerikaanse been- mergspecialist dr. Robert Galle meldt la ter dat driehonderd mensen veel te hoge doses straling kregen en 50.000 tot 100.000 mensen een dosis, die op langere termijn van belang zal zijn. Explosie Het begon allemaal op zaterdagmor gen 26 april om 1.23 uur (in Nederland was het twee uur vroeger en nog vrijdag) in het uit vier kerncentrales bestaande nucleaire park Pripjat bij Tsjernobil. Op zichter Pertsch meldde als eerste een ex plosie met brand in reactorgebouw 4. Brandweerchef Teljatnikow greep met zestien man in om te voorkomen dat het vuur naar de andere reactorgebouwen zou overslaan. Dat lukte gedeeltelijk: het dak van reactorgebouw 3 vatte vlam, maar werd geblust. Er vielen twee slachtoffers. Een brandweerman stierf aan brandwonden; één raakte bedolven onder neerstorten de delen van de dakconstructie. Pertsch, Teljatnikow en de andere brandweerlie den werden in het ziekenhuis opgeno men wegens een te hoge dosis straling. Het zijn deze doden en gewonden, die de Sowj et-autoriteiten in hun eerste berich ten meldden. Waardoor de explosie is ontstaan, is niet bekend. De Russische autoriteiten hebben het over een „chemische reac tie", maar dat zegt weinig. Vast staat dat het grafiet, dat met een helium- en stik stofmengsel wordt gekoeld, in het reac torvat tot ruim duizend graden Celsius wordt verhit. Dat is ver boven de tempe ratuur waarbij het in de open lucht in brand vliegt. Een lek in dit koelsysteem, waardoor het hete grafiet in contact met lucht kwam, kan de explosie hebben veroorzaakt. Ook contact tussen het hete grafiet en het water-stoommengsel dat langs de 1693 verticale brandstofstaven in het grafiet wordt geleid (het mengsel wordt gedroogd en met de droge stoom wordt de generator aangedreven) kan tot ontle ding van water en tot een ontploffing (waterstof) leiden. Onbekend is nog of er noodkoelsystemen waren geïnstalleerd en of die hebben gewerkt. Evenmin weet men of er sprake is van een mense lijke fout of een falen van de apparatuur. Kern gesmolten De explosie blies in ieder geval het dak van het gebouw; de grafletbrand bracht de radioactieve kern in enkele minuten tot smelten. De kettingreactie stopte volgens de Sowjet-autoriteiten onmiddellijk. De 1000 mW reactor draai de op het moment van de explosie ook niet op vol vermogen, maar op slechts zeven procent daarvan (volgens een an dere bron op 200 mW). Het radioactief verval van de splijtstof veroorzaakte wel extra hitte. Deze brandende, smeltende, withete, door de directe radioactieve straling on benaderbare nucleaire kookpot stond, radioactieve wolken uitbrakend, in de open lucht en langzaam weg te zakken in de constructie van staal en beton van het reactorgebouw. Bleef daarin hangen en hangt er nog in - inmiddels afgekoeld tot 200 a 300 graden Celsius, in tot glas versmolten zand gehuld. Het definitief in brand vlogen. (foto anpi in beton gieten van dit hete en stralend blijvende gevaarte is een karwei waar voor nog geen land ter wereld zich ooit geplaatst zag. De zware radioactieve stoom- en rook wolken van die eerste dagen dreven over het Europese deel van de Sowjet-Unie naar Finland, Zweden en Denemarken. De wind draaide en de wolken ver spreidden zich over Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Tsjechoslowakije, Oostenrijk, Oost- en West-Duitsland, Ne derland, België, Frankrijk, Engeland. De radioactiviteit bereikte de Verenigde Staten, Canada, Japan. De wolk bevat vooral jodium-131 (dat in acht dagen de helft van zijn radioactiviteit verliest), ce- sium-137 (halfwaardetijd dertig jaar) en strontium-90 (halfwaardetijd 29 jaar). In Zweden worden ook de uiterst giftige al- fastraler plutonium-239 (halfwaardetijd 24.600 jaar) en andere langlevende stof fen uit de reactorkern aangetoond. In Nederland worden die alfastralers nog niet aangetroffen, maar hun aanwezig heid wordt wel vermoed. Radioactief Een werknemer van de Zweedse kern centrale Forsmark ten noorden van Stockholm laat op zondag 27 april aan de poort van de kerncentrale zijn schoe nen door een stralingsdetector aftasten, hoewel hij naar zijn werk toe ging en die controle pas verplicht is voor wie zijn werk verlaat. Zijn schoenen blijken veel te radioactief. De ruim dertig permanent opgestelde waarnemingsstations van het Zweedse meetnet voor radioactivi teit hebben nog geen alarm gegeven: dat alarm komt nu. Eerst wordt een lek in de kerncentrale Forsmark gevreesd; de centrale wordt stilgelegd, zeventig man worden geëva cueerd. Daarna pas blijkt de radioactivi teit van over de Oostzee te komen, uit Tsjernobil, hoewel Russische autoritei ten dat op maandag 28 april eerst nog ontkennen. Het alarm wordt internatio naal, evenals het verwijt aan de Sowjet- Unie dat er niet gewaarschuwd is en in formatie wordt achtergehoudèn. De politieke top van de Sowjet-Unie schijnt zelf eerst zondagavond over de ernst van de situatie in Tsjernobil te zyn geïnformeerd. Een staatscommissie on der leiding van Boris Tsjtsjerbi na gaat méteen aan de slag. Maar Pripjat wordt eerst maandagmiddag geëvacueerd, meer dan 36 uur na de explosie en het vrijkomen van radioactieve straling. De evacuatie van Tsjernobil vindt pas op woensdag of donderdag (de bronnen spreken elkaar tegen) plaats. De Sowjet-top geeft na weken toe dat de bevolking te laat is gewaarschuwd. Tegen het verwijt dat de buurlanden niet ogenblikkelijk zyn geïnformeerd, verdedigt het Kremlin zich met een ver wijzing naar Harrisburg: in 1979 zou het driemaal zo lang hebben geduurd voor dat de bevolking en het buurland Cana da zouden zijn ingelicht over de gedeel telijke kernsmelting in de reactor op Three Mile Island. Niet beantwoord Hebben de Sowjet-autoriteiten opzet telijk gezwegen tegen de eigen bevol king (vrolyk het 1 Mei-feest vierend in Kiev) om te voorkomen dat een stroom vluchtelingen zich in paniek een weg door het land zou banen? Heeft zich hier de alleen nog maar in theorie geformu leerde, cynische keus voorgedaan tus sen zwijgen, de bevolking zonodig met geweld ter plaatse houden, blootstellen aan stralingsdoses die zeker slachtoffers vergen en eveneens mensenlevens kos tende maatschappelijke ontwrichting? Die vraag zal wel nooit beantwoord wor den. Het Zweedse alarm schrikt alle Euro pese landen op (met uitzondering van Zwitserland en Frankrijk). Overal - in het Oostblok, in West-Duitsland, in ons land - worden voorzorgsmaatregelen ge troffen. Enorme verwarring ontstaat over de te hanteren normen: hoe hoog moet de radioactiviteit zijn voor een graasverbod, voor het advies kinderen in huis te houden, voor het advies jo- diumtabletten in te nemen? In West- Duitsland verschillen de normen per deelstaat en de deelstaatregeringen ru ziën daarover in het openbaar. Er wor den demonstraties tegen kernenergie gehouden. Ook in ons land slaat de verwarring toe. Minister Winsemius (milieuhygiëne) ontdekt tot zijn verrassing dat er een Landelijk Melkmeetnet bestaat onder verantwoordelijkheid van zijn collega Braks (landbouw). Een melkmeetnet waarbij alle zuivelfabrieken zijn aange sloten. Het is weliswaar door de bezuini gingen hard getroffen: sinds 1981 wordt niet meer maandelijks, maar eens per kwartaal de radioactiviteit van melk ge meten. Maar het bestaat, en de metingen worden geïntensiveerd; verordend wordt dat melk niet meer dan 500 bec querel per liter aan jodium-131 mag be vatten en een graasverbod wordt afge kondigd. Buitje In de nacht van 1 op 2 mei meet het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI) in Groningen de eerste „Russische radioactiviteit" in de lucht. De hoogste radioactiviteit wordt gemeten rondom vier uur 's middags op 2 mei: 54 becque rel per kubieke meter lucht. Dat is be duidend meer dan de 20 bequerel per kubieke meter lucht, die het RIVM in Bilthoven als maximum mat. Op 3 mei wordt de lucht in het westen van de provincie schoongewassen door een regenbuitje: in dat regenwater meet dr. Rob de Meijer van het KVI 2100 bec querel per liter. Die activiteit van het re genwater daalt dan via 264 becquerel per liter op 7 mei tot elf becquerel per liter op 16 mei. Ook de lucht is dan in het hele land weer vrijwel schoon. Gras in Groningen blijkt een radioacti viteit te hebben van 1150 becquerel per kilogram aan jodium en 220 becquerel per kilogram aan cesium op 6 mei. Dat daalt tot 64 (voor jodium) en 90 (voor ce sium) op 20 mei. De grootste besmetting van melk (220 becquerel per liter) wordt door het KVI aangetroffen bij boer Wiersma in Godlinze, die het graasver bod negeerde maar toch ver beneden de norm van 500 becquerel bleef. Met het Landelijk Melkmeetnet wordt eenmaal 650 becquerel per liter aangetroffen in wegens overtreding van het graasverbod in beslag genomen melk; in schapemelk blijken concentraties van 2000 becque rel per liter voor te komen op 6 en 7 mei. Er is - aldus het RIVM - 7000 becque rel per vierkante meter aan jodium-131 in ons land op de grond gekomen. De extra stralingsbelasting van de gemid delde Nederlander door de catastrofe in Tsjernobil blijft beperkt tot 3,4 millirem gedurende de eerste maand en zes milli rem per jaar gedurende de eerstkomen de jaren. Dat is veel minder dan de bij langdurige blootstelling toegestane 100 millirem per jaar; het is vergelijkbaar met de in 1963 gemeten acht millirem per jaar extra door kernwapenproeven in de atmosfeer. De radioactieve wolk is over Europa weggetrokken en Neder land heeft er een vleugje van geproefd. Het aantal mogelijke slachtoffers ervan (kankerpatiënten, genetische afwijkin gen) kan in de komende veertig jaar in de duizenden lopen, zonder dat zulks uit enige statistiek blijkt. Onzekerheid De rust is ook daarom niet weerge keerd: angsten onzekerheid blijven. Het landelijk informatiecentrum is opgehe ven, maar bij het KVI-Groningen korfien nog steeds telefoontjes binnen. „Ik heb een ansichtkaart gekregen uit Kiev. Ik heb hem onder een glazen stolpje gezet, maar is dat veilig genoeg?", luidde een van de vele vragen. Het antwoord kon bevestigend luiden: het is veilig. Maar hoe veilig zijn de andere nucleai re installaties in de Sowjet-Unie? Hoe veilig die in Europa, in de VS? Is het juist dat er alleen in de VS van 1979 af meer dan 20.000 ongelukken (waarvan duizend zeer ernstige) zijn geconsta teerd, zoals de wereld-energie-informa tiedienst WISE meldt? Is het juist dat de op het nucleaire gebeuren in de VS toe zicht houdende commissie (NRC) de kans dat een complete kernsmeltingsca- tastrofe daar plaatsvindt voor het jaar 2000 nu inschat op vijftig percent? „Wat insiders al lang wisten is open baar geworden: dat de manier waarop het atomaire risico via waarschijnlijk heidsberekeningen tot nul wordt terug gebracht, pseudo-wetenschappelijke humbug is," schrijft prof. Joachim Rad- kau in het toch conservatieve Duitse weekblad Der Spiegel. Het uit vier kerncentrales bestaande nucleaire park Pripjat bij Tsjernobil. De pijl in het midden wijst naar de ravage in reactorgebouw 4. (foto tassi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21