Nieuw AZL: orde in chaos Ziekenhuis van buiten mooier dan van binnen PAGINA 4 LEIDEN WOENSDAG 7 MEI 1986 LEIDEN - Treinreizigers die uit de richting Den Haag het station Leiden binnenrijden zetten soms grote ogen op over het bouwkundig spektakel dat aan hen voorbij trekt: verticale blauwe kokers, tientallen horizontale gele stro ken met ontelbare raampjes die gelijkenis vertonen met een reeks gestapelde treinen, technische installaties en fel gekleurde pijpleidingen. Is dit een fabriek, een treinremise of een raffinaderij? Neen. Wat het wel is? Het gloed nieuwe Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL). Een geel, wit en blauw gekleurd bastion voor on derzoek, onderwijs, werken en ziek-zijn, gerealiseerd op de voor malige sportvelden aan het Piet Paaltjespad en een gedeelte van het aangrenzende oude zieken huisterrein. Met een netto vloerop pervlak van ruim 40.000 vierkante meter één van de grootste zieken huizen van Nederland dat voldoet aan de meest moderne, medische en technische inzichten en qua om vang vergelijkbaar is met een woonwykje van ruim vyrtionderd eengezinswoningen. door Jan Rijsdam en Saskia Stoelinga Skyline De gelijkenis met gestapelde treinen mag dan, volgens architect Wijnbergen (B&D architecten Lei- den-Oosterbeek), op toeval berus ten, het prototype van een gewoon ziekenhuis is het nieuwe AZL- complex geenszins. De meeste treinreizigers denken met een uit de kluiten gewassen kantoorge bouw van doen te hebben en de ar geloze reiziger die het gebouw bin nengaat kan uit de aanwezige win keltjes en koffieshop zelfs de in druk krijgen in een overdekt win kelcentrum te zijn beland. De aard van het gebouw mag in eerste aanleg dan onduidelijk zijn, onopvallend is het zeker niet. Ken merkend voor het nieuwe zieken huiscomplex is een laagbouw van maximaal vijf verdiepingen waar vijf beddentorens bovenuit steken die een hoogte van 55 meter berei ken en het westelijk deel van Lei den van een opmerkelijke nieuwe skyline voorzien. Of het mooi of le lijk is houdt de meningen als altijd verdeeld. Voorbereiding Het is misschien een beetje voor barig een gebouw te willen beoor delen dat nog niet helemaal klaar is. Wat er nu staat is het eerste ge deelte van de nieuwbouw en om vat ongeveer de helft van het nieuw te bouwen ziekenhuiscom plex. Verwacht wordt dat dit jaar het groene licht wordt gegeven voor de bouw van het tweede en laatste gedeelte zodat de volledige nieuwbouw van het AZL vermoe delijk in 1992 gerealiseerd zal zijn. Sinds 1966 zijn er al plannen en heel wat tekeningen gemaakt voor het nieuw te bouwen Academisch Ziekenhuis. Plan A tot en met Z hebben in de loop der jaren de re vue gepasseerd voordat uiteinde lijk werd gekozen voor het bouwen in fases op het terrein waar nu het eerste gedeelte van de nieuwbouw staat, ingeklemd door het spoor wegemplacement, de Plesmanlaan en de oude ziekenhuisgebouwen. Met de bouw van de eerste fase werd in 1980 begonnen, meer dan veertien jaar nadat de eerste plan nen voor de bouw van een geheel nieuw Academisch Ziekenhuis op tafel waren gekomen. Dat ondanks die lange voorbereiding, het pro jectmanagement, een planningsad viseur en een ingebruikname-di- recteur toch nog belangrijke zaken over het hoofd kunnen worden ge zien bleek vorig jaar december toen de ingebruikname en de ver huizing van patiënten plaats vond. Dat alles verliep niet zo vlekkeloos als de fraai manoeuvrerende bouw- kranen jarenlang deden vermoe den. Een veelkoppig bouwdirectie- team begeleidde die dag vanuit de stafvergaderruimte in de oudbouw de overtocht van de patiënten naar de nieuwbouw. Tegen het midda guur kon via de 'walky-talky' wor den gemeld dat ze het allemaal hadden overleefd. Dat succes werd evenwel met het grootste gemak overschaduwd door de vele nega tieve geluiden: de brandweer die stampij maakte over brandonveili- ge leidingen en plafonds, telefoon lijnen en computers die uitvielen, open vloeren, liftproblemen... Maar goed, zand daarover, want in middels heeft zelfs de directeur van het AZL, J.H. Peters, ruiterlijk toegegeven dat uitstel van de ver huizing beter was geweest. Bewegwijzering Wie denkt dat de problemen die na de verhuizing werden gesigna leerd verleden tijd zijn heeft het evenwel mis. Wat blijft is een ratje toe aan oud meubilair (geen geld meer voor nieuw), rommel in de gangen, vloeren waarvan beslist niet valt te eten, een hoofdentree met een informatiebalie die je over De tijdelijke hoofdingang van de ziekenhuisnieuwbouw gezien vanaf de spoorlijn. Op de voorgrond de fraait voetgangerspassage die van het station naar de AZL-ingang voert. het hoofd ziet, het bewegwijze ringssysteem dat te wensen over laat (nog steeds hangen er beschre ven papiertjes naast de 750 verwijs borden en nog steeds lopen mi sen zoekend en zuchtend rond). Onveranderd zijn ook de proble men met de liften (slechts vier stuks die de niet aflatende bezoe kersstroom moeten opvangen), fietsen en bloemenbakken voor de ingang van het gebouw (die het voor een invalidewagen welhaast onmogelijk maken binnen te ko men) en een binnenplein dat een week voor de opening nog steeds niet volledig is ingericht. Kortom: bijna een halfjaar na de verhuizine nog steeds een reeks van tekortko mingen en ergernis. Kleinigheden op een project van 250 miljoen? Maar, waarom doet men er dan niet wat aan? Hoofdingang Het binnenplein in het academisch ziekenhuis is de mooiste plek in de nieuwbouw. Op de acht1 het tweede gedeelte van de nieuwbouw op moet aansluiten. Links een enorm houten kunstob- Op maandag 12 mei zal de minis ter van onderwijs en wetenschap pen, drs. W.J. Deetman, de officiële opening verrichten van de eerste fase van de nieuwbouw waarin de poliklinieken, verpleegafdelingen, researchlaboratoria, onderzoek-af- delingen, centra van de hoofdafde ling inwendige geneeskunde, de afdelingen radiodiagnostiek èn ra diotherapie zijn gevestigd. In sep tember van dit jaar wordt nog een apart bouwdeel in gebruik geno men waarin de diagnostische labo ratoria, de proefdierverblijven, de apotheek, eurotransplant en bloed bank gehuisvest zijn. De nieuwbouw wordt gevormd door afzonderlijke bouwdelen die met elkaar verbonden zijn door een tweetal binnenstraten, loop bruggen en een overdekt binnen plein. De hoofdingang van het eer ste bouwgedeelte is een tijdelijke en men lijkt er weinig aan gedaan te hebben dat te verbergen. Het is er tochtig, heeft een petieterige in formatiebalie en biedt de bezoeker niet de duidelijkheid die men bij binnenkfemst mag verwachten. Dat wordt een aantal jaren wel heel erg behelpen. Binnenplein De definitieve hoofdingang is ge pland in het tweede gedeelte van de nieuwbouw. Niet op de begane grond, maar op de tweede verdie ping. Via roltrappen en liften zul len bezoekers en patiënten straks vanaf deze hoofdingang naar een centrale hal, eigenlijk moeten we zeggen een 'binnenplein', worden geloodst. Dit binnenplein, Leidse Plein ge doopt, is de mooiste plek in het spanten, golfplaten en glas waar door het daglicht ruimschoots kan toetreden. Men is binnen, maar ei genlijk ook weer niet. Kunstwerken die in de overkap ping zijn geïntegreerd (een soort zwevende plafonds met lichteffec ten) geven het binnenplein een heel bijzondere allure. Jammer van de kneuterige zitjes die wel nieuw zijn maar qua design niet passen bij het karakter van de omgeving. Rondom het binnenplein liggen kantoren en de poliklinieken die van de open ruimte een soort amfi theater maken: groots en tegelij kertijd heel intiem. Het plein moet op den duur gaan functioneren als een recreatieve ontmoetingsplaats voor patiënten, bezoekers en per soneel van het ziekenhuis. Dat doet het nog niet, het is er nog te stil, maar de voorwaarden lijken ruimschoots aanwezig om het bin nenplein straks tot leven te laten komen. Binnenstraten Andere delen van het gebouw zijn minder overtuigend. Gangen en trappenhuizen zijn donker en somber. Sommige tussenruimtes maken een bunkerachtige indruk. De twee binnenstraten, waaraan de ontvangstbalies liggen van de ver schillende afdelingen, lijken op fa- brieksgangen. Het is er doods en saai. Een weinig opwekkend ge heel voor een ziekenhuis. Niet ten onrechte dringt zich de vergelijking op met de binnenstra ten in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam of met die in het centrale faciliteiten gebouw van het Witte Singel-Doe lencomplex vande Leidse universi teit. In het AMC hebben de binnen straten een glazen overkapping en zijn het dus echte lichtstraten die, door de vele voorzieningen en de kunst die er ter kijk staat, de allure hebben van een sjieke winkelpas sage. De benaming 'binnenstraten' voor de gangen in het AZL lijkt ei genlijk op een slecht excuus om gewone gangen met een op rood asfalt gelijkende vloerbedekking en veel onafgewerkt beton opge scheept te laten zitten. Meer dag licht in het gebouw zou het sombe re gangenstelsel zeker ten goede zijn gekomen. Miljoenen De patiëntenverblijven en pu blieksruimtes (poliklinieken) zien er daarentegen fris en fleurig uit. Daarover geen slecht woord. Ook het personeel komt ruimschoots aan zijn trekken in de nieuwe be huizing. Opmerkelijk is hoe de langdurige voorgeschiedenis vari de nieuwbouw tot uitdrukking komt in knusse plekjes en hoekjes (produkt van de jaren zeventig) ter wijl de afronding van het complex in de jaren tachtig zichtbaar is in high-tech-achtige accessoires. De kleuren binnen het ziekenhuis complex zijn ook niet altijd even goed op elkaar afgestemd. Een onleefbaar gebouw voor pa tiënten, bezoekers en personeel is het nieuwe AZL echter niet. De ar chitect heeft gepoogd een compact en goed betreedbaar gebouw te maken waarin mensen zichzelf niet verloren hoeven te voelen. Dat dat maar ten dele is gelukt heeft onge twijfeld te maken met het bouwen in fases en het krappe budget. Vooral dat laatste heeft geleid tot bijna paradoxale situaties tussen het AZL en het AMC. Het budget voor het Amsterdamse ziekenhuis was veel hoger dan dat voor het Leidse, en dat is duidelijk te zien. Des te schrijnender is het dat door het bouwen in fases allerlei tijdelij ke voorzieningen moeten worden getroffen, waarmee weer veel extra miljoenen zijn gemoeid. Bouwen in fases vraagt gewoon om moeilijkheden. Het vergemak kelijkt het overzicht en de organi satie niet. Moet een afdeling die pas over een jaar verhuist nog wor den opgeknapt of niet? Kan appa ratuur het nog uithouden tot de nieuwbouw klaar is of moet er eer der tot aanschaf worden overge gaan? Geen eenvoudige keuzes die zich aandienen. "Om maar eens wat te noemen", zegt directeur Pe- neus- en oorheelkunde blijkt nu in eens in de weg te staan. De mooiste kliniek in Nederland, net ver bouwd voor tien miljoen, moet nu tegen de vlakte. Nee, dat was niet Complexiteit Is het nieuwe AZL nu een mooi gebouw of niet? Architect Wijnber gen vraagt zich, sprekend over zijn geesteskind, af waarom de vakpers tot dusver nog maar zo weinig aan dacht heeft besteed aan de bouw van de nieuwe academische zie kenhuizen (in Amsterdam, Leiden, Utrecht). Misschien is dat wel om dat de ziekenhuizen zo weinig aan architectonische hoogstandjes te bieden hebben of, sterker nog, zelfs de indruk wekken dat de ar chitecten niet aan het ontwerpen zijn toegekomen. De belangrijkste opdracht van een architect van een academisch ziekenhuis lijkt om orde te bren gen in een waanzinnige complexi teit. Het nieuwe AZL is niet sim- pelweg de optelsom van de vroege re paviljoens waarin ieder specia lisme z'n eigen bedoeninkje had. De nieuwbouw heeft een volstrekt andere opzet. Het complexe pro gramma van eisen, het beperkte aantal vierkante meters en het krappe budget hebben het er bo vendien niet gemakkelijker op ge maakt. Het is vooral het orde bren gen in de chaos die, bij alle gefor muleerde kritiek, bewondering af dwingt. Een vergelijking tussen het Aca demisch Ziekenhuis Leiden en het Academisch Medisch Centrum is, om de al genoemde budgettaire re denen, niet eerlijk. Dat komt het duidelijkst tot uitdrukking in het interieur dat in het AMC vele ma len fraaier is. Het exterieur van het AZL wint het evenwel van het Am sterdamse ziekenhuiscomplex. Het AMC is een donker en plomp gebouw, een betonkolos ergens in een weiland. De. AZL-nieuwbouw zit daarentegen in een vrolijk ge kleurd jasje en weet zich, op een steenworp afstand van de Leidse binnenstad, heel goed te voegen in de bestaande omgeving. Sterker nog: het AZL mag een zekere schoonheid, waar het de vorm en detaillering betreft, niet worden ontzegd. Taart Het beeld van de AZL-nieuw bouw wordt in hoofdzaak bepaald door een vast kolommenstramien en een geelgekleurd gevelwand- systeem afgewisseld door installa tieverdiepingen (geheel bestemd voor leidingen en technische in stallaties) die aan de buitenkant herkenbaar zijn aan de witte geve lelementen. De bouwkundige fle xibiliteit van het wandsysteem is groot omdat toekomstige uitbrei dingen en verbouwingen gemak kelijk moeten zijn te realiseren, want niets veroudert zo snel als een ziekenhuis. Qua maatgeving, contrast, ritme en afwisseling maakt het nieuwe AZL-complex een mensvriendelij ke indruk. Het is ondanks z'n enor me afmetingen geen dominant of kolossaal gebouw. Aan de buiten kant oogt het zelfs kleiner dan het in werkelijkheid is. De architect valt dan ook eerder het verwijt te maken dat hij het complex te brok kelig heeft gemaakt, en in z'n de taillering te kleinschalig is ge weest, dan dat hij 'de architectuur van het grote gebaar' alle ruimte heeft gegeven. Dat het complex nog ruim twee maal zo groot zal worden lijkt daar aan geen afbreuk te zullen doen. Het nieuwe Academisch Zieken huis Leiden heeft een maat en schaal die zich goed verhoudt met de stad. De architect Aldo van Eijck heeft het ooit eens heel mooi gezegd: "Een grote taart is niet erg, als die maar lekker blijft". Foto's: De bewegwijzering in de AZL-nieuwbouw laat veel te wensen over. Beschreven briefjes op de al in honderdtallen aanwezige bordjes helpen bezoekers de weg wijzen. De zwevende plafonds met lichteffecten, van Jan Hein Daniels, geven het binnenplein een bijzondere allure. Een gevel van de AZL-nieuwbouw. De geelgekleurde gevelelementen met ontelbar raampjes doen op een afstand denken aan gestapelde treinen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 4