'Soms heb ik
het gevoel
voor de bank
te werken'
Een Nijerodiaan redt het altijd en overal
Opstel oogst waardering,
wiskunde geeft problemen
Antillianen schrijven
Nederlands langzaam af
Interview
WOENSDAG 7 MEI 1986
PAGINA 21
Inkomensdaling huisarts
ROTTERDAM - Op de gereserveerde parkeerplaats
voor de deur van huisarts Ivo Maas staat niet de te ver
wachten Volvo, maar een veel goedkopere middenklas
ser vijfdeurswagen. Afgezien van het feit dat een dure
auto niet het eerste is waar Maas (35) zijn geld aan zou
willen uitgeven: hij heeft het gewoonweg ook niet. Zes
jaar geleden vestigde hij zich in de Rotterdamse wijk
Crooswijk. Het is geen armoede, maar de vetpot die de
meeste mensen de dokter toedenken, verdient hij ook
niet.
De huisartsen willen in de ko
mende tijd actie gaan voeren.
Het doktersinkomen is te laag,
en zeker pas beginnende artsen
zitten vaak tot hun nek in de
schulden. Netto-inkomens van
onder modaal zijn geen uitzonde
ring. Hoe die acties eruit gaan
zien, is nog niet duidelijk. Eén
ding is zeker: de patiènt mag er
niet de dupe van worden, want
daar hebben de artsen geen ruzie
mee.
door
Runa Hellinga
„Soms heb ik het gevoel dat ik
voor de bank werk", zegt Maas,
„er komt wel veel binnen, maar
als je ziet wat er weer uit gaat.
Gelukkig werkt mijn vreuw ook.
Daardoor zitten we niet echt
moeilijk".
Goodwill
Zoals alle beginnende artsen
moest hij zes jaar geleden flink
wat geld op tafel leggen om zijn
praktijk te kunnen starten. In de
eerste plaats was hij goodwill
Ce<?n bepaald geldbedrag voor
overname van een praktijk) aan
zijn voorganger verschuldigd.
Bovendien moest hij de praktijk
ruimte plus bijbehorende dok
terswoning overnemen. De prijs
daarvan viel wel mee - Maas
heeft zijn praktijk midden in een
oude arbeiderswijk - maar het
pand was wel sterk verouderd.
Alleen al het opknappen van de
praktijkruimte kostte 60.000 gul
den. „Dat geld haal je er nooit
uit, maar je wilt je werk toch ook
goed doen".
De goodwill is een schuld die
iedere beginnende huisarts (nog)
moet maken. De regeling zal
worden afgeschaft, maar zolang
dat nog niet is gebeurd, moet het
bedrag, al snel zo'n 150.000 gul
den, toch steeds weer worden
opgehoest. Verder moet de prak
tijkruimte en vaak de bijbeho
rende dokterswoning worden
overgenomen. Is dat toevallig
een kapitale villa, dan zit de jon
ge arts al snel met een extra
schuld van zo'n 200.000 tot
400.000 gulden.
Maas: „Dan denk je, waar be
gint iemand aan. Maar de praktij
ken liggen niet voor het oprapen,
dus je hebt vaak geen andere
keuze". Maar de schulden zijn gi
gantisch en veroorzaken vaak
problemen. Zo'n 400 artsen staan
inmiddels onder curatele van
hun bank.
In zijn kennissenkring ziet
Maas steeds vaker dat mensen
'van een dure auto overgaan op
een tweedehands of een goed
koop merk: „Artsen hoeven na
tuurlijk ook niet met een dure
wagen te rijden, maar het is een
teken aan de wand".
Huisarts Ivo Maas: 'Patiënt mag niet de dupe worden' (foto gpd>
De huisarts is de laatste jaren
steeds minder gaan verdienen,
terwijl zijn taken, benadrukt
Maas, zijn gegroeid: „Het aantal
patiënten per praktijk is wel ge-
daald. De normpraktijk is op dit
moment 2350 patiënten en veel
praktijken, zeker in de stad, ha
len dat niet eens. Ikzelf ook niet,
hoewel ik een goedlopende prak
tijk heb en geen verloop in mijn
patiëntenbestand".
„Maar we moeten als huisarts
wel steeds meer doen. De staats
secretaris wil dat de eerste-lijn-
gezondheidszorg, de gezond
heidszorg buiten het ziekenhuis,
wordt versterkt. En dat gebeurt
ook. De zaken als stervensbege
leiding vonden vroeger vaak in
het ziekenhuis plaats, en nu heel
vaak thuis. Maar meer geld komt
er niet voor ons, terwijl de zie
kenhuizen wel steeds meer geld
krijgen".
Wat de emmer eigenijk deed
overlopen, waren de veranderin
gen in het ziekenfonds die per 1
april zijn ingevoerd. De
huisartsen liggen al jaren in de
clinch met de particuliere ziekte
kostenverzekeraars, omdat een
particuliere verzekerde per jaar
minder opbrengt dan een zieken
fondspatiënt. Nu er zoveel men
sen uit het ziekenfonds zijn ge
zet, zal dat volgens Maas gemid
deld 10.000 gulden per jaar aan
ankomen gaan schelen.
Het grote probleem is dat ziek
tekostenverzekeringen per ver
richting betalen en dat het aantal
bezoeken dat particulieren aan
hun arts brengen, volgens de
huisarts veel lager is dan volgens
de verzekeringen.
De huisartsen willen daarom
eigenlijk van dit probleem af
door voor particuliere patiënten
net als voor ziekenfondspatiën
ten een abonnementensysteem,
een vast bedrag per jaar per pa
tiënt, in te voeren. Maar daar wil
len de verzekeringen niet aan.
Gemiddeld zou een arts inclu
sief praktijkkosten zo'n 190.000
gulden per jaar moeten verdie
nen. Velen komen daar bij lange
na niet aan. Daarom wordt er
vaak bezuinigd en daar worden
anderen de dupe van. De assis
tente wordt door een parttime
kracht of een stagiaire vervangen
of helemaal ontslagen. Dat
scheelt weer 30.000 gulden aan
kosten.
Maas: „Kijk, iedereen levert in,
dus ik vind het niet zo gek dat
wij ook in moeten leveren. Maar
het moet niet zo zijn, dat de prak
tijk, en dus de patiënt, eronder
lijdt. En dat gebeurt wel als je as-
sisténte ontslagen wordt. En
soms kan het echt niet anders. Ik
heb een fulltime assistente. Ge
lukkig is ze jong. Ik zou me geen
raad weten als ze ouder was en
een hoger loon zou moeten krij
gen".
OEGSTGEEST - Heel aardig von
den ze het op het Rijnlands Ly
ceum in Oegstgeest van het CITO
dat die tot een creatief slot voor hét
havo-eindexamen had besloten.
Geen venijnige staart door de kan
didaten de laatste dag met schei
kunde of biologie op te zadelen,
nee, een opstel mochten ze schrij
ven. Dank ook vanuit Oegstgeest
voor de onderwerpen: "Actueel,
gemakkelijk en volop keus".
door
Simone van Driel
Daar waar hun vwo-coiiega s
veelal kreunend en steunend te
rugkeerden van de expeditie wis
kunde II, viel op de gezichten van
de havo-leerlingen gisteren dan
ook niets dan zonneschijn te be
speuren. Hun restte, omdat het de
laatste dag was ook niet meer de
zorg voor nog meer examens (uit
gezonderd de kleine groep die te
kenen, muziek, Spaans of Russisch
in het pakket heeft). In Oegstgeest
werden de gedachten grotendeels
in beslag genomen door het slot
feest met diner, dat 's avonds werd
gehouden, waarbij de vraag wat nu
toch aan te trekken ("Die blauwe
laarsjes maar?") hier en daar de bo
ventoon voerde. Ook al sneu voor
de vwo'ers. Die mogen zich vrijdag
nog fijn op economische weten
schappen en Frans storten en heb
ben dus nog weinig reden om zich
echt opgelucht in het feestgedruis
te storten.
Uit elf, zeer uiteenlopende on
derwerpen konden de havo'ers kie
zen. Alternatieve straffen was
nummer één. De pro's en contra's
daarvan dienden te worden be
sproken aan de hand van citaten
uit onder meer de Haagse Post ("Je
slaat iemand neer en dan mag je
een bejaardentehuis gaan dwéilen.
Zo is het natuurlijk niet"). Inge Le-
jour is een van de kandidaten die
voor deze opdracht kozen. Ze vond
het goed te doen; omdat ze vorig
jaar is gezakt kon ze een vergelij
king trekken en die valt in het
voordeel van het examen van dit
iaar uit.
Jaco de Rijke wijdde zijn opstel
aan het voor geschikt verklaren
van Amsterdam als locatie voor de
Olympische spelen van 1992. 'In de
ban van de ringen', was de door de
havo'ers als leuk bevonden titel
van de opdracht. Marcus van Duin
schreef een verhaal tegen het Star-
wars-programma. "Ik heb er 'De
absurditeit' boven gezet", laat hij
weten, met welke mededeling hij
een mengeling van spot en bewon
dering oogst bij zijn klasgenoten.
Hij is overigens de enige dissonant
in het zo positief gestemde gezel
schap. Te weinig algemeen en te
veel gedetailleerd vond hij de op
drachten. "Dan dwaal je zo gauw
af'.
"De eerste maten van de herken
ningsmelodie van het programma
weerklinken. De hand van de tech
nicus gaat omlaag: je bent in de uit
zending". Aan de examinanten die
opdracht nummer vier kozen, de
taak hun fantasie op volle toeren te
laten werken, want met weinig
meer dan deze informatie moesten
ze het doen. Martine van der Velde
kwam uit op een interview met een
popster ("Niemand in het bijzon
der") over de vraag hoe het is om
beroemd te zijn en of zo'n publiek
bezit nog wel een privé-leven heeft.
Overige, tot de verbeelding spre
kende onderwerpen waarover kon
worden geschreven waren het
ideale schoolsysteem, de acties van
het Dierenbevrijdingsfront (Is de
harde lijn van het Front accepta
bel?), de zin van nationale feestda
gen, de voor- en nadelen van ge
meentelijke herindeling en de ge
neugten die pretparken en het snel
groeiend aantal manifestaties heb
ben te bieden. Voor elck wat wils,
kortom.
Christo
Een geheel andere stemming
heerste er gistermorgen onder de
vwo'ers op het Rijnlands Lyceum.
Of ze een marathon hadden gelo
pen, zo oogden de meesten van de
17 kandidaten na afloop van het
wiskunde II-examen. "Moeilijk
zeg", laat een van hen weten. Maar
ten ter Lin heeft weinig vrolijkers
te melden. "Het ging helemaal niet.
Die getallen kwamen steeds maar
niet uit", geeft hij het resultaat van
drie uur zwoegen op drie opgaven.
"En ik kwam ook tijd tekort". Wis-
kunde-docent B. van der Meijden
leeft van harte mee: "Ik kan me
voorstellen dat de leerlingen som
mige onderdelen wat afwijkend
vonden. In een van de opgaven
moest je bij voorbeeld een nogal
verstrekkende conclusie trekken
op grond van een afbeelding. Dit
vak heeft een sterk algebraïsch ka
rakter en ik denk dat de meesten
meteen met formules aan de slag
zijn gegaan. Met goed kijken kwam
je echter een heel eind". Nadeel
voor de kandidaten is volgens hem
ook dat het examen "geen echt
binnenkomertje" bevatte: ze wer
den meteen al aan het rekenen ge
zet. "En dat moet je relatief zwaar
zien". Het hele examen in ogen
schouw nemend concludeert hij -
dat het niet eenvoudig was "maar
toch moet er wel een aantal punten
mee zijn te halen".
De middag bracht voor havo en
vwo het immer met gebrek aan
massale belangstelling kampende
examen tekenen, onderdeel kunst
beschouwing. Ook op het Rijn
lands Lyceum is het animo niet om
over naar huis te schrijven: welge
teld vier havo'ers en nul vwo'ers
bevolkten het lokaal. "Maar het
was heel gezellig hoor", vertelt
Martine van der Velde, die tekenen
als zevende vak had gekozen. "We
kregen bonbons bij de thee en we
mochten bij elkaar zitten". En het
examen was volgens haar en haar
mede-kandidaat Paul Monfils nog
gemakkelijk ook. "Het proefexa-
men wat we hebben gemaakt, was
veel moeilijker". Vrijwel niets
werd er gevraagd over oude beeld
houwkunsten, waar Martine zo op
had geploeterd, wat een mengeling
van opluchting en ergernis teweeg
brengt. ("Allemaal voor niets ge
leerd"). Marlies Korbee, die teke
nen in haar pakket wel handig
vond voor de opleiding reclame en
etaleren die ze wil gaan volgen,
vond het examen daarentegen
moeilijk. "Er werd weinig over ge
bouwen gevraagd".
Het van alle vakken mooist ogen
de opgavenpakket van tekenen be
vatte vragen over onder meer ar
chitectuur, het schilderij 'De Luis
tervink' van Nicolaas Maes, het
doek 'I lock the door upon myself
van de Belg Ferdinand Khnopff,
Willem de Koonings 'Woman I' en,
zeer actueel, de inpakkunst van de
Amerikaan Christo die ook is ge
vraagd om de Leidse molen De
Valk in te pakken). Dit laatste had
docente L. van der Zijp wel ver
wacht. "De inpakkunst staat de
laatste jaren erg in de belangstel
ling. Ik vond het leuke vragen".
Het examen vond zij goed te ma
ken. Wel spreekt zij er haar teleur
stelling over uit dat het bij de opga
ven behorende afbeeldingenboek
je dit jaar qua afmetingen met een
kwart is verkleind. "Bezuinigingen
hè. De schilderijen zijn nu niet zo
goed zichtbaar en de kleuren zijn
ook wat minder".
De Antilliaanse minister van on
derwijs, drs. Linda Badejo-Ri-
chardson, wil dat binnen zes jaar
alle lessen op de lagere scholen in
de moedertaal worden gegeven.
Op de Benedenwindse Eilanden,
Curasao en Bonaire, is dat het Pa-
piaments en op de Bovenwinden,
Saba, St. Eustatius en St. Maarten,
is dat het Engels.
door
Elly Wempe
plaatsje op het rooster. Op de mid
delbare school worden de lessen
voorlopig nog wel in het Neder
lands gegeven. Onderwijs-minister
Badejo-Richardson wil dat de An
tilliaanse eilanden zich gaan voor
bereiden op de onafhankelijkheid.
Daarom moet het onderwijs niet
langer gericht zijn op Nederland,
maar zich aanpassen aan de Antil
liaanse behoeften.
Toevallig
Volgend jaar wordt een voorzich
tig begin gemaakt met de complete
hervorming van het onderwijssys
teem. Op Curasao wordt het Papia-
ments als vak op de lagere school
ingevoerd. Het is de bedoeling om
geleidelijk het Papiaments als
voertaal in alle klassen van de ba
sisschool in te voeren, een proces
dat over zes jaar eindigt in een vol
ledig Papiamentstalige basis
school.
Overigens wordt op verscheide
ne scholen op de Bovenwindse Ei
landen momenteel het Engels al
als voertaal gebruikt. Het Neder
lands zal als instructietaal volledig
uit de lagere school verdwijnen en
behoudt alleen als vak nog een
Badejo-Richardson: "Ik ben in
derdaad een felle voorstander van
invoering van de moedertaal. De
leerlingen horen overal Papia
ments: op straat, in de winkel,
thuis, via radio en televisie. De kin
deren zullen het op school veel be
ter doen als zij les krijgen in hun
eigen taal".
Het Antilliaanse onderwijs werd
een eeuw geleden opgezet door de
fraters van Tilburg en de zusters
van Roosendaal. Het waren volks
scholen waar Nederlands en Papia
ments werd gebruikt zoals dat toe
vallig uitkwam. Het ging er om dat
de leerlingen de stof begrepen. De
grove wat bonkerige uitspraak van
het Papiaments door de fraters en
zusters is op de Antillen nog steeds
bekend. "Je praat net zo Papia
ments als de pastoor", is nu nog
steeds de weinig complimenteuze
reactie als een Nederlander zijn
best doet om zich verstaanbaar te
maken.
Met de komst van de Shell-raffi-
naderij op Curasao in 1916 werden
echter de scholen sterk verneder
landst. De scholen werden aange
past aan het grote aantal werkne
mers dat ook vanuit Nederland
kwam. Het Nederlands was im
mers de officiële taal. Vanaf die tijd
krijgen de leerlingen les in het Ne
derlands, van Nederlandse leer
krachten, om Nederlandse diplo
ma's te behalen.
Momenteel zijn er vrijwel geen
Nederlandse onderwijzers meer in
het basisonderwijs. Ook in het
middelbaar onderwijs worden de
Nederlanders steeds meer vervan
gen door Antilliaanse leerkrach
ten. Maar de gevolgen van het Ne
derlandse systeem zijn nog steeds
heel duidelijk.* Het Nederlands is
een groot struikelblok. Een kwart
van de leerlingen op de lagere
school blijft elk jaar zitten. Drie
kwart is niet in staat de lagere
school te doorlopen zonder een of
meer keren te doubleren. Het aan
tal uitvallers die de eens begonnen
opleiding niet afmaken, is aanzien
lijk. Met de democratisering van
het onderwijs is het slecht gesteld:
uit de sociaal-zwakkere milieus be
reikt vrijwel niemand een mavo,
havo of vwo.
Onderwijs-minister Linda Bede-
jo-Richardson: "Ja, het is zeer
droevig. Na al die jaren met dat zo
genaamde goede onderwijs heb
ben we nog steeds niet voldoende
eigen kader. Er moet een drasti
sche hervorming komen, zodat alle
bevolkingsgroepen ervan kunnen
profiteren. Invoering van de moe
dertaal als instructietaal is maar
een stap in de goede richting. Maar
ook de sociale aspecten tellen
zwaar. Nog steeds zijn er kinderen
die niet naar school gaan omdat zij
gpen schoenen hebben of geen net
te kleren. We moeten de leerplicht
De afgelopen jaren heeft zich op
Curagao een ware taalstrijd afge
speeld. Veel mensen erkenden de
problemen in het onderwijs wel,
maar twijfelden of invoering van
het Papiaments 'een oplossing zou
zijn. Zij vonden dat het Papia
ments eigenlijk alleen geschikt
was voor huis-, tuin- en keukenge
bruik. Het Papiaments is een jonge
Creoolse taal, gebaseerd op het
Spaans en Portugees. Het is een
brabbeltaaltje, zo vonden veel ou
ders en leerlingen.
Eigen cultuur
Inmiddels hebben deskundigen
wel duidelijk kunnen maken, hoe
belangrijk de beheersing van de
moedertaal is voor de ontwikke
ling van het kind. Het Papiaments
•is nu geworden tot basis van de ei
gen cultuur. Omdat de taal maar
door zo'n 250.000 mensen wordt
gesproken, is er duidelijk behoefte
aan een tweede taal. In het voortge
zet onderwijs blijft de instructie
taal voorlopig nog Nederlands. Er
zijn daar nog steeds niet voldoende
Antilliaanse leerkrachten, het les
materiaal is Nederlands en de
scholen leiden op voor Nederland
se diploma's.
De meeste radicale onderwijs-
hervormers willen ook op de mid
delbare scholen uiteindelijk het
Papiaments invoeren als taal waar
in de lessen worden gegeven. De
Antilliaanse minister van onder
wijs, die zelf van Sint Maarten af
komstig is, kiest liever voor het En
gels. "Dat kan dan de eenheidstaal
worden, die de Bovenwindse en
Benedenwindse Eilanden met el
kaar verbindt. Het Nederlands is er
niet in geslaagd om die functie van
eenheidstaal te vervullen, zoals in
Suriname en Indonesië wel is ge
beurd. Vandaar dat Surinamers
ook veel beter Nederlands spreken
dan Antillianen".
De Antilliaanse minister van on
derwas windt er geen doekjes om,
dat de eilanden toch uiteindelijk
'sooner or later' onafhankelijk
moeten worden. Een standpunt
dat haar collega's in de regering be
paald niet in dank zullen afnemen.
Badejo-Richardson is dan ook een
vakminister, geen politicus. "Ne
derland krijgt er op een gegeven
moment genoeg van. Ik had liever
gezien dat wij dat zelf zouden zeg
gen. Je kunt niet afhankelijk blij
ven van een vreemde mogendheid,
waar je zo nu en dan tegenaan
schopt, ze koloniale heerser noe
men en dan niet onafhankelijk
worden. Het is heel gemakkelijk
om elk jaar zoveel miljoenen aan
•ontwikkelingshulp te krijgen om
de zaak draaiende te houden. Maar
ik heb liever wat minder welvaart
en meer gevoel van eigenwaarde".
"Mevrouw de tafelpresident, dank
u wel". De jongeman op de kathe
der heeft zojuist het woord gekre
gen en spreekt zijn gehoor beleefd
en zakelijk toe. Hij krijgt een kort
applaus. Een nieuwe spreker volgt,
met andere mededelingen. Ook
voor hem een kort applaus. Daarna
zwelt het geroezemoes in de volle
zaal weer aan. Vlotte jongens en
meisjes van rond de twintig jaar lo
pen snel heen en weer, maken af
spraken, wisselen spullen uit, voe
ren kort overleg. Hier worden za
ken gedaan.
De plaats van handeling is de
mensa van de Hogeschool voor be-
door
Nel van Bemmel
drijfskunde Nijenrode in Breuke-
len tijdens de lunchpauze. De stu
denten, voor het merendeel ge
kleed in joggingpakken, sport-
truien en spijkerbroeken, zijn ver
plicht de lunch en het avondeten
hier te gebruiken. Dat heeft het
voordeel dat iedereen twee keer
per dag voor iedereen bereikbaar
Iedereen, dat-zijn zo'n 600 stu
denten van wie ongeveer 500 de
drie-jarige BBA-opleiding (Bache
lor of Business Administration) tot
manager volgen. De andere hon
derd doen vervolg-opleidingen be
drijfskunde of het programma
voor buitenlandse studenten.
Nijenrode is meer dan een cur
sus bedrijfskunde. Nijenrode is te
vens een cultuur, die der Nijenro-
dianen, waarin tempo en prestatie
tellen. Een student: "Er zijn hier
zoveel mogelijkheden, die moet je
in die drie jaar benutten. Het zou
zonde zijn dat zomaar voorbij te la
ten gaan".
Behalve dat de student op Nijen
rode studeert, woont hij er. In de
studenten fiats op het parkachtige
terrein achter het kasteel aan de
Vecht, naar Amerikaans voorbeeld
de campus genoemd. Op de cam
pus vindt de persoonlijkheidsvor
ming van de student plaats, daar
kan hij oefenen wat hij straks op
het bedrijfsleven moet toepassen.
Een student: "Hier kun je nog op je
bek gaan zonder dat je een baan of
een order verspeelt".
Toch kan een misstap op Nijen
rode bepaald gevoelig aankomen.
Wie zich heeft misdragen, bij voor
beeld door 's nachts lawaai te ma
ken, kan de volgende dag tijdens
lunch of avondeten vanaf de kathe
der worden aangeklaagd. Heeft de
aangeklaagde geen behoorlijk ver
weer, dan is collectief boegeroep
van 600 studenten zijn deel. Leren
heet dat op Nijenrode.
De leiding van het campusleven
is in handen van het vier betaalde
krachten tellende campusdeca
naat, met aan het hoofd campusde
caan en sportleraar H. van Lien-
den. Het decanaat delegeert een
groot deel van de dagelijks leiding
aan de studenten in de campus
commissie en in het campuscom-
missiebestuur. Uit ieder trappen
huis, koker genoemd, zit een stu
dent in deze commissie. Hij is het
kokerhoofd. Hij probeert de ver
trouwensman of -vrouw te zijn
voor de studenten in zijn koker.
Van Lienden: "De sociale controle
is groot. Je kunt hier bijna niet in je
kamertje verkommeren. Het is
misschien raar om zo te zeggen,
maar hier heeft nog nooit een stu
dent zelfmoord gepleegd".
Een belangrijke taak van het
campuscommissiebestuur is bij
voorbeeld de kamerindeling. Want
vrijwel elke Nijenrode-student
deelt een kamer van ongeveer 25
vierkante meter met een medestu
dent. Dat is geen kwestie van ruim
tegebrek, dat is een bewuste keus.
Van Lienden: "Met twee op één ka
mer leer je compromissen sluiten
en samenwerken. Je leert dat te
doen watje later ook moet kunnen:
niet alleen je eigen haan victorie la
ten kraaien, maar ook rekening
houden met de belangen van ie
mand anders".
Een belangrijk onderdeel van
studie en campus is de lichamelij
ke opvoeding: vier uur verplicht
per week, en voor veel studenten
nog heel wat uurtjes in de vrije tijd.
Voor het gemak loopt de Nijenro-
diaan daarom meestal in sportkle-
ding. Behalve natuurlijk bij gele
genheden als het optreden van
gastsprekers, feesten of sollicitatie
gesprekken. Dan is hij om door een
ringetje te halen. Ton Christiaanse:
"Ze kunnen hier perfect represen
tatief overkomen. Daar zijn ze
meesters in".
Een zwakte van de campus, er
kent Van Lienden, is het beperkte
contact met de buitenwereld.
"Men is erg veel bezig met de eigen
situatie". Maar dat gemis geldt,
vindt Van Lienden, voor het hele
Nederlandse onderwijs.
Van Lienden, maar ook hoofd
externe betrekkingen W. L. ter
Heege willen graag afrekenen met
het vooroordeel dat op Nijenrode
alleen rijke-luiszoontjes zouden
studeren, gesjeesde atheneumboys
met rijke pa's en dure BMW's.
Van alle Nijenrodianen is 42 pro
cent volledig of gedeeltelijk beurs
student. Omdat een maximum stu
diebeurs ongeveer 11,5 duizend
gulden per jaar bedraagt, en stude
ren op Nijenrode afgezien van kle
ding, reiskosten en dergelijke on
geveer 14,5 duizend gulden per jaar
kost, heeft Nijerode nog een eigen
beurzenstelsel voor studenten met
geldproblemen. En daar wordt, be
nadrukt Ter Heege, veel gebruik
van gemaakt.
Lang niet iedere belangstellende
kan op Nijenrode komen. Eerste
voorwaarden zijn een vwo-diplo-
ma, een leeftijd onder de 24 jaar en
een ongehuwde staat. Jaarlijks
melden zich 1400 kandidaten die
hieraan voldoen, waarvan er 150
tot 200 worden aangenomen.
Sinds Nijenrode in 1971 officieel
wetenschappelijk onderwijs werd,
kunnen ook meisjes terecht. Nu
vormen ze ongeveer 25 procent van
het totaal, en nemen ze volgens Ter
Heege een volstrekt gelijke positie
i met de jongens.
Voorzitter van het college van
bestuur ir. F. J. Schijff heeft een
duidelijk beeld van wat zijn stu
denten moeten leren. In de eerste
plaats moeten zy kennis opdoen op
het gebied van personeel en orga
nisatie. marketing en financiering.
Goed management vergt dat aile
drie goed zijn. dus heeft Nijenrode
geen keuzevakken in zijn pakket.
Een ander aspect van het studie
programma is de maatschappelijke
vorming en het leren dragen van
verantwoordelijk. Schijff: "Je kunt
studenten geen geweten bijbren
gen. Wel kun je ze leren met gewe
tensvragen op een fatsoenlijke ma
nier om te gaan. De jongens en
meisjes hier zullen nogal eens in
een ethisch spanningsveld terecht
komen. Bij voorbeeld als zij hande
len met Zuidamerikaanse of Aziati
sche landen. Dan moeten ze leren
omgaan met situaties waarin wij al
gauw van steekpennigen zouden
spreken. Ze moeten weten wat wel
en wat niet oirbaar is in andere cul
turen.
Prof. dr. H. J. L. van Luijk, do
cent bedrijfsethiek (leer van goed
en kwaad) op Nijenrode, probeert
de studenten die vaardigheden bij
te brengen.
Daarvoor begint hij met i
dige voorbeelden: een manager
heeft door zijn werk te weinig tijd
voor zijn gezin. Op advies van zijn
collega neemt hij een deel van het
overwerk mee naar huis waarvoor
hij de uren declareert. Zo kan hij
toch met zijn kinderen omgaan.
Bovendien gaat zijn vrouw hem
met zijn werk helpen, zodat hij een
klus van vier uur in twee uur voor
elkaar krijgt Zijn vrouw sugge
reert ook haar uren te declareren.
Ethische vraag: mag de manager
de uren van zijn vrouw declareren
als uren van zichzelf?
Voor nadenken en diepgang laat
de prestatiegerichte sfeer van 'doe-
ners' op Nijenrode niet al te veel
ruimte. "De studenten zijn zó druk
zich te definiëren, dat je nauwe
lijks aandacht voor verbanden
moet verwachten", meent Van
Luijk. "Er wordt wel nagedacht,
maar heel snel".
Ook sociaal gevoel is bij de stu
denten op Nijenrode niet bijzonder
sterk ontwikkeld. Op de campus
overheerst de vanzelfsprekend
heid "Wij gaan het maken"; het is
een gemeenschap van sterke men
sen. Van Luijk: "Ik probeer daar
iets aan te doen door ze de andere
kant van de medaille te laten zien.
Ik vraag bij voorbeeld, hoeveel
echte minima zijn er in Nederland?
Dan krijg ik antwoorden tussen de
50.000 en 100.000. Als ik ze vertel
dat het er rond 700.000 zijn, is dat
iets heel nieuws voor ze".