'Soms heb ik het gevoel voor de bank te werken' Een Nijerodiaan redt het altijd en overal Opstel oogst waardering, wiskunde geeft problemen Antillianen schrijven Nederlands langzaam af Interview WOENSDAG 7 MEI 1986 PAGINA 21 Inkomensdaling huisarts ROTTERDAM - Op de gereserveerde parkeerplaats voor de deur van huisarts Ivo Maas staat niet de te ver wachten Volvo, maar een veel goedkopere middenklas ser vijfdeurswagen. Afgezien van het feit dat een dure auto niet het eerste is waar Maas (35) zijn geld aan zou willen uitgeven: hij heeft het gewoonweg ook niet. Zes jaar geleden vestigde hij zich in de Rotterdamse wijk Crooswijk. Het is geen armoede, maar de vetpot die de meeste mensen de dokter toedenken, verdient hij ook niet. De huisartsen willen in de ko mende tijd actie gaan voeren. Het doktersinkomen is te laag, en zeker pas beginnende artsen zitten vaak tot hun nek in de schulden. Netto-inkomens van onder modaal zijn geen uitzonde ring. Hoe die acties eruit gaan zien, is nog niet duidelijk. Eén ding is zeker: de patiènt mag er niet de dupe van worden, want daar hebben de artsen geen ruzie mee. door Runa Hellinga „Soms heb ik het gevoel dat ik voor de bank werk", zegt Maas, „er komt wel veel binnen, maar als je ziet wat er weer uit gaat. Gelukkig werkt mijn vreuw ook. Daardoor zitten we niet echt moeilijk". Goodwill Zoals alle beginnende artsen moest hij zes jaar geleden flink wat geld op tafel leggen om zijn praktijk te kunnen starten. In de eerste plaats was hij goodwill Ce<?n bepaald geldbedrag voor overname van een praktijk) aan zijn voorganger verschuldigd. Bovendien moest hij de praktijk ruimte plus bijbehorende dok terswoning overnemen. De prijs daarvan viel wel mee - Maas heeft zijn praktijk midden in een oude arbeiderswijk - maar het pand was wel sterk verouderd. Alleen al het opknappen van de praktijkruimte kostte 60.000 gul den. „Dat geld haal je er nooit uit, maar je wilt je werk toch ook goed doen". De goodwill is een schuld die iedere beginnende huisarts (nog) moet maken. De regeling zal worden afgeschaft, maar zolang dat nog niet is gebeurd, moet het bedrag, al snel zo'n 150.000 gul den, toch steeds weer worden opgehoest. Verder moet de prak tijkruimte en vaak de bijbeho rende dokterswoning worden overgenomen. Is dat toevallig een kapitale villa, dan zit de jon ge arts al snel met een extra schuld van zo'n 200.000 tot 400.000 gulden. Maas: „Dan denk je, waar be gint iemand aan. Maar de praktij ken liggen niet voor het oprapen, dus je hebt vaak geen andere keuze". Maar de schulden zijn gi gantisch en veroorzaken vaak problemen. Zo'n 400 artsen staan inmiddels onder curatele van hun bank. In zijn kennissenkring ziet Maas steeds vaker dat mensen 'van een dure auto overgaan op een tweedehands of een goed koop merk: „Artsen hoeven na tuurlijk ook niet met een dure wagen te rijden, maar het is een teken aan de wand". Huisarts Ivo Maas: 'Patiënt mag niet de dupe worden' (foto gpd> De huisarts is de laatste jaren steeds minder gaan verdienen, terwijl zijn taken, benadrukt Maas, zijn gegroeid: „Het aantal patiënten per praktijk is wel ge- daald. De normpraktijk is op dit moment 2350 patiënten en veel praktijken, zeker in de stad, ha len dat niet eens. Ikzelf ook niet, hoewel ik een goedlopende prak tijk heb en geen verloop in mijn patiëntenbestand". „Maar we moeten als huisarts wel steeds meer doen. De staats secretaris wil dat de eerste-lijn- gezondheidszorg, de gezond heidszorg buiten het ziekenhuis, wordt versterkt. En dat gebeurt ook. De zaken als stervensbege leiding vonden vroeger vaak in het ziekenhuis plaats, en nu heel vaak thuis. Maar meer geld komt er niet voor ons, terwijl de zie kenhuizen wel steeds meer geld krijgen". Wat de emmer eigenijk deed overlopen, waren de veranderin gen in het ziekenfonds die per 1 april zijn ingevoerd. De huisartsen liggen al jaren in de clinch met de particuliere ziekte kostenverzekeraars, omdat een particuliere verzekerde per jaar minder opbrengt dan een zieken fondspatiënt. Nu er zoveel men sen uit het ziekenfonds zijn ge zet, zal dat volgens Maas gemid deld 10.000 gulden per jaar aan ankomen gaan schelen. Het grote probleem is dat ziek tekostenverzekeringen per ver richting betalen en dat het aantal bezoeken dat particulieren aan hun arts brengen, volgens de huisarts veel lager is dan volgens de verzekeringen. De huisartsen willen daarom eigenlijk van dit probleem af door voor particuliere patiënten net als voor ziekenfondspatiën ten een abonnementensysteem, een vast bedrag per jaar per pa tiënt, in te voeren. Maar daar wil len de verzekeringen niet aan. Gemiddeld zou een arts inclu sief praktijkkosten zo'n 190.000 gulden per jaar moeten verdie nen. Velen komen daar bij lange na niet aan. Daarom wordt er vaak bezuinigd en daar worden anderen de dupe van. De assis tente wordt door een parttime kracht of een stagiaire vervangen of helemaal ontslagen. Dat scheelt weer 30.000 gulden aan kosten. Maas: „Kijk, iedereen levert in, dus ik vind het niet zo gek dat wij ook in moeten leveren. Maar het moet niet zo zijn, dat de prak tijk, en dus de patiënt, eronder lijdt. En dat gebeurt wel als je as- sisténte ontslagen wordt. En soms kan het echt niet anders. Ik heb een fulltime assistente. Ge lukkig is ze jong. Ik zou me geen raad weten als ze ouder was en een hoger loon zou moeten krij gen". OEGSTGEEST - Heel aardig von den ze het op het Rijnlands Ly ceum in Oegstgeest van het CITO dat die tot een creatief slot voor hét havo-eindexamen had besloten. Geen venijnige staart door de kan didaten de laatste dag met schei kunde of biologie op te zadelen, nee, een opstel mochten ze schrij ven. Dank ook vanuit Oegstgeest voor de onderwerpen: "Actueel, gemakkelijk en volop keus". door Simone van Driel Daar waar hun vwo-coiiega s veelal kreunend en steunend te rugkeerden van de expeditie wis kunde II, viel op de gezichten van de havo-leerlingen gisteren dan ook niets dan zonneschijn te be speuren. Hun restte, omdat het de laatste dag was ook niet meer de zorg voor nog meer examens (uit gezonderd de kleine groep die te kenen, muziek, Spaans of Russisch in het pakket heeft). In Oegstgeest werden de gedachten grotendeels in beslag genomen door het slot feest met diner, dat 's avonds werd gehouden, waarbij de vraag wat nu toch aan te trekken ("Die blauwe laarsjes maar?") hier en daar de bo ventoon voerde. Ook al sneu voor de vwo'ers. Die mogen zich vrijdag nog fijn op economische weten schappen en Frans storten en heb ben dus nog weinig reden om zich echt opgelucht in het feestgedruis te storten. Uit elf, zeer uiteenlopende on derwerpen konden de havo'ers kie zen. Alternatieve straffen was nummer één. De pro's en contra's daarvan dienden te worden be sproken aan de hand van citaten uit onder meer de Haagse Post ("Je slaat iemand neer en dan mag je een bejaardentehuis gaan dwéilen. Zo is het natuurlijk niet"). Inge Le- jour is een van de kandidaten die voor deze opdracht kozen. Ze vond het goed te doen; omdat ze vorig jaar is gezakt kon ze een vergelij king trekken en die valt in het voordeel van het examen van dit iaar uit. Jaco de Rijke wijdde zijn opstel aan het voor geschikt verklaren van Amsterdam als locatie voor de Olympische spelen van 1992. 'In de ban van de ringen', was de door de havo'ers als leuk bevonden titel van de opdracht. Marcus van Duin schreef een verhaal tegen het Star- wars-programma. "Ik heb er 'De absurditeit' boven gezet", laat hij weten, met welke mededeling hij een mengeling van spot en bewon dering oogst bij zijn klasgenoten. Hij is overigens de enige dissonant in het zo positief gestemde gezel schap. Te weinig algemeen en te veel gedetailleerd vond hij de op drachten. "Dan dwaal je zo gauw af'. "De eerste maten van de herken ningsmelodie van het programma weerklinken. De hand van de tech nicus gaat omlaag: je bent in de uit zending". Aan de examinanten die opdracht nummer vier kozen, de taak hun fantasie op volle toeren te laten werken, want met weinig meer dan deze informatie moesten ze het doen. Martine van der Velde kwam uit op een interview met een popster ("Niemand in het bijzon der") over de vraag hoe het is om beroemd te zijn en of zo'n publiek bezit nog wel een privé-leven heeft. Overige, tot de verbeelding spre kende onderwerpen waarover kon worden geschreven waren het ideale schoolsysteem, de acties van het Dierenbevrijdingsfront (Is de harde lijn van het Front accepta bel?), de zin van nationale feestda gen, de voor- en nadelen van ge meentelijke herindeling en de ge neugten die pretparken en het snel groeiend aantal manifestaties heb ben te bieden. Voor elck wat wils, kortom. Christo Een geheel andere stemming heerste er gistermorgen onder de vwo'ers op het Rijnlands Lyceum. Of ze een marathon hadden gelo pen, zo oogden de meesten van de 17 kandidaten na afloop van het wiskunde II-examen. "Moeilijk zeg", laat een van hen weten. Maar ten ter Lin heeft weinig vrolijkers te melden. "Het ging helemaal niet. Die getallen kwamen steeds maar niet uit", geeft hij het resultaat van drie uur zwoegen op drie opgaven. "En ik kwam ook tijd tekort". Wis- kunde-docent B. van der Meijden leeft van harte mee: "Ik kan me voorstellen dat de leerlingen som mige onderdelen wat afwijkend vonden. In een van de opgaven moest je bij voorbeeld een nogal verstrekkende conclusie trekken op grond van een afbeelding. Dit vak heeft een sterk algebraïsch ka rakter en ik denk dat de meesten meteen met formules aan de slag zijn gegaan. Met goed kijken kwam je echter een heel eind". Nadeel voor de kandidaten is volgens hem ook dat het examen "geen echt binnenkomertje" bevatte: ze wer den meteen al aan het rekenen ge zet. "En dat moet je relatief zwaar zien". Het hele examen in ogen schouw nemend concludeert hij - dat het niet eenvoudig was "maar toch moet er wel een aantal punten mee zijn te halen". De middag bracht voor havo en vwo het immer met gebrek aan massale belangstelling kampende examen tekenen, onderdeel kunst beschouwing. Ook op het Rijn lands Lyceum is het animo niet om over naar huis te schrijven: welge teld vier havo'ers en nul vwo'ers bevolkten het lokaal. "Maar het was heel gezellig hoor", vertelt Martine van der Velde, die tekenen als zevende vak had gekozen. "We kregen bonbons bij de thee en we mochten bij elkaar zitten". En het examen was volgens haar en haar mede-kandidaat Paul Monfils nog gemakkelijk ook. "Het proefexa- men wat we hebben gemaakt, was veel moeilijker". Vrijwel niets werd er gevraagd over oude beeld houwkunsten, waar Martine zo op had geploeterd, wat een mengeling van opluchting en ergernis teweeg brengt. ("Allemaal voor niets ge leerd"). Marlies Korbee, die teke nen in haar pakket wel handig vond voor de opleiding reclame en etaleren die ze wil gaan volgen, vond het examen daarentegen moeilijk. "Er werd weinig over ge bouwen gevraagd". Het van alle vakken mooist ogen de opgavenpakket van tekenen be vatte vragen over onder meer ar chitectuur, het schilderij 'De Luis tervink' van Nicolaas Maes, het doek 'I lock the door upon myself van de Belg Ferdinand Khnopff, Willem de Koonings 'Woman I' en, zeer actueel, de inpakkunst van de Amerikaan Christo die ook is ge vraagd om de Leidse molen De Valk in te pakken). Dit laatste had docente L. van der Zijp wel ver wacht. "De inpakkunst staat de laatste jaren erg in de belangstel ling. Ik vond het leuke vragen". Het examen vond zij goed te ma ken. Wel spreekt zij er haar teleur stelling over uit dat het bij de opga ven behorende afbeeldingenboek je dit jaar qua afmetingen met een kwart is verkleind. "Bezuinigingen hè. De schilderijen zijn nu niet zo goed zichtbaar en de kleuren zijn ook wat minder". De Antilliaanse minister van on derwijs, drs. Linda Badejo-Ri- chardson, wil dat binnen zes jaar alle lessen op de lagere scholen in de moedertaal worden gegeven. Op de Benedenwindse Eilanden, Curasao en Bonaire, is dat het Pa- piaments en op de Bovenwinden, Saba, St. Eustatius en St. Maarten, is dat het Engels. door Elly Wempe plaatsje op het rooster. Op de mid delbare school worden de lessen voorlopig nog wel in het Neder lands gegeven. Onderwijs-minister Badejo-Richardson wil dat de An tilliaanse eilanden zich gaan voor bereiden op de onafhankelijkheid. Daarom moet het onderwijs niet langer gericht zijn op Nederland, maar zich aanpassen aan de Antil liaanse behoeften. Toevallig Volgend jaar wordt een voorzich tig begin gemaakt met de complete hervorming van het onderwijssys teem. Op Curasao wordt het Papia- ments als vak op de lagere school ingevoerd. Het is de bedoeling om geleidelijk het Papiaments als voertaal in alle klassen van de ba sisschool in te voeren, een proces dat over zes jaar eindigt in een vol ledig Papiamentstalige basis school. Overigens wordt op verscheide ne scholen op de Bovenwindse Ei landen momenteel het Engels al als voertaal gebruikt. Het Neder lands zal als instructietaal volledig uit de lagere school verdwijnen en behoudt alleen als vak nog een Badejo-Richardson: "Ik ben in derdaad een felle voorstander van invoering van de moedertaal. De leerlingen horen overal Papia ments: op straat, in de winkel, thuis, via radio en televisie. De kin deren zullen het op school veel be ter doen als zij les krijgen in hun eigen taal". Het Antilliaanse onderwijs werd een eeuw geleden opgezet door de fraters van Tilburg en de zusters van Roosendaal. Het waren volks scholen waar Nederlands en Papia ments werd gebruikt zoals dat toe vallig uitkwam. Het ging er om dat de leerlingen de stof begrepen. De grove wat bonkerige uitspraak van het Papiaments door de fraters en zusters is op de Antillen nog steeds bekend. "Je praat net zo Papia ments als de pastoor", is nu nog steeds de weinig complimenteuze reactie als een Nederlander zijn best doet om zich verstaanbaar te maken. Met de komst van de Shell-raffi- naderij op Curasao in 1916 werden echter de scholen sterk verneder landst. De scholen werden aange past aan het grote aantal werkne mers dat ook vanuit Nederland kwam. Het Nederlands was im mers de officiële taal. Vanaf die tijd krijgen de leerlingen les in het Ne derlands, van Nederlandse leer krachten, om Nederlandse diplo ma's te behalen. Momenteel zijn er vrijwel geen Nederlandse onderwijzers meer in het basisonderwijs. Ook in het middelbaar onderwijs worden de Nederlanders steeds meer vervan gen door Antilliaanse leerkrach ten. Maar de gevolgen van het Ne derlandse systeem zijn nog steeds heel duidelijk.* Het Nederlands is een groot struikelblok. Een kwart van de leerlingen op de lagere school blijft elk jaar zitten. Drie kwart is niet in staat de lagere school te doorlopen zonder een of meer keren te doubleren. Het aan tal uitvallers die de eens begonnen opleiding niet afmaken, is aanzien lijk. Met de democratisering van het onderwijs is het slecht gesteld: uit de sociaal-zwakkere milieus be reikt vrijwel niemand een mavo, havo of vwo. Onderwijs-minister Linda Bede- jo-Richardson: "Ja, het is zeer droevig. Na al die jaren met dat zo genaamde goede onderwijs heb ben we nog steeds niet voldoende eigen kader. Er moet een drasti sche hervorming komen, zodat alle bevolkingsgroepen ervan kunnen profiteren. Invoering van de moe dertaal als instructietaal is maar een stap in de goede richting. Maar ook de sociale aspecten tellen zwaar. Nog steeds zijn er kinderen die niet naar school gaan omdat zij gpen schoenen hebben of geen net te kleren. We moeten de leerplicht De afgelopen jaren heeft zich op Curagao een ware taalstrijd afge speeld. Veel mensen erkenden de problemen in het onderwijs wel, maar twijfelden of invoering van het Papiaments 'een oplossing zou zijn. Zij vonden dat het Papia ments eigenlijk alleen geschikt was voor huis-, tuin- en keukenge bruik. Het Papiaments is een jonge Creoolse taal, gebaseerd op het Spaans en Portugees. Het is een brabbeltaaltje, zo vonden veel ou ders en leerlingen. Eigen cultuur Inmiddels hebben deskundigen wel duidelijk kunnen maken, hoe belangrijk de beheersing van de moedertaal is voor de ontwikke ling van het kind. Het Papiaments •is nu geworden tot basis van de ei gen cultuur. Omdat de taal maar door zo'n 250.000 mensen wordt gesproken, is er duidelijk behoefte aan een tweede taal. In het voortge zet onderwijs blijft de instructie taal voorlopig nog Nederlands. Er zijn daar nog steeds niet voldoende Antilliaanse leerkrachten, het les materiaal is Nederlands en de scholen leiden op voor Nederland se diploma's. De meeste radicale onderwijs- hervormers willen ook op de mid delbare scholen uiteindelijk het Papiaments invoeren als taal waar in de lessen worden gegeven. De Antilliaanse minister van onder wijs, die zelf van Sint Maarten af komstig is, kiest liever voor het En gels. "Dat kan dan de eenheidstaal worden, die de Bovenwindse en Benedenwindse Eilanden met el kaar verbindt. Het Nederlands is er niet in geslaagd om die functie van eenheidstaal te vervullen, zoals in Suriname en Indonesië wel is ge beurd. Vandaar dat Surinamers ook veel beter Nederlands spreken dan Antillianen". De Antilliaanse minister van on derwas windt er geen doekjes om, dat de eilanden toch uiteindelijk 'sooner or later' onafhankelijk moeten worden. Een standpunt dat haar collega's in de regering be paald niet in dank zullen afnemen. Badejo-Richardson is dan ook een vakminister, geen politicus. "Ne derland krijgt er op een gegeven moment genoeg van. Ik had liever gezien dat wij dat zelf zouden zeg gen. Je kunt niet afhankelijk blij ven van een vreemde mogendheid, waar je zo nu en dan tegenaan schopt, ze koloniale heerser noe men en dan niet onafhankelijk worden. Het is heel gemakkelijk om elk jaar zoveel miljoenen aan •ontwikkelingshulp te krijgen om de zaak draaiende te houden. Maar ik heb liever wat minder welvaart en meer gevoel van eigenwaarde". "Mevrouw de tafelpresident, dank u wel". De jongeman op de kathe der heeft zojuist het woord gekre gen en spreekt zijn gehoor beleefd en zakelijk toe. Hij krijgt een kort applaus. Een nieuwe spreker volgt, met andere mededelingen. Ook voor hem een kort applaus. Daarna zwelt het geroezemoes in de volle zaal weer aan. Vlotte jongens en meisjes van rond de twintig jaar lo pen snel heen en weer, maken af spraken, wisselen spullen uit, voe ren kort overleg. Hier worden za ken gedaan. De plaats van handeling is de mensa van de Hogeschool voor be- door Nel van Bemmel drijfskunde Nijenrode in Breuke- len tijdens de lunchpauze. De stu denten, voor het merendeel ge kleed in joggingpakken, sport- truien en spijkerbroeken, zijn ver plicht de lunch en het avondeten hier te gebruiken. Dat heeft het voordeel dat iedereen twee keer per dag voor iedereen bereikbaar Iedereen, dat-zijn zo'n 600 stu denten van wie ongeveer 500 de drie-jarige BBA-opleiding (Bache lor of Business Administration) tot manager volgen. De andere hon derd doen vervolg-opleidingen be drijfskunde of het programma voor buitenlandse studenten. Nijenrode is meer dan een cur sus bedrijfskunde. Nijenrode is te vens een cultuur, die der Nijenro- dianen, waarin tempo en prestatie tellen. Een student: "Er zijn hier zoveel mogelijkheden, die moet je in die drie jaar benutten. Het zou zonde zijn dat zomaar voorbij te la ten gaan". Behalve dat de student op Nijen rode studeert, woont hij er. In de studenten fiats op het parkachtige terrein achter het kasteel aan de Vecht, naar Amerikaans voorbeeld de campus genoemd. Op de cam pus vindt de persoonlijkheidsvor ming van de student plaats, daar kan hij oefenen wat hij straks op het bedrijfsleven moet toepassen. Een student: "Hier kun je nog op je bek gaan zonder dat je een baan of een order verspeelt". Toch kan een misstap op Nijen rode bepaald gevoelig aankomen. Wie zich heeft misdragen, bij voor beeld door 's nachts lawaai te ma ken, kan de volgende dag tijdens lunch of avondeten vanaf de kathe der worden aangeklaagd. Heeft de aangeklaagde geen behoorlijk ver weer, dan is collectief boegeroep van 600 studenten zijn deel. Leren heet dat op Nijenrode. De leiding van het campusleven is in handen van het vier betaalde krachten tellende campusdeca naat, met aan het hoofd campusde caan en sportleraar H. van Lien- den. Het decanaat delegeert een groot deel van de dagelijks leiding aan de studenten in de campus commissie en in het campuscom- missiebestuur. Uit ieder trappen huis, koker genoemd, zit een stu dent in deze commissie. Hij is het kokerhoofd. Hij probeert de ver trouwensman of -vrouw te zijn voor de studenten in zijn koker. Van Lienden: "De sociale controle is groot. Je kunt hier bijna niet in je kamertje verkommeren. Het is misschien raar om zo te zeggen, maar hier heeft nog nooit een stu dent zelfmoord gepleegd". Een belangrijke taak van het campuscommissiebestuur is bij voorbeeld de kamerindeling. Want vrijwel elke Nijenrode-student deelt een kamer van ongeveer 25 vierkante meter met een medestu dent. Dat is geen kwestie van ruim tegebrek, dat is een bewuste keus. Van Lienden: "Met twee op één ka mer leer je compromissen sluiten en samenwerken. Je leert dat te doen watje later ook moet kunnen: niet alleen je eigen haan victorie la ten kraaien, maar ook rekening houden met de belangen van ie mand anders". Een belangrijk onderdeel van studie en campus is de lichamelij ke opvoeding: vier uur verplicht per week, en voor veel studenten nog heel wat uurtjes in de vrije tijd. Voor het gemak loopt de Nijenro- diaan daarom meestal in sportkle- ding. Behalve natuurlijk bij gele genheden als het optreden van gastsprekers, feesten of sollicitatie gesprekken. Dan is hij om door een ringetje te halen. Ton Christiaanse: "Ze kunnen hier perfect represen tatief overkomen. Daar zijn ze meesters in". Een zwakte van de campus, er kent Van Lienden, is het beperkte contact met de buitenwereld. "Men is erg veel bezig met de eigen situatie". Maar dat gemis geldt, vindt Van Lienden, voor het hele Nederlandse onderwijs. Van Lienden, maar ook hoofd externe betrekkingen W. L. ter Heege willen graag afrekenen met het vooroordeel dat op Nijenrode alleen rijke-luiszoontjes zouden studeren, gesjeesde atheneumboys met rijke pa's en dure BMW's. Van alle Nijenrodianen is 42 pro cent volledig of gedeeltelijk beurs student. Omdat een maximum stu diebeurs ongeveer 11,5 duizend gulden per jaar bedraagt, en stude ren op Nijenrode afgezien van kle ding, reiskosten en dergelijke on geveer 14,5 duizend gulden per jaar kost, heeft Nijerode nog een eigen beurzenstelsel voor studenten met geldproblemen. En daar wordt, be nadrukt Ter Heege, veel gebruik van gemaakt. Lang niet iedere belangstellende kan op Nijenrode komen. Eerste voorwaarden zijn een vwo-diplo- ma, een leeftijd onder de 24 jaar en een ongehuwde staat. Jaarlijks melden zich 1400 kandidaten die hieraan voldoen, waarvan er 150 tot 200 worden aangenomen. Sinds Nijenrode in 1971 officieel wetenschappelijk onderwijs werd, kunnen ook meisjes terecht. Nu vormen ze ongeveer 25 procent van het totaal, en nemen ze volgens Ter Heege een volstrekt gelijke positie i met de jongens. Voorzitter van het college van bestuur ir. F. J. Schijff heeft een duidelijk beeld van wat zijn stu denten moeten leren. In de eerste plaats moeten zy kennis opdoen op het gebied van personeel en orga nisatie. marketing en financiering. Goed management vergt dat aile drie goed zijn. dus heeft Nijenrode geen keuzevakken in zijn pakket. Een ander aspect van het studie programma is de maatschappelijke vorming en het leren dragen van verantwoordelijk. Schijff: "Je kunt studenten geen geweten bijbren gen. Wel kun je ze leren met gewe tensvragen op een fatsoenlijke ma nier om te gaan. De jongens en meisjes hier zullen nogal eens in een ethisch spanningsveld terecht komen. Bij voorbeeld als zij hande len met Zuidamerikaanse of Aziati sche landen. Dan moeten ze leren omgaan met situaties waarin wij al gauw van steekpennigen zouden spreken. Ze moeten weten wat wel en wat niet oirbaar is in andere cul turen. Prof. dr. H. J. L. van Luijk, do cent bedrijfsethiek (leer van goed en kwaad) op Nijenrode, probeert de studenten die vaardigheden bij te brengen. Daarvoor begint hij met i dige voorbeelden: een manager heeft door zijn werk te weinig tijd voor zijn gezin. Op advies van zijn collega neemt hij een deel van het overwerk mee naar huis waarvoor hij de uren declareert. Zo kan hij toch met zijn kinderen omgaan. Bovendien gaat zijn vrouw hem met zijn werk helpen, zodat hij een klus van vier uur in twee uur voor elkaar krijgt Zijn vrouw sugge reert ook haar uren te declareren. Ethische vraag: mag de manager de uren van zijn vrouw declareren als uren van zichzelf? Voor nadenken en diepgang laat de prestatiegerichte sfeer van 'doe- ners' op Nijenrode niet al te veel ruimte. "De studenten zijn zó druk zich te definiëren, dat je nauwe lijks aandacht voor verbanden moet verwachten", meent Van Luijk. "Er wordt wel nagedacht, maar heel snel". Ook sociaal gevoel is bij de stu denten op Nijenrode niet bijzonder sterk ontwikkeld. Op de campus overheerst de vanzelfsprekend heid "Wij gaan het maken"; het is een gemeenschap van sterke men sen. Van Luijk: "Ik probeer daar iets aan te doen door ze de andere kant van de medaille te laten zien. Ik vraag bij voorbeeld, hoeveel echte minima zijn er in Nederland? Dan krijg ik antwoorden tussen de 50.000 en 100.000. Als ik ze vertel dat het er rond 700.000 zijn, is dat iets heel nieuws voor ze".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21