Op de mestvaalt van een metropool In Cairo's armste wijk wonen 95.000 mensen op één vierkante kilometer ZATERDAG 26 APRIL 1986 EXTRA PAGINA 33 De bevolking van Egypte groeit schrikbarend. Waren er ten tijde van Nasser nog maar 18 miljoen inwoners, thans zijn dat er ruim 50 miljoen. Hetgeen overweldigende gevolgen heeft voor een land dat voor 90 procent uit onbewoonbare woestijngrond bestaat. Geboortenbeperking lijkt misschien een oplossing, maar Egypte is nu eenmaal geen China of India. Een bericht uit de armste wijk van Cairo. door Taco Slagter Cairo's armenwijk Bulag Al Bak tout oogt als één grote mestvaalt. Huisvuil wordt niet opgehaald, waardoor de laatste meters leefruimte verdwijnen. (foto's GPD» Inwoners van Cairo noemen het 'de Volksrepubliek China'. In de ar menwijk Bulag al Bakrour van de Egyptische hoofdstad wonen naar schatting 95.000 mensen op één vierkante kilometer. Je kunt er bij na letterlijk over de hoofden lopen. Of over de talrijke al tot compost vergane mestvaalten die de onge plaveide straatjes markeren. Want het huisvuil wordt hier, evenals in de andere woonoorden van de pau pers in Cairo, niet opgehaald. En zo verdwijnen de laatste meters 'leef ruimte' in deze volkswijk onder het afgedankte plastic, papier, rottende etensresten, colablikjes en ander af val. Een bezoek aan Bulag al Bakrour was aangeraden om te ervaren hoe Egypte worstelt met het vraagstuk van de over bevolking. Kregen China en India mede bekendheid door de explosieve bevol kingsgroei in de jaren zestig en zeventig, ook zonder in de schijnwerpers van de wereld te staan groeide in Egypte het mensdom gestaag. Op dit moment zijn er ruim vijftig miljoen Egyptenaren. En daar komen volgens de statistieken elke negen maanden een miljoen zielen bij. Niet alleen het geboortencijfer ligt zorg wekkend hoog, er gaan ook steeds min der mensen dood. Waren er onder de revolutionaire pre sident Gamal Abdel Nasser nog maar 18 miljoen bewoners van dit aan historie en cultuur zo rijke land, ten tijde van An war al Sadat in de jaren zeventig was dat aantal al meer dan verdubbeld. Toen de ze legendarische president werd ver moord (1981) stond de schaal op 45 mil joen. Groeit de bevolking met het huidige gemiddelde van 2,7 pet per jaar door, dan wonen er in de Nijldeita en langs de smalle vruchtbare strook aan weerszij den van de rivier negentig procent van het land bestaat uit onbewoonbare woestijngrond tegen het jaar 2000 meer dan zeventig miljoen mensen. Van wie zestig procent jonger zal zijn dan 25 jaar. En die moeten zich allemaal een dak boven het hoofd verschaffen, te eten hebben, onderwijs krijgen en aan werk worden geholpen. Is de regering-Moeba rak onder het slechte gesternte van gi gantische sociale, economische en poli tieke problemen daartoe in staat? En hoe is de grootte van het Egyptische ge zin tot aanvaardbare proporties terug te brengen? Chaos Je hoeft geen expert te zijn om al van uit het raam van een hotelkamer in Cairo de aan overbevolking verbonden proble men in één oogopslag vast te stellen. In de kluwen verkeer van en naar de bin nenstad, op de talrijke bruggen over de Nijl en op de als flessehalzen fungerende toegangswegen naar de buitenwijken zit maar op enkele uren van de dag echt be weging. Een zich per taxi verplaatsende handelsreiziger mag blij zijn als hij één afspraak per dag kan afwerken. Cairo is met twaalf miljoen inwoners op tweehonderd vierkante kilometer een gezellige chaos. Onafzienbare mas sa's mensen verplaatsen zich zonder de indruk te wekken een doel voor ogen te hebben. Van de in gammele bussen en trams samengeperste en op treeplanken als koorddansers balancerende passa giers vraag je je af of ze de eindbestem ming ooit halen. In deze grootste stad van het Midden-Oosten en het Afrikaan se continent woont 25 procent van de to tale bevolking. Per jaar nog eens aange vuld met enkele honderddduizenden naar werk en vertier zoekende Egypte naren uit steden langs het Suezkanaal en van het platteland. Het geboorte-over schot daarbij opgeteld voegen zich elk jaar zo'n driehonderdduizend gelukzoe kers (een groei van maar liefst acht pro cent) bij het gekrioel in deze stad. Met zoveel mensen op een kluitje is het niet verwonderlijk dat er ,om te be ginnen, een chronisch tekort is aan be hoorlijke huizen. Met dit vraagstuk kam pen vrijwel alle ontwikkelingslanden, maar in Egypte, met een levensstand- daard waarbij geen honger wordt gele den, klemt de huisvestingsproblematiek des te meer. Met name in de hoofdstad. Wie niet de mazzel heeft over de 'rijk dom' van een uit steen opgetrokken huisje of bovenwoning te beschikken, al dan niet verkrot, is aangewezen op uit klei en huisvuil vervaardigde hutten of vertoeft in een tombe op een van de christelijke begraafplaatsen aan de rand van Cairo. Griezelfilm Op weg per taxi naar het met China vergeleken Bulag al Bakrour grapt de chauffeur onophoudelijk. De uitzichtlo ze file deert hem ogenschijnlijk niet. Zo zijn Egyptenaren. Menselijke warmte en gastvrijheid winnen het nog altijd van de apathie voor de problematiek. „Om te overleven moet je hier blijven lachen", zegt de taxibestuurder grinnikend, ter wijl hij aan de vier passagiers in zijn wa gen een sigaret aanbiedt. Blijkbaar aan gestoken door de in de oriëntaalse tradi tie verankerde vrijgevigheid van de taxi chauffeur deelt een man op de achter bank met ons het in een krant verpakte droge brood en twee mandarijnen. Nog voordat het doel is bereikt sta je oog in oogrmet een ander sociaal gevolg van de overbevolking. Het ontbreekt Egypte aan financiële middelen om door middel van sociale voorzieningen voor zieken, bejaarden en gehandicapten te zorgen. Het dagelijks brood zal zelf moe ten worden verdiend. Ook als dat men selijkerwijs niet mogelijk is. Het lijkt een scène uit een griezelfilm. Een bezwete man zonder armen en met slechts één been hinkt op de Oktober- brug langs de stilstaande auto's om een aalmoes. Het in de taxi verzamelde geld moet de chauffeur zelf in het smalle zak je op de smerige kalabiya (arabisch tra ditioneel gewaad) proppen. Deze voor Egyptische normen gulle gave kan nau welijks je gevoel van afschuw onder drukken. Je hoopt dat de schenking voor de zwaar invalide voldoende is om voor de rest van de dag van deze men sonterende arbeid uit te rusten. Sleutelgeld Verminkt is ook de wijk Bulag al Ba krour die van de riante hoogbouw wordt gescheiden door een spoorlijn. Op de overweg staat een kolentrein, hetgeen niemand verhindert zijn weg voort te zetten. Want goederentreinen staan op deze doorgang soms een week. Kinde ren en vrouwen kruipen via de stoot- blokken van de wagons naar de andere kant; mannen klimmen over de met ko lengruis bedekte treinstellen heen. Langs de spoordijk is de treurigheid het grootst. Hier wonen dertig tot veer tig gezinnen in hutten waarvan de bo venkant is afgedicht met droge palmtak ken en mest. Er zijn geen sanitaire voor zieningen; stromend water en elektrici teit ontbreken er eveneens. Het is blijk baar wasdag. Je verbaast je over de be trekkelijk schone was die tussen de krotten hangt. Vrouwen, het talrijke kroost en geiten lopen de hutten in en uit. Doordat het de dag ervoor heeft ge regend is het hobbelige pad langs de hutten, zoals overal in Cairo, veranderd in een modderpoel. De kinderschare vermaakt zich ermee. Huren voor de gelegaliseerde wonin gen in deze wijk liggen relatief hoog. Een tweekamer-appartement kost vijftig gulden per maand. Het gemiddelde jaar inkomen voor de Egyptenaar ligt rond de 1800 gulden. Hoewel de staat de hu ren vaststelt, ontduiken de huiseigena ren uit de welgestelde wijken Ma'adi. Heliapolis en Garden City, met naar schatting 250.000 miljonairs, deze rege ling langs een andere.weg. Je kunt in het algemeen pas een woning betrekken als het sleutelgeld, variërend tussen de drie- en zesduizend gulden, al dan niet in ter mijnen, aan de huisjesmelkers is vol daan. En voor deze nauwelijks op te brengen som geld stroomt de kraan maar twee keer per dag. Het verouderde afwateringssysteem vorint een dagelijkse kwelling voor de bewoners van de propvolle volksbuur ten. Door overbelasting kan het buizen net de hoeveelheid rioolwater niet ver werken. Verstoppingen of overstromin gen zijn het gevolg. Per dag produceert de bevolking van Cairo 11,3 miljoen liter afvalwater, terwijl het systeem slechts 7,5 miljoen liter kan verwerken. Voedsel Dat de riolering onder hoge druk staat bewijst het pikzwarte, als open riool in eebruik zijnde kanaal tussen de spoor lijn en de hoofdstraat van Bulag al Ba krour, dat kolkt als een gletsjerrivier in het voorjaar. Aan de overzijde van dit stinkende water staan nog eenvoudiger hutten. Opgebouwd uit takken en huis vuil. De bewoners hebben uitzicht op de mestvaalten aan de straatzijde van het kanaal. Op de al verteerde mest zitten mannen die koolsoorten te koop aanbie den. Kinderen zoeken tussen de verse plekken van deze vuilnisbelten of er nog iets bruikbaars tussen zit. Is de behuizing al schaars en over het algemeen slecht, met de voedselvoorzie ning dreigt het dezelfde kant uit te gaan. In 1970 was Egypte nog een netto-expor teur van landbouwprodukten, nu wordt bijna tachtig procent van de behoefte aan tarwe en meel (ruim zes miljoen ton) geimporteerd. Mede door de bevolkings explosie heeft de jaarlijkse toename van de agrarische produktie (2 procent) geen gelijke tred kunnen houden met de con sumptie (5 procent). Bovendien eet de gemiddelde Egypte naar meer dan iedere andere bewoner van de planeet aarde. Het land heeft rela tief het hoogste verbruik van tarwepro- dukten ter wereld: 170 kilo per persoon per jaar. Hoewel het 'slechts' één pro cent van de wereldbevolking herbergt, importeert het zeseneenhalf procent van de wereldproduktie aan graansoorten. Die gigantische aankoop van tarwe en meel kost het land per jaar drieëneen half miljard gulden aan buitenlandse va luta, die vanwege de slechte economi sche situatie node kunnen worden ge mist. De betalingsbalans van Egypte ziet er somber uit. Alleen al het handelstekort bedraagt 27 miljard gulden. Door de sterk teruglopende inkomsten aan de viezen uit de opbrengsten van olie, toe risme, het Suezkanaal en in de Golfsta ten werkende Egyptenaren, naderen de reserves van het land de rode streep. Verder heeft het land een extreem hoge buitenlandse schuldenlast van maar liefst tachtig miljard gulden. Zonder de jaarlijkse Amerikaanse steun van bijna zeven miljard gulden zou het nu al on mogelijk zijn vijftig miljoen monden da gelijks met ten minste brood te vullen. Het behoeft geen betoog dat de Egyp tische regering bij de bovengenoemde cijfers en met een begrotingstekort van 5,5 miljard gulden op het ogenblik niet hoeft de prakkizeren over de oplossing van de woningnood. Laat staan één pias ter beschikbaar te hebben voor verbete ring van de overbevolkte achterbuurten. Weliswaar zijn er gelden uit de al fors overschreden begroting voor nieuw bouw in de buitenwijken van Cairo vrij gemaakt, het aantal is echter een drup pel op een gloeiende plaat. Tegen een dergelijke excessieve toename van de bevolking valt niet te bouwen. De eerste zorg voor het regime van Moebarak is dan ook de voedselvoorzie ning. Met de wetenschap dat de dure im port van granen op den duur niet meer valt te financieren, is de aandacht pri mair gericht op een hogere opbrengst van de landbouwproduktie in eigen land. Maar daaraan zijn legio problemen verbonden die niet op de korte termijn in de juiste richting zijn om te buigen. Hoofdoorzaken in de stagnatie van de agrarische produktiviteit zijn de prijspo litiek van de regering en de zware subsi dies (5,5 miljard gulden per paar) op le vensmiddelen. Boeren voelen er weinig voor granen tegen vooraf bepaalde hoe veelheden en lage prijzen te leveren. Zij verbouwen liever rijst, groente of fruit waarmee ze op de vrije markt veel meer verdienen. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat het subsidiesysteem ave rechtse effecten geeft op de eigen voed- selproduktie en vanwege de goedkoopte van de levensmiddelen een broodje kost vier cent de consumptie oneven redig heeft vergroot Daarin iets veran deren durft geen enkele regering in de arabische wereld. 'Broodoproeren' zijn berucht in het Midden-Oosten. Geboortenbeperking Resteert de geboortenbeperking. Daarvan kun je bij wijze van spreken al over negen maanden de concrete resul taten zien. Dat is echter niet zo eenvou dig in een hoofdzakelijk islamitisch land. Bovendien ligt in arabische landen het principe van een groot gezin in de cultuur ingebakken. Volgens de koran mag je eenvoudig niet ophouden met verwekken. Wel is het toegestaan de volgende geboorte even uit te stellen, maar nimmer mag worden bepaald dat het tiende kind de laatste is. Vanwege de zich steeds meer roerende fundamentalistische oppositié in Egypte verdwenen onlangs niet on- aardigde voorlichtingsfilmpjes van het tv-scherm. Daarbij komt nog dat de meeste mannen in het Midden-Oosten willen tonen tot de geslachtsdaad met zichtbaar resultaat in staat te zijn. Ver der betekent kinderrijkdom voor ouders in ontwikkelingslanden en in de Derde Wereld meer arbeidskrachten die het in komen kunnen vergroten en een levens verzekering voor de oudedag. In Egypte is familieplanning geen fe nomeen. Methoden zoals die in China en India effect hebben gesorteerd, zijn ech ter niet uitvoerbaar. Het is ondenkbaar dat een moslim zich voor een transistor- radiootje laat steriliseren of zich op straf fe van sociale en economische sancties laat dwingen slechts één kind te nemeiï. In Egypte is het langs de weg van de voorlichting geprobeerd. Maar de gelei de campagne van de afgelopen jaren die het gebruik van voorbehoedsmiddelen moest stimuleren is hopeloos mislukt Dat kan niet verbazen in een land waarvan slechts tien miljoen van de vyf- tig miljoen inwoners kunnen lezen en schrijven. Met name analfabete vrouwen blijken moeilijk voor geboortenperking te motiveren. Velen van hen begrijpen het gewoon niet. Voor de kinderen zijn er al te weinig leerkrachten en lesloka len, laat staan dat vrouwen primair on~ derwijs kunnen genieten om daarmee^ een begin te maken met het voor de op lossing van dit probleem onontbeerlijke emancipatieproces. Bezemsteel President Hosni Moebarak heeft zich zelf onlangs (voor het eerst) aan het. hoofd gesteld van een nieuwe staats commissie die de overbevolking te lijf moet gaan. Het project is in handen ge geven van de gynaecoloog prof. Maher Mahran, tevens lijfarts van de vrouw varr de president. In tegenstelling tot zijn voorganger heeft de hoogleraar vanwege de privérelatie met de presidentiële fa milie rechtstreeks toegang tot het staats-: hoofd en kan hij op die manier de wur-.' gende bureacratie bij de uitvoering van' zijn plannen omzeilen. Die komen er op neer dat in de grote steden en op het platteland op grote schaal distributieplaatsen komen van voorbehoedsmiddelen. Voorlichting en begeleiding blijven bestaan, maar de na druk zal liggen op het stimuleren tot het gebruik van condooms, spiraaltjes en de pil. 'Geen woorden maar daden', zo luidt- de slogan. Of die aanpak het aantal geboorten zal terugdringen is nog maar de vraag. Zijn bijvoorbeeld condooms in westerse lan den een ingeburgerd gebruiksartikel dat je op het boodschappenlijstje zet, in Egypte is het voor velen een wezens vreemd attribuut Een sociaal werker in Cairo vertelt een anekdote die het pro bleem pijnlijk illusteert. Aan een boer in een dorpje langs de Nijl was het condoom gedemonstreerd. Om de techniek van het aanbrengen dui delijk te maken had de voorlichter het voorbehoedsmiddel over een bezem steel gestroopt. Na een paar maanden kwam hij poolshoogte nemen. Maar dè vrouw van de landbouwer was weer zwanger. Op de vraag aan de boer of hjj condooms had gebruikt, nam hij de voorlichter vertwijfeld mee naar buiten. Op de bezemsteel pronkte, het door de zon verschrompelde en ongebruikte voorbehoedsmiddel. Als ware het een obelisk. Voorziening En dan ten slotte Amar, 26 jaar. Sa men met zyn vrouw en vier kinderen woont hij in de vertrekken van een graf kapel in El Basetyn, een van de even eens druk bevolkte christelijke begraaf plaatsen rond Cairo. Het vijfde kind is op komst. Deze van peuters wemelende 'dodensteden' zijn verstoken van alle nutsvoorzieningen. Van voorbehoeds middelen heeft Amar nog nooit gehoord. Op de vraag of hü voor het steeds uitdij ende gezin kan blijven zorgen, zegt hij: Rabbina Kariem, onze Heer is voor zienig. Hij lacht En dat is maar goed ook.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 33