Gejaagd door de klok
Buschauffeurs meer en meer opgetast met stress en irritaties
ZATERDAG 26 APRIL 1986
EXTRA
PAGINA 29
Bussen in de Leidse binnenstad: Deur openvlug stempelen en snel weer doorrijden. Zo gejaagd zijn ze".
door Gerard van Putten
Gedegen onderzoek heeft ruimschoots
aangetoond dat buschauffeurs bloot staan aan
een abnormaal hoog gezondheidsrisico. Stress,
rugklachten en irritaties in het verkeer zijn de
grootste boosdoeners in de Leidse regio. Die
zorgen voor een ziektecijfer van 12 procent, en
dat is aanzienlijk hoger dan het landelijk
gemiddelde. Gerard van Putten nam een dagje
plaats naast de bestuurder en tekende tal van
frustraties op. "Je rijdt als het ware achter de
dienstregeling aan".
Jan Tankink uit Koudekerk: "Je redt het niet om precies op tijd te
rijden". (foto Holvast)
Puttend uit een kwart eeuw erva
ring achter het stuur, kan Jan Tan
kink ervan getuigen hoezeer de
werkdruk op de doorsnee buschauf
feur door de jaren heen is toegeno
men. „Dat is bijna onvoorstelbaar",
zegt de Koudekerker.
Als vaste man op lijn 41 (een 'jaaglijn',
zeggen zijn collega's) die hem bijna da
gelijks zeker vijf keer op en neer voert
van de Leidse Aaltje Noorderwierlaan
naar de Katwijkse boulevard, zag hij als
vanzelfsprekend niet alleen het ver
keersaanbod op den duur sterk geïnten
siveerd, maar als gevolg daarvan ook de
trajecten meer en meer belemmerd met
knelpunten of hindernissen als dubbel-
geparkeerde auto's, lossende bestelwa
gens en trucs, stoplichten en wat dies
meer zij.
Verkeerslichten
„Toen ik in 1961 bij de NZH kwam,
stond er op het Rapenburg alleen in het
spitsuur een agent met zo'n uitklapbaar
stopbord. Dat was alles. Nu zijn èr op de
route van lijn 50, de bus die tussen Lei
den en Haarlem rijdt, in drie jaar tijd 18
verkeerslichten bij gekomen. De dienst
regeling is natuurlijk wel aangepast aan
die veranderde omstandigheden, maar
toch. Vaak redden de jongens die op die
lijn zitten het niet om precies op tijd te
rijden. Ook al rijden ze op de grote weg
tachtig tot negentig in het uur. Ik heb
een mooi voorbeeld bij de hand om aan
te geven hoe moeilijk het is om op die
lijn op tijd te rijden. Een tijdje terug heb
ben ze eens een jongen op 50 gezet, die
reed normaal altijd stadsdienst. Hij reed
precies zoals in het boekje staat: deurtje
open, passagiers rustig laten in- en uit
stappen, deurtje dicht en rijden maar
weer. Hij kwam een half uur te laat".
Tankink wil er maar mee zeggen dat
dienstregelingen zich aan de hand van
rijtijdmetingen netjes laten vaststellen,
maar dat die door de praktijk nogal eens
worden achterhaald. „Elke minuut
wordt benut, vandaag de dag. In de roos
ters wordt driftig geknepen en dat ge
beurt niet alleen bij de NZH, dat is bij
elke busonderneming zo. En dan hangt
het er maar van af op welk tijdstip van
de dag die rijtijdmetingen worden ver
richt. Nu is bijvoorbeeld vastgesteld dat
je 's morgens tussen zeven en acht met
een lege bus in 14,8 minuten van de gara
ge naar Katwijk kunt rijden. Ik heb ge
noeg ervaring om te zeggen dat dat niet
kan. Wel 's morgens rond een uur of tien,
maar niet in de spits. Dan heb je voor dat
traject minstens twintig minuten nodig.
Temeer omdat je met een lege bus geen
gebruik mag maken van de busbanen en
als gevolg daarvan ook het Vetag-appa-
raat niet in werking kan stellen. Met dat
apparaat kun je de verkeerslichten beïn
vloeden, maar dat kan alleen als je over
de busbaan rijdt".
Klok kijken
„Vroeger werd er niet gekeken op een
kwartiertje rust na een rit", verraadt de
stem van de 52-jarige Tankink enige
weemoed. „Nu kun je je het bijna niet
meer veroorloven om even af te stappen.
Op deze lijn heb ik nu de ene keer zeven
minuten rust en de andere keer vijf. Als
ik nu een paar minuten vertraging op
loop, ben ik wel genoodzaakt vrijwel
meteen aan m'n volgende te beginnen.
Zeker op zaterdag na een uur of elf haal
ik anders die achterstand nooit meer in.
En wat krijg je als je niet op tijd rijdt?
Dat jij eigenlijk de passagiers van je
achteropkomende collega oppikt, zodat
jouw bus vol zit en hij met een bijna lege
fluitend z'n rit kan rijden".
Wie de hedendaagse buschauffeur ob
serveert, ziet eigenlijk een vleesgewor
den drieëenheid van bestuurder, kassier
en vraagbaak aan het werk. „En", is de
toevoeging van Tankink, „tussen de be
drijven door zit je dan nog voortdurend
op je klok te kijken. Dat gaat automa
tisch, tijdens de hele dienst die je draait.
Wij chauffeurs denken niet in uren, wij
denken uitsluitend in minuten. Zo van:
ben je negentien over daar en daar, dan
zitje goed, kom je daar om drieëntwintig
over, dan rij je als het ware achter de
dienstregeling aan".
Hij gewaagt van een jachtig bestaan,
dat honderd procent conditie vereist. De
hele dag, is zijn uitleg, moet een chauf
feur z'n ogen de kost geven; op de weg
kijken, op de centen letten. Een door
hoofdpijn geplaagde kantoorklerk zal,
zij het in aangepast werktempo, z'n ar
beid nog wel kunnen volbrengen. Maar
een buschauffeur, zegt Tankink, wordt
door een dergelijk ongemak juist ernstig
belemmerd in de uitoefening van zijn
werkzaamheden.
Roofbouw
Hij pleegt zichzelf privé strakke leef-
normen op te leggen om uitgerust te
kunnen beginnen aan zijn dagtaak.
Heeft Tankink vroege dienst, dan zal hij
doordeweeks geen verjaardagspartijtjes
bezoeken. Een late film op de tv mag
i
1 Ps®
■i '1
h
i Lm V
nog zo boeiend van inhoud zijn, hij zal
hem ongezien laten teneinde te voorko
men dat-ie luttele uren naderhand met
katterige ogen naar de volgende halte
moet turen.
„Deed ik dat niet, dan zou ik op de lan
ge duur roofbouw op m'n lichaam ple
gen. Destijds heb ik gekozen voor dit
vak, dat nou eenmaal onregelmatige
diensten met zich meebrengt. Van tevo
ren wist ik dus dat er wel eens een film
bij in zou schieten of een voetbalwed
strijd op de tv, dat ik op een eerste kerst
dag wel eens zou moeten werken. De
chauffeurs die daarover zeuren, die zeg
gen dat een baan van negen tot vijf mis
schien meer salaris oplevert, die begrijp
ik nooit helemaal. Ook zij hadden, toen
ze voor dit vak kozen, toch kunnen we
ten dat door die wisseldiensten bepaalde
dingen er by in zouden schieten".
Spreekt hier de modelchauffeur? Tan
kink zal de laatste zijn om zich op die
titel te laten voorstaan. Als al zijn colle
ga's heeft hij zo zijn ergernissey of zoals
hij het zelf uitdrukt: z'n prikkels. Tel
kens weer zit hij zich lichtelijk te verbij
ten als die ene personenauto weer de he
le dag met knipperende lichten en open
staande kofferruimte langs de stoep van
de Breestraat staat geparkeerd, als stille
getuige van een eigenaar die kennelijk
maling heeft aan welk parkeer- of stop-
verbod dan ook. Ook hem bekruipt zoals
de meeste van z'n collega's een gevoel
van irritatie als in diezelfde Breestraat
pa op zaterdagmiddag in de auto rustig
zit te wachten op winkelende ma, aldus
de weg versmalt omdat aan de overkant
van de straat een andere automobilist
precies hetzelfde doet.
Oponthoud
Voor hem betekent dat nodeloos op
onthoud op rijn route, zoals ook diverse
passagiers zich geregeld opwerpen als
vertragende elementen doordat ze pas
na het instappen op het idee komen dat
ergens onderin de tas of diep in de porte
feuille nog een strippenkaart moet zit
ten.
„Het is zo gemakkelijk om die kaart of
het geld bij de halte al tevoorschijn te
halen", verzucht Talink. „Nu gebeurt
het soms dat je vijf van die klanten ach
ter elkaar binnen krijgt. En dan zal je
zien, de zesde die binnenkomt, die
netjes vraagt bij welke halte moet wor
den overgestapt en hoe laat die bus daar
aankomt, die krijgt dan naar het hoofd:
koop maar een dienstregeling. Vijf keer
heb je dan al een opmerking ingeslikt en
de zesde is daarvan dan de dupe. Dat
valt niet goed te praten natuurlijk, maar
je bent en blijft mens, je werkt toch on
der een bepaalde druk. Je moet zoveel
mogelijk op tijd rijden, vragen beant
woorden, geld teruggeven".
De kassier uithangen moet-ie meer
doen dan voorheen, nu het enkeltje weer
terug is en de stempelautomaat uit de
bus is verdwenen. Aan de ene kant heeft
deze maatregel voor de chauffeurs als
consequentie dat er meer handelingen
gepleegd moeten worden, aan de andere
kant is een bron van ergernis weggeno
men. Want tal van passagiers zagen de
stempelautomaat als een al te coulante
conducteur, die ook wel met minder dan
het geldende vervoertarief genoegen
wenste te nemen.
„Kijk, je wilt je werk goed doen", zegt
Talink. „En als je dan weet dat je bela
zert wordt, dat er grijsrijders en zwartrij
ders in de bus zitten, dan prikt dat. Ge
lukkig betaalt nu iedereen het vereiste
bedrag voor de rit, om de controle van
de chauffeur kan nu niemand meer
heen".
Frustraties
De rust in eigen persoon die hij is,
slaagt rayonchef Zweegman er geregeld
in veel van de op de weg opgedane fru
straties bij zijn chauffeurs weg te praten.
Op die momenten aarzelt hij ook niet om
zijn mensen enige wijsheden voor te
houden. Zoals bijvoorbeeld: „Als je door
wat voor oponthoud dan ook achterop
raakt, berust er dan in. Want ook die
vrachtwagenchauffeur die op de Hooi
gracht staat te lossen doet dat niet voor
zijn lol, die doet dat ook voor zyn
brood".
Zelf achter het stuur niet bepaald het
toonbeeld van een opgewonden standje,
kent Jan Tankink genoeg chauffeurs die
zich wel in meer of mindere mate laten
opfokken door hun job. En dan doelt hij
niet op de naweeën van een overschake
ling van avond- op ochtenddienst, waar
van menig ploegwerker de symptomen
herkent. Moeilijk de slaap kunnen vat
ten in de eerste dagen na de roulering,
dat is het probleem niet. „Maar ik ken
jongens, die de deur van hun bus sluiten
terwijl de laatste passagier z'n jas nog
maar nauwelijks binnenboord heeft.
Deur open, vlug stempelen en snel weer
doorrijden. Zo gejaagd zijn ze. Het heeft
allemaal te maken met iemands karak
ter, denk ik. De een reageert zus op een
bepaalde situatie, de ander zo. Ik ken ie
mand die het niet kan verkroppen als hij
op een halteplaats een automobilist riet
wachten op zyn vrouw. Die hoort daar
niet, zegt-ie dan, die gaat dus met z'n bus
pal achter die auto staan en dan blijft-ie
toeteren. Ik ga in een dergelijke situatie
naast zo'n wagen staan, laat de passa
giers rustig in- en uitstappen. Dat ik het
verkeer dan even ophoud, is waar. Maar
liever dan dat ik me steeds wezenloos
erger".
„Bij ons bedrijf', vertelt Tankink ook,
„zijn er zeker 15 jongens die niet meer de
volle acht uur kunnen draaien. Ik heb
het nu over jongens van even in de veer
tig. Ik ken er een, die voelt na vier uur
rijden «en bepaalde druk in z'n hoofd,
een andere krijgt last van geknetter in
z'n oor. Laatst is er ook nog iemand vier
maanden overspannen thuisgebleven.
Dat zegt toch wel iets over de werk
druk".
Ziektecijfer
En dan te bedenken dat de NZH met
een ziekteverzuim van twaalf procent in
vergelijking met vervoersondernemin
gen in steden als Amsterdam, Rotter
dam en Den Haag nog goed af is. Op het
Amsterdamse openbaar vervoer bijvoor
beeld drukt structureel een ziektecijfer
dat om en nabij de 25 procent schom
melt.
„In het oosten daarentegen is het ziek
teverzuim de helft minder dan bij ons",
weet Frank Tolen, beleidsmedewerker
van het NZH. Naar het waarom van dat
per regio afwijkende ziektebeeld moet
Tolen gissen, hij wijst er op dat er tot op
de dag van vandaag met betrekking tot
dat onderwerp nooit een vergelijkend
onderzoek is verricht. „Maar ik denk dat
het te maken heeft met de verkeersin
tensiteit, die in Amsterdam vanzelfspre
kend groter is dan in de streek waarin
wij rijden, zoals die in ons rayon weer
heviger is dan in het oosten van het land.
Ik zal me voorzichtig uitdrukken, maar
onder het Amsterdamse publiek leeft
ook meer agressie dan onder het publiek
dat wij in de bus krijgen. Wy hebben
veel abonnement-houders, ook voor
heen hadden wij dus minder zwartrij
ders gehad dan in het Amsterdamse".
Toch kent ook de NZH 'moeilijke' lij
nen. Lijn 40/42, die op Noord wijk aan
stuurt bijvoorbeeld. Sommige chauf
feurs voelen zich bij voorbaat al belast
als ze weten dat ze een vrijdag- of zater
dagavonddienst moeten draaien op die
lyn. Rayonchef Zweegman: „Vooral 's
zomers wil het in Noordwijk wel eens uit
de hand lopen. Het is nu eenmaal een
plaats die druk wordt bezocht door toe
risten, er is volop nachtleven. En dan wil
het soms gebeuren dat de laatste bus
volloopt met een groepje mensen dat te
diep in het glaasje heeft gekeken. De
vernielzucht slaat dan gemakkelijk toe,
in het verleden zyn er al heel wat tl-bal-
ken aan gegaan. Voor de chauffeur in
kwestie valt het niet mee om onder die
omstandigheden te werken. Maar we
zorgen er altijd voor dat er op die laatste
buslijnen ook ten minste twee contro
leurs zitten. En wordt het al te erg, dan
kan de chauffeur met zijn voet de
noodknop bedienen. Zodat de plaatselij
ke politie, waarmee we nauwe contacten
onderhouden, snel kan ingrijpen".
Geheimhouding
Maar over het algemeen loopt het wel
los met het aantal oververhitte klanten
en passagierende kroegtijgers, vinden ze
bij de NZH. Taferelen als in Amsterdam
en in Den Haag, waar in tram en bus bij
tijd en wijle met stilletto's wordt ge
zwaaid, ze staan niet opgetekend in het
schadeboek dat Zweegman beheert.
Dat neemt niet weg dat NZH-beleids-
medewerker Tolen een ziekteverzuim
van twaalf procent hoog genoeg acht om
die letterlijk te lyf te laten gaan. Sinds 10
maart onderwerpen 200 Leidse chauf
feurs zich aan een trainingsstage, die in
samenwerking met het Rug-adviescen
trum in Utrecht is opgezet. Er wordt
mee beoogd de geestelijke en lichamelij
ke weerbaarheid van de proefpersonen
te verhogen. Twee jaar lang dienen de
betrokkenen geheimhouding te betrach
ten over de aard van die trainingen. Voor
de uiteindelijke opzet om het verzuim
wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid
onder 200 getrainde buschauffeurs na
een periode van twee jaar te vergelijken
met het aantal ziektemeldingen over die
zelfde periode onder 200 ongetrainde
buschauffeurs, valt veel te zeggen. Maar
wie van 200 personen gedurende een pe
riode van twee jaar vraagt strikte ge
heimhouding te betrachten, vraagt wel
erg veel.
Dat erkent ook beleidsmedewerker
Tolen: ,Het lukt natuurlijk nooit om al
les binnenskamers te houden. Mensen
die meedoen aan de proef ontmoeten in
het kader van het vakbond so verleg
mensen die er niet aan meedoen. En zo
heb je ook nog de centrale onderne
mingsraad, waar ervaringen zich gemak
kelijk laten uitwisselen. Toch trachten
we het onderzoek zo zuiver mogelijk te
houden. Kijk, de drukte op de weg aan
pakken, dat kunnen we niet Maar zou
den we het ook laten bij de constatering
van een structureel ziekteverzuim van
twaalf procent en verder geen pogingen
in het werk stellen om dat percentage
omlaag te brengen, dan heb je bijvoor-
baat de bus al gemist".
Rayonchef Zweegman: frustraties wegpraten. (foto Holvast»
Chauffeurs in de kantine aan het Leidse station: velen kunnen de volle acht uur niet meer draaien. (foto Holvast»