Met een brandspuit de atoombom te lijf
BB blaast na tragikomisch bestaan de laatste adem uit
ZATERDAG 26 APRIL 1986
EXTRA
PAGINA 25
Krijgshaftig aandoende oefeningen in het luchtledige, hulpverlening in de Don
Quichotte-sfeer, een onhandig opgetuigd stokpaard, en wat al niet meer. Hoe serieus
de voorbereidingen op een ramp ook waren, de Bescherming Bevolking slaagde er
altijd weer in de pers te halen in komische toonzettingen. Een provinciaal
commandant verontschuldigde zich ooit als volgt: "Je traint voor een
voetbalwedstrijd die je nooit hoopt te spelen". Het is thans gebeurd met de BB.
Een - hoe kan het anders - tragikomische necrologie.
door Peter Heerkens
Een bezoek van koningin Juliana aan de BB te Leiden in de eerste jaren na de oprichting. Desondanks lukte het maar niet serieus te worden genomen.
(archieffoto»
Tekenend voor het ietwat tragi
komische bestaan van de BB: zelf
getroffen door een ramp. Ze wordt
opgeheven. Het hing in de lucht,
maar er heeft wel meer in de lucht
gehangen waarop de Bescherming
Bevolking geen greep kreeg. In juli
1952 opgezet met een kader van ge
pensioneerde beroepsofficieren, ge
steund door een peloton oud-Neder-
land-Indië-strijders, groeide Neer-
lands hoop in bange tijden uit tot
een soort 'Dad's Army'.
Ooit sterk gemotiveerde blokhoofden
verlosten zich van de talloze schimp
scheuten door het blauwe embleem van
hun voorgevel te schroeven. Journalis
ten vuurden in de 36 jaar waarin de BB
zich belangrijk probeerde te maken, ge
nadeloos voltreffers af op het imago van
de organisatie. Op 19 maart 1972 schreef
bijvoorbeeld Martin van Amerongen in
Vrij Nederland over de BB: „Een onhan
dig opgetuigd stokpaard, bereden door
voornamelijk ongeremd in de staatskas
graaiende ambtenaren en afgedankte
militairen".
Elseviers Magazine vroeg zich in 1980
af: „Hoe komt het toch dat er sinds jaar
en dag alleen maar in de giechelsfeer
over de BB wordt gepraat en geschre
ven? Waarom nemen we die mannen in
grijze overalls en die platte, van de En
gelsen overgenomen helmen niet ern
stig? Zou het iets te maken hebben met
het simulatie-effect: druk doende man
netjes, die met kilotonnen en megaton-
nen strooien alsof het om pepernoten
gaat, die fall-out (radio-actieve neerslag)
op de helft van Nederland laten neer-
dwarrelen alsof ze voor moeder-de-vrouw
even de stofzuigerzak uitkloppen, die
doden opruimen als waren het restant-
partijen in de uitverkoop? Zit het daar-
De BB werd voor de bevolking een
'club van merkwaardig uitgedoste lieden
die op een lachwekkende manier inge
wikkeld wachtten op wat in de verste
verten niet te zien was en die oefenden
met slachtoffers vol ketchup. Hoe se
rieus die voorbereidingen op een ramp
ook waren, de BB slaagde er altijd in de
pers te halen in komische toonzettingen.
'Koud hè
Citaat uit een verslag van de oefening
Plaspoelpolder (25 maart 1^3): „...Later
treffen we de man aan in een van de ge
wondenzalen van het BB-hoofdkwartier
Overvoorde. Nog steeds vastgesnoerd
ligt hij naast enkele collega's die ook al
voor 50 gulden per dag half dood zijn ge
gaan. „Koud daar hè, op het dak. Duur
de het bij jou ook zo lang voor ze kwa
men?".
En zo ging dat maar door. „De gene
raal voert de colonne als een waar veld
heer aan. Gezeten in een personenauto
snelt hij vooruit. De in burger geklede
baas van de plaatselijke BB zit in een
van de bussen met genodigden. Hij
stoeit onophoudelijk met een slecht
functionerende microfoon waarmee hij
de belangstellenden over de oëfening
wil inlichten".
En zo ging dat maar door. „Volgens in
structies geschminkt, lag het slachtoffer
van een denkbeeldige brisant-granaat
urenlang op een tochtige afbraakzolder
bij de Hoogeveensche Vaart. Zodra de
EHBO hem had opgespoord, werd de
jongeman op commando van een korta
demig blokhoofd overeind gesjord, het
geen bij een schedelbasisfractuur min
der handig is".
Anekdotes vlogen rond als grappen
uit een goed cabaretprogramma. Zoals
die van een oefening in het Brabantse
Best. Daar gaat-ie. Wagen vol gesch
minkte slachtoffers giert de brandweer
kazerne uit en ramt een Fiatje. Bestuur
ster stapt geschrokken op het BB-voer-
tuig af en roept na een blik door de ra-
men vol ontzetting: „Zo erg was het tóch
niet.....".
En zo ging dat maar door. „BB: de
kostbaarste operette-vereniging te lan
de". „BB speelt rampje". „550 BB-artsen
zoek".
Wat zullen ze bij de BB onlangs geno
ten hebben van het verslag over de eer
ste oefening van de nieuwe organisatie
die voor haar in de plaats komt en waar
voor nog geen naam bedacht is. Met de
regionale brandweer als spil, wordt die
groepering gevormd door Rode Kruis,
Korps Militaire Colonnes en de Basis
Gezondheidsdienst.
Mooi weer
Dat team rukte op 19 september j.l.uit
in Maastricht. „Om de commandolijnen
op elkaar af te stemmen". Het leek de
BB wel. Een ochtendkrant schreef over
deze 'Oefening Bradrie': „In het struik
gewas aan de voet van de spoordijk lig
gen nog twee slachtoffers. Ze verkeren
niet in levensgevaar, maar ze hebben
hulp nodig. Ondanks hun gekerm en ge
roep zijn ze door de redders nog niet ont
dekt. Ze zagen al wel een burgemeester,
maar die heeft hen alleen maar vriende
lijk toegeknikt. Gelukkig is het mooi
weer. De twee onontdekte slachtoffers
in het struikgewas zijn uit verveling
maar een praatje begonnen met wat
journalisten. „We liggen hier verdorie al
vanaf half zeven. Kunnen jullie het
NOS-Journaal niet eens langsturen?".
En net als bij de BB, bleek voor de opge
trommelde autoriteiten gezelligheid
troef. „Veel notabelen om te komen kij
ken. Naar Maastrichts gebruik wordt dat
gezelschap eerst getrakteerd op een
drankje en een koud buffet, maar nau
welijks is dat verorberd of de ellende
breekt los".
Weer om te lachen dus, maar voor de
op bescherming rekenende bevolking
ook om diep over na te denken. Na 36
jaar BB en een met die organisatie ge
moeide overheidsuitgave van rond vijf
miljard gulden, zit de hulpverlening bij
rampen nog steeds in de Don Quichotte-
sfeer. Erger nog: bij de oefening Bradrie
bleken de medische specialisten (de zo
geheten „trauma-teams") niet in het
draaiboek voor te komen. Maar tja, in de
Contourennota Rampenbestrijding van
het ministerie van binnenlandse zaken
gaan dan ook maar drie van de ongeveer
zestig pagina's over het medische as
pect.
'Bradrie' vestigde ook nog eens de
aandacht op het functioneren van het
KMC, het Korps Militaire Colonnes dat
ressorteert onder de landmacht. In de
oude structuur was het KMC de rugge
steun van de Bescherming Bevolking,
die nooit heeft kunnen voorkomen dat
alle door deze groepering opgeroepen
tragikomische beelden op het lachwek
kende conto van de BB werden geschre
ven.
Verouderd
Toen minister Wiegel in 1980 de al lang
levende gedachte om de BB op te heffen
ging concretiseren, kwam dat mede
door het krakkemikkige materieel waar
van de noodzakelijke vervanging teveel
geld ging kosten. In 1971 was de zaak al
vernietigend geïnventariseerd door een
werkgroep- van de 'Verdedigingsraad'
die de uitrusting van de tot de BB beho
rende noodwachtplichtigen als sterk
verouderd aanmerkte en het materieel
meer geschikt achtte voor het museum
dan voor een rampgebied. Een niet on
belangrijk gedeelte daarvan viel onder
het KMC, maar wat was leuker en ge
makkelijker dan met die treurigheid het
clowneske imago van de BB weer eens
kleur te geven.
Bijvoorbeeld: „Wie door de bril van
een karikaturist naar ze kijkt, ziet arme
sukkels die met middeleeuwse brand
spuiten een atoomoorlog denken te be
strijden".
Bijvoorbeeld: „De BB. Het beeld van
brave borsten die met gebruikmaking
van de meest primitieve gereedschap
pen zoals pikhouwelen, handbediende
vijzels, ladders en touwen het Neder
landse volk in groten getale zou redden,
kan met inschakeling van het beste pu-
blic-relationsbureau niet meer worden
verkocht".
Nu het voor de BB te laat is, komt het
functioneren van het KMC schrijnend
aan de oppervlakte. Als betrokkene bij
de oefening Bradrie van de organisatie-
nieuwe-stijl, kreeg het KMC er flink van
langs in het artsenblad Medisch Contact.
Twee chirurgen die de actie in Maas
tricht als gast volgden, schreven: „De
gewondenverzamelplaats van het Korps
Mobiele Colonnes tartte elke beschrij
ving. De uitrusting van deze eenheid
Mobiele Colonnes moet zijn samenge
steld vlak voor of vlak na de Eerste We
reldoorlog".
Kritiek, die het imago van de BB niet
meer kan redden. Evenmin als de niet
mis te verstane kanttekeningen bij het
optreden van een andere groepering
waarmee de BB optrok: het Rode Kruis.
Daarover zei een van de auteurs van het
artikel in Medisch Contact, dr. C. van
dén Hoogenband, in een interview met
een weekblad: "Er wordt hi mijn ogen
een onwerkelijk beroep op het Rode
Kruis gedaan. Als er eens echt iets ge
beurt, gaan ze vreselijk op hun bek".
Overal te laat
Daarmee kan de BB zich in haar ge
voel van onbehagen over miskenning
(en dat is te groot) troosten, maar het tra
gikomische beeld is niet meer weg te
wissen. Het beeld van Donald Duck als
brandweerman: gewapend met natte
dweil en overal te laat. Toen de waters
noodramp in Zeeland zich al omvangrijk
had afgetekend en hulpverlenende orga
nisaties zich verdrongen in het geteister
de gebied, zochten de BB'ers nog naar
uitrusting en handleidingen. Dat was
een misser (zes maandemna oprichting)
die niet kon worden goedgepraat met
het gegeven dat in de wettekst van de
Bescherming Bevolking geen regel te
vinden is over hulpverlening bij waters
nood en andere natuurrampen.
In zijn boek 'Rampen, rellen en gijze
lingen' schrijft prof. dr. U. Rosenthal
over de BB met betrekking tot de wa
tersnoodramp: „...Slechts weinigen heb
ben waardering voor de organisatie. Bo
vendien verkeert de BB in deze periode
in een fase van moeizame opbouw".
Zeven jaar van krijgshaftig aandoende
oefeningen in het luchtledige bleken
geen garantie voor een geslaagd optre
den toen het wéér eens ging spannen in
Nederland: de overstroming in Tuin-
dorp-Oostzaan, 1960. Daar arriveerden
de BB'ers 36 uur na het fatale moment
om zich kordaat op te werpen als koffie
zetters en bezorgers van broodjes. Ont
hutsend en tragisch, doch de hilariteit
overheerste.
Maar er kwam nóg een kans voor de
BB: de nafta-explosie bij DSM Chemie
in Geleen. Dat was in 1975. Tussendoor
(1970) had ze nog even gefaald in Kam
pen waar de loco-burgemeester naar de
noodprocedure greep toen de stad in het
donker kwam te zitten vanwege omge
waaide hoogspanningsmasten. Geen
van de BB-meldingsposten bleek bezet
en geheel in die lijn gaf ook het landelijk
alarmnummer geen gehoor. Hoe verve
lend, en hoe tekenend ook voor de Lim
burgse BB dat ze bij de DSM-ramp te
laat werd ingeschakeld: de dag erop pas
en toen viel er alleen nog maar wat na te
blussen.
Niet serieus
Met in de glorietijd ruim 1000 beroeps
krachten (op dit moment nog 390), onge
veer 900 gediplomeerde BB-artsen, een
manschappenbestand van rond 30.000
en aan het hoofd de minister van bin
nenlandse zaken, wist de BB zich niet op
te werken tot een organisatie die serieus
werd genomen. „Er is bij het publiek
een scheef beeld ontstaan", zei ooit de
toenmalige provinciaal commandant
van de BB Noord-Holland, K. van Don
gen. „Maar dat is eigen aan een organisa
tie als de BB. Je traint voor een voetbal
wedstrijd die je nooit hoopt te spelen".
Zijn collega Dijkstra van Kring A Gel
derland: „Ik vind dat het slechte imago
hoofdzakelijk te wijten is aan een chro
nisch gebrek aan goede voorlichting van
de kant van de overheid. Bovendien be
hoefde er, goddank zeg ik met nadruk,
nooit een beroep op ons te worden ge
daan waardoor we altijd wat schimmig
bleven".
Alsof er geen watersnood in Zeeland is
geweest, niet zoiets in Tuindorp-Oost-
zaan, en geen DSM-ramp. „Ik denk wel
eens", heeft het hoofd personeelszaken
Kring A Noord-Brabant H. Sloots ooit
gezegd, „dat de BB er misschien wel by
gebaat zou zijn, als er ergens weer eens
een godsgruwelijke rotzakkerij uitbrak,
zoals destijds in Hongarije. Dén pas
worden de mensen wakker".
Het door de heer Dijkstra gesignaleer
de aspect van overheidsvoorlichting,
kent een voorbeeld dat de reputatie van
de BB als een bom heeft getroffen en
niet te herstellen schade heeft toege
bracht. Dat gebeurde in oktober 1961,
toen het ministerie van binnenlandse za
ken de BB voor altijd belachelijk maak
te met de brochure „Wenken voor de be
scherming van uw gezin en uzelf', het
zogeheten rode boekje.
Daarmee is wat afgelachen, tot groot
verdriet van de BB'ers die part noch
deel hadden aan wat de ganse bevolking
ter bescherming was toegestuurd. Ze
konden nergens verschijnen zonder dat
lolbroeken vroegen of er nog een bureau
over was, want de folder adviseerde om
daaronder te gaan zitten als de bom valt.
Nederland bulderde van de lach en be
scheurde zich om de tekening van het
gezin onder de keldertrap, dat behalve
de onderkant van het bureau ook als vei
lige schuilplaats werd aangeduid.
Veilig
Een bloemlezing uit „De Wenken":
- Luchlgevaar betekent kans op bom
men en raketten, en wel in soorten.
- Bommen worden niet zomaar in het
wilde weg geworpen. Een tegenstander
heeft bepaalde doelen op het oog.
- Hoe komt u aan een schuilplaats?
Dat kan een kelder zijn of een souter
rain, maar heeft u die niet, dan is er al
tijd wel een vertrek dal veiliger is dan
een ander. Een gang is veiliger dan de
huiskamer; een muurkast of een plaats
onder een trap is nog beter en een kelder
is natuurlijk het best.
- Om brand te krijgen moet er op de
eerste plaats iets kunnen branden.
- Komt er brand bij u, dan moet u die
zo snel mogelijk zien aan te pakken.
- U moet dit zo uitleggen, dat u met de
hele familie bij luchtgevaar in de schuil
plaats blijft totdat u meent dat uw eigen
huis getroffen is. Op dat moment zal er
iemand moeten gaan kijken.
-En nu de wijze waarop u zich het best
tegen de explosie van een atoombom be
schermt, wanneer u er tenminste niet al
te dichtbij bent. U krijgt nog de waar
schuwing van de lichtflits, want die
komt nog één tot enkele seconden voor de
luchtdruk. Dat is zeker niet veel tijd,
maar nog wel voldoende om onder een
tafel, in een portiek of een greppel, of
achter een boom te duiken en om een arm
voor uw ogen te brengen tegen glassplin
ters.
- Daarom zijn er die zeggen dat de bes
te bescherming tegen kernwapens is, er
voor te zorgen dat men niet in de buurt
- Het kan ook zijn, dat de atoombom zo
dicht in de buurt valt dat, zelfs als u de
lichtflits niet hebt gezien, u het geluid
van de explosie eerder hoort dan het sig
naal van de BB.
- Als u hoopte zich na het lezen van dit
boekje onder alle omstandigheden te
kunnen beschermen, bent u nu wel uit de
droom.
Opschudding
Najaren van lachen-gieren-brullen om
deze wenken, ontstond er opschudding
toen bekend werd bekend dat de minis
ter in 1970 aan alle burgemeesters van
Nederland een rapport met de aandui
ding 'geheim' had gestuurd met betrek
king tot richtlijnen voor rampentijd. Er
kwam een beroep op de Wet Openbaar
heid van Bestuur aan te pas vóórdat mi
nister Hans Wiegel in 1981 de inhoud
van het schrijven vrijgaf. De onthulling
viel tegen. Het was niet meer dan een
ietwat aangepaste versie van het Rode
Boekje uit 1961. Wat bijgestelde 'wen
ken' dus, die intussen Harry Mulisch
hadden geïnspireerd tot het schrijven
van zijn „Wenken voor de jongste dag",
waarmee de BB andermaal in de galerij
der belachelijkheid kwam.
„Ot en Sien in Hiroshima", schreef
Mulisch. Dat liet het maandblad van de
BB 'De Paladijn' er niet bij zitten. Het
haalde uit met: „Het heeft er alle schijn
van dat zich bij hem het normale ont
wikkelingsproces afspeelt dat men bij
zovele jongelieden kan waarnemen. De
frenetieke belangstelling voor biologi
sche functies en situaties wordt op een
gegeven dag verdrongen door de zucht
om de wereld te redden."
En dat nu liet Mulisch niet over zijn
kant gaan. „Men ziet, men heeft met
mensenkenners te maken. Met deze
tekst wil blijkbaar gezegd zijn dat de le
den van de BB altyd al impotent waren".
Wat laat de BB, nu ze gaat verdwijnen,
voor de beschermde bevolking achter,
na een slordige vijf miljard gekost te
hebben? Dat is niet geheel en al duide
lijk. Ooit was er een inventarisatie die
uitkwam op schuilplaatsen voor 300.000
Nederlanders, 480 brandweerwagens,
700 brandweermotorspuiten, 140 vracht
wagens, 189 verbindingswagens, 6 trek
kers met opleggers, 45 combinatie- en
personenwagens, 14 mobiele had-instal
laties op aanhangwagens en 24 bulldo
zers. Het ministerie van binnenlandse
zaken is, blijkens een reactie van het
stafbureau voorlichting, het zicht daar
op inmiddels geheel kwijt. De Kringen
schaften spullen aan waarvoor ze geen
verantwoording schuldig waren aan
Den Haag. Links en rechts staat, hangt
en ligt er voor kapitalen, dat weggaat via
uitverkoop of terechtkomt bij groeperin
gen van de nieuwe organisatie.
Opgeblazen
In de Amsterdamse magazijnen aan de
Weesperzyde beschikt men nog over
duizenden overalls en jassen, honderden
dozen en kisten met medische nood
voorzieningen, een party infusen en
noodbrancards. En niet te vergeten een
hypermodern opleidingscomplex van
140.000 vierkante meter aan de Octaan-
weg dat nog maar vier jaar geleden -
toen de BB al ten dode was opgeschre
ven - feestelijk werd geopend door de
toenmalige burgemeester Polak.
In elk geval laat de BB een staf na van
bijna 400 full-time medewerkers voor
wie een oplossing zal worden gevonden
in de vorm van herplaatsing binnen de
nieuwe rampenbestrijdingsorganisatie
of ontslag met recht op wachtgeld
Een ramp dus voor de rampbestrij
ders, die na rommelende geluiden in de
jaren '70 (de organisatievorm stond toen
al in het parlement ter discussie), in 1980
ernstig gewaarschuwd werden voor
dreigend onheil door het standpunt van
minister Wiegel. Maar de ware BB'er
heeft die klap kunnen opvangen. Hij
weet dat er op bladzijde 7 van het Rode
Boekje staat: „...Tenslotte komen we zo
ver van het explosiecentrum, dat u al
leen maar de lichtflits ziet en u bij het
horen van de klap ook de ruiten hoort
rinkelen".
Dat gedonder in de glazen was on
langs in de Tweede Kamer te horen. Die
blies eensgezind de BB op.
Een reddingsactie: slachtoffers vol ketchup. (foto ministerie bz>
De beheerder van het depot Zuid-Holland bij de duizenden stuks resteren
de overalls, bedden en slaapzakken, die vroeg of laat in de dumpwinkels
terechtkomen. (fotocppi