Een gezonde haat-liefde verhouding Zij vormen de GPD GPD een halve eeuw het grootste journalistieke samenwerkingsverband ZATERDAG 26 APRIL 1986 EXTRA PAGINA 23 Moderne techniek is nooit geschuwd, en zeker niet in de jaren tachtig. Een parlementsredacteur van de GPD typt zijn verslag op een draagbare termi nal op de perstribune van de Tweede Kamer. (foto GPD) De tien krantedirecteuren die op 7 mei 1936 in de Amsterdamse Koop mansbeurs bijeenkwamen, kan een vooruitziende blik niet worden ont zegd. Tradioneel-liberale couran tiers waren het, zonder uitzondering ook nog fuctionerend als hoofdre dacteur. Hun kranten waren kost baar familiebezit, en in het licht van de benarde tijdsomstandigheden wilden ze dat wel veiligstellen. Immers, de gulden mocht dan nog hard zijn, éénderde van de beroepsbevolking was werkloos. Als gevolg van toenemen de begrotingstekorten werden de eerste crisiswetten uitgevaardigd, en konden ook in de dagbladwereld de eerste con centratieverschijnselen worden gesigna leerd; Geïnspireerd door de behoefte aan 'economische mobilisatie' richtten ze daarom een - naar later zou blijken - uniek redactioneel samenwerkingsver band op, dat als GPD ten doop werd ge houden. Die letters stonden toen nog voor 'Groote Provinciale Dagbladen', welker verspreidingsgebieden zodanig over het land waren gesitueerd dat ze el kaar niet rechtstreeks beconcurreerden. De GPD moest en zou ook inderdaad een 'closed shop' worden, al zou er in de loop der jaren meer dan eens een grens conflict ontstaan, dat overigens telken male in een goede sfeer kon worden be slecht. Wat bekonkelden die heeen op die ge denkwaardige dag in de Koopmans beurs? 'Zoodat niet bij de groote bladen wordt achtergeloopen' besloten ze zich tot de volgende gemeenschappelijke re dactionele voorzieningen te verbinden. Als daar zijn: feuilletons ('van een neu traal karakter, zonder godsdienstige of politieke strekking'); correspondent schappen in Londen, Parijs, Brussel, Genève en Berlijn; een financieel week overzicht ('er mogen geen aanbevelin gen voor fondsen in voorkomen'); bij dragen voor een wekelijkse kinderkrant en een mode- en vrouwenpagina ('zon der knippatronen'); een schaakrubriek van dr. Max Euwe (in 1935 wereldkam pioen geworden); en ten slotte een ex clusieve verenigingsredacteur voor bin nenlandse reportages, die zowaar met een auto plus foto-apparatuur werd uit gerust. Haat-liefde Een kroniek van 50 jaar Gemeenschap pelijke Pers Dienst (want zo luidt de naam sinds 1969) zal ongetwijfeld aan diepgang winnen, als we even een sprongetje maken naar het heden. In zijn jubileumjaar is de GPD met 13 aan gesloten dagbladen en een gezamenlijke oplage van bijna 900.000 exemplaren nog altijd'het grootste redactionele sa menwerkingsverband in Nederland. Van de 36 journalisten zijn er v(jf perma nent als correspondent in het buitenland gevestigd. Daarnaast beschikt de dienst over een uitgebreid net van twaalf mede werkers en freelance correspondenten die voor de berichtgeving uit alle delen van de wereld zorg dragen. Tweeëntwin tig man/vrouw tekstverwerkend en ad ministratief personeel completeren de centrale in Den Haag. Naast een grote groep gespecialiseerde medewerkers en een net van binnenlandse corresponden ten is er ook een dagelijkse kopijstroom die door de aangesloten dagbladen on derling wordt uitgewisseld. Dat het in zo'n organisatie van dagbla den met verschillende wensen en be hoeften wel eens kan spannen, lijkt een uitgemaakte zaak. Over en weer is er sprake van een gezonde haat-liefde ver houding, van het soort dat overigens doorgaans jaren mee kan. En het is dan ook niet zo vreemd dat daarvan in het eerste jaar van functioneren al sprake was. Van een kostenverdeelsleutel naar aantal abonnees mocht toen weliswaar nog geen sprake zijn (een zaak waarover in de loop der jaren heftig zou worden gedebatteerd), toch ontstaat er blijkens het jaarverslag van 1937 flink wat beroe ring over de enorm oplopende telefoon kosten bij de diverse kranteredacties als gevolg van het plotseling ingevoerde doorgeven van berichten aan anderen. Het Leidsch Dagblad klaagt over de Ber- lijnse correspondent, 'wiens brieven vaak niet anti-nationaal-socialistisch zijn, maar dikwijls uitgesproken anti- Duits'. En dat is gevaarlijk voor de Ne derlandse belangen, laat directeur J.W. Henny gisjes weten. Het Utrechts Nieuwsblad is boos omdat een doorhem geleverd interview met Colijn slechts in zeven van de tien aangesloten kranten is opgenomen. Directeur Van Straten van het UN (op dat moment statutair voorzit ter van de GPD) is diep teleurgesteld: "Op deze wijze wordt de GPD terugge bracht tot een bureautje voor het door zenden van weinig belangrijke artikelen en feuilletons, wat zeker niet alleen de opzet van de vereniging is geweest". Op eigen risico Zijn vrees blijkt voorbarig maar nuttig te zijn geweest, want plotseling komen in GPD-verband de initiatieven aan alle kanten los. Een greep slechts. De 'rei zend correspondent' krijgt de opdracht een exclusieve reportage te maken over de oorlog tussen China en Japan (naar het gevechtsfront mag hij alleen 'op ei gen risico'). De Berlijnse correspondent belt dagelijks reportages door over de (eerste) ontmoeting tussen Hitier en Mussolini. Er komen gezamenlijke pagi na's over de te verwachten 'blijde ge beurtenis' op Soestdijk en over het 40- jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. De verenigingsredacteur verslaat een proeftocht met de Nieuw- Amsterdam naar New York doch klaagt in toenemende mate over het feit dat hij maar liefst negen doorslagen moet ma ken. Die vooroorlogse periode kenmerkt zich door een nog trage transmissie en een gebrekkige distributie van aangeleverde GPD-kopij. De 'briefschrijvers' in Lon den, Parijs, Brussel, enzovoort worden derhalve flink achter de vodden gezeten en aangezet tot achtergrondartikelen die onmiddellijk aansluiten op de actuele ontwikkelingen. "Het nieuwsch komt wel van de ANP-telex, en die is tegen woordig zoo snel", zegt Henny. Met de aanstelling van mr. Eduard Elias als reisredacteur (zo ongeveer het hoog ste journalistieke goed in die dagen) wordt in 1939 de aanzet gegeven tot een later almaar groeiende prestigieuse jour nalistieke aanpak. Elias reist in dat jaar naar Amerika, Cuba, Haïti, Curacao, Su riname en Aruba. Bij het uitbreken van de oorlog in mei 1940 ontvangt het GPD- secretariaat zijn laatste 'brieven' uit Me xico. Opheffing Niet veel later zou de GPD zichzelf op heffen. Tijdens de eerste vergadering in bezettingstijd (op 3 juni 1940) passeren nog wel wat voorstellen en initiatieven de revue, maar er heerst een duidelijk matte sfeer onder de krantedirecteuren. Op 25 september van dat jaar wordt de tot voor kort zo levendig spartelende kleuter ten grave gedragen, om pas op 8 november 1946 weer tot leven te komen. Zodoende is een stukje óorlogsgeschied- schrijving over de GPD tamelijk onbe gonnen werk, al geldt dat natuurlijk niet voor de aangesloten bladen. Kortweg kan worden gesteld dat alle (inmiddels voormalige) GPD-kranten normaal bleven verschijnen. Zelfs tot na 1 januari 1943, wat inhoudt dat ze na de bevrijding ook alle behoorden tot de groep van 52 Nederlandse dagbladen waarop het Tijdelijk Besluit Persvoor ziening van toepassing was, dat op 8 sep tember 1944 door de regering in balling schap te Londen was genomen. Ook de kranten die later tot de GPD zouden toe treden en die thans nog lid zijn, maakten deel uit van die groep. Het gaat hier te ver alle goede en min der goede gedragingen van dagblad mensen tijdens de bezettingsjaren op te voeren, maar ter relativering van veel naoorlogse opwinding daarover is het misschien aardig gewag te maken van een briefwisseling tussen de GPD en de toenmalige staatssecretaris Cals van On derwijs, Kunst en Wetenschappen in ok tober 1950. De ledenvergadering van de GPD laakte daarin een publicatie in de Nederlandsche Staatscourant waarin naar haar oordeel een vals beeld werd gegeven van de situatie in oorlogstijd, en dat was nagelaten te vermelden dat 'vele uitspraken van de Commissie voor de Perszuivering later in hoger beroep óf geheel zijn vernietigd óf op z'n minst verzacht'. Die klacht werd gegrond ver klaard. Op last van Cals volgde een pijn lijke rectificatie in de Staatscourant. Re habilitatie dus, wat uiteraard niet wil zeggen dat daarmee iedere betrokkene vrij van smet werd bevonden. Maar zoals gezegd, dat is een ander verhaal. Panda Hoe dan ook, de heropgerichte GPD zou in z'n naoorlogse periode tot 1969 ge huisvest blijven in het torenkamertje van het Leidsch Dagblad-gebouw. Een van de eerste initiatieven die daar wer den genomen was het verzoek aan Mar- De letters GPD stonden ooit voor Groote Provinciale Dagbladen, en sinds 1969 voor Gemeenschappelijke Pers Dienst, in het buitenland beter bekend als Netherlands Press Association GPD. Omdat ook deze krant bij die organisatie is aangesloten, komt de lezer de aanduiding GPD als nieuwsbron regelmatig, zo niet dagelijks tegen. Zelden is er aanleiding daar eens wat dieper op in te gaan, maar nu is die er wel. De GPD bestaat op 7 mei een halve eeuw. De dienst is het kind van tien pientere courantiers die in 1936 onder druk van de crisis de koppen bij elkaar staken en in snel tempo spijkers met koppen sloegen. Tot op de dag van vandaag is hun doelstelling actueel: "Zoodat niet bij de groote bladen wordt achtergeloopen". Kroniek van een halve eeuw oproeien tegen een overweldigende nieuwsstroom. door Willem Schrama ten Toonder een nieuwe stripfiguur te creëren. Twee weken later komt Toon der met enkele ontwerpen op de prop pen, waaronder die van Panda, die in de kerstkranten van 1946 zijn entree maak te en binnen een mum van tijd razend populair zou gaan worden. Een jaar later, eind 1947, vertegen woordigt de GPD 280.000 betalende abonnees. Geen enkele landelijke krant haalt dat aantal, wat voor het bestuur aanleiding is 'ons miljoen lezers' in de strijd te werpen als het bij de secretaris van minister-president Beel erover klaagt dat de verenigingsredactie geen toegang krijgt tot een aantal bijzondere persconferenties waarvoor de landelijke bladen 'en zelfs De Waarheid' wel wor den uitgenodigd. De klacht heeft succes: Beel gaat overstag. Met het oog op de snelle uitbreidingen van aangesloten kranteredacties - en dus de stijgende behoefte aan snel gele verde actuele kopij - krijgt de PTT in 1947 opdracht tot het installeren van een exclusief GPD-telexnet waarvan de cen trale bij het Leidsch Dagblad wordt on dergebracht. Dat staaltje techniek bood overigens niet onmiddellijk wat men er van verwachtte. Zo was de Londense correspondent een dag te laat met een reportage over het huwelijk van Elisa beth II en prins Philip, omdat hij van 's middags 4 tot 's avonds 10 uur had moe ten wachten op 'een lijntje met Leiden'. Maar in 1948 blijkt de telex formidabel te functioneren. De in Londen en Parijs 's avonds per post verzonden kopij staat de andere morgen prompt op het net. Hoogtepunten in dat jaar: een eigen man naar de Olympische Spelen in Londen en een gezamenlijk contract met het ANP over de levering van beeldmate riaal 'in zijn modernste vorm'. Gejuich In 1949 koestert de GPD 400.000 abon nees, een stijging die mede werd veroor zaakt door toetreding van het Rotter- damsch Nieuwsblad. Vanwege de al maar ratelende GPD-telex is de journa listieke produktie vergeleken met een jaar eerder verviervoudigd. 'Maar ook in actualiteit en kwaliteit doet de GPD niet onder voor andere bladen en combina- De heropgerichte GPD zou na de oorlog jarenlang gevestigd blijven in het torenkamertje (rechts onder de wereldbol) van het Leidsch Dagblad-ge- bouw aan de Witte Singel. (foto wim Dijkman» de nodige voorwaarden. "Journalisten kakken voor tien", schijnt hij te hebben gezegd, "er moeten dus vijf toiletten ko men". niet te temmen globetrotter zou worden. Nog geen veërtien dagen na zijn benoe ming is Brugsma op weg naar Algerije, dat zojuist in opstand is gekomen tegen Frankrijk. Na reportages in Marokko en Tunis duikt hij rond Nieuwjaar in Parijs op om er interviews met nauw bij het Noordafrikaanse conflict betrokken Franse autoriteiten te maken. Spoedig volgen reizen naar Cyprus, Egypte (als eerste Nederlandse journalist doorkruis te hij per taxi de Sinaï-woestijn), Ke nia, het toenmalige Rhodesië, Tanzania, Syrië, Libanon, Irak, Israel, de Sowjet- Unie, het Spanje van Franco, Noord- en Zuid-Amerika en ga zo maar door. In zijn zucht naar volwassenheid genoot de GPD van dit journalistieke spel zonder grenzen. En zeker ook van Brugsma's la conieke aanpak. Tijdens de Suez-crisis laat de KLM weten dat het voor de GPD zinloos is om passagegeld naar Rome over te maken, omdat er toch geen toe stel naar Cairo vliegt. Boebie, ook niet mis, verzendt de zelfde dag vanuit Egyp te een telegram naar de GPD-secretaris met de mededeling: "Arrived. Which bank? Brugsma". We keren even terug naar 1955, het jaar waarin de GPD naar een pand in de Achterraamstraat in Den Haag verhuist. De techniek wordt meteen maar met de laatste snufjes uitgebreid. Aan het be staande telexnet wordt een machine met ponsband-apparatuur toegevoegd voor rechtstreeks contact met de aangesloten bladen. Een jaar later is de Weense cor respondent in Boedapest iedere collega te slim af door als eerste en als laatste de opstand tegen Moskou uitgebreid te ver slaan. Het bestuur brengt hem schrifte lijk hulde. ties', aldus het in majeuren getoonzette jaarverslag. Kritiek is er trouwens ook, onder an dere op Marten Toonder die Panda soms voorziet van engelstalige teksten ('Be ware of pickpockets'). Hem wordt te ver staan gegeven dat de GPD 'niet op deze wijze wenst mee te werken aan arbeids besparing' voor de inmiddels ook al zeer succesvolle Engelse versie van de strip. Ondanks de daling van de conjunc tuur als gevolg van de sterk toegenomen spanningen tussen Oost en West, schaft de GPD in 1950 een hypermoderne Web ster Wire Recorder aan. Een technisch nieuwtje dat zichzelf snel zal terugver dienen door het overbodig maken van. een stenografe Toch ook wat krente righeid in dat jaar: men stuurt geen ver slaggever naar de oorlog in Korea. Re den: de verzekeringskosten zijn te hoog. Ook een eigen man bij de Olympische Spelen in Oslo en Helsinki wordt als te prijzig van de hand gewezen. GPD-voorzitter Peereboom (Haarlems Dagblad) laat zijn zilveren jubileum als hoofdredacteur zonder enige ruchtbaar heid passeren. Als zijn collegae daar een jaar later achterkomen, geeft hij ter ver- klaring:"Van mijn vader heb ik geleerd dat iedereen in de krant mag, behalve de hoofdredacteur". Twee buitenlandse correspondenten vragen om salarisverhoging. Over één van die verzoeken zegt Peereboom:"Het salaris van betrokkene is wellicht wat aan de krappe kant, maar de man rijdt auto. Hij moet dus neveninkomsten heb ben". Verzoek afgewezen. Brugsma In de vroege jaren vijftig gonst het weer van de bijzondere activiteiten. De spektaculaire ondergang van de Flying Enterprise met de heroïsche kapitein Kurt Carlson, de ramp met de Faustus, het uitbreken van zeven zware delin quenten uit de Koepel te Breda - de GPD heeft het allemaal uitvoerig ge bracht. 'En beter dan het ANP en de lan-„ delijke dagbladen', aldus het wederom jubelende jaarverslag. Op 1 november 1954 wordt opnieuw een reisredacteur aangesteld. Zijn naam: W.L. ('Boebie') Brugsma, die in de bijna tien jaar waarin hij dat zou blijven een De grootste In 1958 telt de GPD-administratie ruim een half miljoen abonnees. 'Wij zijn hiermede, zonder enige twijfel, de groot ste krantencombinatie van Nederland', stelt het jaarverslag - het wordt saai - ook nu weer in juichtoon vast. Een jaar later verhuist de centrale naar een ander deel van het Haagsche Courant-gebouw aan de Grote Markstraat. In 1960 neste len Herman Kuiphof en Bart in 't Hout (respectievelijk de Haagsche Courant en het Rotterdamsch Nieuwsblad en dus de GPD vertegenwoordigend) bij de Olym pische Spelen in Rome en produceren daar onvergetelijke verhalen over Abebe Bikila, de Ethiopiër die op blote voeten de marathon won. 1960: 537.000 abonnees. Het jaarver slag ....eh, nee. De latere hoofdredacteur van het Leidsch Dagblad, drs. J.R. Soetenhorst, doet by de GPD zijn intrede als chef nieuwsdienst. Zijn aanpak is een eerste stap naar zowel actief als autonoom redactiebeleid ter centrale. Het produkt zou niet langer op een niet geheel en al voorspelbare manier ontstaan, het zou voortaan worden 'gemaakt'. Als de cen trale zich in 1965 een eigen telefoto- dienst aanschaft, staat de volgende mor gen de toenmalige ANP-directeur Jolles op de stoep om te klagen over 'deze mo gelijke vorm van concurrentie'. Hij gaat getroost weer heen: van concurrentie zal geen sprake zijn. In de verhouding met de Haagsche Courant treedt trouwens een duidelijke verkoeling op. Die begint met klachten van andere GPD-partners over het be heer van genoemde telefotodienst waar van de kosten met sprongen waren ge stegen. Maar ze gaan ook over het feit dat de HC in de ogen van anderen 'een tamelijk onafhankelijke positie' binnen de GPD nastreeft. Toch zou het nog tot 1970 duren dat de Haagsche Courant uit trad en een eigen nieuwsdienst (Sijthoff Pers) op poten zette. De GPD verhuisde daarop naar zijn voorlaatste adres, een statig pand aan het Lange Voorhout. De toenmalige di recteur van het Limburgs Dagblad, Ju les van Neerven (thans directeur van het Centraal Bureau voor Courantenpublici teit) verbond aan die chique entourage Dertien kranten, verspreid door heel Nederland, pelijke Pers Dienst. In alfabetische volgorde zijn dat: - Arnhemse Courant te Arnhem - Brabants Nieuwsblad te Roosendaal - Gooi- en Eemlander te Hilversum - Haarlems Dagblad te Haarlem - Leeuwarder Courant te Leeuwarden - Leidsch Dagblad te Leiden - Limburgs Dagblad te Heerlen - Nieuwe Noordhollandse Courant te Purmerend - Nieuwsblad van het Noorden te Groningen - Provinciale Zeeuwse Courant te Vlissingen - Tubantia in Enschede - De Typhoon te Zaanstad - Utrechts Nieuwsblad te Utrecht. de Gemeenschap- Een deel van de redactie in Den wordt gecoördineerd. Haag, van waaruit de berichtenstroom (foto GPD» In België heeft de GPD twee afnemers: het dagblad Het Volk te Gent en het weekblad De Spectator, waarvan de gezamenlijke oplage ongeveer 300.000 exemplaren bedraagt. De bij de GPD aangesloten bladen zijn tevens eikaars nieuwsleveranciers. Nieuwe leider Er was ook wel reden om een beetje op te scheppen. Enkele jaren daarvoor, in 1968, was de journalistieke poot van de concurrerende Regionale Dagblad Pers (RDP) geliquideerd, waardoor tot de GPD toetraden: het Brabants Nieuws blad (Roosendaal), de Leeuwarder Cou rant, de Provinciale Zeeuwse Courant (Vlissingen) en het Nieuw Noordhol lands Dagblad (Alkmaar). Er was toen het voordien ongekende aantal van zes tien aangesloten kranten, die samen 987.180 abonnees vertegenwoordigden. Slechts in 1981 zou dat aantal eenmaal worden overtroffen. Een nieuwe lente, een nieuwe leider. Zijn naam: Jan van Beek, in 1945 begon nen bij het Nijmeegs Dagblad en daarna via De Tijd opgeklommen tot een soort all-round correspondent in Barcelona, waar hij de meest uiteenlopende klussen voor tal van media en zelfs voor reisorga nisaties had verricht. Op 1 mei 1968 trad hij in dienst, en met zijn bijna spreek woordelijke manipulaties in-dienst-van- het-goede-doel ontpopte hij zich alras tot de manager die de GPD zocht. Dat bleek al bij het indienen van de begro ting voor het jaar 1969, die beduidend hoger was dan die van het jaar daarvóór. Maar na een ingenieuse uitleg drukte hij het bestuur met zijn neuzen op de con clusie dat 'eigenlijk elke partner 20.000 gulden bespaarde'. Gefronste wenk brauwen en verbaasde gezichten, maar niemand kon er een speld tussen krij gen. En nog altijd staat dat soort eigen zinnige hergroeperen van feiten bij inti mi te boek als 'typische Van Beek-con structies'. Van Beek, gezeten in het huidige GPD-kantoor aan de Haagse Casuarie- straat, zegt met niet verholen trots dat hij nadien slechts éénmaal het jaarlijkse huishoudboekje met 11.000 gulden heeft overschreden, voor het overige vertoon de het telkenjare een overschot. Als hij eind volgend jaar 'actief vut-er' zal wor den, kan ook hij terugzien op een boeiende tijd. Een periode waarin tal van speciale diensten aan het GPD-pak- ket werden toegevoegd, een periode ook waarin het aantal buitenlandse corres pondenten uitgroeide tot zeventien ('slechts vergelijkbaar met de NRC, die er achttien heeft'). Niet goedkoop Dat de GPD met zijn jaarbegroting raison van zo'n kleine 10 miljoen gulden geen goedkoop clubje is, beaamt hij rid derlijk. Maar als altijd ligt het rekensom metje klaar: de gemiddelde GPD-krant bespaart met zijn lidmaatschapsgeld het salaris van pakweg vijf, zes volwassen redacteuren en krijgt daarvoor in de plaats, een uitvoerig nieuwspakket dat goed is voor een dagelijks minimum van vier pagina's GPD-kopij. Van Beek:"Veel meer dan het nationa le persbureau ANP zijn wij de zintuigen van het nieuws. Het ANP heeft daar geen tijd voor. Een krant is de seconden- wijzer van de tijd. Met het tikken van die secondenwijzer - zeg maar die enorme dagelijkse berichtenstroom - heeft het ANP haar handen vol. Dat is een wezen lijk verschil tussen ons beide: zij leveren het nieuws als ruwe grondstof, en wij be handelen het met verstand en gevoel". En met geheven vingertje:"In alle fu siegolven is er geen GPD-krant verdwe nen. Ook de oprichters bestaan als krant nog allemaal, terwijl er toch in een halve eeuw tijd zo'n zestig Nederlandse kran ten zijn verdwenen. En dat komt waar schijnlijk omdat we net als toen niet te rugschrikken voor de grootste journalis tieke activiteiten". Hij verhaalt gretig over een recente stunt van een Indonesische GPD-redac- teur die, eigenlijk op weg naar een pers conferentie in Den Haag, vliegensvlug de wijk nam naar de Filippijnen. Daar aangekomen zoefde hij per taxi naar de residentie van mevrouw Aquino, werd daar aangezien voor een Indonesische regeringsvertegenwoordiger en beland de aldus binnen een mum van tijd in de kamer van de kersverse first lady zelf. Nadat hij haar had verduidelijkt dat hij van de situatie geen misbruik wilde ma ken, vuurde hij toch nog even een serie vragen af en leverde de GPD per draag bare tekstverwerker enkele ogenblikken later telefonisch het allereerste inter view met Aquino. Uniek Van Beek:"Ik bedoel maar: kranten kunnen niet zonder samenwerking. En wat de GPD op dat gebied in de wereld doet, is uniek. Zoiets vind je nergens". Ten slotte nog dit, waarde lezer. Mocht dit artikel u geen snars interesseren, dan gaat u geheel vrijuit. Want journalisten horen eigenlijk niet over hun vak te schrijven. Maar dit moest even gebeu ren, want in deze tijd weet je maar nooit of een 100-jarig jubileum er nog in zit. Als bron voor dit artikel Is o.a. gebruik ge maakt van een binnenkort te verschijnen boek over de geschiedenis van de GPD, ge schreven door Cor Meerbach (oud-hoofdre dacteur van het Brabants Nieuwsblad).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23