Een gezonde
haat-liefde
verhouding
Zij vormen de GPD
GPD een halve eeuw het
grootste journalistieke
samenwerkingsverband
ZATERDAG 26 APRIL 1986
EXTRA
PAGINA 23
Moderne techniek is nooit geschuwd, en zeker niet in de jaren tachtig. Een
parlementsredacteur van de GPD typt zijn verslag op een draagbare termi
nal op de perstribune van de Tweede Kamer. (foto GPD)
De tien krantedirecteuren die op 7
mei 1936 in de Amsterdamse Koop
mansbeurs bijeenkwamen, kan een
vooruitziende blik niet worden ont
zegd. Tradioneel-liberale couran
tiers waren het, zonder uitzondering
ook nog fuctionerend als hoofdre
dacteur. Hun kranten waren kost
baar familiebezit, en in het licht van
de benarde tijdsomstandigheden
wilden ze dat wel veiligstellen.
Immers, de gulden mocht dan nog hard
zijn, éénderde van de beroepsbevolking
was werkloos. Als gevolg van toenemen
de begrotingstekorten werden de eerste
crisiswetten uitgevaardigd, en konden
ook in de dagbladwereld de eerste con
centratieverschijnselen worden gesigna
leerd; Geïnspireerd door de behoefte
aan 'economische mobilisatie' richtten
ze daarom een - naar later zou blijken -
uniek redactioneel samenwerkingsver
band op, dat als GPD ten doop werd ge
houden. Die letters stonden toen nog
voor 'Groote Provinciale Dagbladen',
welker verspreidingsgebieden zodanig
over het land waren gesitueerd dat ze el
kaar niet rechtstreeks beconcurreerden.
De GPD moest en zou ook inderdaad
een 'closed shop' worden, al zou er in de
loop der jaren meer dan eens een grens
conflict ontstaan, dat overigens telken
male in een goede sfeer kon worden be
slecht.
Wat bekonkelden die heeen op die ge
denkwaardige dag in de Koopmans
beurs? 'Zoodat niet bij de groote bladen
wordt achtergeloopen' besloten ze zich
tot de volgende gemeenschappelijke re
dactionele voorzieningen te verbinden.
Als daar zijn: feuilletons ('van een neu
traal karakter, zonder godsdienstige of
politieke strekking'); correspondent
schappen in Londen, Parijs, Brussel,
Genève en Berlijn; een financieel week
overzicht ('er mogen geen aanbevelin
gen voor fondsen in voorkomen'); bij
dragen voor een wekelijkse kinderkrant
en een mode- en vrouwenpagina ('zon
der knippatronen'); een schaakrubriek
van dr. Max Euwe (in 1935 wereldkam
pioen geworden); en ten slotte een ex
clusieve verenigingsredacteur voor bin
nenlandse reportages, die zowaar met
een auto plus foto-apparatuur werd uit
gerust.
Haat-liefde
Een kroniek van 50 jaar Gemeenschap
pelijke Pers Dienst (want zo luidt de
naam sinds 1969) zal ongetwijfeld aan
diepgang winnen, als we even een
sprongetje maken naar het heden. In
zijn jubileumjaar is de GPD met 13 aan
gesloten dagbladen en een gezamenlijke
oplage van bijna 900.000 exemplaren
nog altijd'het grootste redactionele sa
menwerkingsverband in Nederland.
Van de 36 journalisten zijn er v(jf perma
nent als correspondent in het buitenland
gevestigd. Daarnaast beschikt de dienst
over een uitgebreid net van twaalf mede
werkers en freelance correspondenten
die voor de berichtgeving uit alle delen
van de wereld zorg dragen. Tweeëntwin
tig man/vrouw tekstverwerkend en ad
ministratief personeel completeren de
centrale in Den Haag. Naast een grote
groep gespecialiseerde medewerkers en
een net van binnenlandse corresponden
ten is er ook een dagelijkse kopijstroom
die door de aangesloten dagbladen on
derling wordt uitgewisseld.
Dat het in zo'n organisatie van dagbla
den met verschillende wensen en be
hoeften wel eens kan spannen, lijkt een
uitgemaakte zaak. Over en weer is er
sprake van een gezonde haat-liefde ver
houding, van het soort dat overigens
doorgaans jaren mee kan. En het is dan
ook niet zo vreemd dat daarvan in het
eerste jaar van functioneren al sprake
was. Van een kostenverdeelsleutel naar
aantal abonnees mocht toen weliswaar
nog geen sprake zijn (een zaak waarover
in de loop der jaren heftig zou worden
gedebatteerd), toch ontstaat er blijkens
het jaarverslag van 1937 flink wat beroe
ring over de enorm oplopende telefoon
kosten bij de diverse kranteredacties als
gevolg van het plotseling ingevoerde
doorgeven van berichten aan anderen.
Het Leidsch Dagblad klaagt over de Ber-
lijnse correspondent, 'wiens brieven
vaak niet anti-nationaal-socialistisch
zijn, maar dikwijls uitgesproken anti-
Duits'. En dat is gevaarlijk voor de Ne
derlandse belangen, laat directeur J.W.
Henny gisjes weten. Het Utrechts
Nieuwsblad is boos omdat een doorhem
geleverd interview met Colijn slechts in
zeven van de tien aangesloten kranten is
opgenomen. Directeur Van Straten van
het UN (op dat moment statutair voorzit
ter van de GPD) is diep teleurgesteld:
"Op deze wijze wordt de GPD terugge
bracht tot een bureautje voor het door
zenden van weinig belangrijke artikelen
en feuilletons, wat zeker niet alleen de
opzet van de vereniging is geweest".
Op eigen risico
Zijn vrees blijkt voorbarig maar nuttig
te zijn geweest, want plotseling komen
in GPD-verband de initiatieven aan alle
kanten los. Een greep slechts. De 'rei
zend correspondent' krijgt de opdracht
een exclusieve reportage te maken over
de oorlog tussen China en Japan (naar
het gevechtsfront mag hij alleen 'op ei
gen risico'). De Berlijnse correspondent
belt dagelijks reportages door over de
(eerste) ontmoeting tussen Hitier en
Mussolini. Er komen gezamenlijke pagi
na's over de te verwachten 'blijde ge
beurtenis' op Soestdijk en over het 40-
jarig regeringsjubileum van koningin
Wilhelmina. De verenigingsredacteur
verslaat een proeftocht met de Nieuw-
Amsterdam naar New York doch klaagt
in toenemende mate over het feit dat hij
maar liefst negen doorslagen moet ma
ken.
Die vooroorlogse periode kenmerkt zich
door een nog trage transmissie en een
gebrekkige distributie van aangeleverde
GPD-kopij. De 'briefschrijvers' in Lon
den, Parijs, Brussel, enzovoort worden
derhalve flink achter de vodden gezeten
en aangezet tot achtergrondartikelen die
onmiddellijk aansluiten op de actuele
ontwikkelingen. "Het nieuwsch komt
wel van de ANP-telex, en die is tegen
woordig zoo snel", zegt Henny.
Met de aanstelling van mr. Eduard Elias
als reisredacteur (zo ongeveer het hoog
ste journalistieke goed in die dagen)
wordt in 1939 de aanzet gegeven tot een
later almaar groeiende prestigieuse jour
nalistieke aanpak. Elias reist in dat jaar
naar Amerika, Cuba, Haïti, Curacao, Su
riname en Aruba. Bij het uitbreken van
de oorlog in mei 1940 ontvangt het GPD-
secretariaat zijn laatste 'brieven' uit Me
xico.
Opheffing
Niet veel later zou de GPD zichzelf op
heffen. Tijdens de eerste vergadering in
bezettingstijd (op 3 juni 1940) passeren
nog wel wat voorstellen en initiatieven
de revue, maar er heerst een duidelijk
matte sfeer onder de krantedirecteuren.
Op 25 september van dat jaar wordt de
tot voor kort zo levendig spartelende
kleuter ten grave gedragen, om pas op 8
november 1946 weer tot leven te komen.
Zodoende is een stukje óorlogsgeschied-
schrijving over de GPD tamelijk onbe
gonnen werk, al geldt dat natuurlijk niet
voor de aangesloten bladen.
Kortweg kan worden gesteld dat alle
(inmiddels voormalige) GPD-kranten
normaal bleven verschijnen. Zelfs tot na
1 januari 1943, wat inhoudt dat ze na de
bevrijding ook alle behoorden tot de
groep van 52 Nederlandse dagbladen
waarop het Tijdelijk Besluit Persvoor
ziening van toepassing was, dat op 8 sep
tember 1944 door de regering in balling
schap te Londen was genomen. Ook de
kranten die later tot de GPD zouden toe
treden en die thans nog lid zijn, maakten
deel uit van die groep.
Het gaat hier te ver alle goede en min
der goede gedragingen van dagblad
mensen tijdens de bezettingsjaren op te
voeren, maar ter relativering van veel
naoorlogse opwinding daarover is het
misschien aardig gewag te maken van
een briefwisseling tussen de GPD en de
toenmalige staatssecretaris Cals van On
derwijs, Kunst en Wetenschappen in ok
tober 1950. De ledenvergadering van de
GPD laakte daarin een publicatie in de
Nederlandsche Staatscourant waarin
naar haar oordeel een vals beeld werd
gegeven van de situatie in oorlogstijd, en
dat was nagelaten te vermelden dat 'vele
uitspraken van de Commissie voor de
Perszuivering later in hoger beroep óf
geheel zijn vernietigd óf op z'n minst
verzacht'. Die klacht werd gegrond ver
klaard. Op last van Cals volgde een pijn
lijke rectificatie in de Staatscourant. Re
habilitatie dus, wat uiteraard niet wil
zeggen dat daarmee iedere betrokkene
vrij van smet werd bevonden. Maar zoals
gezegd, dat is een ander verhaal.
Panda
Hoe dan ook, de heropgerichte GPD
zou in z'n naoorlogse periode tot 1969 ge
huisvest blijven in het torenkamertje
van het Leidsch Dagblad-gebouw. Een
van de eerste initiatieven die daar wer
den genomen was het verzoek aan Mar-
De letters GPD stonden ooit voor Groote
Provinciale Dagbladen, en sinds 1969 voor
Gemeenschappelijke Pers Dienst, in het
buitenland beter bekend als Netherlands Press
Association GPD. Omdat ook deze krant bij die
organisatie is aangesloten, komt de lezer de
aanduiding GPD als nieuwsbron regelmatig, zo
niet dagelijks tegen. Zelden is er aanleiding daar
eens wat dieper op in te gaan, maar nu is die er
wel. De GPD bestaat op 7 mei een halve eeuw. De
dienst is het kind van tien pientere courantiers die
in 1936 onder druk van de crisis de koppen bij
elkaar staken en in snel tempo spijkers met
koppen sloegen. Tot op de dag van vandaag is hun
doelstelling actueel: "Zoodat niet bij de groote
bladen wordt achtergeloopen". Kroniek van een
halve eeuw oproeien tegen een overweldigende
nieuwsstroom.
door Willem Schrama
ten Toonder een nieuwe stripfiguur te
creëren. Twee weken later komt Toon
der met enkele ontwerpen op de prop
pen, waaronder die van Panda, die in de
kerstkranten van 1946 zijn entree maak
te en binnen een mum van tijd razend
populair zou gaan worden.
Een jaar later, eind 1947, vertegen
woordigt de GPD 280.000 betalende
abonnees. Geen enkele landelijke krant
haalt dat aantal, wat voor het bestuur
aanleiding is 'ons miljoen lezers' in de
strijd te werpen als het bij de secretaris
van minister-president Beel erover
klaagt dat de verenigingsredactie geen
toegang krijgt tot een aantal bijzondere
persconferenties waarvoor de landelijke
bladen 'en zelfs De Waarheid' wel wor
den uitgenodigd. De klacht heeft succes:
Beel gaat overstag.
Met het oog op de snelle uitbreidingen
van aangesloten kranteredacties - en
dus de stijgende behoefte aan snel gele
verde actuele kopij - krijgt de PTT in
1947 opdracht tot het installeren van een
exclusief GPD-telexnet waarvan de cen
trale bij het Leidsch Dagblad wordt on
dergebracht. Dat staaltje techniek bood
overigens niet onmiddellijk wat men er
van verwachtte. Zo was de Londense
correspondent een dag te laat met een
reportage over het huwelijk van Elisa
beth II en prins Philip, omdat hij van 's
middags 4 tot 's avonds 10 uur had moe
ten wachten op 'een lijntje met Leiden'.
Maar in 1948 blijkt de telex formidabel
te functioneren. De in Londen en Parijs
's avonds per post verzonden kopij staat
de andere morgen prompt op het net.
Hoogtepunten in dat jaar: een eigen man
naar de Olympische Spelen in Londen
en een gezamenlijk contract met het
ANP over de levering van beeldmate
riaal 'in zijn modernste vorm'.
Gejuich
In 1949 koestert de GPD 400.000 abon
nees, een stijging die mede werd veroor
zaakt door toetreding van het Rotter-
damsch Nieuwsblad. Vanwege de al
maar ratelende GPD-telex is de journa
listieke produktie vergeleken met een
jaar eerder verviervoudigd. 'Maar ook in
actualiteit en kwaliteit doet de GPD niet
onder voor andere bladen en combina-
De heropgerichte GPD zou na de oorlog jarenlang gevestigd blijven in het
torenkamertje (rechts onder de wereldbol) van het Leidsch Dagblad-ge-
bouw aan de Witte Singel. (foto wim Dijkman»
de nodige voorwaarden. "Journalisten
kakken voor tien", schijnt hij te hebben
gezegd, "er moeten dus vijf toiletten ko
men".
niet te temmen globetrotter zou worden.
Nog geen veërtien dagen na zijn benoe
ming is Brugsma op weg naar Algerije,
dat zojuist in opstand is gekomen tegen
Frankrijk. Na reportages in Marokko en
Tunis duikt hij rond Nieuwjaar in Parijs
op om er interviews met nauw bij het
Noordafrikaanse conflict betrokken
Franse autoriteiten te maken. Spoedig
volgen reizen naar Cyprus, Egypte (als
eerste Nederlandse journalist doorkruis
te hij per taxi de Sinaï-woestijn), Ke
nia, het toenmalige Rhodesië, Tanzania,
Syrië, Libanon, Irak, Israel, de Sowjet-
Unie, het Spanje van Franco, Noord- en
Zuid-Amerika en ga zo maar door. In
zijn zucht naar volwassenheid genoot de
GPD van dit journalistieke spel zonder
grenzen. En zeker ook van Brugsma's la
conieke aanpak. Tijdens de Suez-crisis
laat de KLM weten dat het voor de GPD
zinloos is om passagegeld naar Rome
over te maken, omdat er toch geen toe
stel naar Cairo vliegt. Boebie, ook niet
mis, verzendt de zelfde dag vanuit Egyp
te een telegram naar de GPD-secretaris
met de mededeling: "Arrived. Which
bank? Brugsma".
We keren even terug naar 1955, het
jaar waarin de GPD naar een pand in de
Achterraamstraat in Den Haag verhuist.
De techniek wordt meteen maar met de
laatste snufjes uitgebreid. Aan het be
staande telexnet wordt een machine met
ponsband-apparatuur toegevoegd voor
rechtstreeks contact met de aangesloten
bladen. Een jaar later is de Weense cor
respondent in Boedapest iedere collega
te slim af door als eerste en als laatste de
opstand tegen Moskou uitgebreid te ver
slaan. Het bestuur brengt hem schrifte
lijk hulde.
ties', aldus het in majeuren getoonzette
jaarverslag.
Kritiek is er trouwens ook, onder an
dere op Marten Toonder die Panda soms
voorziet van engelstalige teksten ('Be
ware of pickpockets'). Hem wordt te ver
staan gegeven dat de GPD 'niet op deze
wijze wenst mee te werken aan arbeids
besparing' voor de inmiddels ook al zeer
succesvolle Engelse versie van de strip.
Ondanks de daling van de conjunc
tuur als gevolg van de sterk toegenomen
spanningen tussen Oost en West, schaft
de GPD in 1950 een hypermoderne Web
ster Wire Recorder aan. Een technisch
nieuwtje dat zichzelf snel zal terugver
dienen door het overbodig maken van.
een stenografe Toch ook wat krente
righeid in dat jaar: men stuurt geen ver
slaggever naar de oorlog in Korea. Re
den: de verzekeringskosten zijn te hoog.
Ook een eigen man bij de Olympische
Spelen in Oslo en Helsinki wordt als te
prijzig van de hand gewezen.
GPD-voorzitter Peereboom (Haarlems
Dagblad) laat zijn zilveren jubileum als
hoofdredacteur zonder enige ruchtbaar
heid passeren. Als zijn collegae daar een
jaar later achterkomen, geeft hij ter ver-
klaring:"Van mijn vader heb ik geleerd
dat iedereen in de krant mag, behalve de
hoofdredacteur".
Twee buitenlandse correspondenten
vragen om salarisverhoging. Over één
van die verzoeken zegt Peereboom:"Het
salaris van betrokkene is wellicht wat
aan de krappe kant, maar de man rijdt
auto. Hij moet dus neveninkomsten heb
ben". Verzoek afgewezen.
Brugsma
In de vroege jaren vijftig gonst het
weer van de bijzondere activiteiten. De
spektaculaire ondergang van de Flying
Enterprise met de heroïsche kapitein
Kurt Carlson, de ramp met de Faustus,
het uitbreken van zeven zware delin
quenten uit de Koepel te Breda - de
GPD heeft het allemaal uitvoerig ge
bracht. 'En beter dan het ANP en de lan-„
delijke dagbladen', aldus het wederom
jubelende jaarverslag.
Op 1 november 1954 wordt opnieuw
een reisredacteur aangesteld. Zijn naam:
W.L. ('Boebie') Brugsma, die in de bijna
tien jaar waarin hij dat zou blijven een
De grootste
In 1958 telt de GPD-administratie
ruim een half miljoen abonnees. 'Wij zijn
hiermede, zonder enige twijfel, de groot
ste krantencombinatie van Nederland',
stelt het jaarverslag - het wordt saai -
ook nu weer in juichtoon vast. Een jaar
later verhuist de centrale naar een ander
deel van het Haagsche Courant-gebouw
aan de Grote Markstraat. In 1960 neste
len Herman Kuiphof en Bart in 't Hout
(respectievelijk de Haagsche Courant en
het Rotterdamsch Nieuwsblad en dus de
GPD vertegenwoordigend) bij de Olym
pische Spelen in Rome en produceren
daar onvergetelijke verhalen over Abebe
Bikila, de Ethiopiër die op blote voeten
de marathon won.
1960: 537.000 abonnees. Het jaarver
slag ....eh, nee.
De latere hoofdredacteur van het
Leidsch Dagblad, drs. J.R. Soetenhorst,
doet by de GPD zijn intrede als chef
nieuwsdienst. Zijn aanpak is een eerste
stap naar zowel actief als autonoom
redactiebeleid ter centrale. Het produkt
zou niet langer op een niet geheel en al
voorspelbare manier ontstaan, het zou
voortaan worden 'gemaakt'. Als de cen
trale zich in 1965 een eigen telefoto-
dienst aanschaft, staat de volgende mor
gen de toenmalige ANP-directeur Jolles
op de stoep om te klagen over 'deze mo
gelijke vorm van concurrentie'. Hij gaat
getroost weer heen: van concurrentie zal
geen sprake zijn.
In de verhouding met de Haagsche
Courant treedt trouwens een duidelijke
verkoeling op. Die begint met klachten
van andere GPD-partners over het be
heer van genoemde telefotodienst waar
van de kosten met sprongen waren ge
stegen. Maar ze gaan ook over het feit
dat de HC in de ogen van anderen 'een
tamelijk onafhankelijke positie' binnen
de GPD nastreeft. Toch zou het nog tot
1970 duren dat de Haagsche Courant uit
trad en een eigen nieuwsdienst (Sijthoff
Pers) op poten zette.
De GPD verhuisde daarop naar zijn
voorlaatste adres, een statig pand aan
het Lange Voorhout. De toenmalige di
recteur van het Limburgs Dagblad, Ju
les van Neerven (thans directeur van het
Centraal Bureau voor Courantenpublici
teit) verbond aan die chique entourage
Dertien kranten, verspreid door heel Nederland,
pelijke Pers Dienst. In alfabetische volgorde zijn dat:
- Arnhemse Courant te Arnhem
- Brabants Nieuwsblad te Roosendaal
- Gooi- en Eemlander te Hilversum
- Haarlems Dagblad te Haarlem
- Leeuwarder Courant te Leeuwarden
- Leidsch Dagblad te Leiden
- Limburgs Dagblad te Heerlen
- Nieuwe Noordhollandse Courant te Purmerend
- Nieuwsblad van het Noorden te Groningen
- Provinciale Zeeuwse Courant te Vlissingen
- Tubantia in Enschede
- De Typhoon te Zaanstad
- Utrechts Nieuwsblad te Utrecht.
de Gemeenschap-
Een deel van de redactie in Den
wordt gecoördineerd.
Haag, van waaruit de berichtenstroom
(foto GPD»
In België heeft de GPD twee afnemers: het dagblad Het Volk te Gent en het
weekblad De Spectator, waarvan de gezamenlijke oplage ongeveer 300.000
exemplaren bedraagt. De bij de GPD aangesloten bladen zijn tevens eikaars
nieuwsleveranciers.
Nieuwe leider
Er was ook wel reden om een beetje op
te scheppen. Enkele jaren daarvoor, in
1968, was de journalistieke poot van de
concurrerende Regionale Dagblad Pers
(RDP) geliquideerd, waardoor tot de
GPD toetraden: het Brabants Nieuws
blad (Roosendaal), de Leeuwarder Cou
rant, de Provinciale Zeeuwse Courant
(Vlissingen) en het Nieuw Noordhol
lands Dagblad (Alkmaar). Er was toen
het voordien ongekende aantal van zes
tien aangesloten kranten, die samen
987.180 abonnees vertegenwoordigden.
Slechts in 1981 zou dat aantal eenmaal
worden overtroffen.
Een nieuwe lente, een nieuwe leider.
Zijn naam: Jan van Beek, in 1945 begon
nen bij het Nijmeegs Dagblad en daarna
via De Tijd opgeklommen tot een soort
all-round correspondent in Barcelona,
waar hij de meest uiteenlopende klussen
voor tal van media en zelfs voor reisorga
nisaties had verricht. Op 1 mei 1968 trad
hij in dienst, en met zijn bijna spreek
woordelijke manipulaties in-dienst-van-
het-goede-doel ontpopte hij zich alras
tot de manager die de GPD zocht. Dat
bleek al bij het indienen van de begro
ting voor het jaar 1969, die beduidend
hoger was dan die van het jaar daarvóór.
Maar na een ingenieuse uitleg drukte hij
het bestuur met zijn neuzen op de con
clusie dat 'eigenlijk elke partner 20.000
gulden bespaarde'. Gefronste wenk
brauwen en verbaasde gezichten, maar
niemand kon er een speld tussen krij
gen. En nog altijd staat dat soort eigen
zinnige hergroeperen van feiten bij inti
mi te boek als 'typische Van Beek-con
structies'.
Van Beek, gezeten in het huidige
GPD-kantoor aan de Haagse Casuarie-
straat, zegt met niet verholen trots dat
hij nadien slechts éénmaal het jaarlijkse
huishoudboekje met 11.000 gulden heeft
overschreden, voor het overige vertoon
de het telkenjare een overschot. Als hij
eind volgend jaar 'actief vut-er' zal wor
den, kan ook hij terugzien op een
boeiende tijd. Een periode waarin tal
van speciale diensten aan het GPD-pak-
ket werden toegevoegd, een periode ook
waarin het aantal buitenlandse corres
pondenten uitgroeide tot zeventien
('slechts vergelijkbaar met de NRC, die
er achttien heeft').
Niet goedkoop
Dat de GPD met zijn jaarbegroting
raison van zo'n kleine 10 miljoen gulden
geen goedkoop clubje is, beaamt hij rid
derlijk. Maar als altijd ligt het rekensom
metje klaar: de gemiddelde GPD-krant
bespaart met zijn lidmaatschapsgeld het
salaris van pakweg vijf, zes volwassen
redacteuren en krijgt daarvoor in de
plaats, een uitvoerig nieuwspakket dat
goed is voor een dagelijks minimum van
vier pagina's GPD-kopij.
Van Beek:"Veel meer dan het nationa
le persbureau ANP zijn wij de zintuigen
van het nieuws. Het ANP heeft daar
geen tijd voor. Een krant is de seconden-
wijzer van de tijd. Met het tikken van die
secondenwijzer - zeg maar die enorme
dagelijkse berichtenstroom - heeft het
ANP haar handen vol. Dat is een wezen
lijk verschil tussen ons beide: zij leveren
het nieuws als ruwe grondstof, en wij be
handelen het met verstand en gevoel".
En met geheven vingertje:"In alle fu
siegolven is er geen GPD-krant verdwe
nen. Ook de oprichters bestaan als krant
nog allemaal, terwijl er toch in een halve
eeuw tijd zo'n zestig Nederlandse kran
ten zijn verdwenen. En dat komt waar
schijnlijk omdat we net als toen niet te
rugschrikken voor de grootste journalis
tieke activiteiten".
Hij verhaalt gretig over een recente
stunt van een Indonesische GPD-redac-
teur die, eigenlijk op weg naar een pers
conferentie in Den Haag, vliegensvlug
de wijk nam naar de Filippijnen. Daar
aangekomen zoefde hij per taxi naar de
residentie van mevrouw Aquino, werd
daar aangezien voor een Indonesische
regeringsvertegenwoordiger en beland
de aldus binnen een mum van tijd in de
kamer van de kersverse first lady zelf.
Nadat hij haar had verduidelijkt dat hij
van de situatie geen misbruik wilde ma
ken, vuurde hij toch nog even een serie
vragen af en leverde de GPD per draag
bare tekstverwerker enkele ogenblikken
later telefonisch het allereerste inter
view met Aquino.
Uniek
Van Beek:"Ik bedoel maar: kranten
kunnen niet zonder samenwerking. En
wat de GPD op dat gebied in de wereld
doet, is uniek. Zoiets vind je nergens".
Ten slotte nog dit, waarde lezer. Mocht
dit artikel u geen snars interesseren, dan
gaat u geheel vrijuit. Want journalisten
horen eigenlijk niet over hun vak te
schrijven. Maar dit moest even gebeu
ren, want in deze tijd weet je maar nooit
of een 100-jarig jubileum er nog in zit.
Als bron voor dit artikel Is o.a. gebruik ge
maakt van een binnenkort te verschijnen
boek over de geschiedenis van de GPD, ge
schreven door Cor Meerbach (oud-hoofdre
dacteur van het Brabants Nieuwsblad).