'We stoeien met het Journaal' Druk avondje dubbelkijken TV-rubriek Nieuwe hoofdredacteur Peter Brusse: Gedreven cellospel Despalj Levendige Johannes Passion Helloise: zwaar op de maag Ik schaam me er niet voor, ik heb twee tv-toestellen boven elkaar staan, en sinds het Tweede Tele visietoestel is uitgevonden kijk ik dus al dubbel: twee beelden aan, een geluid aan, een geluid uit. Dat was, voor mij als tv-criti- cus, vooral handig toen het twee de net het eerste net kwam assis teren, want dan kon ik beide net ten in de gaten houden. Mij ont ging daardoor niets. Tegenwoordig kan ik negen netten ontvangen, maar dacht u nu dat ik negen toestellen op el kaar had gestapeld? Nee, het zijn nog steeds die twee, waardoor ik maar tweenegende van het we reldgebeuren kan coveren. Woensdagavond brak mij dat le lijk op. Drie verschillende Euro pacupwedstrijden werden gelijk tijdig uitgezonden, en dan was er ook nog een zender met de ver kiezingsuitslagen... een mens met een gezonde belangstelling voor extremen kwam ogen, oren en toestellen te kort! De bal lag bij de een nog niet bij de hoek- vlag, of hij werd bij de ander al door de keeper uit de lucht ge plukt! Was dat al tamelijk ver warrend, de verwarring steeg pas werkelijk ten top toen ik op de bovenste zender Joop den Uyl in debat zag met Ruud Lubbers en Ed Nijpels, en op de onderste zender Wim Kok met Ruud de Korte en Bert de Vries. De top en de subtop. Europacup 1 en Euro pacup 2. Joop zei iets en dan ant woordde Bert, waarop Ruud in de rede viel, maar welke Ruud, de Ruud van boven of de Ruud van onderen? En zei hij dat dan tegen Joop of tegen Wim? Had den we nog mazzel dat het Derde Net er nog niet was, want dan hadden we Max van den Berg, Piet Bukman en die jongen van Kamminga er ook nog bij gehad en zou het helemaal niet meer te volgen zijn geweest! Wim Kok werd nog even boos c.q. pisnijdig toen Bert de Vries opmerkte dat zijn CDA zich toch nog heel aardig gehandhaafd had, ondanks het maandenlange Ardennenoffensief dat de PvdA, het FNV en de VARA tegen de regeringscoalitie had uitgevoerd. Wim Kok zei zich te ergeren aan zulk onzakelijk gepraat, omdat hij zich immers ook niet beklaag de over de steun die de rege ringscoalitie had gehad van de AVRO en de KRO en aanverwan te organisaties (als ik mij goed herinner vergat hij De Telegraaf te noemen), waarop Bert de Vries opmerkte dat de heer Kok toch helemaal niet geheimzinnig hoefde te doen over die steun, waarop Wim Kok nog kwaaier werd dan hij al was, kortom: ik voorspel de PvdA nog een gou den toekomst, nu zij een man aan de top heeft die zich waratje nog echt boos kan maken over het Haags soort geneuzel en gechica neer dat blijkbaar bij de politieke omgangstaal hoort. Alles wat ge zegd wordt, wordt, alvorens aan de buitenlucht te worden bloot gesteld, omwikkeld met een soort isolatiemateriaal (roc- kwool, piepschuim), waardoor elk woord met een zacht plofje neerkomt zonder ook maar enige blikschade te veroorzaken. Schuimt en kan niet krassen. Al leen blijkt Wim Kok nu juist al lergisch te zijn voor dat wollige, dat indirecte, dat versluierende taalgebruik en roept au!, waar anderen in slaap gewiegd wor den. Hoe kan het nou toch be staan, riep hij ongeveer uit, dat het CDA nu nog staat te juichen terwijl er verlies geleden is? Ant woord van Bert de Vries: we V-f J ■rv» J m*zr door 1 Nico Scheepmaker gaan toch ook niet jammeren als we gewonnen hebben! Wilt u geloven dat ik daar een tijdje over heb zitten nadenken? Ontkrachtte De Vries daarmee nu Koks opmerking, of versterk te hij deze alleen maar? Er zat een zekere logica in: jij vindt het gek dat ik hoera roep als het stor tregent (terwijl ik net op het punt stond uit kamperen te gaan), maar je vindt het toch ook niet gek als ik in dezelfde situatie in jammerklachten uitbarst als de zon schijnt! O nee? Ik denk dat Wim Kok dat net zo idioot vindt! Bovendien, nu ik er nog eens goed over nadenk, zei De Vries niet dat het CDA immers ook in gejammer uitbarst als het ge wonnen heeft, zoals het in ge juich uitbarst als het verloren heeft, nee, hij zei: we gaat toch ook NIET jammeren als we ge wonnen hebben! Eerst sugge reert hij dus dat het logisch is dat hij hoera roept bij verlies omdat hij ook bah roept bij winst, maar in werkelijkheid (als je alle isola tiemateriaal eraf gepulkt hebt) zegt hy dus dat hij verbaasd is dat Wim Kok het raar vindt dat hij juicht by verlies, terwijl deze het toch niet verbaasd zal zijn over het feit dat hy NIET jam mert bij winst. Kunt u het nog volgen? Ikzelf nauwelijks. Maar ik weet wel dat ik gelijk had een tijdje over die 'riposte' van Bert de Vries na te denken, want ze klopt van geen kanten. Ik be dacht even dat voetbaltrainers hetzelfde doen: de eigen tekort komingen versluieren, de sterke punten van de tegenpartij af zwakken. Maar dat is in feite niet zo. Voor de wedstrijd zal de trai ner eerder de kwaliteiten van de tegenstander overdrijven, en heeft die tegenstander de wed strijd eenmaal gewonnen, dan zal hij weliswaar wijzen op eigen gebrek aan geluk, op gemiste kansen, maar hij zal ook de te genstander de hemel in prijzen ('ze waren domweg te sterk voor ons'). Dat is het wat zo tegenstaat in dat politiek gebabbel in Den Haag: ze zyn niet sportsmanlike. No cricket. En no squash. Peter Brusse (50) is sinds een halfjaar hoofdredacteur van het NOS-Journaal. Voor die tijd werkte hij 21 jaar als correspondent in Londen en vanaf 1978 in dezelfde functie voor datzelfde journaal. Daarvoor werkte hij twee jaar bij de Haagse Post, maakte zijn rechtenstudie niet af en pleegde als kleuter een aanslag op een trein van de bezetter. HILVERSUM (GPD) - In het öor- logsjaar 1941 sluipen in de buurt van het Noordhollandse Bergen twee jongetjes van 4 en 5 jaar langs de spoorbaan. Wanneer niemand kijkt, zetten de twee een wissel om en maken zich uit de voeten. Even later neemt een Duitse trein een verkeerd spoor en belandt in het zand. De aanslag van het Kleuter- verzet is gelukt. „We, mijn broer Mark en ik, durfden drie dagen het huis niet uit", zegt Peter Brusse (50) er nu over. Het zou bij die ene verzetsdaad blijven. „Ik heb daar na nooit meer de neiging gehad om een trein te laten ontsporen". In die tijd werd de meest Engelse van de Brussefamilie nog Bolke genoemd. „A. D. Hildebraodt, de schrijver van Bolke de Beer, kwam toen bij ons over de vloer en ik zag er uit als een beertje, dus heette ik Bolke. Toen ik eenmaal naar de la gere school ging, vond ik het niet zo leuk meer en werd ik weer Pe ter. Veel later, toen ik correspon dent in Londen was, heb ik Bolke nog een keer gebruikt. Er waren mensen uit Nederland die het niet eens waren met mijn verslagge ving over de mijnwerkersstaking in de Volkskrant. Ze schreven mij een brief boordevol bezwaren die pertinent niet waar waren. Ik heb ze toen teruggeschreven en ze aan geraden hun feitenkennis op te vij zelen en ze aan bevolen eens Bolke de Beer te lezen. Die mensen wa ren daar zo kwaad over, dat ze een scriptie uitgegeven hebben over Bolke de Beer en mij onder de ti tel: 'Oom Peter weet het beter', waarin onder meer myn brief was opgenomen. Verder spraken ze in die scriptie van grote schande en onrecht". door Fred van Garderen Uit die Londense tijd kennen ve len hem, want Brusse was 21 jaar correspondent in Engeland voor de Volkskrant. De laatste 7 jaar be kleedde hij dezelfde functie voor het NOS-Journaal, waar hij sinds september vorig jaar hoofdredac teur van is. „Waarom eigenlijk? De uitdaging trok me wel aan". Met deze overige stap is er wel veel veranderd. Zijn dagtaak ziet er heel anders uit: „Ik heb altijd al leen gewerkt en nog nooit zoveel vergaderd als de laatste zes maan den. Dat is wennen. Er komen zo veel meer toestanden op mij af. Ik praat met mensen over onderwer pen, hoe ze het aanpakken en wat de faciliteiten zijn. En zo ben je veel meer met andere dingen bezig dan het Journaal zelf. De grote strijd is dan ook om zoveel moge lijk het journalistieke werk te kun nen blijven doen en waar mogelijk het manageriale af te stoten. Dat is soms een probleem". „Het is dan ook een hele over gang voor me geweest. En je weet het natuurlijk wel van tevoren, maar dat is bij trouwen ook zo. 'Je weet toch wel wat je deed toen je ging trouwen?' 'Ja hoor, ik wist wat ik deed toen ik ging trouwen'. Jk bedoel maar...hahaha. Ik heb in veel opzichten heimwee naar En geland. Maar ja, als je ook 21 jaar ergens gewoond heb en je kent alle gebruiken en gewoonten van dat land, dan zijn er ook een heleboel dingen waar je heimwee naar kan hebben. Heeft niet iedereen heim wee naar de zonnige vakanties als kind aan zee? Dat is nu verleden tijd. Je gaat toch weer terug naar het land waar je geboren bent, zo als dat heet. Het was wel een moei lijke beslissing, een zeer moeilijke beslissing". „Nadat ik benoemd was als hoofdredacteur van het Journaal sprak iedereen er over dat ik er een Engels tintje aan zou gaan geven. Al zou ik dat willen dan nog kan dat niet. We zijn nu eenmaal Hol landers en hebben onze eigen ideeën over nieuws. Ik zal onge twijfeld beinvloed zijn door mijn verblijf in Engeland, maar of dat weer te vertalen is naar het Jour naal toe en of de de hier werken er toe bereid zyn om die invloeden over te nemen, lijkt mij sterk". „Het Nederlandse journaal is veel trager vergeleken met het En gelse, maar dat is nu eenmaal onze opvoeding en traditie. In Engeland leer je het op school, hier niet. Mijn kinderen gingen met hun vijfde in Londen naar school en moesten el ke week thuis als huiswerk een op stel maken. Op den duur werkt dat door. Dat zie je toch ook bij politi ci. Thatcher is kort en krachtig in haar bewoording, zeer ter zake doende. Tak, tak, tak... Dat zie je Lubbers nooit doen. Ieder volk krijgt dan ook het Journaal dat het verdient". „We zijn wel aan het stoeien met het Journaal. Niet met grote con cepten, maar geleidelijk aan. We zijn nu bijvoorbeeld het half-elf- journaal aan het bijspijkeren. Dat wordt nu teveel beschouwd als een stiefkind. Het is te statisch en moet veel levendiger. En het moet een eigen gezicht krijgen. Elk Journaal moet dat op den duur krijgen. Het half-zesjournaal is al anders dan het acht-uuijournaal. En de resul taten zijn er naar, want het aantal kijkers stijgt". „De kijkcijfers van het half-zes journaal bijvoorbeeld zijn in een jaar tijd verdubbeld. Het is kenne lijk de formule die werkt. Daar komt bij dat Maartje van Weegen vertrouwenswekkend en geliefd is en zo moet het ook. Nieuwslezers hebben nu eenmaal die rol. Ze moeten die mijnheer of mevrouw van om de hoek zijn die vandaag voor ons het nieuws hebben bijge houden". Natte voeten „Iets is nieuws als het de mensen bezighoudt. Ik ben er bijvoorbeeld altijd voor geweest om het weer, als dat opvallend is, een belangrij ke rol te laten spelen in het nieuws. De mensen praten daarover en wil len weten hoe het verdergaat. Een voorbeeld: ten tijde van Vietnam was het in Engeland op een dag beestenweer. Sneeuw, hagel, storm, nattigheid, vreselijk. Het BBC-news op tv, de nieuwslezer verschijnt in beeld en begint: 'Good evening. This is the first ti me that I'm reading the news with wet feet. In Vietnam...' (Goeden avond. Dit is de eerste keer dat ik het nieuws lees met natte voeten. In Vietnam...)". „Dat vind ik fantastisch, want die man zegt wat de mensen in de huiskamers voelen. Ze zyn door het slechte weer later thuis geko men, omdat de treinen vertraging hadden of om dat ze niet konden fietsen. Als die man begonnen was met 'Goedenavond. In Vietnam...', dan had iedereen gedacht 'wat zal mij dat een rotzorg zijn'. Maar nu zegt hij 'natte voeten' en iedereen denkt 'verdomd, hij heeft ook natte voeten'. Dat schept een band en na het constateren van die natte voe ten, want het hele land heeft nu eenmaal natte voeten, kan je als nieuwslezer beginnen met 'In Viet nam...'. Kijk, en dat is mijn credo". „Bij het Journaal zitten nog men sen aan wie je kunt merken dat ze met radio zijn opgevoed. Bij het Jeugdjournaal is dat anders. De mensen daar zyn visueel zeer ideeënrijk. Ze zijn dan ook het voorbeeld voor de andere Jour naals. Ze praten elk onderwerp lang door; hoe ze het aanpakken en hoe ze het in beeld brengen. Hoe maak je het begrijpelijk voor de kijkers Je kan dan ook merken dat bij het Jeugdjournaal mensen werken die met tv zijn opgevoed. Dat zie ik terug bij mijn kinderen, die zijn ook met tv opgevoed. Ze zien andere dingen, zijn visueler. Ik denk dan ook dat mijn generatie teveel vast zit aan woorden en uit spraken". „Voor ons zijn de woorden van een politicus zijn daden. Maar dat geldt niet meer voor de tv-genera- tie. Die kijken ook naar de glim lach en naar de wijze waarop een hand wordt gegeven. Wat je vroe ger niet in de krant kon beschrij- Peter Brusse: 'Het Nederlandse journaal is veel trager dan het En gelse'. (foto GPD) ven is nu belangrijk geworden. Het was een gimmick toen Gorbatsjov en Reagan bij elkaar kwamen. Die beide dames die dat theekransje gingen doen, dat is voor de tv ge maakt omdat het iets zegt dat je niet in woorden kunt uitdrukken". „De Amerikanen hebben nu ge zien dat Russen gewone mensen zijn, die er ook nog aardig uitzien. Door tv krijg je dus andere metho den van communiceren en ik denk dat de jonge generatie dat eerder ziet en door heeft en ook makkelij ker mee kan werken. Bij de verkie zingen zie je het toch ook. Het wordt allemaal visueel gemaakt. Eén grote luchtballon en natuur lijk is het gimmick, maar je kunt het niet meer wegdenken". Oorlogsroman „In Engeland kunnen ze zo af en toe prachtige journaals maken. Die zijn dan nauwelijks te onderschei den van een tv-serie; pure stories. Op een gegeven moment was een man gearresteerd die allerlei jon gens verleid bleek te hebben. Hij nam ze mee naar huis, beleefde wat pret met ze, sneed ze vervolgens in mootjes, kookte ze en probeerde van die stukken af te komen. Een waanzinnig verhaal. Maar hoe dat in beeld gebracht werd, was fantas tisch. Tentenkampen van polities, onderzoekingen op straat, com mentaren van functionarissen. N iet te onderscheiden van een po litieserie. En iedereen vond het prachtig". „Daar heb je een heel duidelijk verschil met Nederland. Hier zegt men: 'Dat kan toch niet; dat is toch verschrikkelijk. Hoe kan dat nou. Twintig mensen opgegeten, ge kookt, weggegooid. Schande'. De Engelse kranten daarentegen schreven helemaal niet over de schande, maar gaven een verslag van het surrealistische detective verhaal. Dat het een schande is. kan altijd later nog gemeld wor den. Dat is voor de Nederlanders wel eens verwarrend". „De Falklandoorlog was ook één grote oorlogsroman. Ik heb nog nooit zo met de bek open gestaan als toen dat theater werd opge voerd. Ik kan me herinneren dat het leger vanuit Southampton ver trok. Vlak voor het vertrek moest nog even getrouwd worden, in uni form natuurlijk. Om twaalf uur moesten ze weg. En terwijl het bruidje dèar bibberend in haar wit te japonnetje op de kade stond, marcheerden die jongens voorbij. Haar nieuwbakken man ook. Maar een soldaat mag niet omkijken. Dus die jongen marcheerde tak, tak, vlak langs haar heen zonder te kijken. En de tv-camera's stonden daar weer bovenop. Heel luguber, maar het was één groot oorlogs spel". „Hetzelfde laken een pak was het met de mijnwerkersstakingen. Ook allemaal spel en het genieten er van. Het genieten van het pos ten. De strijd van de helden; alle maal romantiek. Hier gaat het puur om de knikkers. Daar niet. De machtigste vakbond ter wereld had toch veel meer kunnen berei ken? Ze kunnen verlammen, dat wel, maar er is in Engeland toch veel meer armoe en ellende dan hier. En dat komt, omdat ze genie ten van het spel". Concurrentie „In elk land wordt op tv rommel uitgezonden, ook in Engeland. Maar het peilUfet er hoger dan hier. Het systeem werkt daar dan pok uitstekend. De Nederlandse tv is zo versnipperd, te verzuild. Daar door is er een verspilling van ta lent. Dat talent zou je bij elkaar kunnen brengen en met elkaar kunnen laten concurreren. Het moet uitgebuit worden. Hoe dat moet, weet ik niet. Daar ben ik ook niet voor. Maar ik geloof sterk in concurrentie". „Het NOS-Journaal zou ook een concurrent moeten hebben. Net als een krant dat heeft. Die concurren tie komt niet uit het buitenland. Duitsers, Engelsen en Fransen kunnen nog zulke mooie journaals maken, maar uiteindelijk maken ze dat voor eigen publiek. De mensen in Nederland willen tóch liever we ten wat Lubbers doet dan wat Mit terrand of Kohl doen. In Ierland kan men alle Engelse zenders ont vangen, maar het Ierse nieuws blijft het best bekeken. Dus de concurrentie zal uit het binnenland moeten komen. Commerciële tele visie zou een oplossing kunnen zijn, maar nogmaals, dat weet ik niet, want daar ben ik niet voor". „In Engeland concurreert ITV met de BBC. Dat is een harde strijd, maar het levert wel goede nieuwsuitzendingen op. Toen en kele jaren geleden het commercië le televisiejournaal staakte, had de BBC een paar maanden het rijk voor zich alleen. 'We hebben nog nooit zo'n slecht journaal ge maakt', zei de hoofdredacteur van het BBC over die periode, 'want we hadden immers geen concurren tie". „Er wordt ook erg veel geld aan nieuws gespendeerd. Het is heel raar, maar waar ook bezuinigd wordt, niet op het nieuws. Sterker nog, ze krijgen elke keer weer meer geld. Alles wordt ook steeds duur der. Daar komen steeds meer mo gelijkheden voor in de plaats. Ik wil niet zeggen dat het met spron gen vooruit gaat, maar bij elke ramp of uitbarsting zijn er weer een aantal faciliteiten bij, die wel meer geld kosten. Je kunt moeilijk zeggen; 'interessant die vulkaan uitbarsting in Columbia, laat dat filmpje maar met de KLM overko men dan zenden we het morgen of overmorgen wel uit'. Dus dat moet per satelliet en dat kost f 10.000.-. Dan heb je een paar minuten. Maar die moet je wel hebben". „Op het NOS-Journaal wordt wel bezuinigd en flink ook. Op dit moment vijf procent van het totale budget en het ziet er naar uit dat het volgend jaar oploopt naar ze ven en een half procent. De men sen die hier echt alles van geld af weten, zeggen dat ze dan niet meer weten hoe ze het moeten doen. Dan moeten we echt in eigen vlees gaan snijden. De buitenlandcorres pondenten komen nu al minder in beeld en bellen hun verslag door dat dan weer onder het filmpje wordt gezet. Daar mee besparen we de huur van een studio. Maar ik zou niet weten wat we nog meer zouden moeten inleveren. We zijn nu al zo afhankelijk van de Eurovi sie. Als we van hen geen beelden zouden ontvangen, hadden we he lemaal geen buitenlands nieuws. Concurrentie zou daarom een op lossing zijn. Hebben zij het geld dan krijgen wij het vanzelf'. Recital door Valter Despalj.violon- cello en Arbo Valdma, piano. Sona tes van Boccherini. Chopin en Franck. Gehoord op 21 maart in de kapelzaal van K&O. LEIDEN De Mozart van de cello: zo zou men Luigi Bocche rini kunnen noemen. Levend in dezelfde tijd als Mozart, schreef Boccherini, die zelf cellist was. veel kamermuziek in een galante stijl die wordt gekenmerkt door snel wisselende affecten (ge moedsaandoeningen). Hieronder talloze strijkkwintetten met twee celli en een aantal celloconcerten en -sonates. Van deze laatste speelde de Joegeslavische cellist Valter Despalj die in G. Ondanks de open, vrolijke toonsoort heeft het eerste deel, een largo, een ge laden karakter. Het tweede, alle gro alla militaire doet inderdaad aan militaire trommels denken, terwijl het laatste menuet een vriendelijk, converserend karak ter heeft. De cellist liet de karak ters duidelijk horen op zijn oude Italiaanse cello, waaruit hij een zangerige, flexibele toon wist te halen. Cellist Valter Despalj en pia nist Arbo Valdma gaven een ver schillende indruk, de eerste ex travert en de tweede introvert. Valdma, die zich een betrouwba re partner toonde, maakte zich uiterst ondergeschikt door zijn vleugel de gehele avond dicht te laten. In Chopin ging dit ten kos te van de expressie en werd de cellist daardoor een solist, iets dat niet strookte met de compo sitie. Na de pauze durfde de pianist zich. aangevuurd door een ge passioneerde cellist, meer te la ten gaan in César Franck's (eni ge) cellosonate. Deze sonate heeft de componist oorspronke lijk voor cello geschreven en zelf veranderd in een vioolsonate, in welke vorm hy byna uitsluitend gespeeld wordt. Met name in de eerste twee delen komt de war me celloklank uitstekend tot zijn recht. Indruk maakten het gedre ven tweede deel (allegro), het verstilde recitatiefachtige derde deel en het laatste, een kunstig gecomponeerde canon. Pianist en cellist bleken muzi kaal en technisch aan elkaar ge waagd in hun veeleisende partij en en stuurden op een bewogen en briljant slot aan. De groots heid van de gotische Franse ka thedralen kwam in de organist- componist Franck naar voren en vormde een waardige afsluiting van dit concert. FRANK DEN HERDER tengezelschap 'Sempre Crescendo' o.l.v. Bastiaan Blomhert. Solisten: Marianne Koopman, sopraan. Anke ZuithofT, alt, Ruth Pos, tenor, Wim van Meeuwen, bas. Piet Korteknie, bas. Gehoord op vrijdag 21 maart in de Lokhorstkerk in Leiden. LEIDEN Puur en met een uit stekende behëersing van de stijl vertolkte gisteravond het Madri gaalkoor en Orkest van het Stu dentengezelschap 'Sempre Cres cendo' de Johannes Passion van J.S. Bach in de Lokhorstkerk. Het karakter van de Johannes Passion lijkt en is (en niet alleen in de tijdsduur) veel gedronge- ner. feller en impulsiever dan de Mattheus welke veel gevoeliger, bespiegelender en evenwichtiger is. Hiermede heeft Bach beide evangelisten met Rembrand- tiaanse duidelijkheid geschil derd: Mattheus: groot, slank, in nemend en evenwichtig, terwijl Johannes gezet, heftig van ge baar en impulsief was. Waar Mat theus subjectief weergeeft en steeds laat merken dat hij het zelf meebeleeft, heelt Johannes het verhaal meer als historicus genoteerd, zij het dan als één die de gebeurtenissen scherp en fel beschrijft, maar als zijn gevoel geraakt wordt, dan volgt er een heftige uitbarsting. bempre Crescendo vertolkte op intelligente en levendige wy- ze, waarbij alle partijen met evenveel egards werden behan deld: voorslag en versieringen op de tel, terwijl trillers over het al gemeen rustig en snel werden gespeeld. Hoewel de maatvoe ring in de koorproloog wat aan de lage kant lag, wist dirigent Blomhert het tempo (en de span ning) in een fraaie dosering op te voeren tot vitale hoogte. Heel mooi in deze uitvoering was ook de solistenkeuze, zoals al direct tot uitdrukking kwam in de in dringend gezongen bas-aria met koor 'Eilt, ihr angefocht'nen See- len' door Wim van Meeuwen, ter wijl Piet Korteknie de Christus partij op warme en integere wijze gestalte gaf. Van niet minder dramatische kracht was de natuurlijke alt van Anke Zuithoff in het indringen de 'Es is vollbracht', terwijl de sopraan Marianne Koopman diepe indruk achter liet met haar gevoelvolle 'Zerfliesse, mein Herze' in een wonderschone om lijsting van hobo en fluit. Het uit stekend vertolkte slotkoor en ko raal vormde tenslotte een waar dig einde aan deze Johannes Passion, waaraan Sempre Cres cendo gisteravond een levendig en puur karakter gaf. ANNEKE VAN VLIET Leids lloise; gehoord op 21 Vrijetijdscentrum. Met: Stan Verbraak - zang. Arjan Boogerd» - gitaar. Ben Blaauw - gi taar. Ernst van Ee - drums en Mar- chell Remeeuws - bas. LEIDEN - Glasheldere en sym pathieke hardrock die ook voor de niet-liefhebbers, van wie on dergetekende er één is, smakelij ke ingrediënten bevat, staat er op de debuutelpee van Helloise. Van dat heldere soepje was tij dens het concert gisteravond in het LVC, weinig meer te herken nen. Het zeker voor LVC-begrip- pen enthousiaste, matig opgeko men publiek kreeg in plaats daarvan een loodzwaar op de maag vallende schotel opge diend die van elke originaliteit was gespeend. Er bleek stamp pot uit de gaarkeuken op het me nu te staan. Hoofdschuldige was de 'geluids kok' die er gedurende het hele optreden maar niet in slaagde om de roffels van drummer Ernst van Ee een passende plaats in het geluidsbeeld te verschaf fen. De vlijtige slagwerker sloeg zodoende alles dicht, waardoor mensen met nog enig mededo gen voor de geluidsorganen min of meer werden gedwongen zo ver mogelijk van de speakerflats te gaan staan. Stan Verbraak, een zanger met kwaliteiten, is op het podium aan de onuitstaanbare kant. Hij maakt zich schuldig aan blijk baar in hardrockkringen onui troeibare demagogie die werkelijk kant noch wal raakt. Voortdurend kiest zijn gebalde vuist het luchtruim. Dit om tek sten als 'We are strong/We have right/Rock Tonight' kracht bij te zetten. De babbels tussendoor kan hij beter achterwege laten. Wie nu nog niet weet dat num mers op elpees staan... Met het koppel Boogerds- Blaauw heeft Helloise vooral ra zendsnelle gitaristen in haar midden. In het begin vormden de gitaristische interacties van de twee een lust voor zowel ogen als oren - zeker wanneer ze on danks hun onnavolgbare sprin tjes over de snaren volstrekt synchroon aan elkaar bleven Drie van deze showtjes en je hebt het echter wel gezien. En ge hoord. De twee doken echter hal verwege byna elk nummer voor aan het podium op om vorenmel- de act nog eens dunnetjes over te doen. Met wel goed uit de verf komen de stukken als 'Cosmogony', 'So le Survivor' en de fraaie ballad 'Run a mile' bewees de groep wel degelijk wat in haar mars te heb ben. Een en ander neemt niet weg dat het verschil tussen Hel loise op de plaat of op het po dium te groot is en zo iju en dan zelfs vervreemdend werkt. Hel loise-live klinkt en oogt als bijna elke andere hardrockband, Hel loise thuis op de eigen speakers en onzichtbaar levert het beeld op van een genuanceerde band die zijn hoofd voor meer dan headbangen gebruikt. WIM KOEVOET

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 37