Inspiratie bestaat voor Coot van Doesburgh niet Kijken naar de komeet TV-rubriek ipV i ■pr* J door Nico Scheepmaker Frans Strijards maakt van Oidipoes rare vertoning 'We pakken trends aan' ZATERDAG 15 MAART 1986 RADIO-TV-KUNST PAGINA 33 In de bezienswaardige film 'Abel' van Alex Warmerdam is sprake van een jongeman, die (aanvankelijk) zijn huis niet uit durft en de buitenwereld alleen maar kent via zijn verrekijker, waarmee hij naar buiten kijkt. Zelfs televisie is voor hem een gesloten boek, omdat zijn vader geen tv in huis wil hebben. Het 'venster op de wereld' dat hij moet missen, verwerft hij zich dus letterlijk door met zijn verre kijker het leven buiten te bespie den. Ikzelf prijs mij gelukkig dat ik in het tijdperk van de televisie leef. Niet alleen dat ik mij niet goed meer een leven zonder tele visie zou kunnen indenken, maar ik ben er ook heilig van over tuigd dat het leven er een stuk leuker en levendiger door is ge worden. Een leven 'vol aroma', zal ik maar zeggen. Wim Kan zei dan wel dat de televisie het leven niet verrijkte maar verrekte, maar ik vind dus dat dat verrekte leven aardig verrijkt is door... nou ja, door alles eigenlijk. De goede dingen en de slechte din gen, die nu eenmaal niet zonder elkaar kunnen bestaan, zoals elk ding ook zijn schaduw meetorst. Neem nu bijvoorbeeld de ko meet Halley. In het boek 'Hal ley's Comet' van The New York Times lees ik dat een fabrikant van telescopen zijn produkt de 'Cornet Catcher' heeft gedoopt: de Kometenvanger, maar dat een komeet, in tegenstelling tot een meteoor, helemaal niet moeilijk te vangen is, omdat nu eenmaal bekend is waar een komeet zich dan en dan bevindt. In het boek wordt de belangstellende aange raden eerst even bij zichzelf na te gaan met welke apparatuur hij ter wereld is gekomen alvorens dure apparatuur aan te schaffen, en hij krijgt dan te horen dat het OOG een niet te onderschatten instrument is. Alleen... de on geoefende amateur is zich er te weinig van bewust dat het oog enige tijd nodig heeft om zich aan het donker aan te passen. Als hij na een paar minuten staren in de duistere nacht nog niets ziet, geeft hij het schokschouderend op en denkt dat de komeet Hal ley niet voor hem is weggelegd. De experts raden echter aan om de ogen 20 tot 30 minuten aan het donker te laten wennen, omdat zij dan pas werkelijk in staat zijn als 'Cornet Catcher' te fungeren! Maar wie heeft in deze jachtige tijd nog het geduld om twintig tot dertig minuten uit te trekken voor het aanpassen van zijn ogen aan het duister? Gelukkig is daar nu de televisie, die al deze slo pende werkzaamheden voor ons verricht en de komeet Halley pasklaar voor ons op het scherm zet! Ik heb natuurlijk tot half 2 in de ultravroege vrijdagochtend zitten kijken, en mij niet verge noegd met het opnemen van de beelden op de video, want ten eerste is het voor mij maar hele maal de vraag of beelden die acht minuten naar de aarde onderweg zijn zich überhaupt wel op een video willen laten vastleggen, en ten tweede wil ik straks, als ik bij de Hemelpoort door Petrus (ram melend met de sleutels) onder vraagd word, niet graag met de mond vol tanden staan als hij van me wil weten of ik wel recht streeks naar de eerste maanlan ding, naar Joe Fraser-Muham- mad Ali, naar Open het dorp, en naar de komeet Halley heb geke ken? Ja baas. Allemaal? Ja baas. Kom d'r dan maar in, jongen! In dat boek, 'The New York Ti mes Guide to the return of Hal ley's Comet' is voortdurend spra ke van 'the Oort Cloud", de Oort Wolk, die uit honderden miljar den fragmentjes bestaat en zich halverwege de aarde en de, dichtstbijzijnde ster bevindt. De nu 85-jarige Jan Oort bevond zich in het ruimtevaartcentrum in Duitsland waar alle gegevens van de Halley die door de Giotto naar Aarde werden geseind bin nenkwamen, wat voor mij een zelfde wonderlijke gebeurtenis was als wanneer Rembrandt van Rhiin vandaag de dag in een spe ciaal voor hem versierde fauteuil te midden van zijn schilderijen in het Rijksmuseum zou zitten. Zodat je even een praatje met hem kon maken, hem kon com plimenteren met zijn Joodse Bruidje en hem even de hand kon drukken. Daar zat hij dan toch maar. pratend met Hugo van Rhijn: Jan Hendrik Oort, ge boren op 28 april 1900 in Frane- ker, een van de grootste astrono men ter wereld, en dank zij de televisie konden wij van hem ho ren dat hij eigenlijk niet zo erg in kometen geinteresseerd was. maar meer met het ontstaan van het heelal. Zo zijn er omstreeks 1684 vermoedelijk Engelsen ge weest (een koeherder, een mars kramer?) die Isaac Newton, die overigens goed bevriend was met dc Engelse astronoom Ed- mond Halley. onder zijn legenda rische appelboom hebben zien zitten, toen hij aan de hand van vallende sterappeltjes de gravita- tietheorie opstelde... Nee, ik zou de televisie voor geen goud willen missen! In 'Abel' kijken Abel en zijn vader, ieder met zijn eigen verrekijker, zijn bloedeigen verrekyker. uit twee verschillende woonkamers naar elkaar. Ik hoopte vrijdag nacht wel een beetje dat ze op de Halley niet tegelijkertijd naar ons, althans naar de Duitse tele visie zouden kijken, want dan zouden ze daar gezien hebben dat de Duitsers rond deze unieke eerste blik in het hart van Halley een amusementsprogramma hadden gebouwd met zang en dans, als ware het een peepshow. Dat vond ik - hoe zal ik het zeg gen - oneerbiedig, om niet te zeg gen: ordinair. Coot van Doesburgh: 'Ik weet alles i 'Oidipoes' van Sophocles door Arti kelen Projekten. Met: Karstine Hovingh, Els Ingeborg Smits, Gijs de Lange, Theo Pont, Titus Muize- laar en Hans Ligtvoet. Regie: Frans Strijards. Gezien op 14 maart in het LAK, aldaar nog vanavond te zien. LEIDEN - Op het lijstje van spraakmakende regisseurs gooit Frans Strijards vast en zeker ho ge ogen. Meestal betekent zo'n omstreden positie, dat er twee kampen van voor- en tegenstan ders ontstaan. Ook hier is dat het geval en het is maar de vraag, of deze voorstelling met een toe- ters-en-bellen-regie Strijards' te genstanders zal kunnen 'beke- Over zijn bedoelingen met de ze enscenering van de beroemde Griekse tragedie valt heel wat te speculeren. Het zou als parodie, als theaterhistorisch commen taar, als anti-voorbeeld, als pro vocerende herbezinning enz. op te vatten zijn. Daarnaast biedt de allerminst duidelijke, maar veel gehoorde kreet 'postmodern' ook nogal eens uitkomst bij in terpretatiemogelijkheden. een voorstelling er niet per se boeiender op. Deze produktie is een rare en nietszeggende verto ning, die je kennelijk mooi of in elk geval interessant moet vin den om mee te tellen. De acteurs, die Oidipoes en de (blinde) ziener Teiresias spelen, gaan bijvoorbeeld schuil achter flinke maskers met een versie ring die aan kindertekeningen doet denken. Nu hebben mas kers in de toneelgeschiedenis een belangrijke rol gespeeld, en het is dan ook aan te nemen, dat Strijards op de een of andere ma nier daarbij aansluiting heeft ge zocht. Maar uit de voorstelling blijkt dat niet op welke manier. Daar voor zijn die maskers te onhan dig en dwingen ze de acteurs om met een zendmicrofoon te werken. En als je je eenmaal daaraan bent gaan ergeren, le vert de bewerking alleen maar meer irritatie op, wat zich tot er gernis ontwikkelt, als blijkt-dat dit gedoe consequent wordt vol gehouden. Elke voorstelling heeft in zekere zin zijn eigen pu bliek. Als een stuk zich echter zo nadrukkelijk op een klein clubje ingewijden richt, is dat een kwa lijke zaak. WIJNAND ZEILSTRA AMSTERDAM (GPD) - Terwijl zij de tabak in rijstpapier rolt, zegt Coot van Doesburgh: „Geen haar op mijn hoofd die er ooit aan heeft gedacht om vertaalster te worden. En vroeger ook niet columniste, als kind wist ik niet eens wat dat was, dat het bestond". Inmiddels heeft menigeen, wellicht voor een deel onbewust, kennis genomen van haar werk, want naast haar co- lumns in dag- en weekbladen voor zag zij de laatste jaren tegen de der tig Engelse films van Nederlandse ondertitels en vertaalde zij twee to neelstukken, 'Top Girls' en 'Step ping out'. Bovendien doet ze wekelijks, op vrijdagmorgen, produktiewerk voor het onderdeel 'De koffer' (waarin bekende Nederlanders een onmogelijke opdracht krijgen) van het VPRO-radioprogramma 'Het Gebouw' en niet zo lang geleden voegde zij een nieuwe dimensie toe aan haar activiteiten met het schrij ven, van een sketch voor het jong ste theaterprogramma van Martine Bijl. Toen de in 1943 in Rotterdam ge- I boren Coot nog op school zat, had ze geen idee wat ze wilde worden. Nadat ze op het gymnasium was gestrand, ging ze naar de mms: „Ik I heb de middelbare school met bui tengewoon veel tegenzin gedaan. Nooit huiswerk gemaakt, ik wist niet eens hoe dat moest. Nooit iets kunnen doen wat moest voor ande- ren. Daar zat wel een aanwijzing in dat ik niet geschikt was voor dage lijkse banen, om onder een baas te werken. Maar dat weet je dan alle maal nog nietje denkt gewoon dat je de meest luie van de klas bent en dat is zielig, dat is erg en wat doe je iedereen veel aan". Desondanks voltooide zij de mms op haar sloffen: „Ik heb op school altijd voorkeuren gehad, ook weer zonder te werken. Het i één vloog mij aan en het andere niet. Ik heb voor Engels altijd zeer hoge cijfers gehaald. Frans kan ik redelijk, maar het kost mij moeite en Duits spreek ik geen drie woor den: als ik 'Guten Morgen* zeg, vind ik dat al bespottelijk klinken. Engels is 'mijn' taal gewoon. Daar om ben ik, denk ik, ook naar Enge- land gegaan, waar ik een paar (foto gpd) maanden jn Oxford op zo'n school Zo'n tien jaar geleden was Coot van Doesburgh één seizoen op de televisie te zien als presentatrice van het kinderprogramma 'Dames en heren' van de KRO. Ze vond het echter rustiger om achter haar bureau te zitten en stukjes te schrijven. Haar columns verschijnen inmiddels in het Parool, het Vrije Volk, Intermagazine, Viva en NRC Handelsblad. In deze laatste krant geeft zij al zes jaar haar visie op sport, hoewel zij, toen ze daarvoor werd gevraagd, van dit onderwerp nog nimmer kaas had gegeten. Sinds kort houdt zij zich ook bezig met het vertalen van toneelstukken uit het Engels. Dit seizoen kwamen daarvan de eerste resultaten op de planken: 'Top Girls' en 'Stepping out'. Momenteel heeft zij 'Favourite nights' onder handen, in opdracht van Theater in Arnhem, gevolgd door 'Agnes of God', wat Linda van Dijck gaat doen in een vrije produktie. door Frans Doeleman heb gezeten waar je heel ingewik keld Engels leert en alles moet om schrijven in synoniemen". „Daarna ben ik heel direct ge trouwd, omdat ik eigenlijk ook niet wist wat ik anders moest. Dat was wel prettig, dan hoefde ik verder geen keuzen te maken. Dat heeft een jaar of vier geduurd en toen ben ik gescheiden. Ik was 24 of zoiets en ben in Amsterdam naar de sociale academie gegaan. Ik heb ook echt maatschappelijk werk ge daan, maar na een paar jaar bevie len die vaste werktijden mij niet meer zo. Het werk vond ik heel leuk, de collega's wat minder. Je hebt bijvoorbeeld jongetjes in Am sterdam die zich staan te prostitue ren op het Rembrandtplein: even een krul in en in een minuut lekker veel geld verdiend en heel gauw een brommer bij elkaar". „Dus heel begrijpelijk. En dan dat heilige gezeur van die maat schappelijk werkers dat zo'n kind een krantenwijk moet nemen. Ja. dan heeft-ie in zes jaar een brom mer bij elkaar. Je moet ook een beetje praktisch blijven. Het is misschien niet goed voor zo'n kind, maar meestal gaat het toch wel over als hij een vriendin krijgt. Daar kan ik niet tegen, tegen dat gezeik.' Goed levert erg veel min der op dan kwaad, hoor, voor die kinderen. Ze zien het dagelijks in de praktijk. Treurig, maar waar". „Toen zag ik in de krant een ad vertentie van een reclamebureau dat een ervaren mannelijke copyw riter vroeg. Ik heb opgebeld of een onervaren vrouw misschien ook wel leuk was en werd aangeno men. Na een paar jaar kreeg ik weer dezelfde problemen met het me moeten zetten naar de eisen van een baas en ben ik gaan free lancen, in de reclame nog steeds. Toen las ik in het Parool dat de be roemde televisiecriticus Jungman met pensioen ging en dat ze intern al een nieuwe hadden. Ik dacht in eens: dat had ik nou gewild. Ik weet alles van tv, ben tv-gek, kijk naar alles en ik kan redelijk schrij ven en mijn mening onder woor den brengen. Ik heb tegen iemand van het Parool gezegd dat ik het zo jammer vond dat ze er geen open sollicitatieprocedure van hadden gemaakt. Drie maanden later werd ik opgebeld of ik het nog steeds wou. Zo is het gebeurd". Vertaalwerk Daarmee begon voor Coot van Doesburgh haar loopbaan als co lumniste. Een aantal jaren geleden kwam daar het vertalen van films bij. Adrian Brine (de regisseur van 'Top Girls') beval haar aan om Monty Python van ondertitels te voorzien: „Ik heb dus een harde leerschool gehad, want dat is niet gewoon vertaalwerk, dat is gruwe lijk om te doen, maar wel leuk, hoor. Monty Python is voor mij heilig en ik zorg dat zo min moge lijk van de bedoelingen verloren gaat. Het is bijna liefdewerk. Ik heb ook allerlei andere films ver taald, zoals 'Merry Christmas, mr. Lawrence'. Vervolgens heeft Adrian mij weer aangedragen voor 'Top Girls', mijn eerste toneelver taling". „Er zitten soms kleine adders on der het gras in de vorm van dood gewone woorden, waarvan je abso luut niet weet wat het Nederlands ervoor is. Nu net had ik het weer. In het toneelstuk komt een meisje binnen bij een ander meisje en er Kees van Kooten (zondagavond op tv): door Fred van Garderen HILVERSUM - „Televisie is een eenzijdig medium en het gemaakte produkt verdwijnt zodra het een maal is uitgezonden. Ik krijg ook nooit reacties op uitzendingen. Hooguit van mijn moeder, die belt nog wel eens na een uitzending op en vraagt me dan waarom we het zus en zo hebben aangepakt. Dan is schrijven anders. Een boek blijft wel bestaan en je krijgt er wel veel respons op. Toch vind ik schrijven minder spannend dan acteren. Waarom? De computer kan ook schrijven, de computer kan ook componeren, maar hij kan niet ac teren en .ook niet schilderen en zal dat ook nooit leren. Dat is iets van de mens". Kees van Kooten is een artistieke duizendpoot. Hij schrijft, zingt, speelt toneel, maakt tv en heeft een unieke humor. Samen met Wim de Bie vormt hij al vanaf zijn school jeugd een duo dat onafscheidelijk lijkt te zijn. Al meer dan 20 jaar pakken ze in scetches, filmpjes, to neelstukjes. kalenderteksten en performances de modernismen aan. Zo ook zondagavond (Neder land 2, 20.32 uur), een uur lang bii de VPRO. Van Kooten: „We pakken in onze tv-programma's trends aan De laatste keer bijvoorbeeld hadden we het woord concept als uitgangs punt genomen. Het irriteerde ons al een lange tijd dat iedereen maar dat woord in de mond nam. De functie van het woord is niet meer dan het creëren van extra tijd. Dat hebben we die avond proberen uit te leggen. De volgende dag durfde niemand het woord te gebruiken. Dat is móói, want dat hebben we er dan toch maar mee bereikt. Het on genoegen wordt aangepakt met be hulp van allerlei typetjes. Van Koo ten: Die types staan voor een groep in de samenleving. Ze kunnen in vier woorden worden samengevat: Cor van der Laak weet-altijd-alles- beter. Arie Temmes raakt-altijd-in- paniek en de vieze man vindt-alles- lekker-vies. De vieze man heb ik overigens in het Hilversumse bos ontdekt. Niet dat hij vies was, integendeel. De man zag er keurig verzorgd uit. Maar ik liep daar te wandelen met mijn kinderen toen hij plotseling voor me stond en tegen me zei: 'Als ik jou was, zou ik niet verder lopen, want verderop zijn er twee bezig.' Toen ik er thuis over terugdacht, wist ik zeker dat de man gelogen had. Dat kon je aan hem zien. Maar hij genoot er wel van". Humor Van Kooten: „Humor is het zien mislukken. Je lacht om de misluk king. Lachen is dan ook je tanden bloot leggen, klaar om de weerloze te kunnen happen. Leuk is anders Leuk is normaal doen in een krankzinnige situatie of je krank zinnig gedragen in een normale si tuatie. Monty Python heeft het. Andrê van Duin heeft het niet On danks zijn vakmanschap overdrijft hij, doet hij krankzinnig in krank zinnige situaties. Daardoor wordt de grap achterhaald door de omge ving. Toon Hermans daarentegen vind ik heel leuk. Als ik naar die man kijk, biggelen de tranen over mijn wangen. Dë soberheid waar mee die man grappig kan zijn Laatst nog op tv. toen hij die groe tende buurman nadeed. Hij be weegt niet meer dan twee vingers vanuit zijn broekzak. Als ik dat zie. kom ik niet meer bij". Van Kooten en De Bie hebben de Nederlandse taal ook verruimd: ..Toen iedereen in de jaren zeven tig bij de pakken neerzat, hebben wij het woord doemdenken geïn troduceerd. Dat is nu een geaccep teerd begrip. Oudere jongeren is ook zo'n voorbeeld". Een keer hebben jullie een uit zending besteed aan een serieus onderwerp. Dat was met Ahmed, de Turk. Is dat niet iets om vaker te doen? Van Kooten: „Ahmed was een journalistiek produkt over het schenden van de mensenrechten in Turkije waarmee we bereikt hebben dat er over dat onderwerp Kamervragen zijn gesteld. Maar het was half fake. half echt We zul len nooit een onderwerp helemaal journalistiek kunnen benaderen omdat de mensen het niet serieus zullen nemen. We moeten typetjes uitbeelden. We kunnen natuurlijk wel de journalist uithangen, maar dan zijn we twee typetjes; twee journalisten". staat: 'She ruffles her hair in a friendly gesture'. ('Hoe heet dat als je even bij iemand doet van 'hallo' door haar haar'.) Strijken is niet goed, aaien is niet goed. Ik heb uit eindelijk besloten tot: ze kroelde even door haar haar. Maar dat kost een uur. Dan ga ik koffie zetten, derfkend: hoe héét dat. Je kan het niet opzoeken in een woorden boek, want daar staat: in de war maken". „Als de vertaling van een toneel stuk klaar is, is het niet voorbij. Ik wil absoluut bij de eerste lezing zijn om eventueel zinnen om te kunnen zetten die de mensen zelf niet helemaal goed uit de mond ko men of dingen waarvan ik hoor dat het niet goed klinkt. In de repeti tieperiode heb ik meestal contact met de regisseur, maar dan ga ik niet meer kijken en ben ik heel be nieuwd naar de première. Ik heb er gek genoeg, ook met de films die ik vertaald heb, een hele nauwe band mee. Voor 'Merry Christmas, mr Lawrence' had ik één week en ben ik een nacht doorgegaan omdat ik het niet weg kon leggen, ik zat er zo aan gebakken". „Inspiratie bestaat niet. Je leert als columnist - gewoon door de er varing omdat je nu eenmaal moet - zo naar dingen te kijken, dat je ze kunt gebruiken voor een stukje. Van te voren loop je een beetje te denken van hoe en wat. je gaat zit ten en schrijft het op. Maar inspira tie bestaat niet. Zin of geen zin, dat bestaat. Het is gewoon werken. Soms heb ik een column klaar in mijn hoofd en dan is het in een uur geschreven. Soms schrijf ik drie zinnen en dan ga ik een uur uit het raam kijken. Dan schrijf ik nog eens een zin en dan ga ik de auto wassen, alles, de vreselijkste din gen, stofzuigen, de was doen, alles om maar niet te hoeven, maar het moet toch, dus elke keer weer te rug naar mijn bureau. De ervaring leert dat het er toch altijd komt' Ontzettend lui „Ik zou nooit wat doen als ik geen deadline had, dan zou ik niet eens beginnen. Lekker tv kijken, band jes draaien, wandelen. Ik heb geen drang om in zoveel mogelijk bla den te staan. Ze hebben me ge vraagd en ik heb 'ja' gezegd. Dan moet ik het ook doen. Ik ben echt ontzettend lui en wat niet hoeft, doe ik niet, behalve wanneer ik het echt enig vind. Ik heb laatst een trui gebreid, maar dat was omdat ik die trui heel graag wou hebben Die laatste mouw heeft heel wat hangen en wurgen gekost, want toen was de lol er alweer af, ver schrikkelijk". „Toch zou ik zó gedeprimeerd ra- ken als ik liep niks te doen door mijn huis. Ik wil blijven werken. Ook als ik veel geld zou hebben, zou ik daar de condities voor scheppen door te zorgen voor vaste opdrachtgevers. Ik ken mezelf goed genoeg, voor je het weet heb je een week verlummeld of een maand. Maar lummelen is niet leuk als er kennelijk geen noodzaak is voor je werk. Werkloos zijn is een straf. Ik begrijp niet dat mensen roepen van, ach, die eten maar uit de staatsruif en doen lekker niks. Dat is helemaal niet lekker, dat is vreselijk". Ook een columniste wordt wel eens geplaagd door het zetduivel- tje, maar Coot van Doesburgh vindt dat niet meer zo erg als vroe ger: „Ik had het een keer over c! 'voorspelbaarheid' van iets en loc-!, stond er in het hele stukje 'd. stolbaarheid' en dat is exact genovergestelde. Dat is heel lend. Maar ja. niks aan te dor-, heeft er in gestaan, klaar I)i. ,.;unt gaat toch de 'kattebak' in Luie maar produktieve columniste en (film)vertaalster

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 33