Kille flarden van een wonder Expositie 'Wenen 1880-1938' in Parijse Centre Pompidou Nieuw beraad over P.C. Hooftprijs Intiem concert Sonderlyc ensemble Pianiste Kho na pauze overtuigend In de ban van de pump Conny Stuart blikt terug DONDERDAG 27 FEBRUARI 1986 KUNST PAGINA 27 PARIJS (GPD) - De expositie 'Wenen 1880-1938' in het Parij se Centre Pompidou toont flar den van een wonder. Kenners van het Oostenrijk in die perio de hebben proberen uit te leg- gen hoe het kon gebeuren, dat binnen het tijdsbestek van een mensenleven een land plotse ling zoveel originele kunste naars en denkers voortbracht, dat de wereld daar een eeuw la ter nog op teert. Schilders als Klimt, Schiele en Kokoschka, schrijvers als Schnitzler, Musil en von Hofmannsthal, een na- pj tuurkundige als Mach, compo- ij nisten van Mahler tot Schön- n\ berg, een architect als Loos, en Sigmund Freud als de vader Vi van de psycho-analyse, zij allen JH leefden op de dreigende vul- kaan van de Oostenrijkse mid delmatigheid, waaruit in 1938 I Adolf Hitler tevoorschijn kwam, die zijn land omdoopte tot 'Ostmark'. Het wonder werd verdreven en over de we reld verstrooid. door Rudolph Bakker De typisch-Oostenrykse verkla- ring voor de uitbarsting aan origi naliteit gaat ook al niet helemaal op, omdat het eind van de vorige Zelfportret van Egon Schiele (1911). i ondergang. De schrijver lemist Karl Kraus noemde zijn tijd gebeeld. Het waren schrijvers ook, socialisten formeerden zich rond als Schnitzler, die met zijn zeden- Victor Adler, de rechtse nationalis- Hitler werd Schiele door de Oostenrij kers als zedenschenner gearres teerd en gingen zijn erotische teke ningen in vlammen op. Dat ge beurde precies een kwart eeuw voor Hitier opdracht gaf tot het ho nend tentoonstellen van wat hij omschreef als 'Entartete Kunst'. Schiele was een tijdgenoot van Kokoschka, die het geluk had niet door de Spaanse griep van '18 te worden geveld. Kokoschka sprak ook voor een componist als Schön- berg, toen hij vond dat 'de moder ne mens gedoemd is tot het her scheppen van zijn eigen univer sum'. Het is in alles duidelijk dat de Weners niet de temperende in vloed van het impressionisme on dergingen, om de eenvoudige re den dat het impressionisme niet tot Oostenrijk was doorgedrongen. (Op zijn beurt kreeg de Weense kunst in Parijs geen voet aan de grond omdat ze - figuratief of ex pressionistisch - niet in de Parijse avant-garde paste). Een grote in vloed daarentegen had het werk van de Noorse schilder Edvard Munch, met name op een schilder als Klimt. Als motto voor zijn 'Nuda Veri tas' leende Klimt Schiller's wijs heid dat je met kunst het nu een maal niet iedereen naar de zin kunt maken: 'Mach es wenigen recht. Vielen gefallen ist schlimm', zo luidt Schiller's uitspraak. Toch wa ren er in Oostenrijk teveel Leder- hosen. De strijd was ongelijk. heel West-Europa wonde- 'het laboratorium voor een apoca- schilderingen de verlorenheid ^en. onder van Schonerer ren te zien gaf. In Engeland ei Frankrijk gebeurde ook van alles en nog wat en zonder de Britten Morris en Ruskin en de Belg Henry van de Velde was de Weense Ju- gendstil ondenkbaar geweest. lyps'. Zelfs met de modernste midde len van de museologie blijft het moeilijk een atmosfeer in beeld te brengen. Reukloos en smaakloos staan - ondanks alle goede bedoe- steunpunten („Het natuurlijke i de bourgeoisie die zijn christen-socialisten onder Lüger. kwijtgeraakt. In het Centre Pompidou ontstaat lingen - de voorwerpen tentoonge- op de tentoonstelling 'Wenen 1880- steld die de 'apocalyps' van de Oos- 1938' te veel de indruk dat de stad terijkse Hitleijaren ten bate van van Franz-Josef als een eiland in het gewaarschuwde, maar niet de Stille Zuidzee dreef, waar kunst luisterende, nageslacht achterliet, en wetenschap autonoom ontston- Symbolen zijn het, signalen, een den op een regionaal moeras. Want spijkerschrift voor ingewijden. Het ons is de cha- aldus de de Noorse schilder Munch). In 1900 publiceerde Freud zijn theorieën over het duiden van Uit het samengaan van Schonerer en Lüger zou de beweging ont staan die leidde tot de 'Anchluss' van '38. De socialisten leden in een eerder stadium schipbreuk. Het anti-semitisme nam toe. Theodor t-v; cnni-ocuuusmc iidui iue. niet °le kwamen met Herzl, die zijn jood-zijn altijd Munch s opvatting overeen. zich had afgezet veranderde van Zwarte vleugel '4 daar is iedereen het over eens: de ri niet meer normale produktie aan ij nieuwe ideeën ontstond in een we- y reld van overgang, en een gevoel gerommel van het naderend :r, de eerste aardschokken, kon mening na de Dreyfus-affaire werd de stichter van de joodse staat door zijn acties en geschrif ten. Het joodse genie in Wenen, dat er ver in de meerderheid was, en de kunstenaars in het algemeen, von den bij deze massabeweging geen DEN HAAG (GPD) - De voorzitter van de Afdeling Letteren van de Raad voor de Kunst, prof. dr. Ger- rit Borgers, wil dat de schrijver Hu- go Brandt Corstius alsnog de P C. In diezelfde tijd werd het liberale Wenen van de gloednieuwe Rings- trasse voor het eerst bedréigd door massabewegingen, waarin de zo den waarschijnlijk alleen door hogelijk gekoesterde individuali- schrijvers doeltreffend worden uit- teit dreigde ten onder te gaan De aansluiting. Het is deze 'broeikas' die het Centre Pompidou aanschouwelijk probeert te maken. Het resultaat is indrukwekkend door de inspan ning en de inzet aan middelen, al blijft de temperatuur er die van een koelkast. Als de entree wordt ge markeerd door 'een triptiek raad 1 de Raad voor de Kunst oude Afdeling Letteren uit protest Nietzsche, keizer Franz-Joseph l staatsprysprocedu- over de gang van zaken (het kabi- Wagner' vereist deze intellectualis- jj TT—. net weigerde op grond van fe*-" o nua aiouug j. J' Hooftprijs 1985, de hoogste staats- ei prijs voor letterkunde, krijgt. Op e'l de eerstvolgende vergadering van - de Afdeling Letteren op 27 maart aanstaande wordt een besluit in deze zin genomen. Een grote meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich vóór een motie van PvdA-cultuurspecialist uitgesproken, waarin het bestaande systeem van toekenning van staatsprijzen om de drie jaar >e gehandhaafd blijft. Eerder had het ei kabinet een voorstel van de Kern- re in te voeren ondersteund. Het voorstel van de Kernraad werd ge daan zonder ruggespraak' met de Afdeling Letteren. Prof. dr. Borgers verklaart thans l het begin af nieuwe afdeling was onder meer staat met „Wij hebben ons aan tegen zo'n nieuw plan verzet, Het zou hebben betekend dat er nog maar eens in de 16 jaar een staatsprijs naar een prozaist of een dichter zou gaan. Dat is veel te wei nig. Het bestaande systeem vol deed tot het rumoer rond Brandt werk, maar dan moet Corstius altijd uitstekend". deze kwestie alsnog De huidige Afdeling Letteren is onder strikte voorwaarden haar werk vorig jaar begonnen, nadat de tische aanpak een uitleg die unaniem positief juryrapport de de rest van het af te leggen par- prijs aan de omstreden Brandt Cor- stius uit te reiken) was afgetreden, Een van de voorwaarden de het ergste doet vermoeden. In de tweede zaal krijgt deze vrees voedsel als men oog in oog gigantische e dat Brandt Corstius de P.C. Hooft prijs wordt toegekend, Borgers:„Wij hebben steeds dui- zijn "kaken öp"elkaar, delijk gemaakt dat wij solidair zijn met deze schrijver. Wij hebben ge zegd: we willen doorgaan met ons ieder geval orde wor- le kanten gesloten zwarte vleugel hongerende krokodil met Toch is ook dit duistere instru ment een symbool, een hiëroglief, in de verbeelding van de makers van de tentoonstelling: „De piano Op de tentoonstelling in het Cen tre Pompidou hangen ook een paar 'kunstwerken' van Adolf Hitler, brave stadsgezichten als prent briefkaarten, met de tong tussen de tanden van de werkelijkheid af gekeken. Dat was de wereld die dit Centraaleuropese landvolk be greep. In '38 werd Adolf met vlag en wimpel binnengehaald. De 'frat senmakers' - meestal ook nog 'joodse fratsenmakers' - moesten vluchten voor hun leven. De in drukwekkendste plek op de ten toonstelling komt aan het eind, als op een meer dan levensgroot scherm de portretten worden ge toond van de mannen en vrouwen die in al hun genialiteit dit volk van middelmatigheid tot hinder gewor den waren. De emigranten-lijst loopt van filmers als Pabst, Von Stroheim, Wilder en Preminger over schrijvers als Josef Roth, Ro bert Musil, Stefan Zweig en Franz Werfel, tot filosofen als Popper en Wittgenstein, psycho-analysten als Freud, Reich en Bettelheim, om nog niet te spreken van de automo bielbouwer Porsche en de schilder Kokoschka. Bij het uitgaan van de openings plechtigheid op de vijfde etage van het Centre Pompidou stond daar eenzaam tussen de menigte 's we relds grootse levende kunsthistori cus Ernst Gombrich, leunend op een gelakte wandelstok, een plas tic-zak van het Centre torsend met de zo'n vier kilo wegende catalo gus er in, waarvoor hij zelf i den gemaakt. Welnu, aanvaarding ^ie ^oor Ludwig Bosendorfer tweetal bijdragen geleverd had. Het Sonderlijc ensemble bestaande uit: Barbara Borden, sopraan, Robert Coupe, tenor, Kees-Jan de Koning, bas en blokfluit, Mieneke van der Velden, gamba, Koosje Kiezenbrink, harp portatief en Arnold Riesthuis, blok fluit, zink. Met werken van: Guillaume Dufay en Jacobus Cle mens non Papa. Gehoord op 26 februari, in het Rijksmu seum van Oudheden in Leiden. LEIDEN - In de serie 'Oude Muziek in Oudheden' vertolkte gisteravond het Sonderlijc ensemble mu ziek uit de Renaissance en Vroegbarok in de Taf- fehzaal. Daarbij stonden instrumenten als: porta tief, harp, zink en gamba borg voor de reproduktie van een zo authentiek mogelijke klank. De Neder landse componist Guillaume Dufay (1398-1474) mag ontegenzeglijk een van de grootste van zijn generatie genoemd worden. Muziek die ooit geka rakteriseerd werd als "een bijna uitgebloeide roos". Maar dan wel een die aan het eind van haar leven op het toppunt is van haar schoonheid. Zoals al direct opviel in de eenvoud en schoon heid van de Nieuwsjaarsliederen 'Ce jour de l'an' en 'Se le face ay pale' en het melancholieke 'Entre vous, gentils amoureux', waarin de sopraan Barba ra Borden op ontwapende wijze haar geliefde be zingt. Dezelfde persoonlijke en intieme sfeer wist het Sonderlijc ensemble wederom op te roepen in drie cantilenen gewijd qan de Maagd Maria, waarin zij op onorthodoxe wijze wordt bezongen als zon en sterren of, zoals in 'flos forum', als bloem der bloe men wordt verheerlijkt. Zeer vast, integer en vooral zuiver vertolkt door sopraan, tenor en bas in een omlijsting van renais- sance-blokfluiten. Meer dan een eeuw later, en ook vrolijker klon ken daarna de werken van Clemens non Papa (1510-1557-58), een andere grote Nederlandse com ponist tussen Josquin en Palestrina. Pittige en soms pikante werkjes waarin trouw en ontrouw op bijzonder speelse manier door de zangers werd ten toongesteld. Totaal anders van sfeer klonken vervolgens ver volgens diens geestelijke werken, welke in schoon heid niets onderdoen voor de cantilenen van Du fay. 'Beata es Virgo Maria', waar het Sonderlijc en semble opnieuw een verbluffende homogeniteit wist te bereiken. Hoe wonderlijk er in de Herfsttij der Middeleeu wen met bekende volksliedjes werd omgegaan bleek tenslotte in het dubbelzinnige lied 'Een boer man hadde eenen dommen sin', dat na de reforma tie voor het Antwerps Liedboek door Von Papa maar liefst werd omgedoopt tot Psalm 84 'Van Go- des stadt wilt horen mijn', een merkwaardige ge daanteverandering. ANNEKE VAN VLIET. Pianorecital door Lanny Kho. D. Scarlatti, sonates K. 92 en 93 (fuga); Beethoven, sonate in d op. 31 nr. 2; Chopin, scherzo in b op. 31; Ravel, Le Tombeau de Couperin. Ge hoord op 26 februari in de Kapelzaal van K&O. LEIDEN - De pianiste Lanny Kho. die al twee keer in de Kapelzaal optrad met de violiste Irene den Herder, was gisteravond in een interessant solopro gramma te horen. Dat Scarlatti naast zijn bekende 'kattefuga' nog andere fuga's componeerde, bleek uit zijn sonate K. 93 die evenals de ook uitgevoerde sonate K. 92 helder en zingend, bijna romantisch werd voorgedragen. Van Scarlatti was het een sprong in de tijd naar Beethoven, die in zijn 32 pianosonates een rijkdom en originaliteit ten tooi? spreidt die voor die tijd ongeëvenaard is. De sonate in d op. 31 nr. 2 ver- ge toont al enige kenmerken van de latere pianower- eTj ken en strijkkwartetten, met peinzende recitatie- erj ven aan de ene kant en hartstochtelijk-motorische he gedeelten aan de andere kant. De ingetogen, maar g€ bewogen sfeer van het adagio-middendeel vond ik beter tot zijn recht komen dan de hoekdelen, die (wellicht door nervositeit) een wat gehaaste en slor dige indruk maakten. De pianiste leek na de pauze meer ontspannen en vrijer te musiceren. Het scherzo op. 31 van Chopin heeft ondanks deze titel meer het karakter van een ernstige gedreven ballade. De grillige grandeur werd door Lanny Kho met vaart en flair ten gehore gebracht. Klonken voor de pauze sommige forte passages wat hard en schel, in Chopin klonken ook de sterke gedeelten vol en melodisch. Tenslotte kon de pianiste haar gevoel voor klankkleur tonen in het typisch Franse 'Le Tombeau de Couperin' van Ravel. De prélude klonk helder en luchtig, de fuga was subtiel uitgebalanceerd, de harmonisch gedurfde forlane hield steeds zijn dansende ca dans. De rigaudon werd ritmisch en fris van de le ver gespeeld,-het menuet riep de sprookjesachtige sfeer van 'Ma mère l'Oie' van dezelfde componist op. De toccata met zijn gitaarachtige repeterende noten werd ritmisch goed in de hand gehouden, ook met de kleine tempowisselingen erin. In het ontspannen gespeelde korte toegift greep Lanny Kho tenslotte weer terug op Scarlatti: een van zijn overige sonates. FRANK DEN HERDER werd gemaakt herinnert overheersende rol die de muziek in deze cultuur speelde en aan de ver plichte plaats van zo'n instrument in elk gecultiveerd huisgezin", al dus de uitleg in het de expositie be geleidende 'Petit Journal'. Droger dan gort kunnen Franse 'egg heads' niet zijn als ze menen op de ze manier iets van Wenen op de in rijen langs schuifelende kijkers te kunnen overbrengen. Heimwee Het klapstuk van de kostbare ex positie wordt gevormd door de schilderijen en tekeningen van Weense grootmeesters als Klimt en Schiele, die volgens het 'Centre Pompidou' in deze omvang de Oostenrijkse Heimat niet eerder verlaten hadden. Vooral Klimt (1862-1918 zal in Parijs geen heim wee krijgen omdat de 'Jugendstil' van zijn middenperiode (eerst was hij uiterst conservatief, terwijl zijn werk de laatste jaren in de richting wees van Braque en zijn collages en in het algemeen van de abstrac te kunst) voortreffelijk aansluit bij de Art Nouveau die in een stad als Parijs zijn invloed deed gelden tot in de hekken van de Metro toe. Klimt als voorman van de bewe ging der secessionisten (in feite de Oostenrijkse Art-nouveaubewe- ging) vond dat 'kunst de moderne mens een toevluchtsoord diende te verschaffen tegen de druk van het moderne leven'. En de architect 01- brich dacht zijn huizen als 'een. rus tige, elegante vluchtplaats'. Van daaruit vergat men ook al gauw griezelige mannen als Von Schone- rei en Lüger, die aan 'rust en ele gance' een andere definitie gaven. Egon Schiele op zijn beurt ver beeldde wel de komende apoca lyps. Met zijn zwijgende 'Gele stad' had hij best recht op de divan van Freud en zijn tragische 'Gezin', toont een man, vrouw en hummel die er duidelijk alledrie aan toe zijn om hun problemen 'van zich af te praten'. De erotische tekeningen van Schiele zijn ook op de man af erotischer dan de broeikas-dames van Klimt, wiens kunst in eerste aanleg decoratief was. In 1912 Gombrich staarde afwezig over Pa rijs en liet het gewoel gelaten over zich heengaan. Hij had beter dan al die 2000 voorwerpen op de ten toonstelling kunnen vertellen wat het was om als geniaal joods kind in het Wenen van kort voor de Eer ste Wereldoorlog te zijn opge groeid. De directie van het Centre Pom pidou laat met nadruk weten dat 'Vienne 1880-1938' niet hetzelfde is als de tentoonstelling 'Traum und Wirklichkeit', die vorig jaar in We nen te zien was. Die begon in 1873 en eindigde in 1929, data die de beurskrach van Wenen en die van New York verbonden. De Parijse directie vindt deze invalshoek te 'marxiserend' en dat is dan een mijlpaal in het denken van een ten- toonstellingsbestuur dat tenslotte onder supervisie staat van de so cialistische minister voor cultuur Jack Lang. Het al onder de vorige president Giscard opgezette 'Mu seum voor de 20ste eeuw' in het verbouwde Gare d'Osay verander de van koers zo dat ook de 'sociale onderstroom van de kunst' er nu duidelijk tot uitdrukking zal wor den gebracht. Dat is andere taal dan die van de Pompidou-directié. De tentoonstelling in het Centre Pompidou is op dinsdag gesloten. De catalogus kost frs. 360 en is weer niet te tillen, dient daarom ook pas na het bezoek te worden aangeschaft. Het woord catalogus wordt in dit verband ook niet meer gebruikt. De teksten zijn overigens ditmaal zeer leesbaar, met bijdragen onder andere van Cioran en Elias Canetti. 'Vienn'e 1880-1938' is in feite een vertraagd vervolg op en meteen de slotapo theose van de beroemde reeks monster-exposities als die over de artistieke relaties tussen respec tievelijk New York, Berlijn, Mos kou en Parijs. De tentoonstelling duurt tot 5 mei en gaat gepaard met een in drukwekkende reeks lezingen (met 'discussie'), concerten en filmvoorstellingen. Aanstaande zomer is 'Wenen' in het Metropoli tan Museum van New York te zien. 'Mevrouw Gauguin' gaat niet door LEIDEN - De voorstelling 'Mevrouw Gauguin' door Toneelgroep Cewn- trum, vanavond in de Leidse Schouwburg, gaat niet door. Hoofdrol speelster Ingeborg Elsevier heeft griep. 'Mevrouw Gauguin' wordt nu gebracht op donderdag 13 maart. De schrijver Karl Kraus, getekend door Kokoschka. Dans van Goores en Linssen in LAK 'Een enkele reis naar zee' door Ar nold Goores en 'Charming Didi' door Angela Linssen. Gezien op 26 februa- LEIDEN - Als er iets ik Vals Bloed associeer, dan is het wel met geagiteerde rond stappen op hoge hakken. Arnold Goores en Angela Linssen ver loochenen wat dat betreft hun af komst niet. Beiden kunnen te rugkijken op een rijk gescha keerde dansloopbaan, maar ken nelijk heeft de deelname aan 'Dagger of charm' van Vals Bloed op hen een onuitwisbare indruk gemaakt. Ze zijn in de ban van de pump geraakt. Na Vals Bloed hebben zowel Goores als Linssen zich aan een solo-produktie gewaagd. Die twee solo-dansen worden als één voorstelling gepresenteerd: voor de pauze 'Een enkele reis naar zee' van Goores, daarna 'Char ming Didi' van Linssen. Deze dansen laten zich door overeen komsten in thematiek en stijl goed onder één noemer vangen. Arnold Goores danst zijn 'Een enkele reis naar zee' in travestie. Hij draagt een zwarte tuniek-jurk met hoge hakken, heeft zijn ogen zwaar opgemaakt en beweegt zich als een dame die een dame speelt. Flarden van door hem ge sproken tekst brengen een tijds- fasering aan; een eerste fragment gaat over zijn moeder, daarna is het de buurman die zegt 'jon getjes dansen niet' en tenslotte ziet hij zichzelf in de spiegel en stelt vast dat hij het met dat beeld zal moeten doen. Ook de grote waaier aan de achterzijde van het decor, die steeds verder openscheurt, geeft het verstrij ken van de tijd aan. De dansbewegingen worden meest in diagonalen over het po dium uitgevoerd. Aanvankelijk zijn het sierlijke, kwetsbare lij nen, in stilte uitgevoerd. Die krij gen gaandeweg steeds meer kracht, als was het om aan te ge ven welke weerstanden moeten worden overwonnen om het tot danser te brengen als je als jon gen bent geboren. Hectische gi taarmuziek versterkt dat. Merk waardig is dat hoewel de strek king van de dans melancholiek is, de komische kanten toch overheersen. Met zijn mimiek en gebaren relativeert Goores steeds de ernst van de situatie, alsof hjj zich kwetsbaar wil op stellen, maar terugschrikt voor de mogelijke gevolgen daarvan. Pas aan het slot geeft hij zich bloot. Ook in 'Charming Didi' van Angela Linssen is de mimiek van groot belang. Zij voert zo onge veer een tegenpool van Goores ten tonele. Eerst lijkt het daar nog niet erg op. Gekleed in een schitterend glitterpak staat ze vruchten te schillen, terwijl een stem de meest schrikbarende platitudes over vrouwen opsomt. Later vreet ze zich zo vol dat het vruchtvlees uit haar mond druipt. Ze stapt op het publiek af en kijkt een paar mannen uitda gend aan. De dans, die eerst kwa jongensachtig is, verandert als ze een paar lichtgroene pumps aan trekt. Die zijn aanleiding voor het traditioneel vrouwelijke ritu eel van jasje uit, lippen stiften, borst vooruit en draaien maar. Later duikt toch de onzekerheid weer op. Zowel Goores als Linssen heb ben een zo verhalende dans ge maakt, dat je haast in de verlei ding zou komen de thema's auto biografisch op te vatten. De frag mentarische uitwerking laat dit echter niet toe. Voor beiden geldt dat ze in deze solo-voorstel lingen als danser veel meer over tuigen dan als scheppend kun stenaar. ARIEJAN KORTEWEG 'De Stuart Story' met Conny Stuart en Louis van Dijk. Gezien op 26 fe bruari in de Leidse schouwburg. LEIDEN - "Wanneer ik eens stop, hangen al mijn fans zich op". Natuurlijk klinkt tussen de ze regels al een behoorlijke dosis zelfspot door. Toch zou lang niet iedereen iets dergelijks kunnen zingen; het gevaar zou namelijk niet denkbeeldig zijn, dat het op zijn minst wat irritant zou kun nen overkomen. Maar dat gaat geenszins op, als Conny Stuart zoiets zingt. Als cabaretière, zan geres en musical-ster heeft zij een staat van dienst aan de top van het amusement, zodat zij zich wel iets kan veroorloven.- Afgezien daarvan geeft zij de hierboven geciteerde regels met haar onmiskenbare karakteris tieke stemgeluid een prachtig soort ironie mee. Nu Conny Stuart blijkens verschillende uit spraken in interviews zich niet jong genoeg meer acht voor het grote, veeleisende musical werk, keert zij terug in de theaters met een terugblikkend recital. Dat betekent in de praktijk: klein schalig nagenieten op hoog artis tiek niveau. Zij wordt daarbij be geleid door Louis van Dijk; een pianist, wiens faam elke nadere uitleg overbodig maakt. Hij is niet alleen begeleider, maar so leert ook in enkele uitstekende improvisaties. Zelfs zijn droog komieke uitstraling gooit hij een enkele keer in het tweede deel van het programma in een grap pig tweespraakje met Conny Stuart in de strijd. Op haar beurt neemt zij even plaats achter de vleugel. Dit tweede deel is trouwens losser en uitbundiger van opzet dan vóór de pauze het geval is ge weest. Daarin heeft zij hoofdza kelijk achter een microfoonstan daard gestaan en "in vogel vlucht" fragmenten van liedjes uit haar lange carricrc gezongen. Dat zij bewust voor fragmenten heeft gekozen, hangt samen met de hoeveelheid materiaal waar uit zij kan putten en de beperkte beschikbare tijd in een solopro gramma. De een zal liever wat fragmenten horen en de ander hoort het liefst het hele lied en dan maar een kleiner aantal chansons - een kwestie van smaak. Conny Stuart brengt gedeelten uit haar omvangrijke repertoire, waarmee de namen van Annie M.G. Schmidt, Harry Bannink, Guus Vleugel en Wim Sonneveld onlosmakelijk verbonden zijn. De gekke muzikale grappen, de Argentijnse tango, de Franse chansons en het succesvolle mu sical-werk ('Zeur niet'; 'Het is over'; 'Ik hoef alleen maar even... zo te doen') komen in dit over zicht, 'de Stuart Story' genaamd, ruimschoots aan bod. Helaas viel de belangstelling van het pu bliek gisteravond tegen; de par terre was niet eens geheel bezet en dat voor iemand die zulke gro te successen heeft gekend. WIJNAND ZEILSTRA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 27