Minuutje te laat voor het kruisje Startnummer 18823 de mist in 30 03 Alex Doing: en nu naar Finland -$Gn de yjty Leidenaar Gerard Koorn: Gerard Duindam: 'Dit is pas sport' DONDERDAG 27 FEBRUARI 1.986 SPORT PAGINA 15 LEEUWARDEN - Tot drie jaar ge leden was Alex Doing niet verder gekomen dan een molentochtje, maar deze week rijdt de inwoner van Voorschoten twee Elfstèden- tochten: de officiële zit erop, de al ternatieve in Finland staat voor de deur. Nog maar net aangekomen op de barstensvolle Bonkevaart was de consternatie rond de 38-jarige wedstrijdrijder aanvankelijk groot, want Doing was tussen Bartlehiem en Dokkun* zijn stempelkaart kwijtgeraakt. Later bleek het pasje gevonden, waardoor hij gewoon in het bezit van het herdenkingskruis kon komen. Toen die problemen uit de wereld waren, keek hij direct alweer vooruit naar de namaak- tocht in Finland. "Morgen ga ik al weer op reis. De Alternatieve Elf steden wacht. Waarmee niet gezegd wil zijn dat Doing niet kapot was van zijn reis langs elf Friese steden. Hoewel de Voorschotense 'laatbloeier'" uiter lijk fris oogde, had hij op een trapje van één van de vele NOS-wagens wel degelijk de tijd nodig om op adem te komen. Dat Alex Doing "gebroken" was, was de oorzaak van een sanitaire stop, juist voorbij Franeker. "Daar moest ik een plasje doen. Bij nader inzien had ik beter door kunnen rijden, ook al was dat niet ideaal geweest. Nu moest ik lossen uit de groep waarin ik een hele tijd had gereden. Het was noodzakelijk om weer bij die jongens aan te klampen. In je ééntje haal je het na melijk niet. Het kostte enorm veel kracht om terug te komen. Op het laatste stuk moest ik dan ook tol betalen". Die laatste woorden moeten niet letterlijk worden genomen, want de schaatser van Den Haag West- land verbeterde zijn prestatie van vorig jaar ruimschoots. Toen 116- de, gisteren 81ste. En dat terwijl de weersomstandigheden slechter waren dan vorig jaar. Althans, vol gens Doing, die vooral hinder had ondervonden van "de kou in de ochtenduren". "Maar ook de duisternis in het begin maakte het moeilijk. Ik ben twee keer gevallen. De eerste keer al na vijf kilometer en later nog in de omgeving van Sloten. Terwijl ik toch goed was begonnen. Het lo pen van de Frieslandhal naar De Zwette was zwaar, maar het ging me toch goed af. Natuurlijk is het aantrekken van die schaatsen een zenuwachtige bedoening. Maar je moet er toch de tijd voor nemen. Je moetje niet op laten jutten. Aan de kop ging het te hard voor mij. Dan moet je je gewoon af laten zakken. Dat is een kwestie van ervaring!'. Dat laatste heeft de B-rij dër in betrekkelijk korte tijd opgedaan, want tot voor drie jaar geleden "schaatste ik wel eens een tocht, maar was ik lang niet zo fanatiek als nu. Dit seizoen heb ik me goed voorbereid. Ik heb al heel wat uur tjes op het ijs gestaan. Dat moest ook wel, want ik wilde beter rijden dan vorig jaar". Hij slaagde in zijn opzet en na af loop verwonderde dat hem eigen lijk niet eens. "Want ik rijd de laat ste tijd steeds beter. Heb er ge woon ontzettend veel plezier in. Zo'n Elfstedentocht meemaken is toch geweldig? Er waren best mo menten dat ik het zwaar had, maar als je dan die mensenmassa's ziet, gaat het weer vanzelf. Die aanmoe digingen doen je toch wel wat. Het geeft je net dat beetje extra", zegt de Voorschotense 'laatbloeier', die binnenkort tot de rijen der vetera nen toetreedt. "Daar hoop ik nog een tijdje met de top mee te kun nen rijden". Waarna Doing in het gezelschap van zijn vrouw haastig de warmte van de Frieslandhal opzocht. Er wacht hem immers nog een tocht. Voor en tijdens de huldiging van de Elfstedenwinnaar was het e vielen flauw in de kolkende menigte en moesten worden afgevoerd. LEEUWARDEN - Speaker Harry Middeljans telde luidkeels de seconden af. Het uiterste tijdstip van binnenkomst (13.18 uur) naderde en dat zou de uitzinnige menigte die zich in dikke rijen langs en op de Bonkevaart had opgesteld weten ook. De wedstrijdrijders die na "nul" zouden binnenko men, zouden niet voor klassering in aanmerking en zouden dientengevol ge ook geen Elfsteden-kruis krijgen. De eerste schaatser die de limiet overschreed was Gerard Koorn. Hij kwam één minuut te laat binnen. Tekst Fred Segaar en Rob Onderwater De Leidenaar kreeg bijna net zo veel bijval als Evert van Benthem lang daarvoor ten deel was geval len. Dat verzachtte het leed van Koorn (30) aanvankelijk niet. De schaatsenrijder dook voorbij de fi nish op een bankje en leek nauwe lijks aanspreekbaar. Enkele ogenblikken later kon ei alweer een lach af bij de Leidenaar, die de tocht vorig jaar als tour- schaatser voltooide. "Één minuut te laat. Héél jammer, maar het is niet anders. Als ik had geweten dat ik er zo dichtbij was... Om dat kruisje is het me trouwens niet te doen. Z'n ding heb ik vorig jjaar al gewonnen. Ik ben geen verzame laar van die dingen. Zonde blijft het natuurlijk wel". "Waaraan heeft het gelegen? Ik denk dat het gewoon pure pech is geweest. Bij Franeker zat ik er door. Ik viel daar en dat deed nogal pijn. Daarna moesten we nog een heel eind tegen de wind in. Op dat moment heb ik wel even aan kap pen gedacht. Dat ik in Leeuwarden ben gekomen heb ik aan de men sen in Franeker te danken. Die hebben me ei* doorheen gesleept. Ik kon toen gewoon niet stoppen. Ik ben toch rr reden naar Dokkum". Daar belandde hij in het gezel schap van een groepje tourschaat sers. "Daarin reed ook Jeen van den Berg. Iedereen kent Jeen, dus we werden overal toegejuicht. Dat geeft je moraal. Die jongens von den dat ik als wedstrijdrijder het tempo moest maken. Daar hebben :e wel gelijk in. Misschien ben ik daar wel aan kapot gegaan" Al veel eerder had Koorn overi gens met problemen te maken ge had. In zijn geval was sprake van een valse start "omdat ik niet zo'n hardloper ben. Voor mij dus een slecht begin. Het was een geweldi ge chaos"."Met de voeding liep het ook mis. M'n suikerdrankje en m'n gekookte aardappels waren bevro ren. Ik kon alles zo weggooien. Mensen wat was het koud". LEEUWARDEN - In de weten schap dat ik een halfuurtje later wordt losgelatenstap ik om tien voor half tien niets vermoedend de Frieslandhal binnen. Tot mijn stomme verbazing mag ik het ge lijk op een holletje zetten naar de Zwette. Het startprogramma blijkt te zijn ingelopen en ik had al lang en breed op weg naar Sneek kunnen zijn. Kostbaar tijdverlies dus en dat beseft ook de laatkomer die met mij op draaft. "Ik moest dus eigenlijk om kwart voor tien starten en daarom ben ik zo laat. Maar als ik geweten had dat ik ruim een uur eerder weg had gemogen dan.... Begrijp je wel?" Ik begrijp het. Op de Swette maak ik. zoals een half etmaal later zal blijken, een overgeeflijke fout. Ik besluit de zonnebril in m'n rugzak te la ten en zet even na half tien koers naar de eerste stempelpost. Vele duizenden voorgangers hebben er voor gezorgd dat de talloze scheuren nauwelijks zichtbaar zijn met als gevolg dat ik al na drie kilometer een spectaculaire buikschuiver maak. Ik krabbel overeind, maar een pijnlijke lin kerenkel weerhoudt mij er niet van een uurtje later in Sneek af te stempelen. Ik word ingehaald door mijn collega-laatkomer uit Leeuwar den. "Of ik wel besef dat als hij geweten, had dat hij zeker een uur eerder had kunnen starten... Ik besef het. De pijn in mijn enkel trekt langzaam weg en op het Sloter- meer. na de passage in IJ 1st, krijg ik de smaak en de slag te pakken. Vanaf Sloten, waar ik mijzelf een paar minten rust gun, schaats ik een tijdje samen met een Friese Engelsman, of ander som. Hij is vier jaar geleden in Friesland komen wonen en heeft op z'n 29ste leren schaatsen. "Als er natuurijs is, doe ik niets liever. Ik heb flink getraind en op de kunstijsbaan van Heerenveen m'n techniek wat bijgeschaafd". Een opmerking waar hij ken nelijk de schaatsgoden mee ver zoekt, want mijn 'skatemate' stapt in een scheur en maakt een lelijke buiteling. Ik minder vaart en wacht hem op zodat hij zijn verhaal kan vervolgen. "Ik had nooit gedacht dat ik aan deze tocht zou kunnen meedoen, want ik ben geen lid van de Elfsteden- vereniging. Maar in de Leeuwar der Courant las ik maandag dat er een beperkt aantal startbewij zen beschikbaar was voor buiten landers. Ben ik meteen met m'n paspoort naar de Frieslandhal gegaan. Ik heb er geen woord Ne derlands meer gesproken". door Jaap Visser Bij de krachttermen die hij even later bij een nieuwe val aanheft, zit trouwens ook geen woord Nederlands. Bij het passe ren van Balk vernemen we dat Evert van Benthem zo'n 145 kilo meter verderop als eerste de fi nishlijn op de Bonkevaart pas seert. We zijn diep onder de in druk. De Engelse Fries maakt zijn derde klapper en ik kan hem nog maar net ontwijken. "Ik oe fen alvast voor als het donker is", roept hij me na. Aan die laatste woorden zal ik 's avonds nog veel terugdenken. Als ik na 60 kilometer onder de brug bij de Galamadammen doorschiet, besef ik dat ik mijn persoonlijke afstandsrecord in middels heb verbeterd. Dat is te merken ook, want de soepelheid verdwijnt uit mijn slag. Bij Sta veren las ik een tweede rustpauze van enkele minsten in. Niet lan ger, want ik besef dat mijn race tegen de klok langer dralen niet toelaat. Als ik bij het verlaten van Hin delopen een spandoek zie met de tekst 'Nog 120 kilometer'zinkt de moed me bijna in mijn schaat sen. Tot Workum heb ik het knap benauwd en dat is vooral aan de stramme wind te wijten. Maar op het traject naar Bolsward, keert de moraal terug, de souplesse trouwens ook. Ik verbaas mijzelf en na de passage op honderd ki lometer, na ruim vijfenhalf uur, ga ik me zelfs opperbest voelen. Jammer dat het ritme wordt ver stoord door de vele kluunplaat- ELFSTEDENTOCHT J. VISSER HAARLEMMERSTRAAT 2312 GL LEIDEN 268—A V-C' AJstax) Controleposten Controlestemper:. Trnten 22 Sneek Snëek 26 Ulst VIA 40 Sloten uaiojg 66 Stavoren Stavoren f 77 Hindeloopen Hindeloonen 86 Workum TVorkom E 99 Bolsward Balnaci 10 Cc "Ö3 sz <D CT> 116 Harlingen tfedtoarti h: S 129 Franeker Eranakar 176 Dokkum Urru^oa 200 Leeuwarden sen. Harlingen, terecht omgedoop tot Kluuncitxj, spant de kroon met een loper van ruim zeven honderd meter. Om mijn enkel te sparen, haal ik mijn loopschoe- nen uit de rugzak. Ik heb de in druk dat ik op eieren loop in plaats van op een kamerbreed ta pijt. Ik krijg dorst, maar ben door mijn drankvoorraadje heen. Geen probleem, op het ijs vraagt een groepje kinderen mij op thee visite ("Olé, warme théé"). De zandsmaak van het uit een em mer geschepte vocht neem ik voor lief. Om ongeveer kwart voor vijf naar Franeker. Het wordt kou der en ik begin wat last te krijgen van m'n linkeroog. Even buiten Franeker stop ik bij een EHBO- post en vraag om vaseline. De eerste hulpverlener kijkt mij recht in de ogen-en vraagt: "Heb je geen bril op gehad vandaag. Nee? Dan voorspel ik je datje ab soluut de finish niet haalt. Het hele zaakje gaat straks bevrie zen. Het is nu al meer dan vijf graden onder nul". Ik maak me vliegensvlug uit de benen en nog nergens druk om. Het schaatsen gaat prima en af gezien van dat ene oog lijken alle lichaamsdelen optimaal te func- tioren. Op naar Bartlehiem. In één ruk rij ik de duisternis in en dan begint de ellende. Mijn tweede val, 150 kilometer na de eerste, mag er wezen. Ik ben gewaarschuwd en vervolg uiterst voorzichtig mijn weg. Het ijs is rampzalig slecht en het lijkt wel of de toeschouwers ons met zwaar geschut in plaats van met aanmoedigingen onder vuur ne men. De een na de ander gaat on deruit. Van schaatsen is geen sprake meer en de etappe naar Dokkum, via Bartlehiem, duurt werkelijk eindeloos. Hóe groot de schade is van deze onverantwoodelijke martelgang, bemerk ik in het noodhospitaal bij de voorlaatste stempelpost waar ik een dokter vraag om even mijn ogen te inspecteren. Om mij heen liggen toerrijders volkomen uitgeteld op veldbed den en zelfs op brancards. Velen met bevroren ledematen. Maar ik heb niets te vrezen volgens een van de dienstdoende artsen. "Geïrriteerde netvliezen", luidt zijn diagnose. "Ik zal er wat druppels indoen en als je dan on derweg veel knippert, haal jij Leeuwarden met gemak". Om half tien stap ik onder luid gejuich weer het ijs op. Het onge looflijke enthousaisme van de ve le duizenden rond de arene van Dokkum betekent een nieuwe sti mulans. Ik ben vastbesloten om het te halen, maar op de terug weg naar Bartlehiem steekt een verraderlijke mist op. Mijn zicht wordt zienderogen minder. Ik knipper me suf, maar zie al snel geen hand meer voor ogen. Laat staan een toerrijder. Bijna schaats ik er één ondersteboven. Dit wordt te gek. Ik rem af, ter hoogte van een woonboot. Het onthaal van de familie Stielstra is gastvrij zelfs als ik letterlijk met de deur de kombuis kom binnenvallen en een paar pannen van het aanrecht maai. Een EHBO-ploeg wordt gewaar schuwd, maar ik voel het zelf al. Het heeft geen zin meer, want de 'mist' weigert op te trekken. Ze ventien kilometer voor de finish en negen kwartier voor sluitings tijd word ik met drie lotgenoten afgevoerd. We kunnen elkaar nauwelijks zien. Des te beter weet een ieder hoe de ander zich voelt. Besodemieterd. Meneer agent Die Friezen mogen dan bekend slaan als een stug volk, het feestje dat ze gisteren vierden, deed het zuidelijkecarnaval onmidde- lijk verbleken. Nog nimmer ver zamelden zich zoveel mensen in één provincie als in de afgelopen twee dagen in Friesland. Het 'land van de regenten Wie gel en Sipkema beleefde door de schitterende sport en de voor veel sfeer zorgdragende menigte een nog mooiere dag dan de vorige editie van de Elfstedentocht. Niettemin moet naast de 14de af levering van schaatstocht met de meeste romantiek een kantteke ning worden geplaatst. Ondanks de aanwezigheid van liefst 1750 politieagenten kon op een paar plekken in Friesland een chaos niet worden voorko men. Treffend voorb'eeld was de organisatie bij de finish op de Bonkevaart. Nog voordat Evert van Benthem de meet in Leeu warden bereikte, brak er op di verse plekken paniek uit. Op het ijs, waar een mensenmassa de be vroren vloer 20 centimeter liet zakken. Enige ogenblikken later sloeg het publiek op de vlucht vanwege het door de scheuren stromende water. Straatje om Op de wal werd enige tiental len meters verder een speciaal ge reserveerd vak voor journalisten opgeschrikt door een losgelaten menigte, dat niets van de finish van Evert van Benthem wilde missen, over de omheining klom en de nietsvermoedende pers de hekken indrukte en bijkans de adem ontnam. Veel fotografen zagen hun wereldplaatvan de aankomst in rook opgaan. De po litie, die daarvoor had gecontro leerd, was op het moment surpré- me, even een straatje om. Een helicopter van de rijkspoli tie ging in Franeker ook eer straatje om, maar dan om geheel andere reden. Omdat het publiek verzuimde de wedstrijd vanaf de wal te volgen, besloot de herman dad de op het ijs verzamelde toe schouwers vanuit de lucht te lijf te gaan. Ook de gevaarlijk laag- vliegende helicopter kon de Elf steden-liefhebbers evenwel niet verontrusten. Ze bleven staan waar ze stonden, zich niet bekom merend over de steeds slechter wordende ijsvloer. Waarom Radio 1 berichten de ether inslingerde als zou het pu bliek zich gedisciplineerd gedra gen, was in dit verband dan ook een tikkeltje vreemd. Fries of niet-Fries, de toeschouwers lap ten de ongeschreven wetten s aan hun laars. Te laat besefte de politie dat er doeltreffender moest worden ingegrepen. Voort durend werd er achter de feiten aangehold. Koorts Zoals gistermiddag ten o vloede werd bewezen in de Fries landhal, die rond het tijdstip waarop Evert van Benth werd gehuldigd, zowat uit zijn voegen barstte. De schaatskoorts steeg tot gevaarlijke hoogte dat er onverantwoord veel r\ sen in de kokende hal waren toe gelaten. De gevolgen konden dan ook niet uitblijven. De door de Koninklijke landmacht beschik baar gestelde 'hospikken' moes ten alle zeilen bijzetten om de flauwgevallen mensen per bran card naar veiliger oorden af te voeren. Dergelijke uitspattingen horen niet bij de Elfstedentocht. Een feestje dat moet blijvenmaar dat wat veiligheidsmaatregelen betreft moet worden aangepast aan de huidige tijd. Ook al gaat daarmee een deel van de roman tiek verloren. ROB ONDERWATER Gerard Duindam r): "een onbeschrijflijke kick". (foto Loek zuyderduyn) LEEUWARDEN - Gerard Duin dam heeft in zijn leven toch al aar dig wat meegemaakt, maar het rij den van de Elfstedentocht bete kende voor de 39-jarige Noordwij- ker een onvergetelijke belevenis. Drie kwartier eerder dan zijn maatje Sam van Heyningen kwak te de uitbater van een niet onbe kend café in de badplaats zich bin nen 11 uur en 30 minuten over de meet in de Bonkevaart. Die prestatie schonk hem meer voldoening dan hij ooit als voetbal ler van zaterdageersteklasser Noordwijk en wedstrijdzeiler (ooit geselecteerd voor de Olymische Spelen) heeft gehad. "Dit", vergat hij de stekende pijn in zijn voeten, "dit is pas sport. Zo'n tocht vol brengen geeft je een onbeschrijfe lijke kick. Dit doe je namelijk in je eentje, met voetballen komen er ui teraard anderen aan te pas". Vanaf maandag leefde Gerard 'De Stip' Duindam in een andere wereld. De wereld die op zondag door ingenieur Jan Sipkema werd geschapen. Na eerder de Elfmeren- tocht met succes te hebben vol bracht, stortte de elftalbegeleider van Noordwijk één zich in het Gro te Avontuur van Leeuwarden. Eenmaal op dinsdag gearriveerd in de Friese hoofdstad was het lang niet zeker of Duindam de Tocht zou mogen meerijden. De admini stratie van de Friesche Elfsteden leerde namelijk dat de Noordwij- ker geen contributie had overge maakt. Duindam: "En ik had dat wel gedaan. De fout was in Fries land gemaakt. Gelukkig kon ik een bankafschift overhandigen. Daar door kreeg ik alsnog een startbe wijs". Een hoog nummer, maar Gerard Duindam hoefde met zijn vrienden Sam van Heijningen en Dick de Graaf niet als laatste De Zwette op. "Tot Harlingen hebben we met z'n drieën gereden", ontvouwde Duin dam het wedstrijdplan, "daarna zijn Sam en ik verder gegaan. Na Franeker ging ik er alleen vandoor. Daar heb ik het met die snijdende wind tegen niet gemakkelijk ge had. Met z'n drieën is misschien wel zo gezellig, maar de andere twee draaien voor mij net een tem po te laag". Gerard Duindam houdt van een flink vaartje op de gladde ijzers. "Zodra er geschaatst kan worden, kun je mij vaak op het ijs vinden. Als er nog geen natuurijs is, rij ik vaak naar de baan in Haarlem. Ligt er ijs in de sloten, dan draai ik daar op m'n rondes. Heerlijk". Als aardigheidje reed Duindam in het verleden een Alternatieve Elfstedentocht in Polen. Daar bleek dat de Noordwijker het schaatsen redelijk afging. "En dan ga je in je achterhoofd aan een éch te Elfstedentocht denken. Dit jaar moest het ervan komen. Man, wat heb ik genoten. Zoals ik me nu voel, zeg ik 'nooit meer', maar mor gen denk je daar weer anders over. Ik heb het gevoel dat m'n voetzo len over m'n schaatsen hangen. Maar pijn voel je de hele tocht niet. Het publiek zweept je op, als je toch op zo'n enthousiaste manier wordt toegejuicht, denkt toch geen haar op je hoofd aan opgeven".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 15