Mim-fracties moeten
uit Kamer verdwijnen
'Amsterdam weer
stad aan het IJ'
Achtergrond
Oud-pilgebruiksters boven de 30 minder vruchtbaar
Kerk
meer
open voor
invaliden
DONDERDAG 27 FEBRUARI 1986
PAGINA 11
In mei zijn er weer verkiezingen
voor de samenstelling van de
Tweede Kamer. Dan zullen weer
zo'n vijfentwintig politieke par
tijen met elkaar wedijveren om
de gunst van de kiezer. Ongeveer
de helft van dit aantal partijen
haalt één of meer kamerzetels.
Verreweg de meeste van deze
'succesvolle' partijen krijgen
slechts een of twee zetels.
Na de vorige verkiezingen in
1982 kwamen twaalf partijen de
Kamer binnen. Drie grote (PvdA,
CDA, WD), één kleine (D66, met
zes zetels) en acht mini-partijen.
Inmiddels hebben zich wat ru
zies en afsplitsingen voorgedaan
bij enkele van de partijen (bij het
CDA, de PSP en de RPF) en is
het aantal mini's tot boven de
tien gekomen.
Bij elkaar hebben zij 18 (twaalf
procent) kamerzetels. Dit is meer
dan voorheen. In de laatste twin-,
tig jaar hadden de minifracties
meestal tussen de 6 en 9 procent
de kamerzetels in handen.
Tegelijk met de opmars van de
mini's zien wij dat, na enige jaren
van neergang, ook de drie grote
partijen (bij elkaar opgeteld) een
zekere opmars beleven.
Kiesdrempel
De verklaring is eenvoudig:
Nederland is, vooral na de tot
standkoming van het CDA, zijn
middelgrote fracties kwijtge
raakt. Tussen de drie grote en de
mini's zit nu alleen nog D66 en
deze partij is met zes zetels niet
eens middelgroot te noemen,
maar gewoon klein.
Tegen het bestaan van* minif
racties wordt met zekere regel
maat heftig uitgevaren en wordt,
om hun bestaan uit te bannen,
een zogeheten kiesdrempel voor
gesteld. Een partij die bijvoor
beeld (zoals in de Bondsrepu
bliek) niet ten minste 5 procent
van de stemmen haalt, krijgt
geen enkele zetel. Voor^Neder-
land zou deze drempel beteke
nen dat wij momenteel alleen
nog de drie grote partijen over
houden. Men kan natuurlijk een
lagere drempel bepleiten,bij
voorbeeld 2 procent. Dan zouden
nu alleen D66 en de PSP daar
overheen komen.
.Eind 1976 is er zo'n voorstel tot
een kiesdrempel, ingediend van
uit de KVP, in de Tweede Kamer
zelfs in stemming gekomen,
maar verworpen. De huidige ka
mervoorzitter Dolman behoorde
toen tot de voorstemmers. Zelfs
begin vorig jaar pleitte hij tijdens
een rede in Elburg voor een kies
drempel die de splinterpartijen
uit de Kamer weg zou houden.
Met zijn Elburgse voorstel oogst
te Dolman overigens slechts
storm. De door zijn voorstel be
dreigde minifracties reageerden
verontwaardigd en furieus.
Politieke emoties
Het onderwerp zit vol politieke
emoties. Het is ook gemakkelijk
emotioneel te maken. Slechts
grote, onbedreigde partijen be
pleiten af en toe het opheffen van
miniatuur-partijen. De openbare
sympathie gaat dan al gauw uit
naar die kleine winkeliers die
door enkele grootgrutters met
opheffing bedreigd worden.
Maar sympathie is natuurlijk iets
anders dan het verstandige gelijk
en het is daarom nuttig enkele
feiten en argumenten op een rij
te zetten.
door
M. van Schendelen
Om te beginnen moet erop ge
wezen worden dat Nederland al
lang een kiesdrempel heeft, na
melijk van 0.6 procent van de
geldig uitgebrachte stemmen of
wel gewoon de kiesdrempel van
tenminste één kamerzetel. In
1982 kwamen zeven partijen die
aan de verkiezingen deelnamen,
daar niet overheen. Bij elkaar
hadden zij ruim 115.000 stem
men, in theorie goed voor twee
kamerzetels.
Dat zij alle zeven buiten de Ka
mer blijven en niet bijvoorbeeld
via roulatie die twee kamerzetels
mogen bezetten, betreurt nie
mand. Het pleidooi ze wel op de
een of andere wijze toe te laten is
althans nooit te horen* zelfs niet
van de kant van de mini's die het
wél net gehaald hebben en nu zo
tegen Dolman tekeer gaan.
Ten tweede is een feit dat wei
nig westerse landen zo'n enorm
open en gemakkelijk toeganke
lijk kiesstelsel hebben als Neder
land. Verzamel ongeveer 60.000
landgenoten achter u en u heeft
een eigen kamerzetel. En elke
stem, van Zierikzee tot Appinge-
dam, telt mee, omdat wij nu een
maal geen districtstelsel hebben.
Onder normale omstandigdighe-
den is het dan ook logisch en on-,
vermijdelijk dat heel veel partij
en één of meer zetels behalen en
tot dusver zijn de omstandighe
den in Nederland altijd normaal
geweest.
Op Israel na hebben alle ande
re westerse landen voor zo'n on
gebreidelde instroom van partij
en bedankt en via de Kieswet
enige beperking (drempels, dis
trictenstelsel of anderszins) inge
bouwd. Meestal was de belang
rijkste overweging daarbij dat de
aanwezigheid van veel partijen
in het parlement de regeringssta-
biliteit bemoeilijkt. Want bij veel
partijen wordt de spoeling dun:
elke fractie is een kleine minder
heid. De regering wordt dan een
coalitie van meer partijen en dus
extra breekbaar.
Verzuiling
Nederland heeft zich altijd wat
minder bekommerd om die rege-
ringsstabiliteit: 'dat zoeken de
politici, maar uit'. Het resultaat is
er ook naar, hoewel natuurlijk
meer factoren dan het aantal par
tijen alléén van invloed zijn op
de stabiliteit van een regering.
Maar ons resultaat is wel dat in
veertig jaren na-oorlogse politiek
slechts twee kabinetten de rit
hebben volgemaakt en het huidi
ge kabinet wellicht pas het derde
wordt.
Nederlanders willen graag (al
thans dat lijkt zo) dat 'alle gelui
den gehoord worden in de poli
tiek'. Vermoedelijk hangt dat sa
men met onze recente historie
van verzuilingspolitiek. Toen re
gelden de politieke voormannen
achter gesloten deuren en onder
elkaar de politiek. Voor maat
schappelijke stromingen was het
toen dus noodzaak een eigen
spreekbuis in dat gezelschap te
hebben.
In de huidige tijd is dat geen
noodzaak meer. De pers, het
openbaar bestuur en de talrijke
belanèengroepen staan er borg
voor dat, waar en wanneer dan
ook, elk geluid van enige om
vang wel gehoord wordt. Zo be
schouwd is er voor het bestaan
van mini-fracties nu minder
maatschappelijke noodzaak,
want hun ideologische geluid
wordt nu ook wel langs andere
weg gehoord.
Maar wat niet nodig is, kan wel
nuttig of aardig zijn. De vele mi
ni's in de Kamer vormen zeker
een kleurrijk geheel. Mijn bui
tenlandse collega's raken daar
niet over uitgepraat, maar hun
aantal is te gering om hier van
een toeristische trekpleister te
mogen spreken. Het politieke
nut van minifracties is, als het al
bestaat, vooral van psychologi
sche aard: zolang een aantal kie
zers ze voldoende nuttig acht om
erop te stemmen, zijn zij voor de
ze kiezers van nut.
Tweede-Kamervoorzitter Dolman tijdens zijn werkzaamheden in
het parlement. Begin vorig jaar pleitte hij voor een kiesdrempel die de
splinterpartijen uit de Kamer weg zou houden.
Maar dat is zo ongeveer het
enige dat kan worden aange
toond. De buitenlandse parle
menten leren bovendien dat pa
cifistische, Centrumpartij-achti-
ge en andere piep-geluiden ook
via grote partyen aan bod kun
nen komen en soms zelfs met ge
luidsversterking, dus veel effec
tiever.
Geen rol
Bij de politieke besluitvor
ming in onze Kamer spelen de
splinterpartijen nauwelijks of
geen rol. De hoeveelheid werk is
zo gigantisch dat zij de meeste
kwesties moeten laten lopen en
zich op slechts enkele concentre
ren. En bij deze enkele speciali-
té's missen zij de macht om poli
tieke zaken te doen. Zij getuigen
in hun spreektijd. Vervolgens
gaat de Kamer over tot de orde
van de dag en dat is de orde van
de grote partijen. Zo is, leuk of
niet, de realiteit.
De mini's hebben zelfs een
schaduwzijde voor de werking
van het parlement: zy houden ze
tels bezet. Zonder hen zouden de
grote partijen nu tezamen 18 ze
tels meer hebben gehad, dus wat
groter geweest zijn. Dat zou tot
voordeel hebben gehad dat bin
nen de grote fractie het parle
mentaire werk beter verdeeld en
(foto ANP)
gedaan kan worden en dat ook
de regeringscoalitie (van welke
kleur dan ook) wat minder wan
kel in het zadel kan zitten.
Maar voor een probleem be
staan meestal meer oplossingen.
De grote fracties, die internatio
naal bezien helemaal niet groot
zijn, kan men in het belang van
de kwaliteit van hun besluitvor
ming ook verder vergroten door
uitbreiding van het totaal aantal
kamerleden. Maar voor dit idee
lijkt nog minder steun te be
staan. hoewel er weinig landen
zijn met zo weinig 'parlementslid
per hoofd van de bevolking' als
Nederland. En regeringsstabili-
teit kan men ook op Franse of
Britse wijze versterken, maar
ook dit wordt zelden bepleit.
Temidden van alle onzekerhe
den is één ding zeker. Als er ooit
een moment geweest is de babyf-
racties geruisarm af te schaffen,
dan is het wel nu. De middelgro
te fracties, die vroeger bij voor
stellen tot een kiesdrempel (veel
al uit veiligheidsoverwegingen)
de zijde der mini's kozen, be
staan nauwelijks meer. De mini
fracties staan nu nagenoeg al
leen.
(De auteur is als hoogleraar
verbonden aan de vakgroep poli
ticologie van de Erasmus Uni
versiteit Rotterdam).
Ambitieus plan rond Centraal Station
AMSTERDAM (GPD) - Het gebied
rond het Amsterdamse Centraal
Station krijgt een face-lift. Althans
als de plannen, zoals de gemeente
Amsterdam die nu heeft ontwik
keld, ook gerealiseerd zullen wor
den. Volgens B en W moet Amster
dam de functie van 'Stad aan 'het
IJ' terug zien te krijgen.
Op grond van stedebouwkundi-
ge ideeën, die op een door de ge
meente Amsterdam in 1983 uitge
schreven prijsvraag zijn binnenge
komen, heeft een ambtelijke werk
groep van de dienst ruimtelijke or
dening een uiterst ambitieus plan
opgesteld. Uitgangspunt daarbij is
de samenhang tussen IJ-oevers en
de bestaande stad te verbeteren.
De plannen voorzien in een com
binatie van woningbouw en kanto-
renbouw en het creéeren van een
wandelzone langs de IJ-oever ach
ter het Centraal Station. Het is de
bedoeling dat die wandelzone
overdekt zal worden en dat er dan
een soort wintertuin ontstaat. De
promenade zal via een beweegbare
brug worden doorgetrokken naar
de kop van de Oostelijke Handels
kade.
Een van de voorwaarden hier
voor is wel, da't de middendoor
gang van het Centraal Station, die
vorig jaar ingrijpend werd gereno
veerd, onder de verkeersader ach
ter het Centraal Station wordt
doorgetrokken tot aan het IJ.
Aan het water zal een plein wor
den gemaakt als beëindiging van
de as Dam-Centraal Station-IJ.
Aan het IJ zelf is een aantal gebou
wencomplexen gesitueerd. Een
van die gebouwen is een congres
gebouw, waarvan het bestuur van
het RAI-congrescentrum al be
langstelling heeft getoond. Aan de
kop van de OosteÜjke 'Handelska
de is ruimte gereserveerd voor de
nieuwe brandweerkkazerne.
Aan de Oosterdokskade is ruim
te gereserveerd voor woningbouw
(200 woningen) en de bouw van
een hotel. Op de kop van de kade is
voorzien in de bouw van een mu
seum. Volgens de Amsterdamse
wethouder Van der Vlis is daar
overigens nog geen gegadigde
voor. „Er wordt gesproken over
een nieuwe vestiging voor het
Nint, maar ook over een mogelijk
onderkomen voor het nog uit te
voeren plan voor het onderbren
gen van een architectuurmu
seum", aldus Van der Vlis.
Het Oosterdok zelf, waar ook de
Pollux een plaatsje heeft gekregen,
zal speciaal worden ingericht als
ligplaats voor museumschepen.
Binnenkort zal ook de uit de Ver
enigde Staten afkomstige radar-
boot Mark Twain hier ligplaats kie
zen, terwijl daarnaast ook voorzien
is in een ligplaats voor het drijven
de Chinese restaurant dat nu nog
voor het postkantoor ligt.
Wat betreft de scheepvaart aan
het IJ voorzien de plannen in een
passantenhaven voor grotere re
creatievaart, chartervaart met tra
ditionele schepen, museumsche
pen, maar ook surfplanken en wa
terfietsen zullen er een plaats moe
ten vinden. Tezamen met cafés,
restaurants en winkels zal dit moe
ten leiden tot een levendig en aan
trekkelijk gebied, zowel voor de
Amsterdammers zelf als voor toe
risten en werkenden.
Uit het inmiddels verrichte haal
baarheidsonderzoek is gebleken,
dat er voldoende belangstelling be
staat van de zijde van projectbeleg
gers. „Want", aldus wethouder Van
der VÏis, „deze plannen mogen het
gemeentebestuur geen cent kos
ten".
Binnenkort zal het gemeentebe
stuur overleggen met de direct be
trokkenen. Daaronder vallen vol
gens de wethouder van ruimtelijke
ordening, ook de heroineprosti-
tuées, die momenteel tippelen op
de De Ruyterkade. Volgens Van
der Vlis zal de tippelzone, die door
burgemeester Ed van Thijn is aan
gewezen, moeten verdwijnen.
Projectleider ir. A. W. van Hat-
tum verwacht dat de plannen op
z'n vroegst rond 1992 gerealiseerd
kunnen zyn. „Maar dan mag er ook
niets tegen lopen. Gebeurt dat wel.
dan zal het hele project pas aan het
eind van. deze eeuw kunnen wor
den gerealiseerd".
BERLIJN (GPD) - In de wereld rond de
anticonceptiepil is weer eens opschudding
ontstaan. Vrouwen van dertig jaar en ouder
die de pil hebben geslikt, blijken wat min
der snel hun eerste kind te krijgen dan dito
vrouwen die met een ander anticonceptie
middel zijn gestopt. Pillenfabrikanten
haasten zich het betreffende onderzoek on
deruit te halen. Ten onrechte, zo lijkt het.
Vorige maand publiceerde een groep Ox-
fordse geleerden onder leiding van prof. M.
Vessey in de British Journal of Family
Planning resultaten uit een grootscheeps
lopend onderzoek onder ruim zeventien
duizend vrouwen. Daaruit komt naar voren
dat twee jaar na het stoppen met voorbe
hoeding 17,9 procent van de oudere vrou
wen die de pil namen en nog niet eerder een
kind hadden gehad, nog steeds kinderloos
was, tegen 11,5 procent van de vrouwen die
een andere manier van anticonceptie had
den gebruikt.
Na drie jaar waren de verschillen kleiner
geworden: 12,7 tegen 10,0 procent. Hoe lan
ger de vrouwen de pil hadden gebruikt, hoe
sterker de vermindering van de vruchtbaar
heid, aldus Vessey en zijn medewerkers.
Bij jonge vrouwen en bij vrouwen die al een
kind hebben gehad, bestaat er amper ver
schil in terugkeer van vruchtbaarheid.
Dat is toch enigszins „verontrustend",
vinden de onderzoekers. „Wat de verkla
ring ervan ook moge zijn, onze bevinding is
van belang voor artsen die orale anticon
ceptiva voorschrijven".
Dit weekeinde hield het farmaceutisch
bedrijf Schering, een van 's werelds grote
pillenfabrikanten, een eendaags sympo
sium in Berlijn over een kwart eeuw pil, en
het zal niet verbazen dat Vesseys publica
ties daar druk werden besproken - en ge
kraakt.
Belangrijkste bezwaar tegen Vessey was,
dat hij een eenvoudig gegeven over het
hoofd heeft gezien: het rookgedrag van de
vrouwen. Schering verwijst in een persbe
richt naar Vesseys eigen artikel van zomer
vorig jaar in de British Medical Journal.
Daarin meldt hij dat er een verband bestaat
tussen verminderde vruchtbaarheid en
rookgedrag.
'De belangrijkste bevinding' was hier, dat
hoe meer sigaretten de vrouwen rookten,
hoe minder vruchtbaar ze waren, dus hoe
langer het duurde voor ze een kind hadden.
Van de zware rooksters (meer dim twintig
sigaretten per dag) had twintig procent na
twee jaar nog geen kind, van de niet-rook-
sters twaalf procent. Het verband tussen ro
ken en verminderde vruchtbaarheid is zo
duidelijk, dat de auteurs het aanbevelens
waardig achten dat „vrouwen niet alleen tij
dens de zwangerschap minder of niet ro
ken, maar ook als ze zwanger trachten te
worden".
Het is daarom „onbegrijpelijk", aldus
Schering, dat Vessey met dit gegeven geen
rekening houdt in zijn jongste artikel. Want
hij stelt daarin zelf vast dat vrouwen die de
pil slikken beduidend meer roken dan
vrouwen die andere voorbehoedmiddelen
nemen. „De rookgewoonten alleen zijn al
voldoende om de verschillen in vruchtbaar
heid te verklaren", aldus Schering.
Vessey zelf was niet op het symposium
aanwezig om weerwoord te geven. In een
nadere toelichting zegt hij nu: „Voor alle
vrouwen, oud, jong, met of zonder kinde
ren, geldt dat de pilgebruiksters meer ro
ken, maar alleen voor de groep kinderloze
vrouwen boven de dertig geldt dat ze ver
minderd vruchtbaar zijn".
Met andere woorden: het sigarettenge
bruik doet er niet toe, want bij alle groepen
bestaat een ongeveer even groot verschil in
rookgewoonten, maar er is slechts één
groep waar zo'n groot verschil in onvrucht
baarheid bestaat.
Al met al ziet het ernaar uit dat Vesseys
artikel gebrekkig is, maar dat Scherings
weerlegging wel erg haastig is. Vessey lykt
toch iets nieuws te hebben gevonden, iets
wat niet onmiddellijk onder tafel gescho
ven moet te worden.
ACTIE ZUINIG STOKEN
TABEL VOOR DE WEEK
VAN 17 FEBR. T/M 23 FEBR. 1986
WEERSTATION VALKENBURG
800 n
1.000
1.200
1.400
1.600
1.800
2.000
2.200
2.400
2.600
2.800
3.000
3.300
3.600
3.900
4.200
4.500
5.000
5.500
6.000
791
928
1063
1200
1338
1476
1612
1748
1885
2023
2227
2432
2640
2846
3057
3402
3748
4095
Dankzij een garantie van het
Nationaal Revalidatie-Fonds - in
'december vierde dat zijn 25-jarig
jubileum - heeft de stichting
'Kom beter binnen' voor een jaar
een bouwkundig medewerker in
dienst kunnen nemen. De van
oorsprong Haagse stichting heeft
ten doel, kerkgebouwen toegan
kelijker te maken voor gehandi
capten en daarbij zoveel moge
lijk haanlozen in te schakelen.
De in dienst genomen medewer
ker geeft bouwkundige adviezen
aan kerkbesturen die in dat op
zicht iets voor gehandicapten
willen doen.
De stichting 'Kom beter bin
nen', die in 1984 werd opgericht,
was een initiatief van Haagse
kerken. In het begin richtte zij
zich alleen op Den Haag, maar er
komen nu aanvragen uit het hele
land binnen. Mede dankzij de
aanstelling van de heer E. Grob-
ben' kunnen die ook behandeld
worden.
Het Nationaal Revalidatie-
Fonds heeft tot nu toe voor drie
Haagse kerken een financiële te
gemoetkoming toegezegd. Voor
nog twaalf kerkgeboüwen is eén
subsidieverzoek ingediend en
met dertig kerkbesturen zijn of
worden afspraken gemaakt om
te bekijken waar in gebouwen
obstakels voor gehandicapten
liggen.
Inschakeling van baanloze
bouwvakkers bleek heel moei
lijk te zijn in de wirwar van wet
ten en regels. Met een kleine aan
nemer is nu overeengekomen,
dat hij baanloze bouwvakkers in
dienst zal nemen als hij via 'Kom
beter binnen' opdrachten krijgt.
Kerk en Israël
In verreweg de meeste plaat- r
selijke gereformeerde kerken
wordt de 'Kerk- en Israël'-arbeid
nog behartigd vanuit de zen
dingscommissie. Volgens de ge
reformeerde synodecommissie
'Kerk en Israël' rijmt dat niet met
de jarenlange ontwikkeling van
het gesprek tussen Kerk en Is
raël. Er zouden plaatselijke of re
gionale 'Kerk- en Israël'-commis-
sies moeten komen, liefst in sa
menwerking met de hervormde
gemeenten.
Dat rapporteert de
aan de synode, die dit onderwerp
in haar vergadering van april zal
behandelen.
Het werk groeit ons boven het
hoofd, schrijft de commissie aan
de synode. Meer dan tevoren
wordt om steun en medewerking
gevraagd, "die wij door gebrek
aan mensen niet altijd kunnen
geven". "Wij hebben ons voorge
nomen, in de komende tijd keu
zes te maken. Een wat deprime
rende opgave". Positief is uiter
aard de toenemende belangstel
ling voor het thema 'Kerk en Is
raël'. Een 'hoopvol signaal' is ook
de groei van directe contacten
met vertegenwoordigers van de
joodse gemeenschappen.
Toch wil de commissie méér
doen dan bestaande activiteiten
handhaven. Ze denkt vooral aan
toerusting van predikanten en
contacten met het catechetisch
onderwijs en het leerhuis- en jon
gerenwerk. Ook de vragen van
joodse kant en de vragen "die wij
als christenen aan elkaar moeten
stellen" vragen veel aandacht.
"Het is uitermate schokkend",
schrijft de 'Kerk en Israël'-predi-
kant dr. S. Schoon, "om telkens
weer te ervaren, dat velen in de
christelijke gemeente in hun vi
sie op joden eri jodendom nog
niet verder gekomen zijn dan ui
tingen als van de Goeree's, die
door de Zwolse rechter verboden
zijn". (Het zendelingenpaar Goer
ree bracht het lot van de joden in
de laatste oorlog in verband met
de verwerping van Christus als
- redactie).
"Die kerkleden reproduceren
slechts wat hun geleerd is. Deze
situatie betekent een grote uitda
ging, niet alleen voor het 'Kerk
en Israël'-werk, maar ook voor
de kerk als geheel". Schoon
vindt gesprek tussen de verschil
lende christelijke visies op de re
latie tussen Kerk en Israël uiterst
noodzakelijk. "De polarisatie op
dit gebied is niet gering".
Lima-rapporten
In haar vergadering van
maart zal de hervormde synode
reageren op de rapporten over
doop, eucharistie en ambt, die de
'Geloof en kerkorde'
van de Wereldraad van Kerken
in 1982 aanvaardde. In deze com
missie zitten - in tegenstelling
tot de Wereldraad zelf - ook
rooms-katholieke afgevaardig
den als volwaardig lid.
De hervormde synode sprak er
al in maart 1984 over, maar be
sloot toen om zo mogelijk samen
met de gereformeerden een reac
tie op te stellen. Een gemengde
commissie bereidde die reactie
voor. en dat stuk komt nu straks
ter tafel. Bij de gereformeerden
gebeurt dat een maand later
(april). In mei zal de gecombi
neerde hervormd-gereformeerde
synode zich nog over de verkla
ring buigen.
Uit het ontwerp voor deze ver
klaring blijkt, dat de hervormde
en gereformeerde kerken in de
rapporten over doop en eucharis
tie (avondmaal) wezenlijke ele
menten van het geloof van de
kerk door de eeuwen heen her
kennen en kunnen aanvaarden,
maar dat ze in het rapport over
het ambt essentiële gereformeer
de elementen missen, zoals een
visie op de reformatorische, niet-
hiërarchische ambtsopvatting.
Het rapport gaat uit van de meer
katholieke rangorde en besteedt
geen aandacht aan de gelijkwaar
digheid van de drie protestantse
ambten.
Duidelijkheid wil de her
vormd-gereformeerde commis
sie over de plaats van 'het volk
van God' bij de verkiezing van de
ambtsdragers en de plaats van de
ouderling, diaken en kerkeraad
in het kerkelijk leven. Andere
punten die aandacht behoeven
zijn de toelating van de vrouw tot
het ambt en het primaat van de
bisschop van Rome.
De bijbelse argumenten in het
Lima-rapport zijn alle ontleend
aan het Nieuwe Testament. Dat
betekent, volgens de hervormd-
gereformeerde commissie, een
verschraling. "Als aan de een
heid van Oude en Nieuwe Testa
ment recht wordt gedaan, kan
een theologisch vollediger visie
op doop, eucharistie en ambt
ontstaan".
Hervormde Kerk: beroepen
te Oosterzee (Fr.) kandidaat J. Ek
Hilversum, te Lekkerland ('Het
Venster') J. Olie Opheusden;
aangenomen naar Doornspyk L.
Schaafsma Zuilichem-Nieuwaal.
Gereformeerde Kerken Vrijge
maakt: aangenomen naar Zwart
sluis kandidaat S. Schaaij Apel
doorn.
Abortus. Zeker negen van de
vierentwintig vrouwelijke reli
gieuzen die in oktober 1984 een
advertentie in de New York Ti
mes ondertekenden waarin werd
gesteld dat in de Rooms-Katho-
lieke Kerk meer dan één stand
punt over abortus bestaat, wor
den niet langer bedreigd met uit
zetting uit hun orde. De zaak van
de andere zusters is nog niet af
gehandeld.
Tot die conclusie kwam een
Amerikaans rooms-katholiek
persbureau na gesprekken met
de betrokken zusters. Een van de
negen zusters ontkende - in te
genstelling tot wat het Vaticaan
had bericht dat zij haar handte
kening had teruggenomen.