Mim-fracties moeten uit Kamer verdwijnen 'Amsterdam weer stad aan het IJ' Achtergrond Oud-pilgebruiksters boven de 30 minder vruchtbaar Kerk meer open voor invaliden DONDERDAG 27 FEBRUARI 1986 PAGINA 11 In mei zijn er weer verkiezingen voor de samenstelling van de Tweede Kamer. Dan zullen weer zo'n vijfentwintig politieke par tijen met elkaar wedijveren om de gunst van de kiezer. Ongeveer de helft van dit aantal partijen haalt één of meer kamerzetels. Verreweg de meeste van deze 'succesvolle' partijen krijgen slechts een of twee zetels. Na de vorige verkiezingen in 1982 kwamen twaalf partijen de Kamer binnen. Drie grote (PvdA, CDA, WD), één kleine (D66, met zes zetels) en acht mini-partijen. Inmiddels hebben zich wat ru zies en afsplitsingen voorgedaan bij enkele van de partijen (bij het CDA, de PSP en de RPF) en is het aantal mini's tot boven de tien gekomen. Bij elkaar hebben zij 18 (twaalf procent) kamerzetels. Dit is meer dan voorheen. In de laatste twin-, tig jaar hadden de minifracties meestal tussen de 6 en 9 procent de kamerzetels in handen. Tegelijk met de opmars van de mini's zien wij dat, na enige jaren van neergang, ook de drie grote partijen (bij elkaar opgeteld) een zekere opmars beleven. Kiesdrempel De verklaring is eenvoudig: Nederland is, vooral na de tot standkoming van het CDA, zijn middelgrote fracties kwijtge raakt. Tussen de drie grote en de mini's zit nu alleen nog D66 en deze partij is met zes zetels niet eens middelgroot te noemen, maar gewoon klein. Tegen het bestaan van* minif racties wordt met zekere regel maat heftig uitgevaren en wordt, om hun bestaan uit te bannen, een zogeheten kiesdrempel voor gesteld. Een partij die bijvoor beeld (zoals in de Bondsrepu bliek) niet ten minste 5 procent van de stemmen haalt, krijgt geen enkele zetel. Voor^Neder- land zou deze drempel beteke nen dat wij momenteel alleen nog de drie grote partijen over houden. Men kan natuurlijk een lagere drempel bepleiten,bij voorbeeld 2 procent. Dan zouden nu alleen D66 en de PSP daar overheen komen. .Eind 1976 is er zo'n voorstel tot een kiesdrempel, ingediend van uit de KVP, in de Tweede Kamer zelfs in stemming gekomen, maar verworpen. De huidige ka mervoorzitter Dolman behoorde toen tot de voorstemmers. Zelfs begin vorig jaar pleitte hij tijdens een rede in Elburg voor een kies drempel die de splinterpartijen uit de Kamer weg zou houden. Met zijn Elburgse voorstel oogst te Dolman overigens slechts storm. De door zijn voorstel be dreigde minifracties reageerden verontwaardigd en furieus. Politieke emoties Het onderwerp zit vol politieke emoties. Het is ook gemakkelijk emotioneel te maken. Slechts grote, onbedreigde partijen be pleiten af en toe het opheffen van miniatuur-partijen. De openbare sympathie gaat dan al gauw uit naar die kleine winkeliers die door enkele grootgrutters met opheffing bedreigd worden. Maar sympathie is natuurlijk iets anders dan het verstandige gelijk en het is daarom nuttig enkele feiten en argumenten op een rij te zetten. door M. van Schendelen Om te beginnen moet erop ge wezen worden dat Nederland al lang een kiesdrempel heeft, na melijk van 0.6 procent van de geldig uitgebrachte stemmen of wel gewoon de kiesdrempel van tenminste één kamerzetel. In 1982 kwamen zeven partijen die aan de verkiezingen deelnamen, daar niet overheen. Bij elkaar hadden zij ruim 115.000 stem men, in theorie goed voor twee kamerzetels. Dat zij alle zeven buiten de Ka mer blijven en niet bijvoorbeeld via roulatie die twee kamerzetels mogen bezetten, betreurt nie mand. Het pleidooi ze wel op de een of andere wijze toe te laten is althans nooit te horen* zelfs niet van de kant van de mini's die het wél net gehaald hebben en nu zo tegen Dolman tekeer gaan. Ten tweede is een feit dat wei nig westerse landen zo'n enorm open en gemakkelijk toeganke lijk kiesstelsel hebben als Neder land. Verzamel ongeveer 60.000 landgenoten achter u en u heeft een eigen kamerzetel. En elke stem, van Zierikzee tot Appinge- dam, telt mee, omdat wij nu een maal geen districtstelsel hebben. Onder normale omstandigdighe- den is het dan ook logisch en on-, vermijdelijk dat heel veel partij en één of meer zetels behalen en tot dusver zijn de omstandighe den in Nederland altijd normaal geweest. Op Israel na hebben alle ande re westerse landen voor zo'n on gebreidelde instroom van partij en bedankt en via de Kieswet enige beperking (drempels, dis trictenstelsel of anderszins) inge bouwd. Meestal was de belang rijkste overweging daarbij dat de aanwezigheid van veel partijen in het parlement de regeringssta- biliteit bemoeilijkt. Want bij veel partijen wordt de spoeling dun: elke fractie is een kleine minder heid. De regering wordt dan een coalitie van meer partijen en dus extra breekbaar. Verzuiling Nederland heeft zich altijd wat minder bekommerd om die rege- ringsstabiliteit: 'dat zoeken de politici, maar uit'. Het resultaat is er ook naar, hoewel natuurlijk meer factoren dan het aantal par tijen alléén van invloed zijn op de stabiliteit van een regering. Maar ons resultaat is wel dat in veertig jaren na-oorlogse politiek slechts twee kabinetten de rit hebben volgemaakt en het huidi ge kabinet wellicht pas het derde wordt. Nederlanders willen graag (al thans dat lijkt zo) dat 'alle gelui den gehoord worden in de poli tiek'. Vermoedelijk hangt dat sa men met onze recente historie van verzuilingspolitiek. Toen re gelden de politieke voormannen achter gesloten deuren en onder elkaar de politiek. Voor maat schappelijke stromingen was het toen dus noodzaak een eigen spreekbuis in dat gezelschap te hebben. In de huidige tijd is dat geen noodzaak meer. De pers, het openbaar bestuur en de talrijke belanèengroepen staan er borg voor dat, waar en wanneer dan ook, elk geluid van enige om vang wel gehoord wordt. Zo be schouwd is er voor het bestaan van mini-fracties nu minder maatschappelijke noodzaak, want hun ideologische geluid wordt nu ook wel langs andere weg gehoord. Maar wat niet nodig is, kan wel nuttig of aardig zijn. De vele mi ni's in de Kamer vormen zeker een kleurrijk geheel. Mijn bui tenlandse collega's raken daar niet over uitgepraat, maar hun aantal is te gering om hier van een toeristische trekpleister te mogen spreken. Het politieke nut van minifracties is, als het al bestaat, vooral van psychologi sche aard: zolang een aantal kie zers ze voldoende nuttig acht om erop te stemmen, zijn zij voor de ze kiezers van nut. Tweede-Kamervoorzitter Dolman tijdens zijn werkzaamheden in het parlement. Begin vorig jaar pleitte hij voor een kiesdrempel die de splinterpartijen uit de Kamer weg zou houden. Maar dat is zo ongeveer het enige dat kan worden aange toond. De buitenlandse parle menten leren bovendien dat pa cifistische, Centrumpartij-achti- ge en andere piep-geluiden ook via grote partyen aan bod kun nen komen en soms zelfs met ge luidsversterking, dus veel effec tiever. Geen rol Bij de politieke besluitvor ming in onze Kamer spelen de splinterpartijen nauwelijks of geen rol. De hoeveelheid werk is zo gigantisch dat zij de meeste kwesties moeten laten lopen en zich op slechts enkele concentre ren. En bij deze enkele speciali- té's missen zij de macht om poli tieke zaken te doen. Zij getuigen in hun spreektijd. Vervolgens gaat de Kamer over tot de orde van de dag en dat is de orde van de grote partijen. Zo is, leuk of niet, de realiteit. De mini's hebben zelfs een schaduwzijde voor de werking van het parlement: zy houden ze tels bezet. Zonder hen zouden de grote partijen nu tezamen 18 ze tels meer hebben gehad, dus wat groter geweest zijn. Dat zou tot voordeel hebben gehad dat bin nen de grote fractie het parle mentaire werk beter verdeeld en (foto ANP) gedaan kan worden en dat ook de regeringscoalitie (van welke kleur dan ook) wat minder wan kel in het zadel kan zitten. Maar voor een probleem be staan meestal meer oplossingen. De grote fracties, die internatio naal bezien helemaal niet groot zijn, kan men in het belang van de kwaliteit van hun besluitvor ming ook verder vergroten door uitbreiding van het totaal aantal kamerleden. Maar voor dit idee lijkt nog minder steun te be staan. hoewel er weinig landen zijn met zo weinig 'parlementslid per hoofd van de bevolking' als Nederland. En regeringsstabili- teit kan men ook op Franse of Britse wijze versterken, maar ook dit wordt zelden bepleit. Temidden van alle onzekerhe den is één ding zeker. Als er ooit een moment geweest is de babyf- racties geruisarm af te schaffen, dan is het wel nu. De middelgro te fracties, die vroeger bij voor stellen tot een kiesdrempel (veel al uit veiligheidsoverwegingen) de zijde der mini's kozen, be staan nauwelijks meer. De mini fracties staan nu nagenoeg al leen. (De auteur is als hoogleraar verbonden aan de vakgroep poli ticologie van de Erasmus Uni versiteit Rotterdam). Ambitieus plan rond Centraal Station AMSTERDAM (GPD) - Het gebied rond het Amsterdamse Centraal Station krijgt een face-lift. Althans als de plannen, zoals de gemeente Amsterdam die nu heeft ontwik keld, ook gerealiseerd zullen wor den. Volgens B en W moet Amster dam de functie van 'Stad aan 'het IJ' terug zien te krijgen. Op grond van stedebouwkundi- ge ideeën, die op een door de ge meente Amsterdam in 1983 uitge schreven prijsvraag zijn binnenge komen, heeft een ambtelijke werk groep van de dienst ruimtelijke or dening een uiterst ambitieus plan opgesteld. Uitgangspunt daarbij is de samenhang tussen IJ-oevers en de bestaande stad te verbeteren. De plannen voorzien in een com binatie van woningbouw en kanto- renbouw en het creéeren van een wandelzone langs de IJ-oever ach ter het Centraal Station. Het is de bedoeling dat die wandelzone overdekt zal worden en dat er dan een soort wintertuin ontstaat. De promenade zal via een beweegbare brug worden doorgetrokken naar de kop van de Oostelijke Handels kade. Een van de voorwaarden hier voor is wel, da't de middendoor gang van het Centraal Station, die vorig jaar ingrijpend werd gereno veerd, onder de verkeersader ach ter het Centraal Station wordt doorgetrokken tot aan het IJ. Aan het water zal een plein wor den gemaakt als beëindiging van de as Dam-Centraal Station-IJ. Aan het IJ zelf is een aantal gebou wencomplexen gesitueerd. Een van die gebouwen is een congres gebouw, waarvan het bestuur van het RAI-congrescentrum al be langstelling heeft getoond. Aan de kop van de OosteÜjke 'Handelska de is ruimte gereserveerd voor de nieuwe brandweerkkazerne. Aan de Oosterdokskade is ruim te gereserveerd voor woningbouw (200 woningen) en de bouw van een hotel. Op de kop van de kade is voorzien in de bouw van een mu seum. Volgens de Amsterdamse wethouder Van der Vlis is daar overigens nog geen gegadigde voor. „Er wordt gesproken over een nieuwe vestiging voor het Nint, maar ook over een mogelijk onderkomen voor het nog uit te voeren plan voor het onderbren gen van een architectuurmu seum", aldus Van der Vlis. Het Oosterdok zelf, waar ook de Pollux een plaatsje heeft gekregen, zal speciaal worden ingericht als ligplaats voor museumschepen. Binnenkort zal ook de uit de Ver enigde Staten afkomstige radar- boot Mark Twain hier ligplaats kie zen, terwijl daarnaast ook voorzien is in een ligplaats voor het drijven de Chinese restaurant dat nu nog voor het postkantoor ligt. Wat betreft de scheepvaart aan het IJ voorzien de plannen in een passantenhaven voor grotere re creatievaart, chartervaart met tra ditionele schepen, museumsche pen, maar ook surfplanken en wa terfietsen zullen er een plaats moe ten vinden. Tezamen met cafés, restaurants en winkels zal dit moe ten leiden tot een levendig en aan trekkelijk gebied, zowel voor de Amsterdammers zelf als voor toe risten en werkenden. Uit het inmiddels verrichte haal baarheidsonderzoek is gebleken, dat er voldoende belangstelling be staat van de zijde van projectbeleg gers. „Want", aldus wethouder Van der VÏis, „deze plannen mogen het gemeentebestuur geen cent kos ten". Binnenkort zal het gemeentebe stuur overleggen met de direct be trokkenen. Daaronder vallen vol gens de wethouder van ruimtelijke ordening, ook de heroineprosti- tuées, die momenteel tippelen op de De Ruyterkade. Volgens Van der Vlis zal de tippelzone, die door burgemeester Ed van Thijn is aan gewezen, moeten verdwijnen. Projectleider ir. A. W. van Hat- tum verwacht dat de plannen op z'n vroegst rond 1992 gerealiseerd kunnen zyn. „Maar dan mag er ook niets tegen lopen. Gebeurt dat wel. dan zal het hele project pas aan het eind van. deze eeuw kunnen wor den gerealiseerd". BERLIJN (GPD) - In de wereld rond de anticonceptiepil is weer eens opschudding ontstaan. Vrouwen van dertig jaar en ouder die de pil hebben geslikt, blijken wat min der snel hun eerste kind te krijgen dan dito vrouwen die met een ander anticonceptie middel zijn gestopt. Pillenfabrikanten haasten zich het betreffende onderzoek on deruit te halen. Ten onrechte, zo lijkt het. Vorige maand publiceerde een groep Ox- fordse geleerden onder leiding van prof. M. Vessey in de British Journal of Family Planning resultaten uit een grootscheeps lopend onderzoek onder ruim zeventien duizend vrouwen. Daaruit komt naar voren dat twee jaar na het stoppen met voorbe hoeding 17,9 procent van de oudere vrou wen die de pil namen en nog niet eerder een kind hadden gehad, nog steeds kinderloos was, tegen 11,5 procent van de vrouwen die een andere manier van anticonceptie had den gebruikt. Na drie jaar waren de verschillen kleiner geworden: 12,7 tegen 10,0 procent. Hoe lan ger de vrouwen de pil hadden gebruikt, hoe sterker de vermindering van de vruchtbaar heid, aldus Vessey en zijn medewerkers. Bij jonge vrouwen en bij vrouwen die al een kind hebben gehad, bestaat er amper ver schil in terugkeer van vruchtbaarheid. Dat is toch enigszins „verontrustend", vinden de onderzoekers. „Wat de verkla ring ervan ook moge zijn, onze bevinding is van belang voor artsen die orale anticon ceptiva voorschrijven". Dit weekeinde hield het farmaceutisch bedrijf Schering, een van 's werelds grote pillenfabrikanten, een eendaags sympo sium in Berlijn over een kwart eeuw pil, en het zal niet verbazen dat Vesseys publica ties daar druk werden besproken - en ge kraakt. Belangrijkste bezwaar tegen Vessey was, dat hij een eenvoudig gegeven over het hoofd heeft gezien: het rookgedrag van de vrouwen. Schering verwijst in een persbe richt naar Vesseys eigen artikel van zomer vorig jaar in de British Medical Journal. Daarin meldt hij dat er een verband bestaat tussen verminderde vruchtbaarheid en rookgedrag. 'De belangrijkste bevinding' was hier, dat hoe meer sigaretten de vrouwen rookten, hoe minder vruchtbaar ze waren, dus hoe langer het duurde voor ze een kind hadden. Van de zware rooksters (meer dim twintig sigaretten per dag) had twintig procent na twee jaar nog geen kind, van de niet-rook- sters twaalf procent. Het verband tussen ro ken en verminderde vruchtbaarheid is zo duidelijk, dat de auteurs het aanbevelens waardig achten dat „vrouwen niet alleen tij dens de zwangerschap minder of niet ro ken, maar ook als ze zwanger trachten te worden". Het is daarom „onbegrijpelijk", aldus Schering, dat Vessey met dit gegeven geen rekening houdt in zijn jongste artikel. Want hij stelt daarin zelf vast dat vrouwen die de pil slikken beduidend meer roken dan vrouwen die andere voorbehoedmiddelen nemen. „De rookgewoonten alleen zijn al voldoende om de verschillen in vruchtbaar heid te verklaren", aldus Schering. Vessey zelf was niet op het symposium aanwezig om weerwoord te geven. In een nadere toelichting zegt hij nu: „Voor alle vrouwen, oud, jong, met of zonder kinde ren, geldt dat de pilgebruiksters meer ro ken, maar alleen voor de groep kinderloze vrouwen boven de dertig geldt dat ze ver minderd vruchtbaar zijn". Met andere woorden: het sigarettenge bruik doet er niet toe, want bij alle groepen bestaat een ongeveer even groot verschil in rookgewoonten, maar er is slechts één groep waar zo'n groot verschil in onvrucht baarheid bestaat. Al met al ziet het ernaar uit dat Vesseys artikel gebrekkig is, maar dat Scherings weerlegging wel erg haastig is. Vessey lykt toch iets nieuws te hebben gevonden, iets wat niet onmiddellijk onder tafel gescho ven moet te worden. ACTIE ZUINIG STOKEN TABEL VOOR DE WEEK VAN 17 FEBR. T/M 23 FEBR. 1986 WEERSTATION VALKENBURG 800 n 1.000 1.200 1.400 1.600 1.800 2.000 2.200 2.400 2.600 2.800 3.000 3.300 3.600 3.900 4.200 4.500 5.000 5.500 6.000 791 928 1063 1200 1338 1476 1612 1748 1885 2023 2227 2432 2640 2846 3057 3402 3748 4095 Dankzij een garantie van het Nationaal Revalidatie-Fonds - in 'december vierde dat zijn 25-jarig jubileum - heeft de stichting 'Kom beter binnen' voor een jaar een bouwkundig medewerker in dienst kunnen nemen. De van oorsprong Haagse stichting heeft ten doel, kerkgebouwen toegan kelijker te maken voor gehandi capten en daarbij zoveel moge lijk haanlozen in te schakelen. De in dienst genomen medewer ker geeft bouwkundige adviezen aan kerkbesturen die in dat op zicht iets voor gehandicapten willen doen. De stichting 'Kom beter bin nen', die in 1984 werd opgericht, was een initiatief van Haagse kerken. In het begin richtte zij zich alleen op Den Haag, maar er komen nu aanvragen uit het hele land binnen. Mede dankzij de aanstelling van de heer E. Grob- ben' kunnen die ook behandeld worden. Het Nationaal Revalidatie- Fonds heeft tot nu toe voor drie Haagse kerken een financiële te gemoetkoming toegezegd. Voor nog twaalf kerkgeboüwen is eén subsidieverzoek ingediend en met dertig kerkbesturen zijn of worden afspraken gemaakt om te bekijken waar in gebouwen obstakels voor gehandicapten liggen. Inschakeling van baanloze bouwvakkers bleek heel moei lijk te zijn in de wirwar van wet ten en regels. Met een kleine aan nemer is nu overeengekomen, dat hij baanloze bouwvakkers in dienst zal nemen als hij via 'Kom beter binnen' opdrachten krijgt. Kerk en Israël In verreweg de meeste plaat- r selijke gereformeerde kerken wordt de 'Kerk- en Israël'-arbeid nog behartigd vanuit de zen dingscommissie. Volgens de ge reformeerde synodecommissie 'Kerk en Israël' rijmt dat niet met de jarenlange ontwikkeling van het gesprek tussen Kerk en Is raël. Er zouden plaatselijke of re gionale 'Kerk- en Israël'-commis- sies moeten komen, liefst in sa menwerking met de hervormde gemeenten. Dat rapporteert de aan de synode, die dit onderwerp in haar vergadering van april zal behandelen. Het werk groeit ons boven het hoofd, schrijft de commissie aan de synode. Meer dan tevoren wordt om steun en medewerking gevraagd, "die wij door gebrek aan mensen niet altijd kunnen geven". "Wij hebben ons voorge nomen, in de komende tijd keu zes te maken. Een wat deprime rende opgave". Positief is uiter aard de toenemende belangstel ling voor het thema 'Kerk en Is raël'. Een 'hoopvol signaal' is ook de groei van directe contacten met vertegenwoordigers van de joodse gemeenschappen. Toch wil de commissie méér doen dan bestaande activiteiten handhaven. Ze denkt vooral aan toerusting van predikanten en contacten met het catechetisch onderwijs en het leerhuis- en jon gerenwerk. Ook de vragen van joodse kant en de vragen "die wij als christenen aan elkaar moeten stellen" vragen veel aandacht. "Het is uitermate schokkend", schrijft de 'Kerk en Israël'-predi- kant dr. S. Schoon, "om telkens weer te ervaren, dat velen in de christelijke gemeente in hun vi sie op joden eri jodendom nog niet verder gekomen zijn dan ui tingen als van de Goeree's, die door de Zwolse rechter verboden zijn". (Het zendelingenpaar Goer ree bracht het lot van de joden in de laatste oorlog in verband met de verwerping van Christus als - redactie). "Die kerkleden reproduceren slechts wat hun geleerd is. Deze situatie betekent een grote uitda ging, niet alleen voor het 'Kerk en Israël'-werk, maar ook voor de kerk als geheel". Schoon vindt gesprek tussen de verschil lende christelijke visies op de re latie tussen Kerk en Israël uiterst noodzakelijk. "De polarisatie op dit gebied is niet gering". Lima-rapporten In haar vergadering van maart zal de hervormde synode reageren op de rapporten over doop, eucharistie en ambt, die de 'Geloof en kerkorde' van de Wereldraad van Kerken in 1982 aanvaardde. In deze com missie zitten - in tegenstelling tot de Wereldraad zelf - ook rooms-katholieke afgevaardig den als volwaardig lid. De hervormde synode sprak er al in maart 1984 over, maar be sloot toen om zo mogelijk samen met de gereformeerden een reac tie op te stellen. Een gemengde commissie bereidde die reactie voor. en dat stuk komt nu straks ter tafel. Bij de gereformeerden gebeurt dat een maand later (april). In mei zal de gecombi neerde hervormd-gereformeerde synode zich nog over de verkla ring buigen. Uit het ontwerp voor deze ver klaring blijkt, dat de hervormde en gereformeerde kerken in de rapporten over doop en eucharis tie (avondmaal) wezenlijke ele menten van het geloof van de kerk door de eeuwen heen her kennen en kunnen aanvaarden, maar dat ze in het rapport over het ambt essentiële gereformeer de elementen missen, zoals een visie op de reformatorische, niet- hiërarchische ambtsopvatting. Het rapport gaat uit van de meer katholieke rangorde en besteedt geen aandacht aan de gelijkwaar digheid van de drie protestantse ambten. Duidelijkheid wil de her vormd-gereformeerde commis sie over de plaats van 'het volk van God' bij de verkiezing van de ambtsdragers en de plaats van de ouderling, diaken en kerkeraad in het kerkelijk leven. Andere punten die aandacht behoeven zijn de toelating van de vrouw tot het ambt en het primaat van de bisschop van Rome. De bijbelse argumenten in het Lima-rapport zijn alle ontleend aan het Nieuwe Testament. Dat betekent, volgens de hervormd- gereformeerde commissie, een verschraling. "Als aan de een heid van Oude en Nieuwe Testa ment recht wordt gedaan, kan een theologisch vollediger visie op doop, eucharistie en ambt ontstaan". Hervormde Kerk: beroepen te Oosterzee (Fr.) kandidaat J. Ek Hilversum, te Lekkerland ('Het Venster') J. Olie Opheusden; aangenomen naar Doornspyk L. Schaafsma Zuilichem-Nieuwaal. Gereformeerde Kerken Vrijge maakt: aangenomen naar Zwart sluis kandidaat S. Schaaij Apel doorn. Abortus. Zeker negen van de vierentwintig vrouwelijke reli gieuzen die in oktober 1984 een advertentie in de New York Ti mes ondertekenden waarin werd gesteld dat in de Rooms-Katho- lieke Kerk meer dan één stand punt over abortus bestaat, wor den niet langer bedreigd met uit zetting uit hun orde. De zaak van de andere zusters is nog niet af gehandeld. Tot die conclusie kwam een Amerikaans rooms-katholiek persbureau na gesprekken met de betrokken zusters. Een van de negen zusters ontkende - in te genstelling tot wat het Vaticaan had bericht dat zij haar handte kening had teruggenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 11