Oude meesters uitgeleend
Willink
Kopstukken van
Fraaie presentatie van tekeningen Itta Smeets
Pronkstukken uit Mauritshuis in Parijs
Voortvarend
recital
vanBalazs
Szololay
'Verre vrienden' vitale voorstelling
DONDERDAG 20 FEBRUARI 1986
KUNST
PAGINA 21
Carel Willink,
zelfportret met
hoed,1930
(foto GP
PARIJS (GPD) - Koningin Beatrix
heeft in het Parijse Grand Palais
woensdagmiddag in gezelschap
van president Mitterrand de ten
toonstelling geopend waarop 60
schilderijen te zien zijn uit de col
lectie van het in staat van verbou
wing verkerende Haagse Maurits
huis. De twee staatshoofden wer
den op de expositie rondgeleid
door Mauritshuis-directeur Hans
Hoetink, die met humor en over
tuiging een aantal van de pronk
stukken uit zijn collectie toelichtte.
Naar wordt verwacht zullen 5000
bezoekers per dag de tentoonstel
ling gaan zien, die tot 30 juni duurt.
Tegelijk met de opening van de
tentoonstelling werd de catalogus
ten doop gehouden, die werd ge
schreven door de Nederlandse
kunsthistoricus Broos. In de inlei
dende overzichten wordt de na
druk gelegd op de lof die Franse
schrijvers, dichters en kunsthisto
rici voor de kunststukken in het
Mauritshuis overhadden. De Ne
derlandse inleiders van hun kant
gaan dan te ver als ze in hun zucht
tot plezieren de opdracht geven tot
het bouwen van het Mauritshuis,
de Oranje-prins Johan Maurits, bij
genaamd 'de Braziliaan', in de cata
logus zonder ophouden aanduiden
als 'Jean Maurice'.
Een Oranje-vorstin te begeleiden
terwijl ze oog in oog stond met
haar voorvaderen was een gebeur
tenis waarvan de romantisch aan
gelegde en doodmoe-ogende presi
dent Mitterrand de betekenis in
zag. Hij begeleidde de koningin na
dat hij als gastheer was opgetreden
tijdens een lunch op het Elyssée.
Het e'e'n dag durende bezoek van
de koningin gaf aan de opening
van de tentoonstelling een atmo
sfeer van exclusiviteit, die de 5000
bezoekers per dag er straks niet
meer in zullen vinden. Toch is de
Nederlandse schilderkunst uit de
17e eeuw, zoals die nu in het Grand
Pianorecital door Balazs Szokolay
in de kapelzaal van K&O. Handel:
Air en variaties in Bes, Bach: prelu
dium en fuga in cis uit het Wohltem-
perierte Klavier deel 1, Mendels
sohn: Variations Sérieuses, Albeniz:
Sevilla, Brahms: Handelvariaties,
Debussy: Danse, en Ravel: Toccata
uit Le Tombeau de Couperin. Ge
hoord op 19 februari.
LEIDEN - Zo'n twintig
toehoorders die de kou hadden
getrotseerd, werden snel opge
warmd door de afwisselende en
soms zeer snelle tempi van Ba
lazs Szokolay. Opvallend van
dit jonge Hongaarse talent was
de heldere zingende toonvor-
ming, die ook in het forte ner
gens agressief werd. Deze
kwam in langzame gedeelten
meer uit de verf dan in de snel
le stukken, die vaak te haastig
en daardoor slordig werden ge
speeld.
Deze onrust bleek dui
delijk in de snelle delen van de
Variations Sérieuses van Men
delssohn en eveneens in die
van de Handel-variaties van
Brahms, waarin nogal wat no
ten onder tafel vielen. De 'Dan
se pour le piano' van Debussy
werd ook bijzonder snel en bril
jant gespeeld, terwijl de tem
poaanduiding slechts allegretto
geeft. Door de hoge snelheid
ging het effect van de speelse
hemiolen (afwisseling van 3/4
en 6/8 maat) verloren. Het laat
ste stuk uit dit bonte program
ma, de toccata van Ravel, werd
weliswaar in een beheerst tem
po opgezet, maar gaandeweg
klonk het steeds zenuwachti
ger.
Toch waren er momenten dat
het publiek ontspannen kon
luisteren, zoals in de evenwich
tig gespeelde Sevilla van Albe
niz. De ritmische precisie en de
Spaanse hartstocht gingen
hierin mooi samen. Ook.de Ba
rok was vertegenwoordigd in
Bachs preludium en (vijfstem
mige) fuga, die zangerig en
transparant werden vertolkt.
Interessant was dat in dit
programma zowel Handels ei
gen variaties op zijn 'Air' als de
variaties op hetzelfde thema
van Brahms vertegenwoordigd
waren. Deze laatste zijn veel be
kender omdat Brahms veel
meer de mogelijkheden van dit
thema uitbuitte in maar liefst
dertig variaties, waarvan de
laatste een vindingrijke en mo
numentale fuga is. Deze fuga
maakte samen met Albeniz op
mij de meeste indruk: beheerst
en helder en niet gestoord door
gejaagdheid. Het is te hopen
dat Szokolay bij het klimmen
der jaren meer rust in zijn spel
zal brengen. Dat zal zijn muzi
kale zeggingskracht ten goede
komen.
FRANK DEN HERDER.
Palais te zien is, bovenal een loflied
op de kleine vreugden van alle dag,
op de stilte en op eenzelfde manier
geëvenaard harmonie.
Het 'Putteije' van Fabritius
evenmin als het 'Oestereetstertje'
van Jan Steen of het'Meisjeskopje'
Expositie met tekeningen van Itta
Smeets, t/m 9 maart. Stichting
Burcht, Burgsteeg 14, Leiden. Ge
opend wo. t/m zo. van 12-17 uur.
LEIDEN - Het thema 'Vrouw en
Kunst' staat centraal op de bin
nenkort te houden manifestatie
in het kader van de Internationa
le Vrouwendag op 8 maart. Naast
een forum-bijeenkomst op 6
maart zal in de Hooglandse Kerk
een expositie georganiseerd wor
den met werk van vrouwen in de
kunst. Zeer goed hierbij aanslui
tend heeft Stichting Burcht werk
van de Leidse kunstenares Itta
Smeets in huis gehaald, zij het
dat dit meer met artistiek oog
merk gebeurd is en niet zozeer
uit emancipatorische overwegin
gen. Deze tentoonstelling duurt
tot en met 9 maart.
De presentatie van Itta Smeets
bij Stichting Burcht bestaat uit
tekeningen, die als zeer vanzelf
sprekend geëvolueerd lijken te
zijn uit het vroegere werk. Voor
beelden daarvan waren vorig
jaar in de zomer te zien op de ten
toonstelling van Nederlandse te
keningen en twee jaar eerder als
onderdeel van de serie 'Leidse
ateliers', beide keren in De La
kenhal. Itta Smeets blijft trouw
aan het door haar gekozen uit
gangspunt om door middel van
de getekende lijn en de penseel
streek een beeld te scheppen
waarin helderheid en gevoelig
heid samengaan. Een aantal te
keningen in zwart-wit beslaat
een wand van de expositieruim-
van Vermeer waren gedacht voor
aanstormende menigten, zoals die
de komende maanden in het
Grand Palais worden verwacht.
Het zijn de uitingen van een volk
dat in een moerasdelta op houten
palen leefde en zich overgaf aan de
goedertierendheid Gods.
Als presentatie van een volksziel,
die aan de Franse volksziel vreemd
is, zou een Simon Carmiggelt in
een vertaling deze tentoonstelling
als eigentijdse uiting van een on
verwoestbare erfenis kunnen toe
lichten. Want er gaat een broze inti
miteit vanuit, die een Nederlander
in het Grand Palais met angst en
beven vervult. Wat begrijpt een
Fransman van het gevoel dat de
vroegere KLM-vlieger Viruly be
schreef in een gedicht op een Jan
van Goyen, waarmee hij als banne
ling in de Tweede Wereldoorlog
plotseling oog in oog stond bij een
bezoek aan het Metropolitan Mu
seum in New York. „Maar nooit
was ik ons wezen/van stilte en
strijd nabij,/of verder weg van vre
zen/dan voor dit schilderij", aldus
Viruly in den vreemde.
Dit geheim hebben zelfs de da
mes van de garderobe in het Grand
Palais al doorvoeld. Terwijl de ko
ningin binnen kwam van de zijde
van Mitterrand en breedgeschou
derde veiligheidsmannen in regen
jassen als havikken om zich heen
keken vertrouwde één van hen me
toe: „Vandaag is de enige dag dat
ik voor al die prachtige schilderij
en niet bang ben. Maar ik ben bang
voor de weken die komen. Echt te
gen vandalisme beschermen kan je
ze toch niet".
Als straks Vermeers 'Gezicht op
Delft' (volgens Broust het mooiste
schilderij van de wereld) en zijn
'Meisjeskopje' (volgens Salvador
Dali het volmaakste wat er ooit
werd gewrocht) maar veilig naar
het Mauritshuis ('La Maison de
Maurice') terugkeren. Tegenover
dit roekeloze cadeau van de Neder
landse staat heeft Frankrijk nog
geen tegenprestatie in het uitzicht
gesteld. Zoiets zouden de handels
lui van Nederlands Gouden Eeuw
niet hebben gewaardeerd.
Itta Smeets, zonder titel, 1984.
Smeets. Zij beperkt zich tot de
meest essentiële elementen die
haar ten dienste staan, de lijn cn
het vlak. Ondanks de zelf geko
zen beperking weet zij een poëti
sche maai toch sterke uitdruk
king te geven aan het werk door
de wisselwerking van de ge
noemde elementen met de witte
ondergrond.
In de overige zwart-wit stuk
ken is eenzelfde benadering
(foto prl
merkbaar by de los op het vlak
geplaatste open of gesloten vor
men, vaak ruiten en driehoeken.
Hierbij wisselen nauwelijks
zichtbare, enkelvoudige lijnen
en sterk benadrukte lijnen elkaar
af.
Een geel kleuraccent is toege
past bij een tekening waarin dia
gonalen de afgewogen composi
tie beheersen. Kleur speelt ook
,.1
wondering af. Van 'psychologi
sche' portretten hield hij niet.
„Ik vind het maken van een
goed portret onnoemelijk moei
lijk. Met mijn menselijke erva
ring probeer ik de voornaamste
eigenschap in de mens naar vo
ren te halen en die uit te beelden;
het heeft misschien iets van een
geestelijke karikatuur. Vandaar
dat ik niet graag vrouwen schil
der; zij zijn ydel, hun gaat het er
om geflatteerd onder mijn han
den vandaan te komen. Een man
kan het zich nog wel laten welge
vallen", aldus Willink.
Zijn Willinks portretten
werkelijk lijken? Zij hebben in
derdaad iets van een maskerade,
iets onwerkelijks maar dan eer
der afkomstig uit Madame Tus-
sauds Wassenbeeldenmuseum.
Hoe zijn schilderijen na zijn
dood zouden worden gewaar
deerd, als 'kitsch, kunnen of
kunst' om met zijn woorden te
spreken, liet hij toch ook weer
graag open. Hij hield ervan te ba
lanceren op het snijpunt van
kitsch en kunst.
FRANS KEIJSPER
Willinks Kopstukken. Por
tretten geschilderd door Carel
Willink. Singer Museum Laren.
Open: dinsdag tot en met zater
dag 11.00 tot 17.00 uur, zondag
en Tweede Paasdag 12.00 tot
17.00 uur. Gesloten maandag.
Goede Vrijdag en Eerste Paas
dag. Tot en met 6 april. Catalo
gus onder eindredactie van
Loek Brons. Winkelprijs f 15, in
het museum tijdens de tentoon
stelling f 10. TV-uitzending Wil
links Kopstukken, zaterdag 15
maart, aanvang 21.50 uur,
AVRO. Nederland 2.
een rol in een drietal werken die
uit meerdere lagen papier be
staan. Het gebruik van uitgesne
den stukken of snippers papier
was ook een kenmerk van oude
re tekeningen van Itta Smeets
die naar mijn smaak iets subtie
ler overkwamen.
Verfijnd zijn de aquarellen te
noemen waarvan de compositie
bestaat uit rechthoeken welke
onderverdeeld zijn in los ge
schetste geometrische basisvor
men. Itta Smeets vulde de ver
schillende vlakken in met de pri
maire kleuren rood, geel en
blauw en een enkel hard-groen
accent. Zeer consequent ge
bruikt zij de penseelvoering in
horizontale, verticale of diagona
le richting in kleurvlakken die
zich niet strak aan de grenzen
van de getekende vorm houden.
Ook dit onderdeel van de exposi
tie toont zeer overtuigend dat It-
-ta Smeets in haar werk een grote
zuiverheid nastreeft door de te
kening terug te brengen tot de
essentie: lijn en kleur
In zyn openingswoord op de
expositie ontvouwde wethouder
Kuijpers van Culturele zaken
een plan om het Leidse kunstle
ven meer onder de aandacht te
brengen. Een goede gelegenheid
daarvoor ziet Kuijpers tijdens de
over enige tijd te houden ten
toonstelling van Turkse kunst
schatten in het Museum van
Oudheden, die naar verwacht
een stroom bezoekers zal trek
ken. Naar de mening van de wet
houder kunnen kunstenaars uit
Leiden en omgeving zich zeker
meten met collega's uit den lan
de; terecht noemde hij daarbij de
naam van Itta Smeets.
NANCY STOOP
Werkteater viermaal in LAK
•Verre Vrienden' van Alan Ayckbourn, door Het Werk
teater. Regie Shireen Strooker. Dekor Bram Vermeulen.
Vertaling Ger Thijs. Met o.a. Judith Hees, Lieneke Le
Roux en Maarten Wansink. Gezien op 19 februari in het
LAK-theater. Aldaar nog te zien op 20, 21 en 23 februari
(extra voorstellingen).
LEIDEN - Binnen het Werkteater zijn de laatste
jaren enkele groepjes werkzaam die met behulp
van veel nieuwe, jonge mensen proberen het enigs
zins geschade imago van de groep te herstellen. De
ze groepjes werken min of meer autonoom binnen
het gezelschap. Eén daarvan is geformeerd rondom
Werkteater-lid-van-het-eerste-uur Shireen Strook
er. Het groepje is afgestapt van de befaamde Werk-
teater-wijze van produkties maken, waarbij het
produkt uit improvisaties ontstond, en richt zich
op repertorie-stukken: eerder speelden zij 'Romeo
en Jeanette' van Annouilh en 'De Thuiskomst' van
Pinter en nu 'Verre Vrienden' van Alan Ayck
bourn.
Het stuk gaat over mensen die vast zitten in hun
leven; die overleven in plaats van te leven. Ieder
van hen heeft daartoe een manier, een schild ge
vonden en daarover gaat het eerste deel van het
stuk: het gaat er gefrustreerd aan toe, maar ze red
den het. Pas met de kost van Evert (Maarten Wan
sink) worden hun problemen op de spits gedreven.
Deze oude vriend - die zelf kapot zit wegens het
verdrinken van zijn geliefde - breekt hun harnas
sen open, waardoor de pus naar buiten komt.
Het stuk biedt een dwarsdoorsnee van alledaags
en zo herkenbaar menselijk ongeluk: huwelijks
problemen, ontevredenheid, gefrustreerde verlan
gens e.d. Maar Ayckbourn is niet zo dom om het
daar expliciet over te hebben; hij laat ons in eerste
instantie lachen. In de uitvoering van het Werktea
ter wordt dat zelfs gieren. Regisseuse Shireen
Strooker heeft gekozen voor een speelstijl waarin
de acteurs ons op een zeer bizarre, komische wijze
al hun problemen tonen, waardoor het stuk minder
'net' en onderhuids wordt dan by Ayckbourn, zon
der echter aan diepgang te verliezen. De spannin
gen tussen de personages zijn extreem, maar wor
den door de humor voortduren gerelativeerd. Het
spel is grotesk, inventief, uitermate grappig en
door alles heen ontroerend. Alle vriheden zijn ge
nomen en het geheel is schitterend. Alle acteurs
overtuigen dermate sterk, dat één van hen noemen
onterecht zou zijn.
Ook de vormgeving (Bram Vermeulen) is speels
en prikkelend. Er wordt een huiskamer aangege
ven met daarin een aantal realistische elementen,
maar ook een paar vervormde dingen: bijvoorbeeld
een bank die plaats biedt aan wel tien mensen of
een trap die na tien treden ophoudt. En er staat een
televisie waarop we de acteurs voortduren zien:
een onzichtbare camera registreert alles. De ac
teurs kijken af en toe omhoog en voelen zich duide
lijk niet op hun gemak; ze zijn bang voor die came
ra, die voor hen wel een 'oog' lijkt te worden dan
hen ongenaakbaar volgt. Of de dood, in ogen
schouw waarvan hun leven absoluter en ondraag
lijk wordt.
Deze voorstelling heeft veel in zich; teveel om op
te noemen. Ze straalt vitaliteit en plezier uit, ze
boeit voortdurend en moet gezien worden! Een
voorstelling die weer geloof in theater geeft.
PAUL DEVILEE
LAREN (GPD) - 'Potboilers
noemde Carel Willink (1900-
1983) de portretten die hij in
opdracht maakte. Werk dus
om den brode. Aan die por
tretten, zowel bestellingen
als portretten van zijn vrou
wen en zelfportretten, heeft
het Singer Museum in Laren
nu een tentoonstelling ge
wijd met de toepasselijke ti
tel Willinks Kopstukken. Een
aantal geschilderde personen
is nog in leven en met hen of
hun familieleden werd een
televisiedocumentaire ge
maakt die de AVRO op 15
maart uitzendt. Zij is ook op
de expositie te zien.
Carel Willink heeft zich gedu
rende een reeks van jaren mis
kend gevoeld en pas op het laatst
van zijn leven achtte hy zich tij
dens de grote tentoonstelling,
van Les re'alismes in Parijs
(1980), waarop vijf van zijn doe
ken waren te zien, erkend. In in
terviews gaf hij blyk van zijn on
genoegen over de geringe waar
dering. ergerde zich eraan dat
zijn schilderijen in het Stedelijk
Museum in Amsterdam naar het
de'pot waren verwezen.
Het moet hem een groot genoe
gen hebben gedaan dat hy be
trekkelijk kort voor zijn dood
toch nog een expositie in dat ver
maledijde Stedelijk kreeg aange
boden, die een enorme publieke
belangstelling trok.
Willink schilderde in zijn 'ma-
gisch-realistische' voorstellingen
eigenlijk altijd een verhaal. De
door hem gehanteerde techniek
dwingt nu nog onmiskenbaar be
wondering af. Dat het de meester
naar zijn gevoel wel eens niet
wilde gelukken en hy toch één
keer tijdens het werk aan een
schilderij zijn perenhouten palet
trachtte te vertrappen tekent zijn
worsteling met de materie. Waar
hij echter meer moeite mee had
waren de ideee'n voor een nieuw
onderwerp. Zo was Willink de
mening toegedaan dat de be
roemde Belgische surrealist Mar-
gritte meer fantasie had dan hy,
maar zelf vond hy dat hij meer
techniek in huis had.
Loek Brons, die de eindverant
woording voor de catalogus had,
merkt op dat Willink vooral be
kendheid geniet door zijn voor-
loorlogse, 'profetische' schilde
rijen met een dreigende onder
gang. In de in totaal 318 schilde
rijen die hij maakte wordt echter
een kwart (85 schilderijen) inge
nomen door portretten. En aan
die portretten is tot nu toe weinig
aandacht besteed, ook van
kunsthistorische kant.
Jaffé, die Willinks werk catalo
giseerde, ruimde voor dit onder
deel slechts weinig weinig plaats
in en noemde het koele en zake
lijke portretten, die onthullend
en ontmaskerend zijn omdat de
schilder met het uiterlijk van de
geportretteerden volstond. Maar
weerspiegelen die schilderijen
ook niet Willinks afstandelijk
heid?
De Haagse journaliste Bibeb
noemde Willinks portretten net
lyken. Willink werd er niet eens
kwaad om. 'Een gebalsemd lijk,
ja,' zo voegde hy er welwillend
aan toe. Hij vereenzelvigde zich
wel eens met Ingres. De dorheid,
nuchterheid en ascese vond hij
mooi. de fabelachtige techniek
van Holbein dwong by hem be-
Itta Smeets bijéén
te. Hiertoe behoort ondermeer
een uit drie stukken bestaande
serie met in rake lijnen en gear
ceerde vlakken weergegeven ab
stracte vormen die associaties
oproepen met een landschap. Dit
landschap gaat niet terug op een
reële situatie maar is een abstrac
te verbeelding van het gegeven
Deze tekeningen zyn typerend
voor de werkwijze van Itta