Vijfduizend op de hele wereld
De avonturen van
Redmond en James
DE
KEER
Briefwisseling Vestdijk-De Vries
Romans ter
verstrooiing
Scheiden
doet lijden
Debutanten
uit België
verrassend
zonövliGl-
BOEKHANDEL BV
Geen grote literatuur, wel historisch interessant
I WOENSDAG 29 JANUARI 1986
Totdat ik 'The Great Railway Ba
zaar' las, het persoonlijke verslag
van een treinreis, had ik nog
nooit van Paul Theroux gehoord.
En dat geldt volgens mij voor
meer mensen, want voor 'The
Great Railway Bazaar' was The
roux een tamelijk onbekende
schrijver.
Sinds dat lijvige verslag, een
roman met de schrijver als
hoofdpersoon, ben ik als een gek
zoveel mogelijk boeken van The
roux gaan lezen en ik ontdekte
dat hij een schrijver is die zelfs
op slechte momenten toch nog
een vakman blijft.
Dat wil zeggen: een auteur die
niet altijd even goede boeken
schrijft, maar wel altijd onder
houdend is. Waarmee ik gelijk
een oordeel heb geveld over
'Doctor Slaughter', de roman die
onlangs in vertaling verscheen.
Geen literaire meesterwerken,
maar ook geen flodderromans.
Gewoon een paar leesbare verha
len uit de gigantische ruimte tus
sen die twee uitersten.
Om te beginnen Stephen
Greenleafs 'Jones versus Jones'.
Hoofdpersoon D.T. is advocaat.
Zijn huwelijk is op de klippen
gelopen, de drank speelt hem
parten en hij walgt zelf ook van
de wijze waarop hij de soms du
bieuze belangen van vrouwen
verdedigt in echtscheidingsza
ken. Dat gebeurt op zijn Ameri
kaans: snuffelen in andermans
privézaken om zoveel mogelijk
vuil naar boven te halen.
Maar ondanks de geringe
waardering, die dat werk zowel
materieel als maatschappelijk
opbrengt, is het een boeiende
man. Cynisch geworden, dat wel,
maar dynamisch genoeg.
De auteur pakt enkele zaken
uit zijn praktijk. Intrigerend
door hun ongebruikelijke aspec
ten. Maar nog meer omdat zij ad
vocaat D.T. nog dieper in zijn pri-
vé-puree dreigen te drukken.
Het komt ten slotte allemaal
netjes op de pootjes terecht,
maar het was best aardig een
tijdje aan de hand van Stephen
Greenleaf te kunnen meewande-
len in de voor ons toch altijd wat
onwezenlijke Amerikaanse juri
dische tuin, waarin vaak vreem
de gewassen groeien.
Liefde
'Het einde van een zomer' is
een klinkklare liefdesroman van
Danielle Steel. Erg doorzichtig,
erg voorspelbaar.
Het lieve, brave Amerikaanse
vrouwlje, dat uit een soort gevoel
van dankbaarheid met een Fran
se advocaat trouwde, moet toch
eens de rondborstige stoere kerel
tegenkomen, die haar de ogen
opent.
Als dat gebeurt gaat ze erg ge
makkelijk overstag, maar geluk
kig blijkt die ogenschijnlijk on
berispelijke Fransman toch weer
niet zó onberispelijk. Dat maakt
de oplossing lekker gemakkelijk.
Wel heel erg obligaat.
Heel wat origineler van opzet
is (ondanks de verschrikkelijke
titel) 'Verraad en liefde' van War
ren Adler. De man heeft zijn fan
tasie laten voortborduren op een
ongeluk, dat enkele jaren gele
den alle voorpagina's ter wereld
haalde. Een passagiersvliegtuig
stortte na het opstijgen in de Po-
tomac-rivier in Washington. Er
waren vele doden.
Te midden van de wrakstuk
ken worden (in het boek) ook
twee niet te identificeren licha
men gevonden. En in de buurt
mist een man zijn vrouw en een
vrouw haar man. Ze weten niets
van het dodelijke amoureuze uit
stapje van hun echtelieden.
Als de waarheid naar boven
komt staan zij eerst woedend en
verbijsterd in kille eenzaamheid.
Ze zoeken troost bij elkaar.
Tot zover vind ik het een soms
wat simpel, maar toch wel
boeiend boek. Maar daarna ont
aardt het verhaal in flodderige
romantiek, die door wat quasi-
diepzinnig gebabbel diepgang
moet suggereren, die niet aanwe
zig is. En ze leefden nog lang en
gelukkig. KOOS POST
Jones versus Jones, Stephen
Greenleaf, uitg. Luitingh,
f28,50;
Het einde van een zomer, Da
nielle Steel, uitg. Luitingh,
f 17,90;
Verraad en liefde, Warren Ad
ler, uitg. Luitingh, 24,90.
Geen geweldig boek, wel onder
houdend.
Hoofdpersoon in deze roman is
doctor Slaughter, een jonge
vrouw die voor een Londens in
stituut werkt. Londen is voor
haar Londen niet, totdat ze op
een avond wordt uitgenodigd
door haar baas, de Generaal. Tij
dens dat diner zegt iemand: "Er
zijn vijfduizend mensen op de
wereld".
En de rest dan, wil iemand we
ten. De rest doet er niet toe, ant
woordt de man. Alleen die vijf
duizend, de allerrijksten, zijn
werkelijkheid. En die uitspraak
De schrijvers Simon Vestdijk
(1898-1971) en Theun de Vries
(geb. 1907) hebben behalve een
grote productiviteit ook een aan
tal interesses gemeen. Wat beide
auteurs onder meer delen is de
belangstelling voor en afkeer van
religie. Vestdijks 'De toekomst
der religie' (1947) en De Vries' be
schouwingen over veertien eeu
wen ketterij in 'Ketters' (1982)
kunnen met elkaar in verband
worden gebracht. Ook in het
meest recente boek van Theun
de Vries, 'De Gezegende', komt
deze problematiek voor. Het be
schrijft het leven van Spinoza in
honderdzeven scènes.
De Vries' aandacht voor de
godsdienst is door de jaren heen
onveranderd gebleven. Hij is ook
zijn leven lang vast blijven hou
den aan zijn marxistische visie.
Die overtuiging heeft ook altijd
invloed gehad op zijn ideeën
over literatuur. Deze moet niet
alleen aan esthetische maar ook
aan sociale criteria worden ge
toetst.
In dit opzicht staat De Vries
lijnrecht tegenover Vestdijk, die
iedere collectivistische eis die
aan een kunstenaar wordt ge
steld verwerpt en steeds het indi
vidualisme is blijven verdedigen.
Ondanks deze tegenstelling
heeft De Vries altijd grote be
wondering voor Vestdijk gehad
en heeft veel over hem gepubli
ceerd.
Het is één van die publikaties -
uit 1936 - die de correspondentie
tussen beide schrijvers op gang
heeft gebracht. De briefwisseling
is nu, na eerdere beperkte publi
katies in 1969 en 1981, integraal
verschenen. Integraal, dat wil
zeggen voor zover de brieven be
waard zijn gebleven.
Vestdijk heeft namelijk talrij
ke brieven van De Vries uit de
oorlogsjaren vernietigd uit angst
dat deze correspondentie met
een man die actief was in het ver
zet hem in gevaar zou kunnen
brengen. In zijn brieven maakt
Vestdijk overigens van een en
ander melding. In 1941 schrijft
hij'Het is jammer, dat ik je brie
ven niet bewaren kan, maar ik
vind veiliger van niet...'.
S. A. J. van Faassen heeft deze
editie bezorgd op voortreffelijke
wijze. Zonder zijn noten zouden
talrijke passages duister blijven.
Juist omdat die toelichtingen zo
noodzakelijk zijn is het te betreu-
Scheiden doet lijden. Aan dit
(helaas ware) cliché zijn twee re
cent verschenen jeugdboeken
opgehangen met de droef stem
mende titels: 'De vader-en-moe-
der-wedstrijd' en 'Ik huil hart
stikke vaak'. Gelukkig kunnen
de verhalen met droge ogen wor
den gelezen. Beide auteurs
Vriens en Evenhuis zijn behen
dig om al te sentimentele klip
pen heen gezeild.
Allereerst 'De vader-en-moe-
der-wedstrijd' van Jacques
Vriens, bestemd voor kinderen
vanaf 8 jaar. Vriens is geen
groots schrijver maar wel een
vlot verteller, wiens verhalen
door de jeugd zeer op prijs wor
den gesteld. Volwassenen daar
entegen geven niet hoog op van
zijn kwaliteiten.
Dit verschil in waardering
wordt aardig geïllustreerd door
het feit dat de uit volwassenen
bestaande griffeljury nog nooit
een boek van Vriens heeft be
kroond, terwijl hij wel elk jaar
hoog prijkt op het alternatieve
lijstje van kinderjury's.
In zijn nieuwste boek be
schrijft Vriens het dilemma van
het meisje Nikkie, wier ouders
gaan scheiden. Pa en ma hebben
al beslist dat het meisje bij haar
zet doctor Slaughter aan het den
ken. want één ding wordt al snel
duidelijk: deze jonge vrouw wil
graag tot de wereld van het inter
nationale kapitaal behoren.
Ze krijgt al snel een kans. Ie
mand bezorgt haar een videofilm
over een escort service. Wie, dat
wordt pas aan het einde van het
boek duidelijk en ik zal niets ver
raden, in elk geval grijpt doctor
Slaughter de kans met beide
handen aan. Door op een chique
manier de hoer te spelen kan ze
immers in contact komen met de
allerrijksten en wie weet op wel
ke manieren ze daaruit geen
slaatje kan slaan.
ren dat het commentaar niet on
deraan elke bladzij is afgedrukt
maar dat men voortdurend naar
een ander deel van het boek
moet bladeren.
De correspondentie tussen bei
de auteurs is al die zorg waard
ook al betreft het hier geen grote
literatuur. Vestdijk en De Vries
hebben nog iets gemeen: een
zwak stilistisch talent, waardoor
hun romans maar zeker vluchtig
geschreven brieven een slordige
indruk maken. In deze brieven is
zelfpeiling afwezig. Ook beheer
sen ze geen van beiden de kunst
boeiend anecdoten te vertellen.
Nee, deze briefwisseling is van
belang omdat je er midden in een
belangrijk stuk literaire geschie
denis en algemene geschiedenis
wordt geplaatst.
I
Theun de Vries:
literatuur moet
ook aan sociale
criteria worden
getoetst. (foto
ANP)
moeder zal blijven, Nikkie zelf
weet het nog zo net niet. "Je
moet kiezen of je wilt of niet",
zegt haar vriendje Jan op een ge
geven moment. "Hoe kan ik nou
kiezen!", antwoordt Nikkie ge
schokt. Inderdaad, hoe kan je
kiezen tussen twee mensen, wan
neer je van beiden evenveel
houdt.
Nikkie's verwarring weet
Vriens zonder grote woorden en
dikdoenerij heel direct over te
brengen. Hij schetst levendige
portretten van Nikkie en haar ka
meraad Jan, waarin ieder kind
zich kan spiegelen. Haarscherp
worden het verdriet van een kind
met wiens gevoelens geen reke
ning wordt gehouden en de eeu
wige fout van volwassenen om
alles voor kinderen te willen be
disselen duidelijk gemaakt. Der
gelijke zaken zeggen zonder om
haal van woorden vormt de grote
kracht van Vriens' boeken. Wat
dit boek nog aantrekkelijker
"Ze bedacht hoeveel mooier en
beter ze was dan die vrouwen, en
hoe machtig ze zou kunnen zijn.
Toen de band was afgelopen
voelde ze zich versterkt door een
bepaald soort kracht. In dit
vreemde oord had ze iets be
kends en levends gezien".
Hoe het met haar afloopt, zal ik
ook niet verklappen, maar wel
wil ik kwijt dat het boek naar het
einde toe steeds meer een thriller
wordt, een aspect dat de lees
baarheid overigens bevordert.
Op de vraag of 'Doctor Slaugh
ter' een goed boek is heb ik al
Na de Duitse overgave ver
loopt de correspondentie die in
de oorlogsjaren zo intensief is ge
weest snel. In de bezettingsjaren
hadden de schrijvers blijkbaar
veel vrije tijd want Vestdijk en
De Vries konden bijvoorbeeld
een uitvoerige discussie over de
godsdienst aangaan. Voor de lief
hebbers van Vestdijks belangrij
ke boek 'De toekomst der religie'
zijn dat fascinerende pagina's en
de invloed van De Vries op het
werk blijkt aanzienlijk te zijn ge
weest.
Na de oorlog werden de con
tacten dus incidenteler. In de ja
ren zestig - Vestdijk geniet in
middels van zijn aow en zijn le
vensgezellin Ans Koster is ge
storven - publiceert De Vries
zijn Hernomen konfrontatie met
maakt zijn de mooie, soms pagi
nagrote illustraties van Ruud
Bruijn.
Een ander scheidingspro
bleem wordt aangeroerd in 'Ik
huil hartstikke vaak' van Gertie
Evenhuis. Het verhaal speelt
rond Sita en Toby, kinderen van
schippers op de binnenvaart.
Omdat hun ouders vaak weken
lang onderweg zijn, woont het
tweetal in een internaat. Het in
ternaat met vele 'lotgenoten' is
nog wel uit te houden, maar
school is iets vreselijks.
'Walkinderen' begrijpen niets
van het verlangen naar 'thuis'
(het schip) en ouders. Elke vrij
dag zitten Sita en Toby weer in
spanning: zijn hun vader en moe
der met het schip in de buurt, ko
men ze hen halen? Keer op keer
worden beide kinderen teleurge
steld.
"Vind je dat niet vreselijk?",
vraagt een klasgenoot. "Natuur
lijk, ik huil hartstikke vaak",
luidt Sita's antwoord.
Heimwee, verlangen, verdriet
en woede blijven het tweetal ach
tervolgen. Altijd maar wachten
op een bericht, vaak niet eens
een telefoontje. Daarom beden
ken beiden een Plan om het hun
ouders eens flink in te peperen.
Kunnen ze zelf ook eens voelen
wat het is om aan je lot overgela
ten te worden.
Evenhuis heeft er een indrin
gend, soms ontroerend verhaal
van gemaakt, waarin de lezer tus
sen de regels door heel wat aan
de weet komt over het leven van
een binnenvaartschipper. Laat u
niet afschrikken door de weinig
aanlokkelijke titel, het verhaal is
voor jongeren vanaf 11 jaar alles
zins de moeite waard. Ook dit
boek is geïllustreerd, een aange
name uitzondering want door
gaans worden boeken voor oude
re jeugd niet van tekeningen
voorzien. Helaas laat de kwaliteit
te wensen over.
MARGOT KLOMPMAKER
De vader-en-moeder-wedstrijd,
Jacques Vriens, illustraties Ruud
Bruijn, uitg. Van Holkema en Wa-
rendorf, f 19,90;
Ik huil hartstikke vaak, Gertie
Evenhuis, illustraties Tonny Hols-
bergen, uitg. Van Goor, f22,50.
antwoord gegeven: nee. Het is
een roman die zich uitstekend
laat lezen tijdens een verloren
uur, of nog mooier: tijdens een
vliegtuigreis.
Maar in het oeuvre van The
roux neemt het boek geen bij
zondere plaats in. Daarvoor zijn
ook de trucs waarvan hij zich be
dient te pover. Het ligt er alle
maal te dik bovenop.
Neem het feit dat zijn hoofd
persoon die zich staande moet
houden in een harde, onzuivere
wereld wat betreft eten zo puri
teins is dat een macrobioot het er
koud van krijgt.
Die tegenstelling is mij te op
zichtig.
WIM BRANDS
Doctor Slaughter, Paul The
roux, uitg. Arbeiderspers,
29,50.
S. Vestdijk ter gelegenheid van
de 70ste verjaardag van de au
teur. Intimiteiten deelt Vestdijk
zijn collega zelden mee, al be
kent hij in 1946 'het veel beproef
de hart' te hebben verloren aan
Henriëtte van Eyck.
Zo zijn er wel meer aardige
ditjes en datjes. Over zichzelf
verklaart Vestdijk dat het hem
zwaar valt zich lang op iets te
concentreren: 'Trouwens ook
aan romans kan ik niet langer
werken dan 2, 3 maanden, dan
moet het ook af zijn'.
HANS WARREN
(Briefwisseling, S. Vestdijk en
Theun de Vries, bezorgd door S.
A. J. van Faassen, uitg. Querido,
47,50).
Het is jammer dat we in Neder
land zo weinig horen van de jon
gere Vlaamse literatuur. Claus,
Hubert Lampo, Ruyslinck, Gee-
raerts, Vandeloo en andere leef
tijdgenoten zijn hier ruim inge
burgerd en veelgelezen, maar
voor debutanten en jonge au
teurs uit Vlaanderen is de drem
pel naar de Nederlandse literaire
markt vaak te hoog of zelfs on
neembaar.
Zo verscheen van Jan Lampo
een aardige, aangenaam preten
tieloze eersteling, In altijd lege
kamers, geschreven in een koele,
afstandelijke stijl en vrijwel fout
loos ABN. De thematiek is voor
Nederlandse begrippen wat ach
terhaald: een heldere registratie
van de droeve lotgevallen van
het 16-jarige schoolmeisje Helga
Cooreman dat veel lijdt onder de
liefdeloosheid van haar ouders;
het kind, "emotioneel ondervoed
en bevangen door de Welt
schmerz van iedere adolescent,
is ook op het gevaarlijke af
nieuwsgierig, possessief en sexy".
Dat uit zich in de bekende
moeizame seksuele ervaringen,
druggebruik en een abortus - en
leidt, naar de lezer al vreesde, tot
niets. Een dubieus en mager ge
geven dat het vermelden niet zo
waard zou zijn, als de auteur van
deze proeve niet beschikte over
een verfijnd, beheerst en sfeer-
wekkend taalgebruik. Lampo Jr.
belooft wat.
Heel anders en intrigerender is
Bob van Laerhoven, die met zijn
roman Nachtspel opschudding
verwekte in het brave, kleinbur
gerlijke Vlaanderen (en dat met
dit boek in even doffe Neder
landse kringen ook zal doen), ge
tuige de typering door het brave
gezinsblad De Standaard: "336
pagina's vol onfrisse Clausiaanse
sex!" Een mooi compliment voor
'een jong auteur.
Toch is Van Laerhoven geen
nieuweling in het literaire vak.
Hij publiceerde zijn debuut Pho-
bie, toen hij achttien jaar was en
liet dat volgen door verschillen
de andere boeken, die niet opvie
len, en een stroom van verhalen,
die dat wel deden, en zich vooral
bewogen in science fiction-, grie
zel- en detective-sfeer. Dat sta-
"Ze zegt dat James kaal is, als de
hoofdman van de goden. Of is hij
misschien een berg, net als de
Kinabalu? Want alle haren op
zijn hoofd hebben het, net als de
bomen op een berg, te moeilijk
gevonden zo dicht bij de hemel
te wonen, en op een dag zijn ze
allemaal naar beneden gehold en
zijn ze gaan schuilen onder zijn
kin, en een paar die niet snel ge
noeg waren, hebben zich onder
zijn neus verstopt."
Hebt u ooit iemand fijnzinni
ger een kaal, doch besnord en be
baard, manspersoon horen om
schrijven?
De 'James' over wie hier zo
poëtisch wordt gesproken is niet
de butler uit de mop, maar de be
baarde dichter en ex-oorlogscor
respondent James Fenton, boe
zemvriend van de bioloog Red
mond O'Hanlon, die hij vergezel
de op een expeditie. De aange
haalde passage kunt u aantreffen
tegen het einde van 'Naar het
'hart van Borneo', een door
O'Hanlon met een gouden pen
netje geschreven verslag van die
tocht. Hanlon tekent de woorden
op uit de mond van een inlandse,
die de twee vrienden ontmoeten
op een feestje, op touw gezet om
het succes van hun onderneming
te vieren.
Succes ja, uiteindelijk wel,
maar voor het zover is heeft de
lezer heel wat hartstollende
avonturen meebeleefd. Avontu
ren die zich afspelen op het ei
land Borneo, waar zich een nog
niet geëxploreerde bergketen be
vindt, die Hanlon, bioloog-antro-
poloog en recensent van boeken
over biologie, in kaart wil bren
gen en onderzoeken. En passant
wil hfi nagaan of de rinoceros op
het eiland Borneo nog voorkomt.
James Fenton mag met hem
mee, als morele steun, op grond
van zijn grote reiservaring, voor
de humoristische toets, vult u
Welgemoed, met bijkans heel
Organon in de rugzak, en bijge
staan door drie inlandse gidsen,
beginnen de twee vrienden aan
de eerste etappe van hun tocht,
die hen via verraderlijk kolkende
rivieren dwars door het oerwoud
zal voeren. Het vervoermiddel:
een uitgeholde boomstam, voor
zien van een buitenboordmotor
die tegen een stootje kan.
Al na een half uur heeft O'Han
lon het gevoel dat 'zijn kruis licht
begint te rotten'. De hitte is
moordend en om de haverklap
moet de bemanning uit de boot
springen om deze langs gevaar
lijke rotsen heen te loodsen. Ge
volg: een nat pak en naar binnen
glippende bloedzuigers.
Maar wat er ook gebeurt, het
humeur van de twee vrienden is
onverwoestbaar, ondanks de oli
fantsmieren met enorme scha
ren, die hen 's nachts in de geïm
proviseerde klamboe komen kie
telen, ondanks de hagedissenra-
göut, waarvan de geur een beetje
lijkt op 'wat je ruikt als de tand
arts een kaakabces opent', on
danks 'de Borneo-diarree, die je
twee minuten kruiptijd gunt tus
sen de dreun van een zwaarge-
dium heeft de inmiddels 32-jari-
ge schrijver wel achter zich gela
ten, al vinden we sporen van zijn
beweeglijke, krachtige vertel
techniek terug in de recente bun
del Fagades, waarin actie en dia
logen (het revolutionair-fantasti
sche El Pape bijvoorbeeld) zor
gen voor gloed en (wel versim
pelde) dramatiek, die we van on
ze eigen jonge auteurs helaas
niet zo gewend zijn.
Restanten van Van Laerho-
ven's 'lectuur'-verleden zijn ook
makkelijk te ontdekken in zijn
eerste grote, 'serieuze' roman
Nachtspel, dat vooral door het
nevenmotief van masturbatie de
goegemeente de stuipen op het
lijf heeft gejaagd. De constructie
van de roman, een soort raam
vertelling, is knap. We maken
eerst kennis met Bart, braaf ge
trouwd, goede baan en gesloten
karakter: niet iemand die zijn ge
voelens onder ogen ziet, laat
staan er in het wilde weg uiting
aan geeft. Hij ontvangt een brief
van zijn broer Jos, zijn in New
York aan lager wal geraakte te
genpool, die hem een manus
cript van een roman toestuurt ter
beoordeling.
De inhoud van dit manuscript
bepaalt voor een belangrijk deel
de meer wezenlijke thematiek
van Nachtspel: angst en een
zaamheid. In het manuscript
trekt Jos, als striptekenaar, met
zijn gevaarlijke, karatiek om zich
heen meppende 'vriend' Walter
naar Cannes, zogenaamd om een
stripverhaal op te zetten, maar in
werkelijkheid om te zoeken naar
Walters weggelopen vrouw Ria
Dat stripverhaal lukt niet
best, ook al omdat Walter vrijwel
dagelijks het ene wonderlijke
scenario na het andere bedenkt
en verwerpt.
Dit stripverhaal speelt ook in
het grotere geheel een rol: Jos -
de schrijver van het manuscript
wichtbokser in je buik en het ef
fect daarvan op de kringspier
van de anus' en die alleen maar
te bestrijden valt met een 'diep
tebom van codeïne'
Tussen al die ontberingen
door, ten overstaan van al die ge
varen, maar ook die prachtige,
giftige schoonheid van het oer
woud, toont James Fenton zich
'every inch an intellectual'. Zich
niet druk makend om de 'groef-
kopadders' leest hij Byron; net
nadat zijn schedel bijna als een ei
tegen de rotsen is verpletterd,
ziet hij er geen been in om tegen
een aap uit Swift te citeren. Een
stoïcijn pur sang, maar op de mo
menten dat h(J daar zin in heeft.
Wanneer hij ergens in een neder
zetting, diep in de jungle, een ou
de vrouw aantreft met gangreen,
is hij hevig aangedaan en wil hij
niets weten van het in het oer
woud nog altijd geldende princi
pe van de natuurlijke selectie.
De bioloog Redmond O'Hanlon.
En Hanlon? Wat doet Hanlon?
Hij tovert de prachtigste vlinders
voor ons geestesoog, hij schildert
voor ons met het palet van een
Appel de bontste vogels. Maar
niet alleen de natuur en de die
renwereld worden door hem be
schreven: ook de Iban-gidsen
Dana, Leon en Inghai, weet hij
treffend neer te zetten.
"East is east and never the
twain shall meet"? Onzin. Als
Leon, een van de gidsen, een aap
uit de boom probeert te schieten
en Hanlon de loop opzij duwt,
ontspint zich de volgende con
versatie: "Waarom jij tegenhou
den jagen...?", fluisterde Leon.
"Maar hij keek ons aan", zei ik.
"Dat is waar, mijn vriend", zei
Leon. "En als jij eten 'empliau'
(aap), zijn handen, zij lijken op
kinderhanden."
Maar goed, laat ik ophouden
met deze opsomming, want de
passages waarbij ik heb zitten
schateren zijn legio. Die waarbij
ik een traantje heb weggepinkt
trouwens ook. En tegen mijn
vrouw maar zeggen, dat het
zweetdruppels waren, dat het
kwam door de warmte die mij uit
dit boek tegemoet sloeg.
CEES VAN HOORE
Redmond O'Hanlon, Naar het
hart van Borneo, De Arbeider
spers. ƒ38,50.
- kan voor die strip geen afdoend
scenario bedenken en vraagt zijn
broer Bert om hulp Natuur
lijk is Nachtspel veel complexer
dan hierboven geschetst. De ac
tiegedeelten die het boek intensi
teit en vaart geven, worden afge
wisseld met (te) uitvoerige be
schrijvingen en aanduidingen
van de gevoelens der gevarieerde
personages, of met (overbodige)
bespiegelingen over kleinbur
gerdom, cultuur, literatuur, zo
dat de lezer het hoofd nogal eens
omloopt.
Nachtspel is van begin tot eind
een intrigerend, fascinerend en
kleurrijk boek: als de auteur
leert zigh te beheersen in de
aanpak van zijn onderwerpen,
kiest voor het wat subtieler uit
werken van enkele motieven in
plaats van (te) veel, en tóch zijn
flamboyante en gedreven stijl
bewaart, kan van zijn volgend
werk veel worden verwacht. Een
groot deel van die verwachting
wordt door Nachtspel, gezien de
kwaliteit van compositie en com
plexe thematiek, al ingelost.
ROB VOOREN
Jair Lampo, In altijd lege ka
mers. Uitg. Kritak, Leuven 1985,
25,-. Bob van Laerhoven, Faca
des. Uitg. De Keyser, Aartselaar
1985. Bob van Laerhoven,
Nachtspel. Uitg. Exa, Antwer
pen 1985. 37,50.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Haarlemmerstraat 117
Leiden-tel. 120421
algemene- en
assortimentsboekhandel
full-time
bestelafdeling
levertijd
vanaf 2 dagen
Illustraties Ruud Bruijn uit De Vader-en-Moeder-wedstrïjd.
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.