Vijfduizend op de hele wereld De avonturen van Redmond en James DE KEER Briefwisseling Vestdijk-De Vries Romans ter verstrooiing Scheiden doet lijden Debutanten uit België verrassend zonövliGl- BOEKHANDEL BV Geen grote literatuur, wel historisch interessant I WOENSDAG 29 JANUARI 1986 Totdat ik 'The Great Railway Ba zaar' las, het persoonlijke verslag van een treinreis, had ik nog nooit van Paul Theroux gehoord. En dat geldt volgens mij voor meer mensen, want voor 'The Great Railway Bazaar' was The roux een tamelijk onbekende schrijver. Sinds dat lijvige verslag, een roman met de schrijver als hoofdpersoon, ben ik als een gek zoveel mogelijk boeken van The roux gaan lezen en ik ontdekte dat hij een schrijver is die zelfs op slechte momenten toch nog een vakman blijft. Dat wil zeggen: een auteur die niet altijd even goede boeken schrijft, maar wel altijd onder houdend is. Waarmee ik gelijk een oordeel heb geveld over 'Doctor Slaughter', de roman die onlangs in vertaling verscheen. Geen literaire meesterwerken, maar ook geen flodderromans. Gewoon een paar leesbare verha len uit de gigantische ruimte tus sen die twee uitersten. Om te beginnen Stephen Greenleafs 'Jones versus Jones'. Hoofdpersoon D.T. is advocaat. Zijn huwelijk is op de klippen gelopen, de drank speelt hem parten en hij walgt zelf ook van de wijze waarop hij de soms du bieuze belangen van vrouwen verdedigt in echtscheidingsza ken. Dat gebeurt op zijn Ameri kaans: snuffelen in andermans privézaken om zoveel mogelijk vuil naar boven te halen. Maar ondanks de geringe waardering, die dat werk zowel materieel als maatschappelijk opbrengt, is het een boeiende man. Cynisch geworden, dat wel, maar dynamisch genoeg. De auteur pakt enkele zaken uit zijn praktijk. Intrigerend door hun ongebruikelijke aspec ten. Maar nog meer omdat zij ad vocaat D.T. nog dieper in zijn pri- vé-puree dreigen te drukken. Het komt ten slotte allemaal netjes op de pootjes terecht, maar het was best aardig een tijdje aan de hand van Stephen Greenleaf te kunnen meewande- len in de voor ons toch altijd wat onwezenlijke Amerikaanse juri dische tuin, waarin vaak vreem de gewassen groeien. Liefde 'Het einde van een zomer' is een klinkklare liefdesroman van Danielle Steel. Erg doorzichtig, erg voorspelbaar. Het lieve, brave Amerikaanse vrouwlje, dat uit een soort gevoel van dankbaarheid met een Fran se advocaat trouwde, moet toch eens de rondborstige stoere kerel tegenkomen, die haar de ogen opent. Als dat gebeurt gaat ze erg ge makkelijk overstag, maar geluk kig blijkt die ogenschijnlijk on berispelijke Fransman toch weer niet zó onberispelijk. Dat maakt de oplossing lekker gemakkelijk. Wel heel erg obligaat. Heel wat origineler van opzet is (ondanks de verschrikkelijke titel) 'Verraad en liefde' van War ren Adler. De man heeft zijn fan tasie laten voortborduren op een ongeluk, dat enkele jaren gele den alle voorpagina's ter wereld haalde. Een passagiersvliegtuig stortte na het opstijgen in de Po- tomac-rivier in Washington. Er waren vele doden. Te midden van de wrakstuk ken worden (in het boek) ook twee niet te identificeren licha men gevonden. En in de buurt mist een man zijn vrouw en een vrouw haar man. Ze weten niets van het dodelijke amoureuze uit stapje van hun echtelieden. Als de waarheid naar boven komt staan zij eerst woedend en verbijsterd in kille eenzaamheid. Ze zoeken troost bij elkaar. Tot zover vind ik het een soms wat simpel, maar toch wel boeiend boek. Maar daarna ont aardt het verhaal in flodderige romantiek, die door wat quasi- diepzinnig gebabbel diepgang moet suggereren, die niet aanwe zig is. En ze leefden nog lang en gelukkig. KOOS POST Jones versus Jones, Stephen Greenleaf, uitg. Luitingh, f28,50; Het einde van een zomer, Da nielle Steel, uitg. Luitingh, f 17,90; Verraad en liefde, Warren Ad ler, uitg. Luitingh, 24,90. Geen geweldig boek, wel onder houdend. Hoofdpersoon in deze roman is doctor Slaughter, een jonge vrouw die voor een Londens in stituut werkt. Londen is voor haar Londen niet, totdat ze op een avond wordt uitgenodigd door haar baas, de Generaal. Tij dens dat diner zegt iemand: "Er zijn vijfduizend mensen op de wereld". En de rest dan, wil iemand we ten. De rest doet er niet toe, ant woordt de man. Alleen die vijf duizend, de allerrijksten, zijn werkelijkheid. En die uitspraak De schrijvers Simon Vestdijk (1898-1971) en Theun de Vries (geb. 1907) hebben behalve een grote productiviteit ook een aan tal interesses gemeen. Wat beide auteurs onder meer delen is de belangstelling voor en afkeer van religie. Vestdijks 'De toekomst der religie' (1947) en De Vries' be schouwingen over veertien eeu wen ketterij in 'Ketters' (1982) kunnen met elkaar in verband worden gebracht. Ook in het meest recente boek van Theun de Vries, 'De Gezegende', komt deze problematiek voor. Het be schrijft het leven van Spinoza in honderdzeven scènes. De Vries' aandacht voor de godsdienst is door de jaren heen onveranderd gebleven. Hij is ook zijn leven lang vast blijven hou den aan zijn marxistische visie. Die overtuiging heeft ook altijd invloed gehad op zijn ideeën over literatuur. Deze moet niet alleen aan esthetische maar ook aan sociale criteria worden ge toetst. In dit opzicht staat De Vries lijnrecht tegenover Vestdijk, die iedere collectivistische eis die aan een kunstenaar wordt ge steld verwerpt en steeds het indi vidualisme is blijven verdedigen. Ondanks deze tegenstelling heeft De Vries altijd grote be wondering voor Vestdijk gehad en heeft veel over hem gepubli ceerd. Het is één van die publikaties - uit 1936 - die de correspondentie tussen beide schrijvers op gang heeft gebracht. De briefwisseling is nu, na eerdere beperkte publi katies in 1969 en 1981, integraal verschenen. Integraal, dat wil zeggen voor zover de brieven be waard zijn gebleven. Vestdijk heeft namelijk talrij ke brieven van De Vries uit de oorlogsjaren vernietigd uit angst dat deze correspondentie met een man die actief was in het ver zet hem in gevaar zou kunnen brengen. In zijn brieven maakt Vestdijk overigens van een en ander melding. In 1941 schrijft hij'Het is jammer, dat ik je brie ven niet bewaren kan, maar ik vind veiliger van niet...'. S. A. J. van Faassen heeft deze editie bezorgd op voortreffelijke wijze. Zonder zijn noten zouden talrijke passages duister blijven. Juist omdat die toelichtingen zo noodzakelijk zijn is het te betreu- Scheiden doet lijden. Aan dit (helaas ware) cliché zijn twee re cent verschenen jeugdboeken opgehangen met de droef stem mende titels: 'De vader-en-moe- der-wedstrijd' en 'Ik huil hart stikke vaak'. Gelukkig kunnen de verhalen met droge ogen wor den gelezen. Beide auteurs Vriens en Evenhuis zijn behen dig om al te sentimentele klip pen heen gezeild. Allereerst 'De vader-en-moe- der-wedstrijd' van Jacques Vriens, bestemd voor kinderen vanaf 8 jaar. Vriens is geen groots schrijver maar wel een vlot verteller, wiens verhalen door de jeugd zeer op prijs wor den gesteld. Volwassenen daar entegen geven niet hoog op van zijn kwaliteiten. Dit verschil in waardering wordt aardig geïllustreerd door het feit dat de uit volwassenen bestaande griffeljury nog nooit een boek van Vriens heeft be kroond, terwijl hij wel elk jaar hoog prijkt op het alternatieve lijstje van kinderjury's. In zijn nieuwste boek be schrijft Vriens het dilemma van het meisje Nikkie, wier ouders gaan scheiden. Pa en ma hebben al beslist dat het meisje bij haar zet doctor Slaughter aan het den ken. want één ding wordt al snel duidelijk: deze jonge vrouw wil graag tot de wereld van het inter nationale kapitaal behoren. Ze krijgt al snel een kans. Ie mand bezorgt haar een videofilm over een escort service. Wie, dat wordt pas aan het einde van het boek duidelijk en ik zal niets ver raden, in elk geval grijpt doctor Slaughter de kans met beide handen aan. Door op een chique manier de hoer te spelen kan ze immers in contact komen met de allerrijksten en wie weet op wel ke manieren ze daaruit geen slaatje kan slaan. ren dat het commentaar niet on deraan elke bladzij is afgedrukt maar dat men voortdurend naar een ander deel van het boek moet bladeren. De correspondentie tussen bei de auteurs is al die zorg waard ook al betreft het hier geen grote literatuur. Vestdijk en De Vries hebben nog iets gemeen: een zwak stilistisch talent, waardoor hun romans maar zeker vluchtig geschreven brieven een slordige indruk maken. In deze brieven is zelfpeiling afwezig. Ook beheer sen ze geen van beiden de kunst boeiend anecdoten te vertellen. Nee, deze briefwisseling is van belang omdat je er midden in een belangrijk stuk literaire geschie denis en algemene geschiedenis wordt geplaatst. I Theun de Vries: literatuur moet ook aan sociale criteria worden getoetst. (foto ANP) moeder zal blijven, Nikkie zelf weet het nog zo net niet. "Je moet kiezen of je wilt of niet", zegt haar vriendje Jan op een ge geven moment. "Hoe kan ik nou kiezen!", antwoordt Nikkie ge schokt. Inderdaad, hoe kan je kiezen tussen twee mensen, wan neer je van beiden evenveel houdt. Nikkie's verwarring weet Vriens zonder grote woorden en dikdoenerij heel direct over te brengen. Hij schetst levendige portretten van Nikkie en haar ka meraad Jan, waarin ieder kind zich kan spiegelen. Haarscherp worden het verdriet van een kind met wiens gevoelens geen reke ning wordt gehouden en de eeu wige fout van volwassenen om alles voor kinderen te willen be disselen duidelijk gemaakt. Der gelijke zaken zeggen zonder om haal van woorden vormt de grote kracht van Vriens' boeken. Wat dit boek nog aantrekkelijker "Ze bedacht hoeveel mooier en beter ze was dan die vrouwen, en hoe machtig ze zou kunnen zijn. Toen de band was afgelopen voelde ze zich versterkt door een bepaald soort kracht. In dit vreemde oord had ze iets be kends en levends gezien". Hoe het met haar afloopt, zal ik ook niet verklappen, maar wel wil ik kwijt dat het boek naar het einde toe steeds meer een thriller wordt, een aspect dat de lees baarheid overigens bevordert. Op de vraag of 'Doctor Slaugh ter' een goed boek is heb ik al Na de Duitse overgave ver loopt de correspondentie die in de oorlogsjaren zo intensief is ge weest snel. In de bezettingsjaren hadden de schrijvers blijkbaar veel vrije tijd want Vestdijk en De Vries konden bijvoorbeeld een uitvoerige discussie over de godsdienst aangaan. Voor de lief hebbers van Vestdijks belangrij ke boek 'De toekomst der religie' zijn dat fascinerende pagina's en de invloed van De Vries op het werk blijkt aanzienlijk te zijn ge weest. Na de oorlog werden de con tacten dus incidenteler. In de ja ren zestig - Vestdijk geniet in middels van zijn aow en zijn le vensgezellin Ans Koster is ge storven - publiceert De Vries zijn Hernomen konfrontatie met maakt zijn de mooie, soms pagi nagrote illustraties van Ruud Bruijn. Een ander scheidingspro bleem wordt aangeroerd in 'Ik huil hartstikke vaak' van Gertie Evenhuis. Het verhaal speelt rond Sita en Toby, kinderen van schippers op de binnenvaart. Omdat hun ouders vaak weken lang onderweg zijn, woont het tweetal in een internaat. Het in ternaat met vele 'lotgenoten' is nog wel uit te houden, maar school is iets vreselijks. 'Walkinderen' begrijpen niets van het verlangen naar 'thuis' (het schip) en ouders. Elke vrij dag zitten Sita en Toby weer in spanning: zijn hun vader en moe der met het schip in de buurt, ko men ze hen halen? Keer op keer worden beide kinderen teleurge steld. "Vind je dat niet vreselijk?", vraagt een klasgenoot. "Natuur lijk, ik huil hartstikke vaak", luidt Sita's antwoord. Heimwee, verlangen, verdriet en woede blijven het tweetal ach tervolgen. Altijd maar wachten op een bericht, vaak niet eens een telefoontje. Daarom beden ken beiden een Plan om het hun ouders eens flink in te peperen. Kunnen ze zelf ook eens voelen wat het is om aan je lot overgela ten te worden. Evenhuis heeft er een indrin gend, soms ontroerend verhaal van gemaakt, waarin de lezer tus sen de regels door heel wat aan de weet komt over het leven van een binnenvaartschipper. Laat u niet afschrikken door de weinig aanlokkelijke titel, het verhaal is voor jongeren vanaf 11 jaar alles zins de moeite waard. Ook dit boek is geïllustreerd, een aange name uitzondering want door gaans worden boeken voor oude re jeugd niet van tekeningen voorzien. Helaas laat de kwaliteit te wensen over. MARGOT KLOMPMAKER De vader-en-moeder-wedstrijd, Jacques Vriens, illustraties Ruud Bruijn, uitg. Van Holkema en Wa- rendorf, f 19,90; Ik huil hartstikke vaak, Gertie Evenhuis, illustraties Tonny Hols- bergen, uitg. Van Goor, f22,50. antwoord gegeven: nee. Het is een roman die zich uitstekend laat lezen tijdens een verloren uur, of nog mooier: tijdens een vliegtuigreis. Maar in het oeuvre van The roux neemt het boek geen bij zondere plaats in. Daarvoor zijn ook de trucs waarvan hij zich be dient te pover. Het ligt er alle maal te dik bovenop. Neem het feit dat zijn hoofd persoon die zich staande moet houden in een harde, onzuivere wereld wat betreft eten zo puri teins is dat een macrobioot het er koud van krijgt. Die tegenstelling is mij te op zichtig. WIM BRANDS Doctor Slaughter, Paul The roux, uitg. Arbeiderspers, 29,50. S. Vestdijk ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de au teur. Intimiteiten deelt Vestdijk zijn collega zelden mee, al be kent hij in 1946 'het veel beproef de hart' te hebben verloren aan Henriëtte van Eyck. Zo zijn er wel meer aardige ditjes en datjes. Over zichzelf verklaart Vestdijk dat het hem zwaar valt zich lang op iets te concentreren: 'Trouwens ook aan romans kan ik niet langer werken dan 2, 3 maanden, dan moet het ook af zijn'. HANS WARREN (Briefwisseling, S. Vestdijk en Theun de Vries, bezorgd door S. A. J. van Faassen, uitg. Querido, 47,50). Het is jammer dat we in Neder land zo weinig horen van de jon gere Vlaamse literatuur. Claus, Hubert Lampo, Ruyslinck, Gee- raerts, Vandeloo en andere leef tijdgenoten zijn hier ruim inge burgerd en veelgelezen, maar voor debutanten en jonge au teurs uit Vlaanderen is de drem pel naar de Nederlandse literaire markt vaak te hoog of zelfs on neembaar. Zo verscheen van Jan Lampo een aardige, aangenaam preten tieloze eersteling, In altijd lege kamers, geschreven in een koele, afstandelijke stijl en vrijwel fout loos ABN. De thematiek is voor Nederlandse begrippen wat ach terhaald: een heldere registratie van de droeve lotgevallen van het 16-jarige schoolmeisje Helga Cooreman dat veel lijdt onder de liefdeloosheid van haar ouders; het kind, "emotioneel ondervoed en bevangen door de Welt schmerz van iedere adolescent, is ook op het gevaarlijke af nieuwsgierig, possessief en sexy". Dat uit zich in de bekende moeizame seksuele ervaringen, druggebruik en een abortus - en leidt, naar de lezer al vreesde, tot niets. Een dubieus en mager ge geven dat het vermelden niet zo waard zou zijn, als de auteur van deze proeve niet beschikte over een verfijnd, beheerst en sfeer- wekkend taalgebruik. Lampo Jr. belooft wat. Heel anders en intrigerender is Bob van Laerhoven, die met zijn roman Nachtspel opschudding verwekte in het brave, kleinbur gerlijke Vlaanderen (en dat met dit boek in even doffe Neder landse kringen ook zal doen), ge tuige de typering door het brave gezinsblad De Standaard: "336 pagina's vol onfrisse Clausiaanse sex!" Een mooi compliment voor 'een jong auteur. Toch is Van Laerhoven geen nieuweling in het literaire vak. Hij publiceerde zijn debuut Pho- bie, toen hij achttien jaar was en liet dat volgen door verschillen de andere boeken, die niet opvie len, en een stroom van verhalen, die dat wel deden, en zich vooral bewogen in science fiction-, grie zel- en detective-sfeer. Dat sta- "Ze zegt dat James kaal is, als de hoofdman van de goden. Of is hij misschien een berg, net als de Kinabalu? Want alle haren op zijn hoofd hebben het, net als de bomen op een berg, te moeilijk gevonden zo dicht bij de hemel te wonen, en op een dag zijn ze allemaal naar beneden gehold en zijn ze gaan schuilen onder zijn kin, en een paar die niet snel ge noeg waren, hebben zich onder zijn neus verstopt." Hebt u ooit iemand fijnzinni ger een kaal, doch besnord en be baard, manspersoon horen om schrijven? De 'James' over wie hier zo poëtisch wordt gesproken is niet de butler uit de mop, maar de be baarde dichter en ex-oorlogscor respondent James Fenton, boe zemvriend van de bioloog Red mond O'Hanlon, die hij vergezel de op een expeditie. De aange haalde passage kunt u aantreffen tegen het einde van 'Naar het 'hart van Borneo', een door O'Hanlon met een gouden pen netje geschreven verslag van die tocht. Hanlon tekent de woorden op uit de mond van een inlandse, die de twee vrienden ontmoeten op een feestje, op touw gezet om het succes van hun onderneming te vieren. Succes ja, uiteindelijk wel, maar voor het zover is heeft de lezer heel wat hartstollende avonturen meebeleefd. Avontu ren die zich afspelen op het ei land Borneo, waar zich een nog niet geëxploreerde bergketen be vindt, die Hanlon, bioloog-antro- poloog en recensent van boeken over biologie, in kaart wil bren gen en onderzoeken. En passant wil hfi nagaan of de rinoceros op het eiland Borneo nog voorkomt. James Fenton mag met hem mee, als morele steun, op grond van zijn grote reiservaring, voor de humoristische toets, vult u Welgemoed, met bijkans heel Organon in de rugzak, en bijge staan door drie inlandse gidsen, beginnen de twee vrienden aan de eerste etappe van hun tocht, die hen via verraderlijk kolkende rivieren dwars door het oerwoud zal voeren. Het vervoermiddel: een uitgeholde boomstam, voor zien van een buitenboordmotor die tegen een stootje kan. Al na een half uur heeft O'Han lon het gevoel dat 'zijn kruis licht begint te rotten'. De hitte is moordend en om de haverklap moet de bemanning uit de boot springen om deze langs gevaar lijke rotsen heen te loodsen. Ge volg: een nat pak en naar binnen glippende bloedzuigers. Maar wat er ook gebeurt, het humeur van de twee vrienden is onverwoestbaar, ondanks de oli fantsmieren met enorme scha ren, die hen 's nachts in de geïm proviseerde klamboe komen kie telen, ondanks de hagedissenra- göut, waarvan de geur een beetje lijkt op 'wat je ruikt als de tand arts een kaakabces opent', on danks 'de Borneo-diarree, die je twee minuten kruiptijd gunt tus sen de dreun van een zwaarge- dium heeft de inmiddels 32-jari- ge schrijver wel achter zich gela ten, al vinden we sporen van zijn beweeglijke, krachtige vertel techniek terug in de recente bun del Fagades, waarin actie en dia logen (het revolutionair-fantasti sche El Pape bijvoorbeeld) zor gen voor gloed en (wel versim pelde) dramatiek, die we van on ze eigen jonge auteurs helaas niet zo gewend zijn. Restanten van Van Laerho- ven's 'lectuur'-verleden zijn ook makkelijk te ontdekken in zijn eerste grote, 'serieuze' roman Nachtspel, dat vooral door het nevenmotief van masturbatie de goegemeente de stuipen op het lijf heeft gejaagd. De constructie van de roman, een soort raam vertelling, is knap. We maken eerst kennis met Bart, braaf ge trouwd, goede baan en gesloten karakter: niet iemand die zijn ge voelens onder ogen ziet, laat staan er in het wilde weg uiting aan geeft. Hij ontvangt een brief van zijn broer Jos, zijn in New York aan lager wal geraakte te genpool, die hem een manus cript van een roman toestuurt ter beoordeling. De inhoud van dit manuscript bepaalt voor een belangrijk deel de meer wezenlijke thematiek van Nachtspel: angst en een zaamheid. In het manuscript trekt Jos, als striptekenaar, met zijn gevaarlijke, karatiek om zich heen meppende 'vriend' Walter naar Cannes, zogenaamd om een stripverhaal op te zetten, maar in werkelijkheid om te zoeken naar Walters weggelopen vrouw Ria Dat stripverhaal lukt niet best, ook al omdat Walter vrijwel dagelijks het ene wonderlijke scenario na het andere bedenkt en verwerpt. Dit stripverhaal speelt ook in het grotere geheel een rol: Jos - de schrijver van het manuscript wichtbokser in je buik en het ef fect daarvan op de kringspier van de anus' en die alleen maar te bestrijden valt met een 'diep tebom van codeïne' Tussen al die ontberingen door, ten overstaan van al die ge varen, maar ook die prachtige, giftige schoonheid van het oer woud, toont James Fenton zich 'every inch an intellectual'. Zich niet druk makend om de 'groef- kopadders' leest hij Byron; net nadat zijn schedel bijna als een ei tegen de rotsen is verpletterd, ziet hij er geen been in om tegen een aap uit Swift te citeren. Een stoïcijn pur sang, maar op de mo menten dat h(J daar zin in heeft. Wanneer hij ergens in een neder zetting, diep in de jungle, een ou de vrouw aantreft met gangreen, is hij hevig aangedaan en wil hij niets weten van het in het oer woud nog altijd geldende princi pe van de natuurlijke selectie. De bioloog Redmond O'Hanlon. En Hanlon? Wat doet Hanlon? Hij tovert de prachtigste vlinders voor ons geestesoog, hij schildert voor ons met het palet van een Appel de bontste vogels. Maar niet alleen de natuur en de die renwereld worden door hem be schreven: ook de Iban-gidsen Dana, Leon en Inghai, weet hij treffend neer te zetten. "East is east and never the twain shall meet"? Onzin. Als Leon, een van de gidsen, een aap uit de boom probeert te schieten en Hanlon de loop opzij duwt, ontspint zich de volgende con versatie: "Waarom jij tegenhou den jagen...?", fluisterde Leon. "Maar hij keek ons aan", zei ik. "Dat is waar, mijn vriend", zei Leon. "En als jij eten 'empliau' (aap), zijn handen, zij lijken op kinderhanden." Maar goed, laat ik ophouden met deze opsomming, want de passages waarbij ik heb zitten schateren zijn legio. Die waarbij ik een traantje heb weggepinkt trouwens ook. En tegen mijn vrouw maar zeggen, dat het zweetdruppels waren, dat het kwam door de warmte die mij uit dit boek tegemoet sloeg. CEES VAN HOORE Redmond O'Hanlon, Naar het hart van Borneo, De Arbeider spers. ƒ38,50. - kan voor die strip geen afdoend scenario bedenken en vraagt zijn broer Bert om hulp Natuur lijk is Nachtspel veel complexer dan hierboven geschetst. De ac tiegedeelten die het boek intensi teit en vaart geven, worden afge wisseld met (te) uitvoerige be schrijvingen en aanduidingen van de gevoelens der gevarieerde personages, of met (overbodige) bespiegelingen over kleinbur gerdom, cultuur, literatuur, zo dat de lezer het hoofd nogal eens omloopt. Nachtspel is van begin tot eind een intrigerend, fascinerend en kleurrijk boek: als de auteur leert zigh te beheersen in de aanpak van zijn onderwerpen, kiest voor het wat subtieler uit werken van enkele motieven in plaats van (te) veel, en tóch zijn flamboyante en gedreven stijl bewaart, kan van zijn volgend werk veel worden verwacht. Een groot deel van die verwachting wordt door Nachtspel, gezien de kwaliteit van compositie en com plexe thematiek, al ingelost. ROB VOOREN Jair Lampo, In altijd lege ka mers. Uitg. Kritak, Leuven 1985, 25,-. Bob van Laerhoven, Faca des. Uitg. De Keyser, Aartselaar 1985. Bob van Laerhoven, Nachtspel. Uitg. Exa, Antwer pen 1985. 37,50. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Haarlemmerstraat 117 Leiden-tel. 120421 algemene- en assortimentsboekhandel full-time bestelafdeling levertijd vanaf 2 dagen Illustraties Ruud Bruijn uit De Vader-en-Moeder-wedstrïjd. BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 17