Samenhang ontbreekt
in boeiende expositie
mm
Te veel ideetjes in 'Sur la tête'
Fuchs brengt kunst in gevarenzone
III:
Omroepen en producent ontkennen
Gevoelvolle abstraeten
van Rineke Kop
DONDERDAG 16 JANUARI 1986
KUNST
PAGINA 21
LAK toont privé-collectie Nederlandse kunst
Nederlandse kunst uit prive-collec-
tie bij bet LAK. Expositie Neder
landse kunst vanaf 1960; uit de col
lectie van een alumnus, t/m 21 fe
bruari. LAK-galerie, Cleveringa-
plaats 1 en de Universiteitsbiblio
theek Witte Singel-Doelencomplex,
Leiden. Geopend ma. t/m vr. van
10.00-17.00 uur.
LEIDEN - Voor de tweede
achtereenvolgende maal heeft
het LAK een expositie samenge
steld uit een reeds bestaande col
lectie. In tegenstelling tot het vo
rige project (Grafiek uit de col
lectie van de Dienst Esthetische
Vormgeving van de PTT) gaat
het nu om een selectie door de
LAK-coramissie gemaakt uit de
particuliere verzameling van een
alumnus (letterlijk: 'leerling'),
een oud-student van de Leidse
Universiteit Mr. Piet Cleveringa.
Deze verwoede kunstverzame
laar heeft bekendheid gekregen
met zijn initiatief 'De Kijk-
schuur' in zijn woonplaats Ac-
quoy bij Leerdam, waar hij jaar
lijks een aantal tentoonstellingen
organiseert rond werk uit eigen
bezit. Voor de LAK-expositie
zijn ongeveer vijftig stukken uit
gekozen, een hoeveelheid die het
noodzakelijk maakte om een
deel onder te brengen aan de
overkant van de Witte Singel, in
het gebouw van de Universiteits
bibliotheek.
Met de twee laatste tentoon
stellingen leek het er bijna op dat
het LAK in navolging van de La
kenhal-serie 'Verzameld en ge
toond' uit verzamelingen put
maar dit berust op louter toeval
Men heeft wel gekozen voor eer
meer 'museale' opzet, door ge
bruik te maken van een duidelij
ke ordening in de presentatie
van een toelichting voor het pu
bliek.
Met de twee laatste tentoon
stellingen leek het er bijna op da
het LAK in navolging van de La
kenhal-serie 'Verzameld en ge
toond' uit verzamelingen pu
maar dit berust op louter toeval
Men heeft wel gekozen voor eer
meer 'museale' opzet, door ge
bruik te maken van een duidelij
ke ordening in de presentatie er
van een toelichting voor het pu
bliek.
Afgaand op dè titel kan vastge
steld worden dat het allemaa
draait om Nederlandse kuns'
vanaf de jaren zestig maar tevens
stellen de organisatoren zich ten
doel "een goed beeld te geven
van de stromingen en kunste
naars, die de afgelopen vijfen
twintig jaar toonaangevend zijn
geweest". Het is moeilijk om met
dit toch vrij beperkte aantal te
werken 'een goed beeld' te schet
sen maar wel is men erin ge
slaagd bepaalde samenhangen te
laten zien.
In de vertrouwde omgeving
van het Centraal Faciliteiten Ge
bouw is een afdeling ingericht
met werk van kunstenaars als
Ger van Elk, Jan Dibbets en Ger
Dekkers, die het gebruik van fo
tomateriaal als basis met elkaar
gemeen hebben. De series met
uitkomsten van exacte observa
ties van de twee laatstgenoem
den geven een duidelijk idee van
hun werkwijze en thema's, werk
dat genoegzaam bekend is maar
toch interessant om terug te zien.
De opstelling in de grote gang
('straat') plaatst het werk van Co
bra vertegenwoordigers Luce-
bert, Cornelis en Karei Appel
naast dat van generatiegenoten
als Pieter Defesche, Ger Lataster
en Jef Diederen. In de toelich
ting wordt daarbij gewezen op
verschillen maar wordt tevens de
nadruk op de materie, zowel bij
Cobra als bij Lataster gesigna
leerd. Werk van 'echte' materie-
schilders als Bram Bogart en
Jaap Wagemaker zijn bij het an
dere deel van de tentoonstelling
ondergebracht, terwijl ook de
'Nieuwe Schilderkunst' over bei
de gebouwen verdeeld is. In de
LAK-foyer exposeren onder
meer Johan Claasen en Hans van
der Pennen, maar interessanter
(en voorspelbaar) is de confron
tatie tussen de exponenten van
de 'Nieuwe Schilderkunst' (Piet
Dieleman en René Danièls bij
voorbeeld) met schilders van de
'Nieuwe Figuratie' uit de jaren
zestig, Roger Raveel en Reinier
Lucassen.
Naast het aangeven van een ze
kere samenhang, bijvoorbeeld
de abstracte en constructieve te
kenkunst van Martin Rous en
Gerard Verdijk, blijft ook ruimte
voor 'eenlingen' zoals Tïóiri, Wil
lem Hussem en in zekere zin ook
Peter Struyken. Het aandeel van
de beeldhouwers is vrij beschei
den, met naast Tajiri een 'portret'
van Steef Roothaan en een amu
sant beeld van Henk Visch (na 1
februari zal dit nog aangevuld
worden met een werk van Carel
Visser, die ook als tekenaar een
plaats op deze expositie in
neemt).
De presentatie van de Cleve-
ringa-collectie is, hoewel wat
versnipperd, aantrekkelijk te
noemen, vooral als men de sym
fonie van kleuren in de straat op
zich in laat werken. Wat het uit
gangspunt betreft alleen nog het
volgende: binnen het geheel is
weliswaar een onderlinge sa
menhang zichtbaar gemaakt,
maar het beoogde doel om een
beeld te scheppen met de jaren
zestig als vertrekpunt is bemoei
lijkt door het feit dat kunste
naars die voor jongeren belang
rijke aanzetten hebben gegeven
in die jaren of zelfs eerder, zoals
Cobra, hier hoofdzakelijk verte
genwoordigd zijn met wérk uit
de jaren zeventig. Ondermeer bij
Dun
iimiijiiii
piiiiiijiiiiiiii
lil:
iiuititi in
'Voeten met wolkenkrabber'
van Henk Visch.
Appel en Corneille zijn duidelij
ke Cobra-invloeden werkzaam
gebleven, maar deze voorbeel
den zijn niet gelijk te schakelen
met hun vroege experimenten,
terwijl van hun leeftijdgenoten
ook voorbeelden uit de 'rijpe pe
riode' gekozen zijn. Een persoon
lijke selectie alleen zou een juis
ter criterium zijn voor de tot
stand gekomen expositie.
Los van duidelijke of meer ver
borgen verbanden (bijvoorbeeld
de relatie van Hussem en Bogart
met de Informele kunst, die een
reactie op Cobra vormde) valt bij
het LAK veel te bewonderen en
te genieten - Gerrit Benner, Eu
gene Brands of de minder beken
de Wil Bouthoorn, om slechts en
kele voorbeelden te
NANCY STOOP.
Weekblad beschuldigt Van den Ende van fraude
DEN HAAG (GPD) - AVRO en
TROS, de stichting Teleactie en
het bureau Joop van den Ende, die
betrokken zijn bij de loterij-shows
Showbizzquiz en Wedden Dat?,
hebben verontwaardigd gerea
geerd op beschuldigingen van het
weekblad Nieuwe Revue dat pro
ducent Van den Ende zich zou ver
rijken met deze televisieshows.
De tv-shows voor goede doelen,
die Van den Ende voor een aantal
omroeporganisaties maakt, kun
nen volgens het weekblad tiental
len miljoenen guldens goedkoper.
Onder de kop 'Joop van den En
de: de grote winnaar van de tv-lote-
rijen' betichten de verslaggevers
van het weekblad Van den Ende er
in een reportage van dat hij veel te
hoge rekeningen (vaak dubbel) in
dient, contracten met bedrijven
sluit voor sluikreclame en de prij
zen van de shows hoog opdrijft.
Het blad beschuldigt de produ
cent ervan zich met shows als Ster-
ANP-nieuws
half acht
komt terug
HILVERSUM (GPD) - Het half-
acht-bulletin van de radionieuws
dienst ANP komt waarschijnlijk
rond half februari terug. Dat heeft
NOS-programmacommissaris A.
van den Heuvel gisteren meege
deeld. Eerder deze week werd be
kend dat hoofdredacteur van de ra
dionieuwsdienst Rien Huizing en
hoofd van de dienst radioprogram
ma's NOS Rob Eygenhuysen een
plan in die richting hadden ont
wikkeld.
Volgens Van den Heuvel blijkt
de huidige nieuwsvoorziening on
voldoende te zijn. „De gewen-
ningsproblematiek is zeer groot
onder de luisteraars. We hebben
een lawine van klachten ontvan
gen hierover. Dat moeten we zeker
oplossen", zei de programmacom
missaris. Nog niet duidelijk is of
het weer in te voeren half-acht-bul-
letin op radio 1 twee, drie of vijf
minuten zal gaan duren.
De radionieuwsdienstbulletins
van half een en half zes, die ook
gesneuveld zijn bij de herindeling
van de radiozendtijd per 1 decem
ber, komen voorlopig niet terug.
renslag, de 1 2 3-Show, Showbizz
quiz en 'Wedden dat?' te verrijken.
Hij zou de regels van de Loterijwet
omzeilen en de omroeporganisa
ties op de mazen in de wet hebben
gewezen. Het komt erop neer dat
Van den Ende in samenwerking
met de omroepen zeer kostbare
programma's maakt ten koste van
het geld dat voor het goede doel via
loterijen bijeen wordt gebracht.
AVRO en TROS, de stichting
Teleactie en het bureau Joop van
den Ende, wijzen er nadrukkelijk
op dat alle uitgaven onder controle
staan van externe registeraccoun
tants. Bij de start van de nu lopen
de actie Wedden Dat? is al gezegd
dat na afloop publiekelijk verant
woording zal worden afgelegd, al
dus een woordvoerder.
De twee 1 2 3-acties van de KRO,
die ook in samenwerking met Van
den Ende werden gemaakt, zijn in
middels afgesloten. De stichtingen
die verantwoordelijk zijn voor bei
de acties hebben zich daar al finan
cieel voor verantwoord, zo liet een
woordvoerder namens de omroep
weten. Externe registeraccoun
tants hebben zich ermee akkoord
verklaard.
In het weekblad verklaart een
voormalig medewerker van Van
den Ende dat hij heeft moeten on
derhandelen met een kattevoer-fir-
ma over een bedrag voor een ach
tergrondmuziekje in de 1 2 3-Show
dat identiek is aan het melodietje
in de STER. Een kofferfabrikant
zou 25.000 gulden hebben betaald
in ruil voor sluikreclame in de tv-
shows. Ook de KLM. die tickets
beschikbaar stelt, wordt in de
sluikreclame-zaak genoemd.
Nieuwe Revu meldt voorts dat
de produktie van de loten is uitbe
steed aan een bedrijf dat veel te ho
ge kosten in rekening brengt. Die
kosten zouden volgens het blad 2
miljoen lager kunnen als de order
aan een andere drukkerij was gege-
Samenvattend komt het blad tot
de conclusie dat de charitatieve tv-
shows voor 50 miljoen in'plaats
van de door Van den Ende opge
voerde 70 miljoen gulden geprodu
ceerd hadden kunnen worden.
Van den Ende heeft laten weten
te kunnen bewijzen dat hij de
goedkoopste organisator op het ge
bied van het maken van dit soort
televisie-programma's is. Hij ont
kent geld te hebben ontvangen
voor het maken van sluikreclame.
De bewering van het weekblad
dat de AVRO slechts 35.000 gulden
betaalt per aflevering van Wedden
Dat? wordt door de omroepvereni
ging tegengesproken. Volgens een
AVRO-woordvoerder is program
mamanager Kees Buurman door
het blad verkeerd geciteerd. Buur
man heeft slechts verklaard dat het
uurbedrag dat voor de tv-show ter
beschikking staat, gemiddeld f
35.000 bedraagt. De AVRO betaalt
voor Wedden Dat? alleen al in de
vorm van programmakosten
180.000 gulden per aflevering, al
dus de woordvoerder.
Expositie met schilderijen van Rine-
ke Kop en keramiek van Joseph Ro-
schar, fm 29 januari. Galerie Henk
de Greef. Schoolstraat 27. Wasse
naar. Geopend di. Vm za. van 9.00-
17.00 uur.
WASSENAAR - De abstracte
schilderkunst heeft sinds haar
ontstaan aan het begin van deze
eeuw aanleiding gegeven tot
weerstand en onbegrip. Inmid
dels zijn vele decennia verstre
ken en nog steeds bestaan over
deze vorm van kunst vele mis
vattingen en vooroordelen, die
verhinderen dat abstracte kunst
uitingen op hun werkelijke waar
de beoordeeld worden. Abstract
werkende kunstenaars worden
vaak naast hun figuratief inge
stelde vakgenoten afgeschilderd
als minder getalenteerd, zodat zij
de non-figuratie als toevlucht
hebben gekozen. Het werk van
Rineke Kop bewijst het tegen
deel van dergelijke veronderstel
lingen. Haar schilderijen druk
ken op een bewuste en integere
wijze gevoel uit, dat zich niet laat
begrijpen maar ervaren moet
worden.
Rineke Kop, initiatiefneemster
van een ateliergroep voor vrou
wen, was helaas niet met werk
vertegenwoordigd op de onlangs
in Leiden gehouden "Kop"-
groeptentoonstelling. Wie schil
derijen van haar wil zien kan tot
het eind van deze maand terecht
in Wassenaar bij galerie Henk de
Greef.
Al bij binnenkomst maakt het
totaalbeeld van het werk grote
indruk door de lichtheid en het
samenspel van kleuren. Aan de
afzonderlijke schilderijen valt af
te lezen dat ondanks de emotio
nele geladenheid de abstracte
compositie dankzij zorgvuldige
afweging tot stand gekomen is.
wat overigens niet ten koste is
gegaan van spontaniteit.
De expressie van gevoel en
kracht is in oneindige variatie
maar ook met constante gege
vens opgeroepen. De in Leiden
geboren Rineke Kop weet een
sterke spanning te bereiken door
middel van inkrassing en reliëf
werking van het verfoppervlak,
zoals in 'Vacca Prima vera'. Ken
merkend is ook de wisselwer
king tussen de gelaagde kleur-
partijen en de elkaar versterken-
die door gearceerde
delen of enkelvoudige lijnen
geaccentueerd worden. Het
schilderij 'Conoscenza di una
donna' geeft prachtige voorbeel
den van deze elementen. In dit
subtiele lichte stuk valt tevens
het verschil in de verfbehande-
ling als direct expressiemiddel
op. De keuze uit dit voortreffelij
ke werk past in de lijn die deze
galerie in afgelopen exposities
heeft uitgezet.
Joseph Roschar heeft het kera-
miek-gedeelte van deze tentoon
stelling voor zijn rekening geno
men. Roschar. die zijn opleiding
in Canada heeft genoten, expo
seert zeer perfect uitgevoerde
stukken. Een groot deel van de
vazen en potten verraden in de
vorm het het gebruik van goud
kleurige pigmenten een oosterse
inspiratie: enkele stukken heb
ben de vorm van een tempel. Ro-
schar's glanzend geglazuurde va
zen zijn voorzien van schitteren
de kleurverlopen. Opmerkelijk is
daarbij dat hij deze vrij klassieke
voorwerpen af en toe uitrust met
vreemde organische toevoegin
gen, hetgeen de strengheid van
de vorm doorbreekt.
Voor de decoratie vai
ïdek-
selpot gebruikte hij een in goud
en zilver uitgevoerde bloemrank,
waarvan de stilering een tegen
hanger vormt voor de primitieve
en organische patronen. Tot be
sluit is het prettig te melden dat
de prijzen op deze expositie niet
evenredig zijn aan de (hoge) kwa
liteit van het getoonde werk.
NANCY STOOP
•Sur la téte'. Tekst en regie: Ingrid
van Frankenhuyzen. Met: Katarina
Rejger, Marlies Schouten en Marian
Vijsma e.a. Dekor: Ronald Meekel.
Licht en techniek: Klaus Vleeming
en Hans Jungslager. Gezien op 15 ja
nuari in het LAK. Aldaar nog van
avond te zien.
LEIDEN - Om direkt maar tege
lijk tekstschrijfster en regisseuse
te debuteren getuigt van moed.
maar ook van een flink portie,
ambitie. Met haar eerste produk
tie 'Sur la tète' heeft Ingrid van
Frankenhuyzen dus meteen de
sprong in het diepe gewaagd. He
laas is het niet: 'ze kwam, zag en
overwon' geworden, al blijft de
produktie als een bij vlagen aar
dige, theatrale verkenning over
eind.
Met name dat zoekelement in
de vormgeving is het opvallend
ste kenmerk, dat de voorstelling
iets aantrekkelijks geeft. Alleen
is het nog moeilijk om de ver
schillende regievondsten via een
soort eigen theatrale logica met
elkaar te verbinden. Het is nu
vooral een opeenvolging van
vormgevingselementen. die
daarnaast nogal eens te lang du
ren. Daardoor verliest de voor
stelling aan vaart en zakt bij wij
len weg.
'Sur la téte' begint met een ge
sprek tussen Dominique en
Roos, waarin de laatste over haar
relatie met een zekere Peter ver
telt, even te horen is. Roos kron
kelt daarbij over de tafel, Domi
nique zit rustig op de bank. Er
volgt een aardige grap: de beide
vrouwen lopen met steeds meer
tassen en boodschappen heen en
weer. Daarna krijgen we een
stukje bewegingstheater. Op mu
ziek volgens een monotoon sche
ma maken de vrouwen - soms
synchroom, soms na en dan weer
eens in tegenstelling tot elkaar -
bewegingen met armen en be
nen. Aanvankelijk een leuk ef
fect, maar de scène duurt lang
zonder dat je er inhoudelijk veel
mee kunt doen.
Na afloop daarvan verschijnt
de mysterieuze derde vrouw ten
tonele. Ze rommelt met papier
en bijeengescharrelde etenswa
ren. Het is Barbertje, die voort
durend op reis lijkt te zijn en in
het verhaal als katalysator voor
het verwijderingsproces tussen
Roos en Dominique functio
neert.
Zo zijn er nog meer fragmenta
rische scènes te noemen. De
twee vriendinnen vertellen over
vroeger, wat aan de hand van
olijk bedoelde dia's wordt geïllu
streerd. Terwijl Barbertje op de
grond liggend een landkaart be
studeert, wordt er een film ver
toond, waarin zij met tal van
mannen in verschillende kle-
dingcreaties in fotosessies figu
reert - zelfs regisseuse Ingrid van
Frankenhuyzen verschijnt daar a
la Hitchcock even in beeld
Kortom, er wordt lustig op los-
geëxperimenteerd en het rijtje is
nog steeds niet volledig. Katari
na Rejger (Barbertje) gaat een di
recte confrontatie met het pu
bliek aan en in het quasi-souffle-
ren van Roos (Marian Vijsma)
prikt ze terloops even de theate
rillusie door. Dit demonstratieve
zoeken in de vormgeving be
hoedt de voorstelling voor saai
heid en geeft ook een indicatie
voor de richting, waarin de regis
seuse wil werken. Aan de andere
kant geraakt daardoor het inhou
delijk aspect (drie vrouwen op
zoek naar de invulling van hun
leven) op de achtergrond. 'Sur Ia
tète laat tenslotte de indruk ach
ter, dat Ingrid van Frankenhuy
zen te veel regie-ideetjes tegelijk
heeft willen verwerken.
WIJNAND ZEILSTRA.
In het Van Abbemuseum in
Eindhoven zijn tot 3 februari
werken van zes gerenommeerde
kunstenaars te zien. Directeur
Rudi Fuchs en conservator Piet
de Jonge plaatsten objecten van
Baselitz naast die van Schwit-
ters; Dibbets naast Mondriaan
en Kounellis naast Malewitch.
Drie confrontaties, die aantrek
ken en afstoten.
EINDHOVEN (GPD) - Tijdens de
zomeropstelling in 1979 presen
teerde Rudi Fuchs, directeur van
het Eindhovense Van Abbemu
seum, in één zaal kunstwerken van
Stella, Kelly, Armando en Baselitz.
In de volgende ruimte gingen
Louis en Lupertz een gevecht aan.
Een in veel opzichten zeer opmer
kelijke presentatie. Fuchs („Kunst
moet onrustig maken") bewijst
ook met de nu lopende tentoon
stelling dat hij niet veel op heeft
met gangbare kunstopvattingen.
Verrassende confrontaties in het Van Abbemuseum
door
Rob Schoonen
Nu is die wat ongewone benade
ring van Fuchs niet bepaald van
vandaag of gisteren. Zoals alle mu
seumdirecteuren is ook Fuchs een
kind van zijn tijd. Zo was de pre
sentatie in 1979 in feite een voorbo
de van hetgeen later pas echt naar
voren kwam. Het duidelijkst was
dat bij de 'Documenta 7' in Kassei
in 1981. Op die belangrijke, door
hem georganiseerde, tentoonstel
ling maakte hij geen onderscheid
tussen stijlen, nationaliteit, tech
niek of iconografie. Hij stelde vast
dat kunst geen principes moet heb
ben, wil de kunst althans niet ver
zanden in een systematische brij.
In een vraaggesprek vlak voor de
opening in Kassei maakte hij dat
als volgt duidelijk: "Zolang je een
Baselitz alleen hebt hangen, is het
altijd goed. Maar zodra er iets bij
komt, ga je vergelijken. Het wordt
dan toch gevaarlijker voor ieder
een, ook voor de kunstenaar".
De kunst opnieuw in de gevaren
zone brengen, dat is ruwweg de
kapstok waaraan het beleid in
Eindhoven is opgehangen. Een uit
gangspunt waardoor overigens
Fuchs hoogstwaarschijnlijk niet is
benoemd als directeur van het Ste
delijk Museum in Amsterdam.
Maar óók een uitgangspunt welke
het Van Abbemuseum tot een van
de spannendste in Nederland heeft
gemaakt. Want inderdaad ligt er in
de kunst van de 20ste eeuw nog
maar heel weinig vast; worden
zelfs Post-impressionisten als bij
voorbeeld Cézanne, Van Gogh of
Gauguin dan weer meer. en dan
weer minder gewaardeerd door ei
gentijdse zienswijzen en ontwikke
lingen.
Vandaar dat Fuchs tentoonstel
lingen maakt (en trouwens ook
werken aankoopt) op een heel per
soonlijke wijze. Het pleit voor hem
dat hij zich daarbij laat inspireren
door kunstenaars. Want het zijn
toch de (goede) kunstenaars die ac
centen en dwarsverbindingen leg
gen.
Nu kampen echter die kunste
naars, en in dit kader dus ook
Fuchs, met het 'probleem' dat de
moderne kunst zich vooral ken
merkt door een chaotische struc
tuur. Anders dan voor de eeuwwis
seling is sindsdien nauwelijks
meer sprake van een werkelijk hel
dere lijn. De vele stijlen, stromin
gen en scholen geven aan dat zo
wat iedereen op zoek is naar wat
duidelijkheid in die chaos. Fuchs
nu wil, ook op deze tentoonstel
ling, proberen op een niet rechtlij
nige manier het veld van de moder
ne kunst te bereizen: "Er rond te
trekken met de instelling van een
pionier", schrijft hij zelf in de cata
logus. En dus laat hij ook in 'Het
ijzeren venster' zoals de expositie
is genoemd, verschillende kunste
naars met elkaar 'praten'.
Op die manier is het werk van
Jan Dibbets (1941) in dialoog met
dat van Piet Mondriaan (1872-
1944). Werkelijk schitterende
werken van beide kunstenaars zijn
er te zien, maar deze confrontatie is
niet echt spannend. Het is al lang
bekend dat Dibbets op sommige
gebieden verwant is aan hetgeen
Mondriaan voorstond met zijn
werk. Het is overigens opvallend
hoe goed dat ene kleine schilderij
van Mondriaan zich houdt tegen
over de in dezelfde zaal opgehan
gen grote foto's van Dibbets.
Veel boeiender is de dialoog tus
sen Jannis Kounellis (1936) en Ka-
simir Malewitch (1878-1933). Met
name de zaal waarin de gouden
wand met daarbij de kapstok, hoed
en jas van de Griekse kunstenaar
een gesprek aangaat met het sere
ne schilderij van de Rus Male
witch. De ruimte is bijna leeg,
maar de letterlijk schitterende,
gouden wand en het bijna witte
doek maken een mystieke, ge
heimzinnige sfeer die je niet meer
loslaat. Dat geldt evenzeer voor de
zaal waarin het zwart-rode doek
van Malewitch qua vorm en qua
sfeer duidelijk verwant is aan de
stalen bloem-vorm met daarin de
bekende gasvlam van Kounellis.
Hier wordt inderdaad op een zeer
indringende wijze kunst-geschie
denis voorgelegd. Voor wie het tot
zich wil nemen een mooie erva
ring.
Met de dialoog tussen Georg Ba
selitz (1938) en Kurt Schwitters
(1887-1948) had ik meer moeite. De
enige overeenkomst die ik kon ont
dekken was het feit dat beide schil
ders abstract werken. Want of
schoon Baselitz figuratief werkt, is
het door omkering in elk geval
geabstraheerd. Puur non-figuratief
kun je het natuurlijk niet noemen.
Maar verder dan die gedachte
kwam ik niet. Zowel de schilderij
en van Baselitz als die van Schwit
ters zijn lyrisch, maar de eerstge
noemde is een expressionist pur
sang, terwijl die van laatstgenoem
de nu juist heel ingehouden zijn.
Als dat de veronderstelde dialoog
zou moeten zijn, twee visies op de
verbeelding van het gevoel, dan is
de keuze van de kunstenaars toch
een beetje vergezocht En boven
dien zijn we dan weer op het plat
getreden pad van de kunstbe
schouwing beland en dat was nu
juist niet de bedoeling.
Tentoonstelling: 'Het ijzeren
venster'. Werken van Dibbets.
Mondriaan, Baselitz, Kounellis.
Malewitch en Schwitters. Stede
lijk Van Abbemuseum, Bilder-
dijklaan 10, Eindhoven. Open:
dinsdag tot en met vrijdag 10-17
uur weekeinde van 13-17 uur. Tot
3 februari.