Samenhang ontbreekt in boeiende expositie mm Te veel ideetjes in 'Sur la tête' Fuchs brengt kunst in gevarenzone III: Omroepen en producent ontkennen Gevoelvolle abstraeten van Rineke Kop DONDERDAG 16 JANUARI 1986 KUNST PAGINA 21 LAK toont privé-collectie Nederlandse kunst Nederlandse kunst uit prive-collec- tie bij bet LAK. Expositie Neder landse kunst vanaf 1960; uit de col lectie van een alumnus, t/m 21 fe bruari. LAK-galerie, Cleveringa- plaats 1 en de Universiteitsbiblio theek Witte Singel-Doelencomplex, Leiden. Geopend ma. t/m vr. van 10.00-17.00 uur. LEIDEN - Voor de tweede achtereenvolgende maal heeft het LAK een expositie samenge steld uit een reeds bestaande col lectie. In tegenstelling tot het vo rige project (Grafiek uit de col lectie van de Dienst Esthetische Vormgeving van de PTT) gaat het nu om een selectie door de LAK-coramissie gemaakt uit de particuliere verzameling van een alumnus (letterlijk: 'leerling'), een oud-student van de Leidse Universiteit Mr. Piet Cleveringa. Deze verwoede kunstverzame laar heeft bekendheid gekregen met zijn initiatief 'De Kijk- schuur' in zijn woonplaats Ac- quoy bij Leerdam, waar hij jaar lijks een aantal tentoonstellingen organiseert rond werk uit eigen bezit. Voor de LAK-expositie zijn ongeveer vijftig stukken uit gekozen, een hoeveelheid die het noodzakelijk maakte om een deel onder te brengen aan de overkant van de Witte Singel, in het gebouw van de Universiteits bibliotheek. Met de twee laatste tentoon stellingen leek het er bijna op dat het LAK in navolging van de La kenhal-serie 'Verzameld en ge toond' uit verzamelingen put maar dit berust op louter toeval Men heeft wel gekozen voor eer meer 'museale' opzet, door ge bruik te maken van een duidelij ke ordening in de presentatie van een toelichting voor het pu bliek. Met de twee laatste tentoon stellingen leek het er bijna op da het LAK in navolging van de La kenhal-serie 'Verzameld en ge toond' uit verzamelingen pu maar dit berust op louter toeval Men heeft wel gekozen voor eer meer 'museale' opzet, door ge bruik te maken van een duidelij ke ordening in de presentatie er van een toelichting voor het pu bliek. Afgaand op dè titel kan vastge steld worden dat het allemaa draait om Nederlandse kuns' vanaf de jaren zestig maar tevens stellen de organisatoren zich ten doel "een goed beeld te geven van de stromingen en kunste naars, die de afgelopen vijfen twintig jaar toonaangevend zijn geweest". Het is moeilijk om met dit toch vrij beperkte aantal te werken 'een goed beeld' te schet sen maar wel is men erin ge slaagd bepaalde samenhangen te laten zien. In de vertrouwde omgeving van het Centraal Faciliteiten Ge bouw is een afdeling ingericht met werk van kunstenaars als Ger van Elk, Jan Dibbets en Ger Dekkers, die het gebruik van fo tomateriaal als basis met elkaar gemeen hebben. De series met uitkomsten van exacte observa ties van de twee laatstgenoem den geven een duidelijk idee van hun werkwijze en thema's, werk dat genoegzaam bekend is maar toch interessant om terug te zien. De opstelling in de grote gang ('straat') plaatst het werk van Co bra vertegenwoordigers Luce- bert, Cornelis en Karei Appel naast dat van generatiegenoten als Pieter Defesche, Ger Lataster en Jef Diederen. In de toelich ting wordt daarbij gewezen op verschillen maar wordt tevens de nadruk op de materie, zowel bij Cobra als bij Lataster gesigna leerd. Werk van 'echte' materie- schilders als Bram Bogart en Jaap Wagemaker zijn bij het an dere deel van de tentoonstelling ondergebracht, terwijl ook de 'Nieuwe Schilderkunst' over bei de gebouwen verdeeld is. In de LAK-foyer exposeren onder meer Johan Claasen en Hans van der Pennen, maar interessanter (en voorspelbaar) is de confron tatie tussen de exponenten van de 'Nieuwe Schilderkunst' (Piet Dieleman en René Danièls bij voorbeeld) met schilders van de 'Nieuwe Figuratie' uit de jaren zestig, Roger Raveel en Reinier Lucassen. Naast het aangeven van een ze kere samenhang, bijvoorbeeld de abstracte en constructieve te kenkunst van Martin Rous en Gerard Verdijk, blijft ook ruimte voor 'eenlingen' zoals Tïóiri, Wil lem Hussem en in zekere zin ook Peter Struyken. Het aandeel van de beeldhouwers is vrij beschei den, met naast Tajiri een 'portret' van Steef Roothaan en een amu sant beeld van Henk Visch (na 1 februari zal dit nog aangevuld worden met een werk van Carel Visser, die ook als tekenaar een plaats op deze expositie in neemt). De presentatie van de Cleve- ringa-collectie is, hoewel wat versnipperd, aantrekkelijk te noemen, vooral als men de sym fonie van kleuren in de straat op zich in laat werken. Wat het uit gangspunt betreft alleen nog het volgende: binnen het geheel is weliswaar een onderlinge sa menhang zichtbaar gemaakt, maar het beoogde doel om een beeld te scheppen met de jaren zestig als vertrekpunt is bemoei lijkt door het feit dat kunste naars die voor jongeren belang rijke aanzetten hebben gegeven in die jaren of zelfs eerder, zoals Cobra, hier hoofdzakelijk verte genwoordigd zijn met wérk uit de jaren zeventig. Ondermeer bij Dun iimiijiiii piiiiiijiiiiiiii lil: iiuititi in 'Voeten met wolkenkrabber' van Henk Visch. Appel en Corneille zijn duidelij ke Cobra-invloeden werkzaam gebleven, maar deze voorbeel den zijn niet gelijk te schakelen met hun vroege experimenten, terwijl van hun leeftijdgenoten ook voorbeelden uit de 'rijpe pe riode' gekozen zijn. Een persoon lijke selectie alleen zou een juis ter criterium zijn voor de tot stand gekomen expositie. Los van duidelijke of meer ver borgen verbanden (bijvoorbeeld de relatie van Hussem en Bogart met de Informele kunst, die een reactie op Cobra vormde) valt bij het LAK veel te bewonderen en te genieten - Gerrit Benner, Eu gene Brands of de minder beken de Wil Bouthoorn, om slechts en kele voorbeelden te NANCY STOOP. Weekblad beschuldigt Van den Ende van fraude DEN HAAG (GPD) - AVRO en TROS, de stichting Teleactie en het bureau Joop van den Ende, die betrokken zijn bij de loterij-shows Showbizzquiz en Wedden Dat?, hebben verontwaardigd gerea geerd op beschuldigingen van het weekblad Nieuwe Revue dat pro ducent Van den Ende zich zou ver rijken met deze televisieshows. De tv-shows voor goede doelen, die Van den Ende voor een aantal omroeporganisaties maakt, kun nen volgens het weekblad tiental len miljoenen guldens goedkoper. Onder de kop 'Joop van den En de: de grote winnaar van de tv-lote- rijen' betichten de verslaggevers van het weekblad Van den Ende er in een reportage van dat hij veel te hoge rekeningen (vaak dubbel) in dient, contracten met bedrijven sluit voor sluikreclame en de prij zen van de shows hoog opdrijft. Het blad beschuldigt de produ cent ervan zich met shows als Ster- ANP-nieuws half acht komt terug HILVERSUM (GPD) - Het half- acht-bulletin van de radionieuws dienst ANP komt waarschijnlijk rond half februari terug. Dat heeft NOS-programmacommissaris A. van den Heuvel gisteren meege deeld. Eerder deze week werd be kend dat hoofdredacteur van de ra dionieuwsdienst Rien Huizing en hoofd van de dienst radioprogram ma's NOS Rob Eygenhuysen een plan in die richting hadden ont wikkeld. Volgens Van den Heuvel blijkt de huidige nieuwsvoorziening on voldoende te zijn. „De gewen- ningsproblematiek is zeer groot onder de luisteraars. We hebben een lawine van klachten ontvan gen hierover. Dat moeten we zeker oplossen", zei de programmacom missaris. Nog niet duidelijk is of het weer in te voeren half-acht-bul- letin op radio 1 twee, drie of vijf minuten zal gaan duren. De radionieuwsdienstbulletins van half een en half zes, die ook gesneuveld zijn bij de herindeling van de radiozendtijd per 1 decem ber, komen voorlopig niet terug. renslag, de 1 2 3-Show, Showbizz quiz en 'Wedden dat?' te verrijken. Hij zou de regels van de Loterijwet omzeilen en de omroeporganisa ties op de mazen in de wet hebben gewezen. Het komt erop neer dat Van den Ende in samenwerking met de omroepen zeer kostbare programma's maakt ten koste van het geld dat voor het goede doel via loterijen bijeen wordt gebracht. AVRO en TROS, de stichting Teleactie en het bureau Joop van den Ende, wijzen er nadrukkelijk op dat alle uitgaven onder controle staan van externe registeraccoun tants. Bij de start van de nu lopen de actie Wedden Dat? is al gezegd dat na afloop publiekelijk verant woording zal worden afgelegd, al dus een woordvoerder. De twee 1 2 3-acties van de KRO, die ook in samenwerking met Van den Ende werden gemaakt, zijn in middels afgesloten. De stichtingen die verantwoordelijk zijn voor bei de acties hebben zich daar al finan cieel voor verantwoord, zo liet een woordvoerder namens de omroep weten. Externe registeraccoun tants hebben zich ermee akkoord verklaard. In het weekblad verklaart een voormalig medewerker van Van den Ende dat hij heeft moeten on derhandelen met een kattevoer-fir- ma over een bedrag voor een ach tergrondmuziekje in de 1 2 3-Show dat identiek is aan het melodietje in de STER. Een kofferfabrikant zou 25.000 gulden hebben betaald in ruil voor sluikreclame in de tv- shows. Ook de KLM. die tickets beschikbaar stelt, wordt in de sluikreclame-zaak genoemd. Nieuwe Revu meldt voorts dat de produktie van de loten is uitbe steed aan een bedrijf dat veel te ho ge kosten in rekening brengt. Die kosten zouden volgens het blad 2 miljoen lager kunnen als de order aan een andere drukkerij was gege- Samenvattend komt het blad tot de conclusie dat de charitatieve tv- shows voor 50 miljoen in'plaats van de door Van den Ende opge voerde 70 miljoen gulden geprodu ceerd hadden kunnen worden. Van den Ende heeft laten weten te kunnen bewijzen dat hij de goedkoopste organisator op het ge bied van het maken van dit soort televisie-programma's is. Hij ont kent geld te hebben ontvangen voor het maken van sluikreclame. De bewering van het weekblad dat de AVRO slechts 35.000 gulden betaalt per aflevering van Wedden Dat? wordt door de omroepvereni ging tegengesproken. Volgens een AVRO-woordvoerder is program mamanager Kees Buurman door het blad verkeerd geciteerd. Buur man heeft slechts verklaard dat het uurbedrag dat voor de tv-show ter beschikking staat, gemiddeld f 35.000 bedraagt. De AVRO betaalt voor Wedden Dat? alleen al in de vorm van programmakosten 180.000 gulden per aflevering, al dus de woordvoerder. Expositie met schilderijen van Rine- ke Kop en keramiek van Joseph Ro- schar, fm 29 januari. Galerie Henk de Greef. Schoolstraat 27. Wasse naar. Geopend di. Vm za. van 9.00- 17.00 uur. WASSENAAR - De abstracte schilderkunst heeft sinds haar ontstaan aan het begin van deze eeuw aanleiding gegeven tot weerstand en onbegrip. Inmid dels zijn vele decennia verstre ken en nog steeds bestaan over deze vorm van kunst vele mis vattingen en vooroordelen, die verhinderen dat abstracte kunst uitingen op hun werkelijke waar de beoordeeld worden. Abstract werkende kunstenaars worden vaak naast hun figuratief inge stelde vakgenoten afgeschilderd als minder getalenteerd, zodat zij de non-figuratie als toevlucht hebben gekozen. Het werk van Rineke Kop bewijst het tegen deel van dergelijke veronderstel lingen. Haar schilderijen druk ken op een bewuste en integere wijze gevoel uit, dat zich niet laat begrijpen maar ervaren moet worden. Rineke Kop, initiatiefneemster van een ateliergroep voor vrou wen, was helaas niet met werk vertegenwoordigd op de onlangs in Leiden gehouden "Kop"- groeptentoonstelling. Wie schil derijen van haar wil zien kan tot het eind van deze maand terecht in Wassenaar bij galerie Henk de Greef. Al bij binnenkomst maakt het totaalbeeld van het werk grote indruk door de lichtheid en het samenspel van kleuren. Aan de afzonderlijke schilderijen valt af te lezen dat ondanks de emotio nele geladenheid de abstracte compositie dankzij zorgvuldige afweging tot stand gekomen is. wat overigens niet ten koste is gegaan van spontaniteit. De expressie van gevoel en kracht is in oneindige variatie maar ook met constante gege vens opgeroepen. De in Leiden geboren Rineke Kop weet een sterke spanning te bereiken door middel van inkrassing en reliëf werking van het verfoppervlak, zoals in 'Vacca Prima vera'. Ken merkend is ook de wisselwer king tussen de gelaagde kleur- partijen en de elkaar versterken- die door gearceerde delen of enkelvoudige lijnen geaccentueerd worden. Het schilderij 'Conoscenza di una donna' geeft prachtige voorbeel den van deze elementen. In dit subtiele lichte stuk valt tevens het verschil in de verfbehande- ling als direct expressiemiddel op. De keuze uit dit voortreffelij ke werk past in de lijn die deze galerie in afgelopen exposities heeft uitgezet. Joseph Roschar heeft het kera- miek-gedeelte van deze tentoon stelling voor zijn rekening geno men. Roschar. die zijn opleiding in Canada heeft genoten, expo seert zeer perfect uitgevoerde stukken. Een groot deel van de vazen en potten verraden in de vorm het het gebruik van goud kleurige pigmenten een oosterse inspiratie: enkele stukken heb ben de vorm van een tempel. Ro- schar's glanzend geglazuurde va zen zijn voorzien van schitteren de kleurverlopen. Opmerkelijk is daarbij dat hij deze vrij klassieke voorwerpen af en toe uitrust met vreemde organische toevoegin gen, hetgeen de strengheid van de vorm doorbreekt. Voor de decoratie vai ïdek- selpot gebruikte hij een in goud en zilver uitgevoerde bloemrank, waarvan de stilering een tegen hanger vormt voor de primitieve en organische patronen. Tot be sluit is het prettig te melden dat de prijzen op deze expositie niet evenredig zijn aan de (hoge) kwa liteit van het getoonde werk. NANCY STOOP •Sur la téte'. Tekst en regie: Ingrid van Frankenhuyzen. Met: Katarina Rejger, Marlies Schouten en Marian Vijsma e.a. Dekor: Ronald Meekel. Licht en techniek: Klaus Vleeming en Hans Jungslager. Gezien op 15 ja nuari in het LAK. Aldaar nog van avond te zien. LEIDEN - Om direkt maar tege lijk tekstschrijfster en regisseuse te debuteren getuigt van moed. maar ook van een flink portie, ambitie. Met haar eerste produk tie 'Sur la tète' heeft Ingrid van Frankenhuyzen dus meteen de sprong in het diepe gewaagd. He laas is het niet: 'ze kwam, zag en overwon' geworden, al blijft de produktie als een bij vlagen aar dige, theatrale verkenning over eind. Met name dat zoekelement in de vormgeving is het opvallend ste kenmerk, dat de voorstelling iets aantrekkelijks geeft. Alleen is het nog moeilijk om de ver schillende regievondsten via een soort eigen theatrale logica met elkaar te verbinden. Het is nu vooral een opeenvolging van vormgevingselementen. die daarnaast nogal eens te lang du ren. Daardoor verliest de voor stelling aan vaart en zakt bij wij len weg. 'Sur la téte' begint met een ge sprek tussen Dominique en Roos, waarin de laatste over haar relatie met een zekere Peter ver telt, even te horen is. Roos kron kelt daarbij over de tafel, Domi nique zit rustig op de bank. Er volgt een aardige grap: de beide vrouwen lopen met steeds meer tassen en boodschappen heen en weer. Daarna krijgen we een stukje bewegingstheater. Op mu ziek volgens een monotoon sche ma maken de vrouwen - soms synchroom, soms na en dan weer eens in tegenstelling tot elkaar - bewegingen met armen en be nen. Aanvankelijk een leuk ef fect, maar de scène duurt lang zonder dat je er inhoudelijk veel mee kunt doen. Na afloop daarvan verschijnt de mysterieuze derde vrouw ten tonele. Ze rommelt met papier en bijeengescharrelde etenswa ren. Het is Barbertje, die voort durend op reis lijkt te zijn en in het verhaal als katalysator voor het verwijderingsproces tussen Roos en Dominique functio neert. Zo zijn er nog meer fragmenta rische scènes te noemen. De twee vriendinnen vertellen over vroeger, wat aan de hand van olijk bedoelde dia's wordt geïllu streerd. Terwijl Barbertje op de grond liggend een landkaart be studeert, wordt er een film ver toond, waarin zij met tal van mannen in verschillende kle- dingcreaties in fotosessies figu reert - zelfs regisseuse Ingrid van Frankenhuyzen verschijnt daar a la Hitchcock even in beeld Kortom, er wordt lustig op los- geëxperimenteerd en het rijtje is nog steeds niet volledig. Katari na Rejger (Barbertje) gaat een di recte confrontatie met het pu bliek aan en in het quasi-souffle- ren van Roos (Marian Vijsma) prikt ze terloops even de theate rillusie door. Dit demonstratieve zoeken in de vormgeving be hoedt de voorstelling voor saai heid en geeft ook een indicatie voor de richting, waarin de regis seuse wil werken. Aan de andere kant geraakt daardoor het inhou delijk aspect (drie vrouwen op zoek naar de invulling van hun leven) op de achtergrond. 'Sur Ia tète laat tenslotte de indruk ach ter, dat Ingrid van Frankenhuy zen te veel regie-ideetjes tegelijk heeft willen verwerken. WIJNAND ZEILSTRA. In het Van Abbemuseum in Eindhoven zijn tot 3 februari werken van zes gerenommeerde kunstenaars te zien. Directeur Rudi Fuchs en conservator Piet de Jonge plaatsten objecten van Baselitz naast die van Schwit- ters; Dibbets naast Mondriaan en Kounellis naast Malewitch. Drie confrontaties, die aantrek ken en afstoten. EINDHOVEN (GPD) - Tijdens de zomeropstelling in 1979 presen teerde Rudi Fuchs, directeur van het Eindhovense Van Abbemu seum, in één zaal kunstwerken van Stella, Kelly, Armando en Baselitz. In de volgende ruimte gingen Louis en Lupertz een gevecht aan. Een in veel opzichten zeer opmer kelijke presentatie. Fuchs („Kunst moet onrustig maken") bewijst ook met de nu lopende tentoon stelling dat hij niet veel op heeft met gangbare kunstopvattingen. Verrassende confrontaties in het Van Abbemuseum door Rob Schoonen Nu is die wat ongewone benade ring van Fuchs niet bepaald van vandaag of gisteren. Zoals alle mu seumdirecteuren is ook Fuchs een kind van zijn tijd. Zo was de pre sentatie in 1979 in feite een voorbo de van hetgeen later pas echt naar voren kwam. Het duidelijkst was dat bij de 'Documenta 7' in Kassei in 1981. Op die belangrijke, door hem georganiseerde, tentoonstel ling maakte hij geen onderscheid tussen stijlen, nationaliteit, tech niek of iconografie. Hij stelde vast dat kunst geen principes moet heb ben, wil de kunst althans niet ver zanden in een systematische brij. In een vraaggesprek vlak voor de opening in Kassei maakte hij dat als volgt duidelijk: "Zolang je een Baselitz alleen hebt hangen, is het altijd goed. Maar zodra er iets bij komt, ga je vergelijken. Het wordt dan toch gevaarlijker voor ieder een, ook voor de kunstenaar". De kunst opnieuw in de gevaren zone brengen, dat is ruwweg de kapstok waaraan het beleid in Eindhoven is opgehangen. Een uit gangspunt waardoor overigens Fuchs hoogstwaarschijnlijk niet is benoemd als directeur van het Ste delijk Museum in Amsterdam. Maar óók een uitgangspunt welke het Van Abbemuseum tot een van de spannendste in Nederland heeft gemaakt. Want inderdaad ligt er in de kunst van de 20ste eeuw nog maar heel weinig vast; worden zelfs Post-impressionisten als bij voorbeeld Cézanne, Van Gogh of Gauguin dan weer meer. en dan weer minder gewaardeerd door ei gentijdse zienswijzen en ontwikke lingen. Vandaar dat Fuchs tentoonstel lingen maakt (en trouwens ook werken aankoopt) op een heel per soonlijke wijze. Het pleit voor hem dat hij zich daarbij laat inspireren door kunstenaars. Want het zijn toch de (goede) kunstenaars die ac centen en dwarsverbindingen leg gen. Nu kampen echter die kunste naars, en in dit kader dus ook Fuchs, met het 'probleem' dat de moderne kunst zich vooral ken merkt door een chaotische struc tuur. Anders dan voor de eeuwwis seling is sindsdien nauwelijks meer sprake van een werkelijk hel dere lijn. De vele stijlen, stromin gen en scholen geven aan dat zo wat iedereen op zoek is naar wat duidelijkheid in die chaos. Fuchs nu wil, ook op deze tentoonstel ling, proberen op een niet rechtlij nige manier het veld van de moder ne kunst te bereizen: "Er rond te trekken met de instelling van een pionier", schrijft hij zelf in de cata logus. En dus laat hij ook in 'Het ijzeren venster' zoals de expositie is genoemd, verschillende kunste naars met elkaar 'praten'. Op die manier is het werk van Jan Dibbets (1941) in dialoog met dat van Piet Mondriaan (1872- 1944). Werkelijk schitterende werken van beide kunstenaars zijn er te zien, maar deze confrontatie is niet echt spannend. Het is al lang bekend dat Dibbets op sommige gebieden verwant is aan hetgeen Mondriaan voorstond met zijn werk. Het is overigens opvallend hoe goed dat ene kleine schilderij van Mondriaan zich houdt tegen over de in dezelfde zaal opgehan gen grote foto's van Dibbets. Veel boeiender is de dialoog tus sen Jannis Kounellis (1936) en Ka- simir Malewitch (1878-1933). Met name de zaal waarin de gouden wand met daarbij de kapstok, hoed en jas van de Griekse kunstenaar een gesprek aangaat met het sere ne schilderij van de Rus Male witch. De ruimte is bijna leeg, maar de letterlijk schitterende, gouden wand en het bijna witte doek maken een mystieke, ge heimzinnige sfeer die je niet meer loslaat. Dat geldt evenzeer voor de zaal waarin het zwart-rode doek van Malewitch qua vorm en qua sfeer duidelijk verwant is aan de stalen bloem-vorm met daarin de bekende gasvlam van Kounellis. Hier wordt inderdaad op een zeer indringende wijze kunst-geschie denis voorgelegd. Voor wie het tot zich wil nemen een mooie erva ring. Met de dialoog tussen Georg Ba selitz (1938) en Kurt Schwitters (1887-1948) had ik meer moeite. De enige overeenkomst die ik kon ont dekken was het feit dat beide schil ders abstract werken. Want of schoon Baselitz figuratief werkt, is het door omkering in elk geval geabstraheerd. Puur non-figuratief kun je het natuurlijk niet noemen. Maar verder dan die gedachte kwam ik niet. Zowel de schilderij en van Baselitz als die van Schwit ters zijn lyrisch, maar de eerstge noemde is een expressionist pur sang, terwijl die van laatstgenoem de nu juist heel ingehouden zijn. Als dat de veronderstelde dialoog zou moeten zijn, twee visies op de verbeelding van het gevoel, dan is de keuze van de kunstenaars toch een beetje vergezocht En boven dien zijn we dan weer op het plat getreden pad van de kunstbe schouwing beland en dat was nu juist niet de bedoeling. Tentoonstelling: 'Het ijzeren venster'. Werken van Dibbets. Mondriaan, Baselitz, Kounellis. Malewitch en Schwitters. Stede lijk Van Abbemuseum, Bilder- dijklaan 10, Eindhoven. Open: dinsdag tot en met vrijdag 10-17 uur weekeinde van 13-17 uur. Tot 3 februari.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21