"Een baan wordt niet bij je gebracht, je moet er op uit' P&C-bedrijfeleider Berendsen ziet toekomst in modevak Niet de jongeren profiteren v;ui YTS Opleiding Mode en Kleding enorm in de belangstelling QNDERWUS PAGINA 23 Mode en Kleding, een leuke opleiding voor creatieve mensen die graag met mode bezig zijn, maar wat zijn de moge lijkheden daarna? We spraken er over met F. Berendsen, bedrijfsleider van Peek Cloppenburg en tevens be stuurslid van de Noorderwiek. Hij ziet voor jongeren die een oplei ding M&K hebben gedaan goede moge lijkheden in het modevak. Hij wijst daar bij op enkele gunstige ontwikkelingen met betrekking tot de mode. Berendsen: 'De jeugd heeft de laatste jaren meer belangstelling voor mode ge kregen. Dat heeft misschien wel iets te maken met de individualisering. Je kunt met mode iets zeggen, er iets van jezelf in leggen. In dat terug naar de ik-maat- schappij past mode heel goed'. Maar niet alleen de jeugd maakt dat 'Mode en Kleding is een voortzet ting van de opleiding couture en costumière,' zegt mevrouw De Jong, docente produktie, beroepso riëntatie en stagebegeleiding. 'Die opleiding was te beperkt om in de bedrijven aan de slag te komen. Te veel gericht op couture en te weinig op confectie. De nieuwe opleiding is veel breder van opzet. De studenten hebben niet alleen te maken met de technische kant van de naaldvak ken maar krijgen ook inzicht in het totaalproces: van idee tot eindpro- dukt'. Met de M&K-opleiding is in 1984, na een experimenteerperiode, een echt be gin gemaakt. Voorlopig bestaat deze nog uit twee onderdelen: Realisatie en Pre sentatie maar het ligt in de bedoeling dat daar straks ook nog Commercie bij komt want de Noorderwiek heeft een speer puntfunctie. Over niet al te lange tijd zal de school kunnen beschikken over een aantal computers waarmee dan bijvoor beeld op marketinggebied gewerkt kan worden. Presentatie Presentatie en realisatie wat moet je je daarbij voorstellen? 'Wie voor de richting presentatie kiest', verduidelijkt mevrouw De Jong, 'komt grofweg gezegd terecht in de ont werp- en stylingsfeer. Je moet een goed inzicht in de mode ontwikkelen, vooral op langere termijn. Studenten die voor deze richting kiezen zou je trendsetters kunnen noemen'. 'Ja', beaamt haar collega mevrouw Kleyne, coördinator van de opleiding en tevens docente omgangskunde en stagebegeleiding, 'je pikt er er zo uit, al in het aannemingsgesprek eigenlijk'. Studenten die deze opleiding hebben gevolgd, kunnen aan de slag als assis tent medewerker op het gebied van mo de-illustratie, styling, modellen maken, decoratief vormgeven en funkties bij uitgeverijen, reclame- en modeadvies bureaus. Realisatie Realisatie is de richting waar volgens de twee docenten, de meer behoudende types in negen van de tien gevallen te rechtkomen. Deze tak richt zich dan ook meer op techniek en produktie. Even een voorbeeld: Moeten studenten van Presenatie een model kunnen ontwer pen en uitvoeren. De realisatie-mensen moeten het model naar de confectie toe kunnen vertalen. Hun toekomst ligt in de confectie-in- dustrie (coupeur, patronenmaker, kwali teitscontroleur, assistent-werkvoorbe reider, modelnaaister of intekenaar), in de grootwinkelbedrijven (styling-afde- ling), in werk voor uitgeverijen van pa tronen en modebladen en modeadvies- bureaus. Welke richting de studenten zullen kiezen is volgens mevrouw Kleyne al uit het kennismakingsgesprek op te maken. 'Na dat gesprek delen we de klassen in. Tot kerst hebben alle eerste jaars onge veer hetzelfde programma, daarna moet er in overleg met de docenten een keuze worden gemaakt. Het komt eigenlijk maar zelden voor dat een leerling die we hebben ingedeeld in Presentatie, over stapt naar Realisatie of andersom'. Het is bij een opleiding M&K hard werken geblazen. Zowel voor leerlingen als docenten. Net als in het bedrijfsleven grijpen alle radertjes in elkaar. Staan bij het tekenen rechte vormen Op het pro gramma dan moeten ook bij ontwerpen rechte vormen worden gebruikt. Het he le programma is in een strak schema ge perst, dat van docenten veel onderling overleg vraagt en de leerlingen weinig tijd laat tot 'freewheelen'. Zeker niet als ze, spelen met het idee ooit een eigen zaak te beginnen, want dan moet ook nog eens een vestigingsdiploma worden behaald. 'Er zijn leerlingen die daar best moeite „Het gaat ons er niet in de eerste plaats om, iets aan de jeugdwerk loosheid te doen. Dit is vooral be doeld als permanente brug tussen school en werk". Dat zei een woord voerder van de Britse regering en kele jaren geleden over het toen net van start gaande Youth Training Scheme (YTS). Over die stelling valt te twisten, zoals verderop zal blijken. Het is niettemin een feit dat voor veel Brit se schoolverlaters het YTS de stap is tussen school en iets anders, of dat nu werk, verdere scholing of werkloosheid is. door Henk Dam De 16-jarige Stewart Richardson was eind vorig jaar de miljoenste jongere die in het kader van de YTS een stageplaats kreeg toegewezen. Een kleine 700.000 hebben kortere of langere tijd aan het Youth Training Scheme meegedaan, ruim 300.000 doen dat op dit moment. Of, voor wie het belang van het YTS op nog een andere manier geillustreerd wil zien: zestig procent van de half mil joen 16-jarige schoolverlaters die er jaar lijks in Engeland zijn, komt terecht bij een van de 11.000 bedrijven of over heidsorganisaties die stageplaatsen in het kader van het YTS aanbieden. confectiefabrikanten niet meer kunnen volstaan met 2 collectie (zomer en win ter) maar 6 maal per jaar met iets nieuws moeten komen. Berendsen: 'Over het algemeen leeft in Nederland de belangstelling voor kle ding op. Dat verschijnsel werd twee jaar geleden al gesignaleerd. Hierdoor kon de confectie-industrie, die totaal was uit geblust, weer opleven. Het snel wisse lende modebeeld zorgt er voor dat de confectie weer van dichtbij moet ko men. Inspelen op trends is moeilijk als je je produkten uit China of Korea moet halen'. Plaats In de Nederlandse confectie-industrie is dus weer plaats voor mensen met ideeën en vaardigheden op een breed terrein en op elk niveau. mee hebben. Die het soms in het begin een beetje te licht opnemen, zien dat ze niet klaarkomen en in paniek raken. Dan moeten wij, samen met de leerling proberen de zaak weer in orde te krij gen', zegt mevrouw Kleyne. Waarmee duidelijk wordt dat de begeleidende taak net zo belangrijk is als de doceren de. Vandaar ook dat beide docenten fun geren als stage-begeleiders. Zij zoeken voor hun studenten stage-plaatsen, leg gen de contacten met het bedrijfsleven. Geboortegolf Al voor het YTS in 1983 van kracht werd, was er een overheidsplan dat erop gericht was jeugdige schoolverlaters te helpen bij het vinden van een baan. In 1978 lanceerde de regering-Callaghan het Youth Opportunities Plan (YOP), dat uitdrukkelijk bedoeld was om de jongeren op te vangen die tijdens de ge boortegolf van de beginjaren '60 gebo ren waren. Het YOP liet zich aanvankelijk aan zien als een gouden greep. Het plan be stond hieruit, dat jonge schoolverlaters de mogelijkheid werd geboden om be taald een half jaar lang ervaring op de werkvloer op te doen, en wel geheel op kosten van de staat. Daarmee stelde de overheid de intro ductie in het bedrijfsleven van jongeren die niet direct aan de slag konden ko men, een half jaar uit, en bovendien, zo luidde de gedachte, zouden jongeren met een YOP-training achter de rug aan trekkelijk voor werkgevers zijn, juist omdat ze al wat ervaring hadden opge daan. Die theorie klopte aanvankelijk aar- En met de verkoop komen we natuur lijk in het straatje van Berendsen, want ook daar zijn goed opgeleide krachten nodig. Wie een opleiding aan de Noor derwiek heeft afgesloten kan bij een ver koop-organisatie al snel meedraaien in het middenkader, de assistent-functies (inkoop, verkoop, marketing en logis tiek). Functies waarin de leerlingen van de Noorderwiek volgens Berendsen zo geplaatst kunnen worden. De opleiding sluit ook goed aan op verdere bedrijfop- leidingen die van de assistenten chefs maken. Dat zal niet voor iedereen zijn weggelegd, je moet er ook aanleg voor hebben. 'Wat de kennis van kleding betreft', zegt Berendsen 'denk ik dat de vakken die nu worden gegeven, goed aansluiten op wat het bedrijf vraagt. Wat ik bijvoor beeld bij stagiaires wél mis zijn sociale Bedrijfsleven Hoe staat het bedrijfsleven eigen lijk tegenover de opleiding en het ne men van stagiaires? Mevrouw De Jong: 'Het bedrijfsleven staat heel positief tegenover de oplei ding en de stages. We hebben eigenlijk geen moeite om stageplaatsen te vin den'. dig. Het overgrote deel van de YOP-jon- geren vond inderdaad tijdens of direct na de stageperiode een baan. Maar toen vanaf 1979 de werkloosheid stijl toenam (vijf procent van de totale beroepsbevol king in 1979, 14 procent eind 1982) ver loor het YOP zijn effectiviteit. Daarom verdween het YOP in 1983, om plaats te maken voor een breder en zwaarder plan, het Youth Training Sche me. Dit YTS garandeert alle schoolverla ters van zestien jaar, en sommige van ze ventien, een arbeidsplaats gedurende een periode van twaalf maanden, twee keer zolang dus als het YOP. Daar komt bij dat de jongere geduren de zijn YTS-jaar recht heeft op in totaal drie maanden onderwijs buiten zijn sta geplaats, in bijvoorbeeld vormingscen tra of op scholen. Vooral cursussen in de nieuwe technologie zijn daarbij erg in trek, en ook cursussen als 'hoe gedraag ik mij op kantoor', die vaak met hulp van het bedrijfsleven zijn opgezet. Succesvol Hoe succesvol is het YTS? Niet zo suc cesvol als de Manpower Services Com- vaardigheden. Het lijkt vaak of ze niet weten hoe ze zich moeten gedragen in een bedrijf. Ze komen geremd en verle gen over'. Hij zou daarom graag zien dat de school inspeelt op het met mensen omgaan in een verkoopsituatie, leert hoe je je opstelt naar collega's toe en hoe je leiding geeft. Eigen zaak Een eigen zaak beginnen behoort in principe ook tot de mogelijkheden voor leerlingen die bij de M&K-opleiding ook hun vestigingsdiploma hebben behaald. Een eigen zaak in deze tijd, kan dat nog wel? 'Natuurlijk kan het', zegt Berendsen, 'maar er zit heel veel vast aan zo'n eigen zaak. Je moet beginnen met je goed te oriënteren, want in Nederland zitten we wat de confectie betreft met een overbe- Uit het vervolg van haar verhaal blijkt wel dat 'geen moeite' maar een beperkt begrip is. Nee, ze hoeven niet met stu denten te leuren maar vooral grotere be drijven willen heel goed worden geïnfor meerd. Vragen als: Wat wordt van het bedrijf verwacht? Wat kan de leerling? Een evaluatie van de stageperiode, dit alles wordt in veel gevallen door de do centen persoonlijk behandeld. Een zaak die veel tijd kost en waarvan de docen ten vaak het idee hebben dat het alle- mission, de Britse overheidsinstelling die vraag en aanbod van de arbeids markt op elkaar moet afstemmen, wel zou willen. Om te beginnen maakt meer dan de helft van de betrokkenen het YTS-jaar niet af. Sommigen stoppen omdat ze echt werk hebben gevonden, anderen raken zo teleurgesteld (bijvoorbeeld door de aard van het werk dat ze geacht worden te doen) dat ze na enkele weken of maan den met het YTS kappen. Een grotere zorg is, dat ruim een derde van de jonge ren die hun jaar wel uitdienen, na afloop geen baan vindt. Dat gegeven ligt mede ten grondslag aan het plan, per 1 april de looptijd van het Youth Training Scheme met een jaar te verlengen. Dat betekent dat de Britse overheid vanaf die datum alle 16- en 17- jarige schoolverlaters die geen baan kunnen vinden, een betaalde stageplaats garandeert, gedurende maximaal twee jaar. Wat mooi van die Britse regering, is men geneigd te zeggen, maar er zitten een paar addertjes onder het gras, en bo vendien is het vooral ook juist de Britse overheid die van het YTS profiteert, en winkeling. Je moet goed nagaan aan welk type boetiek of winkel in een plaats behoefte is. Je moet een doelgroep kie zen en de ontwikkelingen voor die groep ook heel goed blijven volgen. Dan heb je kans van slagen'. Een toch optimistisch geluid maar dat wordt wat getemperd door zijn uit spraak 'Alleen de echte goeie redden het'. En met echte goeie bedoelt hij dan niet aleen degenen die goed zijn in hun modevak. Om te slagen moet er keihard gewerkt worden. Een 36-urige werk week zit er echt niet in. Wie een boetiek runt, moet naast in- en verkoop ook de hele boekhouding van het bedrijf voe ren, op de hoogte blijven van alle nieuwe ontwikkelingen op modieus maar ook op economisch gebied. En ook al doe je dat met z'n tweeën, het zal die eerste ja ren knokken zijn. Misschien voor niets. maal nog beter en soepeler kan lopen, als ze wat meer uurtjes ter beschikking kregen. 'Want', zegt mevrouw Kleyne, 'de sta ge (in het tweede jaar totaal 13 weken) neemt een belangrijke plaats in. We heb ben ongeveer 90 stageadressen in het be stand. Daar zit van alles tussen: winkels, ateliers, ontwerpbureaus, noem maar op. Het is voor de studenten belangrijk met alle facetten van het modevak ken nis te maken'. daarom bereid is vier miljard gulden per jaar erin te stoppen. De addertjes onder het gras hebben vooral te maken met de betaling van de jongeren. Zij krijgen van de overheid een bedrag van ongeveer 110 gulden per week, niet zoveel voor wie dat vergelijkt met het minimumjeugdloon in Neder land (158 gulden voor 16-jarigen), in een land dat bovendien vijftien procent duurder is om in te leven dan ons land. Wat er de afgelopen jaren steeds meer- gebeurd is, is dat Britse werkgevers de bedragen die in het kader van het YTS worden betaald, als richtlijn voor jeugd salarissen zijn gaan zien. Met andere woorden: in een land waar toch al geen minimumjeugdloon bestond, zijn de werkgevers de jongeren steeds minder gaan betalen. Dat was precies ook de bedoeling van de regering-Thatcher die altijd heeft ge vonden dat de jeugdsalarissen te hoog zijn. Zo zijn de jongeren dus de pineut geworden. Dat geldt in nog een ander opzicht ook. Nogal wat werkgevers zijn ertoe over gegaan, de banen die ze traditioneel aan jongeren aanboden, nu in het YTS onder want één miskleun en de klanten zijn foetsie. 'Ik' De vraag waarom de jeugd zich zo aan getrokken voelt tot de opleiding M&K vindt Berendsen moeilijk te beantwoor den. 'Het zal zeker te maken hebben met de 'ik-maatschappij' waarover we het al eerder hadden. In mode kun je iets van jezelf naar buiten brengen b.v. doormid del van ontwerpen, presenteren en pro duceren. Sommigen worden ook aange trokken door de ogenschijnlijke gla- mour-wereldje'. Maar wie alleen op die glamour af komt zal het zeker niet redden, al niet op school en zeker niet later in het modewe reldje. De glamour is er alleen voor de klanten, voor de rest is het keihard werken. 'We zeggen altijd tegen onze studen ten: Doe je stage zo goed mogelijk zorg dat ze zich je herinneren. Vrij veel be drijven zeggen ook: Kom maar terug als je je opleiding hebt afgemaakt. Vooral grote bedrijven gaan zo te werk. Die zet ten geen advertentie maar vragen aan ons of we iemand weten. De school maakt dan eigenlijk de selectie voor het bedrijf. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ie dereen die stages doet en de opleiding afmaakt aan een baan komt. Keihard 'Wij bieden een opleiding', zegt me vrouw Kleyne dan ook, 'geen baan'. Een baan wordt niet bij je gebracht, ook dat leren ze op de Noorderwiek. Mevrouw De Jong: 'Je hoort vaak zeg gen: Ik zie helemaal geen leuke adver tenties. Nee, die zul je in de modewereld ook maar weinig tegenkomen. Wjj pro beren ze daarom duidelijk te maken dat ze, als ze een baan willen er zelf op uit zullen moeten trekken. Dat ze met een map met werkstukken zelf bij bedrijven moeten aankloppen". 'Ze kiezen voor een wereld die keihard is. Ook dat proberen we onze studenten duidelijk te maken. Daarom ook worden onze leerlingen op hun stage voorbreidt alsof ze, zoals ze het zelf zeggen, de leeu- wekooi in moeten. Dat valt soms mee, soms tegen. 'Het blijkt ook weieens dat studenten denken een hele leuke stage te hebben gedaan maar dat het bedrijf daar heel an ders over denkt', valt mevrouw Kleyne haar collega bij. 'Dat zeggen de bedrij ven niet tijdens zo'n stage. Ze vinden dat kennelijk vervelend, ze komen ermee bij de docenten. De evaluatiegesprekken met de sta giaires worden dan ook altijd door twee docenten gevoerd, een om de 'slechte boodschap' te brengen, de ander om de dreun wat te verzachten. Het percentage stages dat finaal de mist in gaat is gelukkig klein. Het gaat meestal om kleinere zaken, zoals het recht achter de naaimachine zitten, waarop de docenten meteen kunnen in spelen zodat een volgende lichting die fout niet meer zal maken. Via de stages en de persoonlijke con tacten van de docenten groeit er heel ge leidelijk een uitwisseling van gegevens tussen bedrijfsleven en beroepsoplei ding. Dat gebeurt allemaal nog op kleine schaal, zo blijkt uit een voorbeeld van mevrouw Kleyne, die vertelt dat uit een gesprek bij een detailhandel bleek dat de stagiaire niet met een kassa kon om gaan. Nu beijvert ze zich om een moder ne kassa te krijgen. 'Maar', zegt me vrouw De Jong: 'wij zijn nog niet zover dat we de ontwikkelingen die het be drijfsleven aangeeft snel kunnen vol gen'. De twee docenten van de Noorder wiek zouden graag wat flexibeler willen zijn ten opzicht van het bedrijfsleven. - 'Het ministerie gaat aan sommige facet ten van het onderwijs voorbij'. - Wat meer.tijd hebben voor organisatie, wat sneller beslissingen kunnen nemen in zaken waarin wordt samengewerkt met het bedrijfsleven, dat zou in hun ogen de opleiding alleen maar ten goede komen. Verder studeren Wie na de driejarige opleiding wil doorstuderen heeft daartoe verscheide ne mogelijkheden: a) de hogere technische school voor de confectieindustrie, de Mr. Koetsier- school in Amsterdam. b) de Academie voor Beeldende kunst in Den Haag c) de Nieuwe Leraren opleidingen. Toelatingseis Lbo-diploma met ten minste twee vak ken, waaronder Nederlands op c-niveau en de overige vakken op b-niveau; ma vo-diploma; bewijs van onvoorwaarde lijke overgang van havo-3 naar havo-4 of te brengen. Daarmee verdienen ze een premie van 8.000 gulden per stageplaats per jaar. Wat er op deze wijze is gebeurd, aldus onder meer Youth Aid, een charitatieve instelling die zich in het bijzonder met jeugdwerkloosheid bezig houdt, is dat de weinige echte jeugdbanen door het YTS rijn opgeslokt, en dat de jongeren op dit soort kunstmatig gecrecerde en laagbetaalde stageplaatsen niets leren. Goede sier Komen we tenslotte bij de voordelen van het YTS voor de regering-Thatcher Die kan er om te beginnen goede sier mee maken („Kijk eens, wij doen ten minste iets aan de jeugdwerkloosheid. Wij geven elke 16- en 17-jarige een baan"). De jongeren die in het kader van hert YTS stage lopen, zijn bovendien, for meel gesproken, niet werkloos. Dat geldt weer een getal van gemiddeld ruim 300.000, en ook dat is politiek gesproken meegenomen. Tenslotte worden de jongeren letter lijk van de straat gehouden. Dat zal je nooit in de officiële stukken lezen, maar het belang hiervan is natuurlijk groot in een land dat nog de afgelopen herfst ge plaagd werd door rellen in tal van oude stadswijken, rellen waarbij doorgaans werkloze jongeren de hoofdrollen speel den... Van idee tot eindprodukt, daarmee houdt de opleiding mode en kleding zich bezig. Op de foto links met knippen van de stof, onder het in elkaar zetten. (foto's Wlm Dijkman) De Noorderwiek is een school voor Middelbaar Dienstverlenings- en Gezondheidszorg Onderwijs en Middelbaar Huishoud- en Nijverheidsonderwijs. Ruim 500 leerlingen van ongeveer 60 lbo- mavo- en havoscholen uit de omgeving volgen er een beroepsopleiding. Een groot deel daarvan, ruim de helft, heeft gekozen voor de driejarige opleiding mode en kleding (M&K). Een gesprek met twee docenten van deze opleiding de dames N. Kleyne en M. de Jong en een man uit de praktijk, Peek Cloppenburg bedrijfsleider F. Berendsen. De Noorderwiek heeft trouwens niet het exclusieve recht van deze opleiding. Ook de Katwijkse Rijnwijck-school en het Alphense Castellum leiden op voor een baan in de modewereld; de Noorderwiek heeft echter wel een voortrekkersrol. door Henriëtte van der Hoeven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23