Het is de kunst om voorop te lopen' Na studie Frans de geldhandel in Ir. Penning wil miljard gulden aan informatica-onderwijs uitgeven ONDERWIJS PAGINA 21 "Al op de universiteit riep ik altijd: 'Ik nooit in het onderwijs'. De meeste studenten van de faculteit konden voor zo'n instelling slechts een schamper lachje opbrengen. Want welke alternatieven zijn er voor een doctorandus Frans? Maar ik moest en zou met mijn kénnis van de Franse taal in het bedrijfs leven kunnen komen. Het is per slot van rekening de taal van een van Nederlands grootste handels partners. Dat ik uiteindelijk in het bedrijfsleven terecht zou komen in de functie van geldhandelaar bij een bank, had ik niet voorzien". De geboren en getogen Alphense Henny Wilbrink-Kok (27) is een van de velen in ons land die door de om zich heen slaande werkloosheid geen baan kon vinden op haar vakgebied. Ze stond een jaar geleden op straat met haar bul op zak. De wil om te werken was wel degelijk aanwezig, maar ze wilde beslist niet in het onderwijs. "Ik heb tijdens mijn studie een jaar een tij delijke aanstelling gehad bij het Christelijk Lyceum hier in Alphen. Het was heel erg leuk hoor, voor tien uur in de week. Maar ik moet er niet aan den ken dat dag in dag uit te doen". De Alphense wilde altijd'al de com merciële kant op maar ze wilde ook studeren, 'gewoon omdat me dat leuk leek'. Ze noemt zichzelf een echt alpha mens en sloot om die reden een voor de hand liggende studie economie uit. Rechten was aan een zus uitbesteed en Engels aan de andere. "Misschien stom hoor, maar ik vond niet dat ik het dan ook nog eens moest doen". Uiteindelijk is haar keus op Frans ge vallen. Ze beschouwde het als een uit daging om juist met Frans in het be drijfsleven aan de bak te komen. In de tijd dat zij die studie begon, was er een schrijnend tekort aan mensen die zich in dat wereldje in het Frans verstaan baar konden maken. Maar toen ze na zeven jaar haar studie afsloot, was er wel het een en ander veranderd. De vraag naar mensen was door de werk loosheid steeds kleiner geworden en er werd over het algemeen eerst intern een oplossing gezocht. Handicap "Ik heb me lens gesolliciteerd", ver telt de doctoranda, "maar op een gege ven moment merkte ik dat mijn studie Frans niet een pre maar juist een han dicap was. Bij sollicitatiegesprekken kwam de vraag onvermijdelijk terug waarom ik Frans had gestudeerd als ik het bedrijfsleven inwilde. Na mijn toe lichting, snapten ze het wel, maar het beangstigde hen toch om me aan te ne men. Ze stondep er heel sceptisch te genover, want een studie van een taal sluit voor hen een commercieel inzicht totaal uit". Dat ze zich binnen haar studie Frans vooral op de economische kant heeft gericht en zelfs haar doctoraal scriptie heeft gewijd aan de Franse landbouw- binnen de EG, mocht niet baten. Ook de acht jaar lange c ciële ervaring die ze had opgedaan tij dens haar bijbaantje in een banketbak kerszaak, kon het bedrijfsleven niet overtuigen van haar zakelijk inzicht. Toen ze dat merkte, heeft ze het Franse element ver van zich afgescho ven. Ze is op alles gaan schrijven wat haar maar enigszins aansprak. Ook op banen waar het Frans niet eens aan te pas kwam. Via een zelf geplaatste ad vertentie in een vacatureblad voor af gestudeerde hbo'ers en academici kwam ze bij een farmaceutische groot handel terecht, waar ze vijf maanden lang klanten wierf en de nodig zakelij ke kennis opdeed. "Ik moest de com merciële kant wel uit, want met Frans alleen kwam ik er niet. Als ik daaraan had vastgehouden, had ik nu nog thuis gezeten". Zo vond ze zichzelf na de groothan del in gesprek met de Amsterdamse Banque de Suez, die op zoek was naar een hoofd middelen beheer. "Niet dat ik enig idee had wat dat inhield, maar bij een handelsbank werken, leek mij wel wat. In de eerste plaats zit je mid den in het commerciële leven en in de tweede plaats had ik de stille hoop dat ik mijn Frans by een Franse bank mis schien toch nog wel eens zou kunnen gebruiken". Wilhelmus Dat ze Frans had gestudeerd, was volgens haar geen pre. "De handelstaal binnen het geldverkeer is Engels. Als ik dat had gestudeerd, had ik evenveel kans gehad". Ook bij die bank merkte ze het wantrouwen tegen iemand die een taal heeft gestudeerd, al is het Frans, die in het bedrijfsleven wil. Dat ze een goede opleiding had gevolgd en een brede algemene kennis had opge daan, werd wel als positief ervaren. Ze werd aangenomen op capaciteiten die niets met het Frans te maken hadden: Goed rekenen, een vlotte babbel, hel- Aangenomen, terwijl ik in het begin het verschil tussen debet en credit nog niet eens wist. Nu. na een halfjaar, ben ik grotendeels ingewerkt. In wezen ben ik geldhandelaar. Ik beheer de mil joenen van de cliënten. Ik koop en ver koop geld". Daarbij is stressbestendig heid volgens Henny echt wel een ver eiste. Ze werkt in een ruimte waar het een enorme herrie is. Iedereen zit te praten door de telefoon, door de luid spreker wordt de rentestand ge schreeuwd, koersen flikkeren op het beeldscherm. "Al zit er iemand naast je het Wilhelmus te zingen, jy moet han delen". "Het is heel dynamisch werk, je zit midden in het leven en hebt alles uit de eerste hand. Als ik nu de kans zou krij gen ergens anders naar toe te gaan waar ik myn studie meer zou kunnen gebruiken, zou ik het niet doen. Ik wil hier eerst wat presteren om mijn marktwaarde te verhogen. Ik heb het prima naar mijn zin. maar of dit nou de baan is die ik in mijn gedachte had met myn Frans in het bedrijfsleven, nee". ESTHER WIENESE Een gapende kloof ligt er tussen het informatica-onderwijs in het hogere beroepsonderwijs (hbo) en de wensen van het bedrijfsleven. Je kunt er wel geld van het bedrijfsleven in pompen, maar de eerst aangewezen instantie om de enorme informatica-achterstand weg te poetsen, is de overheid. Nederland zou, met voldoende overheidsinvesteringen in 1990 koploper kunnen zijn in de Europese informatica-race. Althans, zo denkt ir. A. Penning er over, oud-directeur van Philips (in formatie en automatisering) en voorzitter van het informatica-plat- form van de Hbo-Raad, dat als doel heeft om het informatica-onderwijs te stimuleren en op een hoger plan te brengen. "Het is de kunst om technologisch voorop te lopen. Als ons plan wordt gerealiseerd, lopen we straks voor in de informatica". Meldingen van het Centrum Informa tiebeleid, dat Nederland in de pas loopt op informatica-gebied met Europese landen, jaagt Penning linea recta naar het rijk der fabelen. "Wat de omvang van de investeringen van bedrijven in de in- formatica betreft, klopt dat wel. Maar je kunt er allerlei verhalen over vertellen. We lopen duidelijk achter in vergelij king met de Verenigde Staten en Japan. Dergelijke landen hebben op allerlei technologische gebieden een voor sprong. Het is overigens niet zo makke lijk te meten, want Nederland heeft een heel ander economisch profiel". Miljard Het plan van Penning en de zijnen kost een miljard gulflen. "Dat is erg veel geld. Als we het nu hadden zouden we het niet kunnen uitgeven. Maar dat plan is bedoeld om heel duidelijk te maken dat er wat moet gebeuren. "Het is niet zo simpel datje de problemen uit de wereld helpt, door te doen wat bijvoorbeeld in de Verenigde Staten wordt gedaan. Dat moet de overheid doen. Anders zal er niets gebeuren", aldus de informaticus. Hij vindt aan de andere kant een mil jard gulden toch een heel reëel cijfer: duizend gulden per student. "Dan kun je komen tot één personal computer (pc) op tien studenten. Gemiddeld kunnen ze er een halve dag per week aan werken". In Amerika, vult hij aan, be schikt het onderwijs gemiddeld over één pc per student. De aanschaf van apparatuur is name lijk, volgens Penning, de eerste vereiste om de achterstand goed te maken. "Zo niet, dan is de consequentie, dat je geen goede mensen kunt aantrekken. Daar door heeft er de laatste jaren beslist een vorm van afbraak in het informatica-on derwijs plaats gehad". Hij wijt dit aan het feit, dat het hbo nog niet gewoon is, om te investeren in hulpmiddelen. Bo vendien is daarvoor in de budgetten on voldoende ruimte. De informatica-man ziet dit gebrek als een zeer hoge horde. "Je kunt best bruggen leren bouwen, zonder er daadwerkelijk één te bouwen. Maar je kunt niet een computer leren toepassen zonder computer". "Men moet eraan wennen om in iedere opleiding computers toe te passen. In het hbo zullen apparaten móeten staan, als je ermee wil leren werken. Dat ge looft men niet. Er zyn vrij veel dingen die je gewoon niet kunt doen zonder computer. Bijvoorbeeld: het ontwikke len van halfgeleiders moet met compu ter. Dat moet je ook leren op compu ters". Als het apparaat ér is, volgt direct het volgende probleem: de mensen, de do centen. "Er is een ontzettende tekort aan informatici, ook in het bedrijfsleven. Maar ik denk, datje kunt zeggen, dat een deel van de informatici uit het bedrijfsle ven best de jeugd wel willen onderwij zen", stelt Penning. "Die mensen moet je hebben". "Er blijkt een grote behoefte aan men sen met een informatica-opleiding. Dat wordt niet opgevuld door niet-reguliere onderwijsinstellingen, bedrijven, die heel goed opleiden, tot het vereiste ni veau. Maar de meeste van die opleidin gen hebben meer het karakter van een training voor een bepaalde job. Het is niet structureel genoeg, niet algemeen en niet diepgravend. Over een paar jaar krijg je het probleem dat de mensen het niet kunnen bijhouden". Je moet blijven bijspijkeren. Uitbreiding Daarom ziet Penning veel meer in uit breiding van de informatica in het hbo. Momenteel biedt het hbo drie opleidin gen, schetst hij: hio (hogere informatica opleidingen) en bedrijfskundige infor Ex-Phïlips-topman Penning"Als iedere student aan het hoger be roepsonderwijs iets van computers afweet, is je positie enorm verbe terd". (foto Holvast) In het onderwijs is de informaticus A. Penning. tekort aan computers, meent Praten we in Nederland over een gebrek aan computers in het hoger beroepsonderwijs, in Amerika daarentegen zetten zelfs kleuterscholen hun leerlingen al achter de terminal, zoals op deze school in Newark in Delaware. (foto api matica op de heao's, scholing die zich meer op de toepassingen van informati ca richt (informatiekunde). Voorts biedt het hoger technisch onderwijs opleidin gen in computerkunde. Jaarlijks resul teert dat in ongeveer 500 afgestudeer den. "Dat zijn goede studenten", meent de informaticus. "Maar ik heb de overtui ging dat er jaarlijks 5000 afgestudeerden door het bedrijfsleven kunnen worden opgenomen. De mensen, die van deze opleidingen af komen, hebben vaak een jaar tevoren al een arbeidscontract op zak". Voorts moeten de hbo's inspelen op de stormachtige groei, die de informatica zal doormaken, naar veelal nog onver- kende toepassingsgebieden. "Er moet in het kunstonderwijs veel meer worden gedaan aan informatica. Je hebt een nieuwe generatie kunstenaars omdat computers worden gebruikt", illustreert Penning dit. "Alle mogelijke richtingen kan het op. Ik denk dat er een heleboel informatiekundes ontstaan. De medi sche informatiekunde is aan het ont staan, gericht op de medische beroepen, met toepassingen in de diagnostiek". "Er zit een reusachtige dynamiek in de informatica. Ieder jaar kunnen compu ters meer en werken ze sneller". De ex- directeur wijst op de razendsnelle ont wikkeling die de pc heeft doorgemaakt. Drie jaar geleden was 90 procent van de in Nederland werkende computers een compleet systeem (mainframe), veelal binnen een bedrijf geplaatst. Nu is de markt fifty/fifty verdeeld. Vertraging "De ontwikkelingen in de informatica zullen met een zekere vertraging door het onderwijs worden gevolgd", erkent Penning het onvermijdelijke. "Er moet leerstof worden ontwikkeld, de docen ten moeten de noodzakelijke kennis op doen. Maar dat is niet erg". Hij wijst erop dat het geld, dat nu beschikbaar is voor het hbo, slechts wordt besteed aan de verkenning van de informatica-jungle. Jammerlijk, maar noodzakelijk voor het inlopen van de enorme achterstand. Desondanks is de Eindhovenaar van mening dat op het hbo al vrij veel is ge daan, hoe zeer ook gehandicapt door krappe budgetten. "We hadden al in 1960 een informatica-opleiding in Ne derland. Het docentencorps heeft zich erg ingespannen om toch goede kerels af te leveren, geschikt voor het bedrijfsle ven. Ze lopen stage, er ontstaat een goe de terugkoppeling tussen hbo en be drijfsleven. Die relatie is altijd een ge zonde geweest. Met veel'interactie". Penning constateert ook, dat voor het bedrijfsleven een belangrijke rol is weg gelegd in de informatica-alfabetisering. "Er wordt ook wel wat gedaan". Hij illu streert dat met de levering van compu ters door bedrijven aan de HTS in Rot terdam en de Kunstacademie in Utrecht. "We moeten het bedrijfsleven stimule ren om in het reguliere onderwijs te in vesteren. We zijn nu bezig met een aan tal bedrijven, opdat zij computers in het hbo te plaatsen. Het is voor hen goedko per om te investeren in het hbo, dan zelf mensen op te leiden. Het bedrijfsleven heeft er alle belang bij". Hij wyst op de toenemende investerin gen van het bedrijfsleven in de informa tieverwerking. "Dat is nog in het begin stadium, maar ik ben ervan overtuigd dat het veel meer wordt. De computer gaat ook een steeds belangrijkere rol spelen in het werk van de 'handarbei der'. Het zyn niet alleen meer de 'hoofd arbeiders' waarin je moet investeren". Toch staan dan ook het bedrijfsleven problemen te wachten. "Vooral in het midden- en kleinbedrijf, dat in Neder land toch de helft van het bedrijfsleven uitmaakt", verwacht de informatica-des- kundige. "Het midden- en kleinbedrijf komt dan tekort. Men heeft de middelen niet en kan vooraf onvoldoende inschat ten of het investeringen in informatica- systemen en -deskundigen rendabel zal zijn. Met als consequentie, dat het groot bedrijf het allemaal wel lukt, maar dat het midden- en kleinbedrijf de dupe wordt Terwijl juist daar het grootste groeimogelijkheden aanwezig zijn". Overheid "Maar alle investeringen van het be drijfsleven in informatica nemen niet weg, dat het de verantwoordelijkheid van de overheid is om te zorgen dat het hbo voldoende mensen aflevert. Er moet per student per jaar meer geld beschik baar komen. Het hbo zit met het pro bleem dat het vrij veel mensen opleidt, die vrijwel zeker werkloos zullen zijn". Penning verwijst bovendien naar het zogenaamde 'nivo-project', waarin wordt voorzien in afspraken, om iedere soort opleiding een gezonde dosis infor matica toe te dienen. "Door het hbo zal ook een inspanning moeten worden ge leverd. Als iedere hbo-student al iets weet van computers heb je een veel be tere startpositie. Jongens en meisjes met aanleg voor informatica krijgen aldus een stimulans naar de informatica toe". Wat overigens onverlet laat dat. Pen ning het hoogste tijd vindt dat de hele financiering van het hbo door het ryk op de helling gaat. "Dat zit me heel hoog. Het financieringssysteem deugt niet. Voor het wetenschappelijk onderwijs is vier keer zo veel geld beschikbaar (per student per jaar) dan voor het hbo. Daar moet echt wat aan worden gedaan, in het belang en ten behoeve van de informati ca. Het hbo heeft tot dusver ongeveer 50 miljoen gulden kunnen investeren in computers, de universiteiten tien keer zo veel. Terwijl het aantal studenten ge lijk is. Dat is een hele grote discrepantie. Dat klopt absoluut niet". Politiek Om politieke problemen naar aanlei ding van deze operatie te voorzien, daar voor hoefje geen koffiedikkijker te zijn, meent Penning. "Het plan is een hele verschuiving. Het zou politiek mis schien wel mogelijk kunnen zijn maar dan zal het lang gaan duren". De taak verdelingsoperatie (bezuinigingen en herverdelingen op universiteiten en ho gescholen) zal wellicht gunstig uitpak ken, vermoedt hij. De logheid van de po litieke besluitvorming kan enigszins worden omzeild. "Een onderwijsinsti tuut zal dan makkelijker zelf kunnen be sluiten of er geld in informatica wordt gestopt. De politiek werkt te traag". Hij verwacht logischerwijs dan ook niet, dat de informatica-achterstand, dank zij een forse injectie overheidsgel den, in 1990 tot 1992 zijn ingelopen. Dat is gedoemd een vrome wens te blijven? "Ik denk het wel. Het is voor de politiek zo gemakkelijk, om het aan het bedrijfs leven over te laten. Ik ben wat pessimis tisch". door Raymond Peil

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21