Leerlingwezen:
troetelkind van
Sociale Zaken
Kmbo: bedrijfsgericht,
individueel onderwijs
Kloof tussen school en bedrijf is nog te groot
QN DERWIJS
PAGINA 19
Over één ding zijn vakbonden, werkgevers én jongeren het eens: wie
een vak in de industrie wil uitoefenen is aangewezen op lessen in de
praktijk. De schoolopleidingen zijn te theoretisch of onvoldoende
afgestemd op moderne eisen.
Voor een opleiding aan een bedrijfsschool staan de leerlingen niet in
de rij. Deze jongeman heeft wel voor de bedrijfsopleiding gekozen en
leert nu het vak bij de HCG. ifoio pri
Drie jaar geleden legde de commis
sie Wagner, in haar advies over het
industriebeleid, als eerste de na
druk op goede, praktische scholing.
Het afgelopen najaar sloten vakbon
den, werkgevers en regering op cen
traal niveau een (overigens vaag) ak
koord af over het 'intensiveren' van
de om- en bijscholing. Vanwege de
opkomst van de computer en ook
omdat verkorting van de arbeidstijd
het tekort aan vakmensen in de
hand werkt.
Praktijkscholing dus. Om te voor
komen dat, zoals een aantal jaren
geleden, tegen forse lonen metse
laars en timmerlieden uit Engeland
worden gehaald. Opdat Shell en Es-
so, met hun miljardeninvesterin
gen, geen werk over de grens hoe
ven uit te besteden. En bovenal op
dat bijna 300.000 schoolverlaters
niet langs de kant blijven staan. Nu
al is bijna 40 procent van de werklo
zen in Nederland jonger dan 25 jaar.
Sinds 1982 is het leerlingwezen niet lan
ger het stiefkind van het ministerie van
onderwijs en wetenschappen. Ook mi
nister De Koning (sociale zaken) be
moeit zich er nu mee. Via de Bijdragere
geling Vakopleiding Jeugdigen streeft
h(j, behalve naar deelname van meer
meisjes, naar praktijkopleidingen die
niet staan of vallen met de grillen van
individuele bedrijven. Samenwerken is
het credo. Zoals in de Gooi- en Vecht
streek waar de bouwbedrijven kort gele
den gezamenlijk een leerlingwerkplaats
in Soest in gebruiknamen.
In de Zuidhollandse metaalindustrie
sloegen werknemers en bedrijven de
De filosofie van de jaren zestig ligt
eigenlijk een beetje ten grondslag
aan het kmbo-onderwijs. 'Waarom',
zo vroeg men zich in onderwijskrin
gen af, 'kan iemand met een goed
stel hersens wel tot z'n 18e doorstu
deren en moet iemand die met wat
minder intelligente maar een paar
vaardige handen begiftigd is, dat
doen via een combinatie van
werken en studeren'? Voeg daarbij
de roep van het bedrijfsleven om
meer op de praktijk geschoolde
krachten en de onderwijsvernieu
wingen (Mamoetwet) die met de no
dige problemen voor leerlingen ge
paard gingen en je hebt antwoord
op de vraag waarom kmbo.
'Het kmbo is er voor mensen zonder
diploma met zeer verschillende voorop
leidingen: mavo, ito, leao, lhno, meao,
mts of agrarische school, zegt Brands-
ma. 'We werken niet klassikaal maar in
dividueel, ieder op zijn eigen niveau. De
docent bij het kmbo is dan ook eigenlijk
meer begeleider dan onder wijsje ver. Hij
moet zorgen dat de leerling de leerstof
zelfstandig kan doorwerken. Hij moet de
vorderingen registeren en in de gaten
houden wanneer een leerling examen
voor een deelcertificaat toe is'.
'Sommige docenten hebben het daar
in het begin best moeilijk mee. Zij zijn
nog opgeleid om klassikaal les te geven,
hier moeten ze individueel begeleiden.
Dat vraagt veel meer energie, maar geeft
ook veel meer voldoening'.
Aanname gesprek
Het niveau van de kandidaat-leerling
wordt vastgesteld aan de hand van de
vooropleiding in het aanname gesprek.
Dit gesprek, waarin ook naar de motie
ven van de leerling om kmbo te volgen
wordt gevraagd, duurt een halfuur tot
een uur. Pakt dat positief uit dan kan de
leerling aan de slag met het voor hem
samengestelde pakket. De leerstof
wordt in blokken doorgewerkt en aan
het eind van elk blok volgt een examen,
waarvoor een deelcertificaat te behalen
is. Een vlotte leerling kan de opleiding
na twee jaar afsluiten met het eindcerti-
ficaat, een tiage mag er niet langer drie
jaar over doen.
Dat eindcertifïcaat bevat geen cijfer
lijst, maar wel een duidelijke vermel
ding van wat de leerling onder de knie
heeft. Van een leerling met het eindcerti
fïcaat metaalbewerken kan een perso
neelschef in een oogopslag zien met wel
ke machines hij heeft leren omgaan.
Brandsma: 'Een bedrijf zal sneller kie
zen voor iemand die op meer plaatsen
inzetbaar is, dan voor iemand die een
ding, misschien heel goed, kan'.
'Opvallend in dit verband', zegt
Brandsma, 'is dat de landelijke werkge
vers het kmbo helemaal niet zien zitten,
terwijl het bedrijfsleven op regionaal ni
veau er heel gelukkig mee is'.
Wim Fortuyn
handen al eerder ineen. Een deel van de
prijscompensatie werd in '83 opzij ge
legd voor het aannemen van leerlingen.
Bij Siemens in Den Haag, dat kort daar
voor nog overwoog de bedrijfsschool af
te schaffen. Maar ook bij Fokker, bij de
HCG, Leidens grootste industriële werk
gever, en bij de Machinefabriek Noord-
wijkerhout (DMN).
Resultaten
Wat zijn de resultaten? Waren er eind
oktober 1984 nog 123.000 werkloze
schoolverlaters, een jaar later waren dat
er 107.000. Een daling van 12 procent te
gen een daling van 5 procent van de tota
le werkloosheid, terwijl het aantal
schoolverlaters dit jaar groter was dan in
1984. Wie de cijfers nader onderzoekt,
moet echter constateren dat de bedrijfs-
scholcn maar een klein aandeel in deze
ontwikkeling hebben.
Volgens Theo Berger, bestuurder van
de Industriebond FNV in Zuid-Holland
en bestuurslid van de stichting
metaalopleiding, is het aantal leerlingen
in deze sector sinds 1983 dank zij de in
spanning van werkgevers en werkne
mers verdubbeld tot landelijk 3000 en
regionaal (Randstad Midden) ruim 300.
Een mooi resultaat, maar de aantallen
zijn niet spectaculair. Van een storm
loop op de bedrijfsscholen is geen spra
ke.
De Hollandsche Constructie Groep
(HCG) in Leiden is dit jaar op zoek ge
weest naar zes nieuwe kandidaten voor
een opleiding tot bank- of plaatwerker.
Ondanks adverteren en inschakeling
van het arbeidsbureau meldde zich
slechts één schoolverlater. Op dit mo
ment lopen er van de oorspronkelijke
vijftien leerlingen nog tien in de oplei
ding. In april studeren zeven van hen af.
Met het regionale bedrijfsleven zijn
dan ook intensieve contacten, o.m. via
de stage en ook de leraren komen vaak
uit het (regionale) bedrijfsleven. Zo kan
men aardig inspelen op de wensen uit de
directe omgeving.
Bedrijfsgericht
'Bedrijfsgericht,' noemt Brandsma het
kmbo dan ook. 'Het is echt niet nodig als
kmbo-er alles over je vak uit een boek te
leren. Veel kun je in de praktijk opdoen.
De theorie dié wordt geleerd, moet wel
heel goed aansluiten op de praktijk. Ei
genlijk kun je zeggen dat onze theorie
aan de praktijk is ontleend. De lessen
worden samen met mensen uit die prak
tijk geschreven en steeds weer getoetst.
Vandaar ook dat stages bij dit type on
derwijs van groot belang zijn. De leerlin
gen komen op deze manier met de
nieuwste ontwikkeling in aanraking'.
Om het onderwijs op goed niveau te
houden kent het kmbo een commissie
van toetsing en afsluiting. Een, brede
commissie waarin o.m. vertegenwoordi
gers van mbo, leerlingwezen, streek
school, grote en kleinebedrijven een
stem hebben. Deze commissie komt
drie- tot viermaal per jaar bijeen en ver
der als het nodig is. Vorig jaar mei is een
landelijk een dergelijke commissie in
het leven geroepen.
Hoe belangrijk de stages zijn, ook met
het oog op een baan, wordt duidelijk bij
Brandsma's antwoord op de vraag hoe
veel afgestudeerden er tot nu toe aan de
slag zijn gekomen.
'De stages, we hebben voor al onze 600
leerlingen een plaats, leiden vaak tot een
"Wat dan? Tja, dan gaan we weer op
zoek naar nieuwe", aldus begeleider Van
den Heuvel.
Niet eenvoudig
Bij DMN in Noordwijkerhout zijn mo
menteel negen van de tien plaatsen voor
metaalleerlingen bezet. In mei komen er
zeven vrij, maar mevrouw Van der Krogt
meldt namens de machinefabriek dat
het "niet eenvoudig" zal zijn nieuwe
kandidaten te vinden. DMN zal ze, door
middel van een presentatie op de scho
len, moeten zoeken. Minder moeite heeft
de fabriek trouwens met het vinden van
gegadigden voor twee leerlingplaatsen
in de economisch-administratieve hoek.
Zo kampen, ondanks het grote aantal
(jonge) werklozen, tal van bedrijven nog
steeds met 'moeilijk vervulbare' vacatu
res. Uit een onderzoek van het Konink
lijk Nederlands Ondernemersverbond
(KNOV) bleek onlangs dat dit geldt voor
een kwart van de openstaande banen.
Lassers, constructietekenaars, druk
kers, metaalbewerkers, monteurs en
commercieel geschoolden; ze zijn nau
welijks te krijgen.
Op zoek naar een verklaring zijn vak
bondsjongeren er als de kippen bij om te
wijzen op het feit dat zij steeds moeten
inleveren. Verlaging van lonen en stage
vergoedingen, geen zekerheid over een
vaste aanstelling. Toen in oktober de
FME (werkgevers) en de Industriebon
den hun jeugdwerkplan voor 32-uursba-
nen in de metaal wegens onvoldoende
respons overboord wierpen, werden ze
met hun eigen stokpaardjes om de oren
geslagen: zowel de rechtszekerheid als
de financiële prikkel ontbrak.
Een baan van 32 uur? Een opleiding?
Verhuizen? Akkoord, maar niet als het
baan. Veel werkgevers zeggen: Kom na
je opleiding maar terug. Dat wil niet zeg
gen dat alle kmbo-ers direct een baan
hebben', remt Brandsma eventueel
voorbarig enthousiasme. Maar tevreden
klinkt het wel als hij zegt: 'Van de eerste
160 leerlingen die het eindcertifïcaat be
haalden, hadden er al 149 een dak boven
hun hoofd. Veel hadden een baan, som
migen gingen doorstuderen, anderen
moesten in dienst'.
Geen echt schooljaar
Het individuele stysteem van het
kmbo heeft, los van het opleidingsni
veau, een onmiskenbaar voordeel: het
traditionele schooljaar bestaat niet. Wie
met Kerstmis of Pasen een opleiding af
breekt, kan direct in het kmbo aan de
slag, mits er plaats is. Ook in de strijd om
een baan kan dat voordelig werken. Wie
zorgt klaar te zijn als de topdrukte in zijn
bedrijfssector begint, of een maand eer
der klaar is dan de mensen met een tra-
ditonele schoolopleiding, heeft een dui
delijke voorsprong bij het solliciteren.
Wat dat plaats hebben betreft maakt
directeur Brandsma zich een beetje zor
gen. 'We mogen niet veel groeien vol
gend jaar. Ondanks dat we geen specta
culair wervingsbeleid hebben gevoerd,
hadden we vorig jaar toch een wacht
lijst'.
Dramatisch was die wachtlijst niet en
bovendien had iedereen de garantie bin
nen een bepaalde tijd aan de slag te kun
nen. Ook dat is een voordeel van in de
loop van het jaar afstuderenden.
De regio Leiden kent twee kmbo-op-
loon onder de toch al lage jongerenuit-
keringen ligt en je na een jaar weer op
straat kan staan. Logisch dat ze voor
zo'n perspectief geen grote offers willen
brengen, zo vinden FNV- en CNV-jonge-
Industriebondbestuurder Berger ziet
het wat genuanceerder. "Het jeugdwerk
plan is mislukt, omdat andere bedrijfs-
takkeh niet meededen met de 32 uur.
Ook de overheid niet. De metaal kon
zich niet permitteren er mee door te
gaan. Dat heeft alles te maken met wer
vingskracht. Als jongeren kunnen kie
zen tussen een baan van 32 uur in de me
taal en een volledige baan elders, nemen
ze de laatste".
Laag
Ook bij de keuze tussen een uitkering
en een leerlingovereenkomst speelt dat.
Weliswaar blijkt dat de jongeren na hun
bedrijfsopleiding "in de praktijk snel
een baan krijgen met een salaris waar ze
best trots op kunnen zijn", maar Berger
geeft toe: de stagevergoeding is laag. Zij
is in de afgelopen twee jaar dan ook op
getrokken van 150 gulden, in het eerste
opleidingsjaar, tot 300 gulden. „We vra
gen de werkgevers nu om er 400 gulden
van te maken", aldus Berger.
leidingen: een algemene met als hoofd
vestiging Gouda en de christelijke De
Brittenburg, (kmbo Leiden e.o.) met als
hoofkwartier Katwyk.
In Katwijk zitten de opleiding admini
stratie, detailhandel, metaalbewerken
en lastechnieken, in Rijnsburg de tuin-
bouwopleiding, in Lisse administratie,
in Gouda elektrotechniek, in Woerden
administratie en detailhandel, in Leiden
bouwkunde en de schakel- en orientatie-
opleiding.
'Een beetje lastig is het wel', geeft di
recteur Brandsma toe, 'maar het benut
ten van bestaande gebouwen was nu
eenmaal een voorwaarde om met de
kmbo-opleiding te mogen beginnen'.
Zoeken
Naast de heel duidelijk beroepsgerich
te opleiding kent het kmbo ook de scha
kel- en oriëntatie opleiding. In de scha
kelopleiding worden leerlingen op het
niveau gebracht dat ze moeten hebben
om een bepaalde beroepsgerichte oplei
ding te volgen. Voor mensen die niet we
ten wat ze nu eigenlijk willen is de orien-
tatie-opleiding bedoeld. Hier hebben de
leerlingen de gelegenheid zich doormid
del van algemene lessen en stages een
indruk te vormen van wat een bepaald
vak of beroep voorstelt.
'Ha, eindelijk een opleiding waarbij
wel voorlopig niet hoeven kiezen,' zullen
eeuwige twijfelaars nu misschien den
ken, maar dat is zeker niet waar. Ook bij
oriëntatie zijn de leerlingen heel doelbe
wust bezig. Serieus op zoek naar een
goed vak en een plaats in de maatschap
pij. 'Want', zegt Brandsma: 'wij bereiden
ze niet alleen voor op het beroepsleven
maar ook op het maatschappelijk leven.
We geven leerlingen een grote mate
van verantwoordelijkheid. Je kunt men
sen tussen de 16 en 18 jaar nu eenmaal
niet meer als kinderen behandelen.
Er zijn meer oorzaken te bedenken
voor de kloof tussen vraag en aanbod op
de arbeidsmarkt. Het KNOV wijt de pro
blemen aan vage algemene opleidingen
zoals het mavo. De ondernemersclub
ziet die onderwijsvorm liever verdwij
nen en opgaan in het lager beroepson
derwijs. Minister De Koning (sociale za
ken) legt, op zijn beurt, meer nadruk op
de ontoereikende her- en bijscholing in
de bedrijven zelf. Het is niet zijn bedoe
ling om jongeren eenzijdig klaar te sto
men voor bedrijven, als aan de andere
kant oudere werknemers te gemakkelijk
worden afgedankt.
Werkgevers en werknemers in de elek
trotechnische bedrijven menen de op
lossing te zien in eenjarig, volledig vak
technisch beroepsvoorbereidend onder
wijs, waarbij het bedrijfsleven de leer
stof (mee)bepaalt maar de overheid
moet betalen. De bedrijven zijn dan be
reid geld uit te trekken voor betere bege
leiding en verlof voor her- en bijscho
ling. Onderwijsminister Deetman (zie el
ders in deze bijlage) wijst er vervolgens
op dat het onderwijs er is voor de leerlin
gen en niet in handen mag komen van
een belangengroep als het bedrijfsleven.
Een betere aansluiting school-werk
komt alleen tot stand als er sprake is van
wederzijdse bevruchting. Op grond van
door Henriëtte van der Hoeven
Een voorbeeld van het voorbereiden
op de maatschappij is bijvoorbeeld het
bijbrengen van interview-techniek. Niet
spectaculair maar gewoon hoe krijg ik
bij arbeidsburau, gemeente of reisbu
reau de informatie die ik wil hebben. Bij
lichamelijke opvoeding wordt iets ge
daan aan conditietraining. Er wordt eens
een kijkje genomen op de bowlingbaan,
er is gelegenheid kennis te maken met
die overtuiging zijn sinds 1983 regionale,
onafhankelijke contactcentra onderwijs-
arbeid (COA) ingericht, die met een sub
sidie (per centrum) van maximaal
250.000 gulden van Sociale Zaken en On
derwijs aan de slag kunnen. Hun taak?
- bevordering van de samenwerking
tussen bedrijven en scholen op regio
naal niveau via leerlingen- en docenten
stages, gastdocentschappen, cursussen
en bijvoorbeeld informaticaprojecten.
- het voortdurend volgen en in kaart
brengen van de ontwikkelingen op de
regionale arbeidsmarkt en het stage-aan-
bod.
- het meer afstemmen op elkaar van
voorlichting op het gebied van school-,
studie- en beroepskeuze.
- vorming van provinciale of regionale
'platforms' met vertegenwoordigers uit
bedrijfsleven, onderwijs, arbeidsbu
reaus, kamers van koophandel, beroeps-
keuzebureau's en leerlingwezen.
Pas in december lanceerde de beleids
groep haar definitieve aanbevelingen,
maar het contactcentrum in Zuid-Hol
land, gevestigd in Rijswijk, timmert al
twee jaar lang stevig aan de weg. Het on
derhoudt niet alleen contacten met zo'n
400 bedrijven en tal van scholen door
middel van een nieuwsbrief. Concrete
resultaten zijn er ook, zoals docentensta
ges bij bedrijven door leraren van een
Haagse meao en een Goudse mts.
Adoptie
Het ideaal is bereikt in Dordrecht,
waar sommige scholen en bedrijven el
kaar hebben geadopteerd. "Daar hoeven
wij dan ook niets meer aan te doen", al
dus Marjan Buurman, één van de twee
medewerkers van het contactcentrum in
Rijswijk. Maar ook in Katwijk is - van
oudsher overigens - sprake van een uit
stekende relatie tussen scholen en in
dustrie via het kontaktorgaan bedrijven
en onderwijs (KBOK).
"Verder werken we al concreet samen
met de stichting Sonar (onderwijs-ar-
beid) in Alphen aan den Rijn. In Leiden
hebben we contact gelegd met de plaat
selijke Vereniging van Industriëlen. Bo
vendien zijn we een enquête begonnen
onder de scholen, om er achter te komen
wat zy voor ideeën en wensen hebben".
Directe contacten tussen scholen en
(regionale) bedrijven kunnen vooral in
het beroepsonderwijs een nuttige bijdra
ge leveren aan het lesprogramma. Alge
meen vormende scholen als havo's en
mavo's nemen echter een sleutelpositie
in waar het gaat om beroepskeuze. Ze
ker nu banen in het bedrijfsleven blij
kens recente onderzoeken hoog scoren
bij de leerlingen valt er op dat terrein het
nodige te doen. Schooldecaan Van der
Laar van het Agnescollege in Leiden is
zich daarvan bewust. "We bezoeken dan
ook regelmatig de bijeenkomsten van
het contactcentrum, hier in Leiden",
zegt hij.
"Ook bezoeken we elk jaar toch wel
zes a tien bedrijven, zoals de PTT, de
Gasunie en Shell. Vooral om te kijken
wat voor mensen ze vragen, welke eisen
ze stellen, wat de aanpak is van het per
soneelsbeleid. Nee, er gaan geen leerlin
gen mee, alleen decanen. Concrete con
tacten met bedrijven in de regio zijn er
niet. Dat is niet zo op ons van toepas
sing. Wel hebben we met de leerlingen,
in het kader van de biologielessen over
gisting, eens een bezoeKje aan Heineken
gebracht. Maar het blijft by sporadische
projecten".
aerobic of een andere rage'.
Verder studeren
Wie na de kmbo-opleiding wil door
studeren kan via een 'extra' schakel op
mbo-niveau worden gebracht Wie het
na twee of drie jaar dagonderwijs wel
letjes vindt maar wel nog wat wil stude
ren verder via het voortgezet leerlings
telsel.
Leerlingen van de opleiding administratie proberen samen uit een
probleem te komen.
Het experiment met Kort Middelbaar Beroepsonderwijs (kmbo) loopt nu vijfjaar. Het
kmbo is een twee- tot driejarige opleiding voor mensen tussen de 16 en 18 jaar. De opleiding
is gelijkwaardig aan de primaire opleiding van het leerlingwezen. Wie het eindcertificaat
op zak heeft, kan als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag. Hoe werkt het kmbo en wat
zijn de mogelijkheden, daarop geeft directeur G.J. Brandsma van De Brittenburg, de
(christelijke) kmbo-opleiding voor Leiden en Omstreken, met de hoofdvestiging in Katwijk
een antwoord.
Directeur G.J. Brandsma:Leerlingen niet alleen voorbereiden op
bedrijfsleven, ook op de maatschappij(foto Dick Hogewoning)