Zilverdraden tussen het lover Bloemendag toonbeeld van Neerlands vergrijzing ZATERDAG 28 DECEMBER 1985 EXTRA PAGINA 19 Nederland vergrijst, en de ene gemeente méér dan de andere. Samen met het Zeeuwse Westerschouwen spant de Noordhollandse gemeente Bloemendaal in dit opzicht de kroon. De laatste jaren overlijden er jaarlijks gemiddeld 150 mensen méér dan er worden geboren. En dat heeft op den duur gevolgen. Weert Schenk waagde zich in het chique lover van Bloemendaal en ontdekte en passant nogal wat onverdraagzaamheid onder de ouderen. „Met dat standenverschil willen ze toch hun eigen kluppies". Overdag is Bloemendaal net een be jaardenreservaat. Tenminste, als je erop gaat letten lykt het wel of ie dere inwoner grijze haren heeft. Overdreven natuurlijk. Van de ruim 17.000 inwoners die Bloemendaal telt, is 20,4 procent ouder dan 65 jaar. De Noordhollandse gemeente, opgetrokken uit de kernen Bloe mendaal, Aerdenhout, Overveen en Vogelenzang, is hiermee wel (samen met Westerschouwen in Zeeland) de meest vergrijsde gemeente van Nederland. Er staan twaalf bejaardenhuizen in het villadorp, die gezamenlijk-600 mensen huisvesten. Dat betekent dat ongeveer 3000 65-plussers zelfstandig wonen. De meeste dorpelingen denken echter dat de bejaardenoorden de voornaamste oorzaak zijn van de vergrijzing. Tegenover De Rijp, met 168 bewoners het grootste bejaardenhuis, staat hotel restaurant De Rusthoek. De restaurant houder en zijn vrouw schudden het hoofd. „Nee meneer, wij weten niet of hier veel oude mensen wonen. Hier ko men ze niet". Ze zwijgen aan het met rood pluche bedekte tafeltje. Beiden zijn 75 jaar. De man rookt een te grote bolk- nak; zij staart. Al 24 jaar beheren zij De Rusthoek. „En nooit de politie nodig ge had", zegt zij. Veel sociëteiten In de Rijp wonen wel 300 mensen, schat ten ze, maar ze hebben er weinig klandi zie van. Die mensen hebben daar voor alles hun eigen gelegenheid. Het restau rant draait vooral op de bridgeclubs. An ders hadden ze al moeten sluiten, zegt hij. En er is ook eens in de veertien da gen een kaartmiddag voor bejaarden. Dat waren ze even vergeten. De tweewekelijkse bejaardensociëteit in De Rusthoek wordt georganiseerd door de gemeente. Het is een van de ve le. Elke christelijke kerk heeft een eigen bejaardensoos. Dan is er ook nog een al gemene. Echt druk bezocht zijn de soos- middagen niet. Hooguit een man of der tig en de belangstelling loopt terug. Volgens de prognoses stijgt het per centage 65-plussers in Bloemendaal. Verwacht wordt dat in het jaar 2000 een kwart van de bevolking aow ontvangt. Daarbij zal het aantal inwoners met on geveer duizend dalen. De laatste jaren sterven in Bloemendaal gemiddeld 150 mensen méér dan er worden geboren. Zo werden in 1984 slechts 97 kinderen in de burgerlijke stand ingeschreven. Dat geeft een uitzonderlijk laag geboorten- cijfer: 5,6 per 1000 inwoners, terwijl 12 per 1000 normaal is. Kinderkleding In het dagelijkse leven valt de vergrij zing nog niet eens zo op. Goed, de Bloe mendalers, ook de ouderen, signaleren wel veel grijs in de groene laantjes, veel boodschappentassen op wieltjes en veel kleine hondjes aan de lijn, maar ze besef fen niet dat het ruim één vijfde van de bevolking betreft. Er is immers ook veel jeugd. Directeur Bos van de Bloemendaalse schoolvereniging zegt dat het aantal leerlingen van zijn basisschool tot nu toe stabiel is gebleven. Er is een wachtlijst voor de peuterspeelzaal en er zijn alweer elf kinderen voor de kleuterschool aan gemeld, dat is meer dan vorig jaar. De school heeft (nog) geen last van de ver grijzing en het dalend geboortencijfer. In de Dorpsstraat is er zelfs onlangs een winkel met baby- en kinderkleding bij gekomen. Betty van Delft, eigenaar van Bizbizzy, geeft toe dat het een gok was, maar de zaak loopt boven verwach ting. Haar klanten zijn oma's die ca deautjes voor de kleinkinderen kopen, maar volgens haar adressenbestand toch ook veel gezinnen uit Bloemendaal zelf. „Jiet valt best mee met de vergrijzing", zegt ze opgewekt, „in het laantje waar ik woon, tel ik zo al tien kinderen". En hoeveel bejaarden? „Ja zeg, nu je het zegt. In vier van de tien huizen wo nen bejaarden". „Maar toch", vervolgt ze, „ik zie hier toch best veel kinderwa gens. Er is een gigantische speelgoed zaak. En even verderop is pas een kin derkapsalon geopend, de eerste in Ne derland. Oké, er komen er veel van bui ten, maar het zegt toch wel iets". Raadsel Een grote vergrijzing, een laag geboor tencijfer en toch veel jeugd. Het lijkt een raadsel, maar degene die de grote huizen in het lover ziet en die bij het schatten van de waarde ervan de mooie omgeving incalculeert, is al dicht bij de oplossing. Wethouder P. J. Van der Ham (volks huisvesting en welzijn): „Je moet welge steld zijn om hier een huis te kunnen ko pen. Het zijn dus vaak voltooide gezin nen die naar Bloemendaal komen. Men sen van rond de 35, 40 jaar die gesetteld zijn en al een paar kinderen hebben". Nieuwbouw is er weinig en er is een tekort aan huurhuizen. Jonge mensen trekken daarom weg. Het wachten op door Weert Schenk Bejaarden in de Dorpsstraat: wie draagt correct de handtas? een huis duurt te lang. Een verouderde bevolking blijft achter, aldus Van der Ham. De wethouder gelooft dat de situatie alleen maar erger zal worden doordat het overheidsbeleid steeds meer gericht is op het zolang mogelijk zelfstandig la ten wonen van bejaarden, waarbij ze thuis hulp krijgen. „Vroeger kon je naar een bejaardenhuis als je 65-plus was. Nu moetje iets mankeren voordatje als be jaarde een indicatie krijgt voor een ver zorgingstehuis, want de naam is ook ver anderd". De vergrijzing van Bloemendaal is ta melijk onopgemerkt verlopen. „De op bouw van de bevolking was al jarenlang zo", zegt Van der Ham, „het stamt uit de tijd dat bejaardenhuizen werden neerge zet in een aantrekkelijke omgeving". Buiten de stad Directrice A. A. Schaaf van verzor gingstehuis De Wildhoef zegt het iets harder: „Net als gehandicapten en psy chiatrische patiënten moesten de bejaar den buiten de stad". Maar de bejaarden zelf willen niets liever. Er is grote be langstelling om in Bloemendaal de laat ste levensjaren door te brengen. Voor De Wildhoef, dat 67 bewoners heeft, staan 40 mensen uit heel Neder land op de urgentielij st, en meer dan honderd hebben zich al aangemeld om er op den duur te wonen. De omgeving speelt daarbij steeds een voorname rol. „Het is hier een verrukkelijk wandel gebied", zegt de 90-jarige voorzitster van de bewonerscommissie, die haar naam niet in de krant wil, „en Amsterdam is dichtbij voor uit te gaan en je hebt hier de zee. Het is hier heel plezierig. Daar voor komen ze overal vandaan". Directrice Schaaf en de bewoners- voorzitster zijn erg enthousiast over de wijze waarop de gemeente rekenirig houdt met de bejaarden: „De Dorps straat is veranderd, waardoor het voor ouderen gemakkelijker is om over te ste ken. Brede wegen hebben vluchtheu vels. Er zijn bij de trottoirs overal op- en afritten voor rolstoelen. Overal staan bankjes. Er is alleen niet geluisterd naar onze wens om hier voor de deur een bus- halte te plaatsen". Bloemendaal heeft echter helemaal geen gericht bejaardenbeleid. „In onze gemeente zijn veel recreatieve mogelijk heden", zegt wethouder Van der Ham. „Dat betekent dat we de parken, de voet paden en de bankjes goed verzorgen. De oude mensen profiteren daar alleen maar van". Volgens de wethouder geeft de gemeente jaarlijks slechts een paar duizend gulden aan subsidies voor za ken als het verstrekken van maaltijden en de bejaardensoos. Aan het jongeren werk wordt meer geld besteed. Binnen de hele gemeentelijke finan ciering is nog geen rekening gehouden met de vergrijzing. „Maar als het aantal inwoners snel terugloopt en tegelijker tijd sterk veroudert, weet ik niet of we in staat zijn de financiële gevolgen op te vangen". Niet te overzien De wethouder zegt dat er nooit onder zoek is gedaan naar de kritische grens, waarbij er een onevenwichtige opbouw van de bevolking ontstaat. „Nu maakt het nog niet veel uit. De scholen en sportverenigingen blijven redelijk op peil. Maar het kost veel geld als je din gen gaat overhouden, zoals scholen en sportvoorzieningen. Dat gaat komen. Maar dat is nu niet te overzien". Van der Ham denkt dat de vergrijzing hèt probleem van de jaren negentig wordt. Het gemeentebestuur is daar nog niet op ingesteld. „Mijn stelling is dat je nooit meer dan een jaar of vijf vooruit kan zien", zegt de wethouder, „watje nu kan doen is betrekkelijk marginaal". Hij heeft wel ideeën over wat er op de bestuurders zal afkomen. „Neem nou de gezondheidszorg. Bij het vaststellen van de praktijknormen wordt geen rekening gehouden met het percentage bejaar den. Ouderen vragen bij artsen meer tijd en aandacht dan jongeren". „Iets anders is", vervolgt de wethou der, „dat als je het over ouderen hebt, je het vooral over vrouwen hebt. Bij ons is de verhouding twee vrouwen op één man. Dat geeft toch wel een bepaald beeld, al weet ik niet wat je ermee aan moet". „En", zegt hij, „ouder zijn betekent vaak: alleen zijn. Als vrouw alleen zijn. Dat betekent dat alleenstaanden vaak al leen in een groot huis wonen, want we hebben te weinig aantrekkelijke kleine woningen". De wethouder zucht en drukt zijn han den in zijn gezicht: „Het is een dilemma. We mogen niet de schijn wekken dat we de bejaarden hun huizen uit willen heb ben. Ze hebben recht op een goede oude dag. Maar ze frusteren wel de doorstro ming". Klachten Terwijl onder zijn raam een goedge luimd bruidspaar het mooie en hoogge legen gemeentehuis binnenschrijdt, zegt Van der Ham: „Wat je steeds meer te genkomt, is dat ouderen jongeren niet accepteren. Steeds meer klachten over gebruik van trapveldjes. Dat soort din gen. En ze komen hier nu ook als naast hen een huis vrij komt. Dan vragen ze of wij er geen jonge mensen in willen zet ten. Dat vind ik een bedenkelijke ont wikkeling, waar we niet aan toegeven. Je mag niet discrimineren naar geloof, ras of geslacht, maar ook niet naar leef tijd. Vind ik". De bejaarden in Bloemendaal hebben zich nog niet georganiseerd in eigen po litieke partijen of in actiegroépen. „Dat is ook niet nodig", zegt de wethouder, „veel organisaties waarmee de gemeente contact heeft, hebben bestuursleden van rond de zestig jaar. Die letten echt wel goed op. Er is veel particulier initiatief. De kerken doen veel. De belangen van ouderen worden goed behartigd". Directrice Schaaf van De Wildhoef en de voorzitster van de bewonerscommis sie hebben een hele hoge pet op van wat Bloemendalers doen voor hun oude plaatsgenoten. De kapper haalt en brengt mensen, de schoenhandel, de drogisterij, de boetiek en de groenteboer zijn bereid bestellingen aan huis te leve ren. De Oranjevereniging houdt elk jaar steevast een gezellige middag in de be jaardentehuizen. De mensen krijgen wat lekkers, er is een entertainer, een verlo ting zonder nieten, muziek en koningin en vaderland worden heel erg geëerd. Ook de Rotary doet zijn best. De notabe len van het dorp organiseren toneel avondjes, waarbij voor vervoer wordt gezorgd. De hervormde kerk heeft een auto- dienst opgezet, vertelt de directrice. Voor een klein bedrag worden bejaar den binnen Kennemerland vervoerd wanneer een taxi te duur is en ze niets vergoed krijgen van bijvoorbeeld het ziekenfonds. „Ja hoor", zegt de bewo nersvoorzitter, „iedereen draagt de be jaarden een warm hart toe". Mevrouw E. Blankevoort-Koek van de hervormde kerk zit volgens haar man tot over de oren in het vrijwilligerswerk voor bejaarden. De bejaardensocieteit, het bezorgen van warme maaltijden bij thuiswoners, en de autodienst. Die na middag is ze ook weer onderweg om be jaarden naar huis te brengen die de soos 'De Sierlijke Kroon' hebben bezocht. Het duurt een uur voor ze weer terug is. Als ze thuis komt, verzucht ze: „Tot over mijn oren ia het werk? Meneer, het komt mijn oren uit". Ze is nu 55 jaar en al tien jaar voor de bejaarden in de weer. Ze begon er mee uit een soort zusterver- band in de kerk, dienstig zyn vanuit de kerk. Er is niemand om het over te ne- „Ik vraag me af waar die dames zijn die zo hard bridgen en golfen", zegt ze, „waarom kunnen zij niet eens een vrije middag opofferen? Ze laten zich niet in schakelen. Het komt steeds op dezelf den neer. Het wordt me teveel. Ik heb al tientallen keren hulp gevraagd. Ver geefs". Ze klaagt ook over het teruglopende bezoek aan de soos. Voorheen waren er meestal zo'n dertig aanwezigen. Nu nog maar 18. De frequentie is ook al terugge bracht. Eerst was er eens in de veertien dagen een spreker of diavoorstelling, omringd met liturgie of een quiz. Dat is nu nog maar één keer per maand. Er moet maar een punt achter worden ge zet, gelooft ze. „Ze worden overvoerd, denk ik". „In de tehuizen is genoeg vertier. En je zit hier in Bloemendaal met het standen- verschil. De bejaarden van bijvoorbeeld De Wildhoef zijn over het algemeen wat intellectuelen Die vinden by de soos niet, wat zij noemen, O.S.M., ons soort mensen". Onverdraagzaam Bejaarden onder elkaar zijn erg onver draagzaam, vertelt mevrouw Blanke voort. Ze roddelen, ze schimpen, bij voorbeeld bij het vervoer is het vaak van: 'die moet altijd voorin zitten', of ze voelen zich verheven. Er zijn dan vrou wen die zich laatdunkend uitlaten over 'die dames met de tasjes bij de knieen.' Ze doen voor hoe die handtas kennelijk wèl gedragen behoort te worden. Zegt: „Eerlijk gezegd is de soos voor de geestelijk sterken ook niet altijd even interessant. We moeten ook rekening houden met mensen die geestelyk min der zijn. Anders zitten die helemaal snel weg te dutten. Niet alleen vanwege des interesse, maar ook vanwege vermoeid heid of medicijngebruik. Er zitten tegen woordig alleen nog bejaarden met een geestelijk of lichamelijk gebrek in de te huizen". „Ik denk dat er in Bloemendaal meer behoefte bestaat aan een dienstencen trum dat de hele dag open is en waar ze een kop koffie kunnen drinken en be kenden omtmoeten". Ze zwijgt even. Zegt dan: „Maar misschien is dat het ook niet. Met dat standenverschil willen ze toch hun eigen kluppies". De bevestiging komt. even later van een 84-jarige dame die, correct de hand tas dragend, in de Dorpsstraat winkelt. Ze moet niets hebben van een diensten centrum of bejaardensoos. „Ik wil me niet bemoeien met die bonte menge ling". Een andere vrouw, met boodschap pentas op wieltjes, zegt: „Ik woon hier drie jaar en heb gemerkt dat het stands verschil heel erg is. Ik woon dan in Ael- bertsberg; u moet ze daar eens horen over De Rijp. Dat is veel minder dus. Het is dat mijn kinderen hier wonen, anders was ik liever in Den Haag gebleven". Wethouder Van der Ham: vergrijzing wordt hèt probleem van de jaren negentig. mM, Ondanks een zeer laag geboortencijfer heeft Bloemendaal geen gericht bejaardenbeleid. Wel wordt veel zorg besteed aan de parken, de voetpaden en de bankjes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 19