'Stilzitten is 'n straf voor mij' Meer kan ik er niet van maken' EINDEJAARSBIJLAGE 1985 LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD PAGINA XIII door WimFortuyn Officieel slaat hij al vier jaar lang ge registreerd als werkloos. Maar werkeloos - in de zin van niets doen - is Rino Beugelsdijk allerminst. Kan hij niet zyn. „Want als ik niets te doen heb verveel ik me dood. Elk uur dat ik moet stilzitten beschouw ik als een straf'. Omdat „zeker 15 sollicitatiebrieven" dit jaar hem niet verder hebben gehol pen en hij alle boeken in zijn kast „al zes keer" heeft gelezen, is er maar één uitweg: zo snel mogelijk voor zichzelf te beginnen. Per 1 januari gaat Beugelsdijk als zelfstandige de boer op met een on- derhoudsbedrijfje. Hij ziet daarvoor wel een gat in de markt van het onroerend goed, ook al omdat de bedrijven weer wat beter in het geld zitten. „Tussen de doe-het-zelver en de aan nemer liggen een heleboel van die zeikklusjes die gewoon even moeten ge beuren, maar die voor veel mensen net te moeilijk zijn om zelf te doen. Ik mik echt op bedrijfjes die wat veranderin getjes, te klein voor een aannemer, wil len aanbrengen. Maar ook op particulie ren die bijvoorbeeld een brandverzeke ring willen afsluiten en van hun agent te horen krijgen dat hun elektra niet aan de eisen voldoet. Die mensen willen dat even snel geregeld hebben". Grijze circuit Een café inrichten, een waterleiding verplaatsen, een stroomdraad vernieu wen. In feite betreedt hij daarmee het terrein dat de aannemerij enigszins is ontglipt en dat nu onderdeel is van het veelbesproken 'grijze' cirguit. Beugels dijk wil de kleine dienstverlening weer »/wit' betaalbaar maken. „Door niet te Ihoog te grijpen en gewoon die kleine dingen aan te pakken. Geen aannemers- werk, maar wel alles officieel", zegt hij. Rino Beugelsdijk heeft het allemaal zorgvuldig uitgekiend. Lage kosten staan voorop, opdat hij ook lage prijzen kan bepalen. Een bedrijfsauto heefï hij al: een Chevrolet stationwagen uit 1965. Een pronkstuk dat hij dit voorjaar tegen schrootwaarde (600 gulden) in handen kreeg en waarop hij zijn praktische vaar digheden al heeft kunnen loslaten: bin nen een half uur kreeg Beugelsdijk de antieke Amerikaan aan de praat, na twee jaar stilstand. Versleten is de auto allerminst. „Er staat maar 57.000 kilometer op de teller. Hij heeft bij het Rijk dienst gedaan om de stroefheid van de weg te meten. Er zit een duizend-liter tank in om water op het wegdek te kunnen sproeien en je kon er een karretje achterhangen met een wiel dat op de weg werd gedrukt. Maar dat werkte allemaal niet zo best. Daarom is er zo weinig in gereden", ver klaart hij. Ook voor het overige hoeft Beugels dijk zich niet diep in de schulden te ste ken. „Een werkplaats heb ik niet echt nodig. Ik ga tenslotte alleen maar onder- houdsklusjes doen bij bedrijven of parti culieren thuis. Ik heb er wel naar geïn formeerd, maar voor een simpele ruimte moetje al 900 gulden per maand neertel len". Gereedschap heeft hij in ruime ma te voorhanden. Want zoals gezegd, stil zitten is niets voor hem. Klandizie Aangezien hij toch de tijd had, heeft hij een volledige zolder omgetoverd in een fraai appartement, gesitueerd aan de Hooigracht in Leiden boven de drukke rij van zijn broer. Veel woongenot bij een lage huur. „Schrijf maar op", pro beert Beugelsdijk alvast een gratis ad vertentie aan te reiken, „dat je hier het mooiste appartement van Leiden hebt gezien". Echt zorgen maakt hij zich niet over de toekomstige klandizie. Als ras-Leide- naar en stamgast van café de Hut van Ome Henne heeft hij een brede kennis senkring opgebouwd van zo'n tachtig r Rino Beugelsdijk: "Nee, ik zie i onder wie de nodige kleine on dernemers. „Ik heb een grote relatie kring van mensen die weten dat ik han dig ben en vragen wanneer ik nou eens voor mezelf ga beginnen", aldus de aspi rant-ondernemer. „Maar dat neemt niet weg dat ik mooi op weg wordt geholpen als iedereen die dit stukje leest mij vol gend jaar een halve dag in dienst neemt". Hoog tijd om wat dieper in Beugels- dijks verleden te duiken. Geboren en ge togen in Leiden, trad hij in 1978 - na het behalen van zijn diploma MTS-bouw- kunde - in dienst van het Centraal Bu reau Bouwtoezicht in Arnhem, een be drijf dat opzichters verhuurt aan parti culieren en bedrijven die deskundig toe zicht verlangen op één of ander bouw project. Het is eigenlijk zijn enige werk gever geweest, afgezien dan van recrea tiepark Duinrell in Wassenaar waar hij vroeger tijdens schoolvakanties dienst deed als badmeester. Een vaste overeenkomst kreeg hij in Arnhem nooit. „Ze werken daar met tij delijke contracten. Na een project volg de ontslag en vervolgens werd je weer voor een nieuwe klus aangenomen. Dat ging in het begin allemaal wel aardig. Je had een goed salaris en een leuke onkos tenvergoeding". Maar dat zou verande- Niets gehoord De stijgende lijn werd voor het eerst onderbroken toen het rijk ingreep en be lasting ging heffen over de kilometerver goeding. „Van 42 naar 32 cent netto per kilometer. Dat was het begin van de achteruitgang". Vervolgens stortte de bouwmarkt in. De perioden dat Beugels dijk zonder werk kwam te zitten werden steeds langer. „Dan weer even werk, dan weer een tijdje ww, dan weer een poosje kwakkelen", zo kijkt hij terug. „Maar ik wilde vast werk, want je moet intussen wel een dure auto aanhouden. Uiteinde lijk heb ik CBB gezegd dat ik alleen nog maar in vaste dienst wilde werken. Daar na, sinds het laatste project in december '84. heb ik niets meer gehoord". Sedertdien is hij voornamelijk aange wezen op een uitkering, zij het dat hij voor een ander bedrijf nog een tijdje het zelfde werk heeft gedaan op part-time basis. „En vlak voor de bouwvak heb ik nog vier weken gewerkt bij een put in Zwijndrecht. Daarna niets meer". „Al met al heb ik vier jaar, met onder brekingen, in de ww gezeten. In novem ber is dat de wwv geworden. Alles bij Marinus Izaak Johannes (Rino) Beugelsdijk (30). Geboren en getogen in Leiden. Werkte van 1978 tot december 1984 als opzichter ia de bouw. Is sindsdien werkloos. elkaar komt dat neer op een achteruit gang van 3000 naar ongeveer 1350 gul den netto. Dat is dus te weinig om van rond te komen". Zijn spaarcenten zijn inmiddels ook op. Beugelsdijk is een gretig vakantieganger en ging nog deze zomer zes weken naar de Verenigde Sta ten. „Maar wintersport zit er dit jaar niet meer in". Nu hij de zaken in eigen hand gaat ne men, zal hem daarvoor trouwens ook de tijd ontbreken. „Ik werk straks d -ie hal ve dagen per etmaal. Een veert'gurige werkweek zit er voor mij niet in: het /.ui len er eerder zestig worden Arbeidstijdverkorting is niet aan Rino Beugelsdijk besteed. „Ik vind het zonde. De mensen zien elkaar al veel te veel. Daardoor gaan al die relaties naar de knoppen. Serieus? Je kan wel afspreken dat iedereen 30 uur gaat werken, maar dan manoeuvreert Nederland zich zo in een slechte concurrentiepositie en dan kun je naar tien uur". Medelijden „Nee, ik zie meer in zestig uur werken. Dan wordt er ook meer geld uitgegeven en dat schept weer werk voor anderen. Je moet dat soort dingen niet in een land doen, maar over de hele wereld bekij ken. In de VS werken ze 50 weken per jaar en minimaal acht uur per dag. Ge loof maar niet dat ze daar een uur h.ado krijgen. Ze hebben daar wel feestdagen, altijd op maandag. Dan zie je ook i ie mand werken. Volgens mij kun je het beter zo doen. Het is in Amerika mis schien minder sociaal dan hier, maar hét spreekt me meer aan". Als VVD-stemmer geeft Beugelsdijk. zoon van een Leids ondernemer, grif toe: „Ik denk als een baas. heb een hekel aan parkeermeters en Leienaartjes. Poli tiek interesseert me wel. maar ik volg het niet op de voet. Wat ik zou doen als ik langdurig werkloos was? Alles a n pakken wat er maar is. Nee. dan echt niet aan Leiden gebakken. A' zichter heb ik ook nooit met Lei i. ie maken gehad. Als ik maar iets te doen heb. In sommige koffieshops zie je al twaalf jaar dezelfde koppen. Ik hei) ge woon medelijden met die mensen". Beugelsdijk prijst de omstandigheid, dat hij alleen met zichzelf rekening hoeft te houden en 'op avontuur' kan gaan. „Ik ben niet getrouwd en ook niet geschei den, dus ik hoef geen vrouw of kinderen te onderhouden. Daardoor kan ik hel ri- Voordat het zover is. moet hij nog wel één hobbel passeren, wil Beugelsdijk al thans als 'starter' het recht op een (aan vullende) uitkering niet verspelen. „Ik zal wel bij de sociale dienst langs moe ten voor een gesprekje. Ik denk dat dat te laat komt. Tegen de tijd dat de ambte lijke molens zover zijn ben ik al lang be gonnen". doorAriejanKorteuxg Xylofonisten bestaan niet. Je hebt violisten, pianisten, trompettisten, organisten, saxofonisten en cellis ten. Het woord xylofonist staat in het woordenboek hoor. daar niet van. En ergen£ in Canada schijnt een man te wonen die louter xylo foon speelt en met dat instrument solo-optredens verzorgt. Hij is de uitzondering die de regel bevestigt. O zeker, er zijn heel wat xylofoon spelen, daar mag geen misver stand over bestaan. Wie zich met slag werk bezighoudt, komt zélfs al snel bij de xylofoon terecht. Maar het is geen in strument waarmee je je leven kunt vul len, zoals de viool, de piano, de dwars fluit of de gitaar. Het is dan ook louter aan de terreur van het alfabet te danken dat Cees van Egmond hier als xylofonist wordt opge voerd. Hij is slagwerker en speelt dus vi brafoon, marimba, triangel, gong, sam baballen, kleine en grote trom. bekkens en nog zo het een en ander, maar ook... Inderdaad. Niet dat hij zo'n apparaat thuis heeft staan, want de klank is op z'n zachtst gezegd nogal doordringend. Tot voor kort had hij wel een marimba thuis, het grote broertje van de xylofoon, maar die is nu op de streekmuziekschool ge stationeerd. Cees van Egmond is alkomstig uit de 'harmoniewereld'. Roerde de trom bij Harmonie De Burcht, waarvan ook z'n vader en z'n broer lid zijn geweest. En noemt de kleine trom nog steeds z'n lie velingsinstrument, op de voet gevolgd door de marimba. "Waarom de kleine trom?" Hij lacht. "Het is lekker om te doen. En technisch is het zowat het moeilijkste instrument. Iedereen kan een klap geven. Dan hoor je: 'Boem'. Maar die klap ook mooi te laten klinken, dat is een heel ander ver haal. Dat heb je of dat heb je niet". "Je hebt natuurlijk de roffel, maar dat is maar één van de mogelijkheden. Er zijn allerlei handzettingen. Kijk...". Nu begint Van Egmond met beide handen op zijn linkerbeen te trommelen. Eerst zus, dan zo, dan nog weer anders. Uw verslaggever heeft zo gauw de verschil len niet helemaal door. maar begrijpt dat er zelfs op één kleine trom heel wat mo gelijk is. Praktisch Terug naar de xylofoon. "Daar kom je toch voor, nietwaar", zegt Cees van Eg mond en stuurt het gesprek uit eigen be weging weer die richting op. "De xylo foon is het eerste melodie-instrument dat je als slagwerker leert te bespelen. Dat heeft een heel praktische reden. Voor een kleine tweeduizend gulden heb je al een xylofoon die redelijk be speelbaar is. Een vibrafoon is al gauw driemaal zo duur". "Het moeilijke van de xylofoon is dat je zelf de toon moet maken, net als bij de kleine trom. Het is een heel schel geluid. Als je een uur xylofoon speelt, vallen je trommelvliezen eruit, zo doordringend is het. Daarom zitten er klankbuizen on der; die versterken de lage boventonen. Je kunt niet zeggen: ik geef vanavond een xylofoonconcert. De mensen zou den al snel met de vingers in de oren wegrennen. Op de muziekschool spelen we met rubber stokken en dan nog is het een leven als een oordeel". In dit stadium kunnen we een kleine technische uiteenzetting niet langer om zeilen: de xylofoon is een melodie-slag werkinstrument, met een bereik van driëeneenhalve octaaf. Het bestaat uit 26 witte en 18 zwarte staven,-verdeeld over twee rijen. Die staven worden meestal gemaakt van padukhout, maar het duur dere rozenhout geeft de mooiste klank. De xylofoon wordt bespeeld met twee stokken. Tot voor enkele tientallen jaren stond een xylofonist aan de korte zijde van zijn instrument, dat toen nog vaak uit vier rijen toetsen bestond. Marimba en vibrafoon zijn verwante Cees van Egmond: "Het bekendste stukje voor xylofoon is Circus Renz'. instrumenten. De marimba onder scheidt zich door een groter bereik en langere toetsen, die een lager en donker der klank geven. De marimba wordt meestal met vier stokken tegelijk be speeld, twee in elke hand. In Amerika en Japan begint men ook het spelen met zes stokken onder de knie te krijgen. En wat de vibrafoon betreft: het belangrijk ste kenmerk daarvan is het pedaal, waar mee de klanken worden gevormd. Geraamte Zo, dan weten u en ik enigszins waar we het over hebben. Er bestaat ook nog zoiets als een xylorimba en in Mexico schijnt de zapatecano door wel negen muzikanten tegelijk te worden bespeeld Maar dat voert werkelijk te ver. We be perken ons tot de xylofoon, die vanuit het verre Oceanié uiteindelijk ook de la ge landen aan de zee bereikte. De oudst bekende afbeelding van een xylofoon dateert van 1523 en is gemaakt door de Duitser Hans Holbein; De Dood in de gedaante van een geraamte ram melt met twee stokken op een uit staven bestaand instrument. Dat is nog niet zo'h gekke associatie. De xylofoon is ontveld slagwerk zonder klankkast, met louter ribben. Na die macabere eerste melding van de xylofoon is iiet lange tijd stil geweest. In 1836 meldde de componist Mendels sohn dat hij een verbluffende Russische xylofonist had gehoord, die in de salons van de rijken zijn virtuositeit tentoon spreidde. In diezelfde tijd maakte ook de Fransman Charles de Try naam als xylo fonist. Hij ontwikkelde een daarvan af geleid instrument, de Trvphoon, waar van nu niemand meer weet hoe het er heeft uitgezien. De jaren twintig van deze eeuw brach ten een nieuwe bloeitijd. Ragtime was in, de Amerikaan George Hamilton Green schreef vele composities voor xy lofoon als solo-instrument. Tegelijk met die van ander slagwerk begon de rol van de xylofoon in het symfonie-orkest be langrijker te worden. Bartok, Saint- Saens en Strawinsky hebben daartoe in sterke mate bijgedragen. In onze tijd wordt het slagwerk door uiteenlopende componisten als Theo Loevendic en Frank Zappa zeer serieus genomen. "Slagwerk is toch een beetje een mo de-instrument", oordeelt Cees van Eg mond na deze uiteenzetting. "Toen ik als docent bij de streekmuziekschool kwam, stonden er één drumstel en twee- pauken. Nu is er van alles. Ik heb nu ge noeg leerlingen om een slagwerkenscm ble te kunnen opzetten, waarmee we de Pink Panther gaan instuderen. Vijf jaar Cees van Egmond (32) is leraar slagwerk aan de muziekschool voor Leiden en Omstreken. Deed Haags Conservatorium met slagwerk als hoofdvak en piano als bijvak. Woont in Leiderdorp. geleden had ik nog niet een xylofoon leerling. Nu zijn er al plannen voor een ensemble met louter melodie-slagw rk. Dat is toch wel ongekend. Ze willen maal dat stukkie in 'Weekend' va>. h Tamboer bij Earth Fire leren". Ensemble Cees van Egmond heeft nog een ander plan. Door de toenemende belangstel ling kunnen veel slagwerkers direct na het conservatorium de steun in. Van Eg mond wil van de populariteit van het slagwerk gebruik maken door met een aantal van hen naar het voorbeeld van de Slagwerkgroep Den Haag een I^eids Slagwerkensemble op te richten. Een re pertoire met werken van o.a. John Cage, Carlos Chavez, Henk de Vlieger en wat ragtime wordt ingestudeerd. Tegen be ter weten in toch nog ^ven gevraagd of Cees van Egmond wellicht xylofoon gaat spelen in dat ensemble. Nee hoor, in het eerste programma komt zelfs geen xylofoon vóór. Het bekendste stukje voor xylofoon is 'Circus Renz'. Dat kent iedereen: ti ti ti ta ti ti ti ta ti la li la li ti li. enzovoorts. Neuriet u dat maar i-ens /acht vooru uit, steeds hetzelfih n u-, maar het tempo telkens wat sneller, clan herkent u het vast. Volgens Cees \;.e Egmond een ty pisch xylofoonstukje ut snelheid is onlosmakelijk met h» truinent ver bonden omdat de staw h i ii gain heb ben. Elke toon valt dus A-en d> i 1, De mooiste composite - i !«»on? Van Egmond noemt c< - es' van Strawinsky, een o nor zang. vier piano's en sla: ir- na het begin van 'Porgj in George Gershwin. Dat zn te proefstukjes als je ergei i De xylofoon mag dan ,et leven van Cees van Egni. r- sen, het slagwerk doet da lt soms bü het Residentie t t en doet wat aan jazz bij Pluit di Wulko's, Maar vooral: zijn levensin /eUm Lies is ook slagwerkster. Met klopsignalen wordt het contact ond< houden. Verliefd Daar zit een aardig verhaal aan vast: Cees van Egmond heeft zelf één compor sitie op zijn naam staan. Geschreven voor de gedenkwaardige combinatie van hobo en marimba. Hobo? "Ja dat zat zo. Ik was ontzettend verliefd op een meisje dat hobo speelde. Avond aan avond heb ik op dat stuk zitten ploeteren, want ik ben geen echte componist. En op de avond van de uitvoering zat Lies dus in de zaal. Lies deed zang, maar ik heb haar meteen overgehaald bij mij slagwerk te komen studeren. Sindsdien heb ik nooit meer gecomponeerd, en zeker niet voor hobo". Wat moet ik verder nog vertellen? Ik kun er echt niet meer van maken joh. van die xylofoon".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 43