Champagne staat voor distinctie »KUJH Hoe er mee om te gaan KUtIVJ Wat is er zo bijzonder aan champagne? In de bijna 250- jarige geschiedenis van dit goedje zijn de opwekkende ei genschappen reeds talloze ma len in dichterlijke bewoordin gen omschreven. Wat te denken van de pastoor van Chaulieu, de lievelingsdichter van de achttiende eeuwse Hertog van Vendóme, die na het ledigen van ettelijke glazen het volgende tweeregelige vers aan de eeuwig heid toevertrouwde: Nauwelijks ontwaard en meteen vergleden Vanuit de mond tot diep in het hart En Voltaire kon er ook wat van: Het sprankelend schuim Van deze frisse wijn Moet het schitterend beeld Der Fransen zijn Omslachtig Of champagne daadwerkelijk de weerspiegeling der Franse sa menleving in zich draagt, valt nog te bezien. Wel kun je stellen dat geen wijn in z'n wordingsproces zo'n omslachtige behandeling krijgt als champagne. De zogehe ten méthode champenoise, die champagne haar wereldberoemde mousserende karakter geeft, is niet een kwestie van lukraak kool zuur eraan toevoegen, maar een streng gecontroleerde reeks van handelingen die tot doel hebben elke imitatie naar het tweede plan te verwijzen. Le champagne (de wijn), zo zeggen ze in la Champag ne (de streek), kan alleen maar in de Noordfranse provincie Cham- pagne-Ardenne gemaakt worden omdat alleen déér de omstandig heden optimaal zijn. Wat heet optimaal. De gemid deldejaartemperatuur is er 10 gra den Celcius, en dat is slechts één graad boven de temperatuurgrens waaronder druiven niet meer ry- pen. Tijdens de koude winter maanden zijn de champagnewijn- boeren derhalve genoodzaakt hun jonge aanplant met behulp van pijpvormige potkacheltjes te be schermen. In die kacheltjes wordt veelal het afval van een vorige oogst gestookt, maar vaak is deze warmtebron niet afdoende om het afsterven van veel jonge planten te voorkomen. Volgt er dan in april of mei - zoals het afgelopen jaar het geval was - ook nog eens plotseling invallende nachtvorst, dan staat van meet af aan al vast dat de oogst beneden het econo misch haalbare niveau zal blijven. De knoppen zijn dan reeds in ont wikkeling en blijken veelal niet bestand tegen temperaturen on der nul. Mooie dingen Maar zoals dat vaker het geval is: tegen de verdrukking in komen zo nu en dan de mooiste dingen tot stand. Bovendien weet elke champagnewijnboer dat een rela tiefkleine oogst bijna vanzelfspre kend van een hoge kwaliteit zal zijn. Hij is daarbij door het grillige klimaat ter plaatse genoodzaakt veel meer aandacht aan zijn gewas te besteden dan de collega's elders in Frankrijk. En als doekje voor het bloeden kan hij prat gaan op iets anders dat voor champagne van zo doorslaggevend belang is: de fossiele krijtlaag die het noor den van Frankrijk doorkruist en waarin de druiveplanten soms wel tot dertig meter diep hun wortels laten verzinken. Die kalkgrond garandeert in elk geval drie dingen. Hij bepaalt als geen andere de karakteristieke smaak van de champagnedruiven. Hij draagt dan wel geen ideale, maar toch een vrij constante tem peratuur door 's zomers zonne warmte op te nemen en die weer uit te stralen als het kouder wordt. En ten slotte: hij fungeert als idea le rypingskelder van champagne. De typische uitmonstering van een keldermeester in het landschap van Epernay, het hart van e Champagne- streek. (foto's Willem Schrama/pr) Alexis drinkt het tussen vrijwel elke intrige door, en ook onze eigen prinses Juliana schijnt er een groot liefhebster van te zijn. Alfred Hitchcock kocht het met vrachtwagens tegelijk, en Cathérine Deneuve ontbijt ermee. Voorts worden er mammoettankers mee te water gelaten, en wat al niet meer. Kortom: champagne staat voor feestelijkheid en distinctie, voor uitbundigheid en al of niet aangemeten klasse. En hoewel champagne voor veel echte wijnkenners een absolute tweede keus is, lijkt dat imago tot in de verre toekomst niet meer weg te poetsen. door Willem Schrama Na het bottelen leidt de champagnefles drie jaar lang een verticaal bestaan. Dan, na zo'n jaar of drie, volgt het 'dégorgement' oftewel het ver wijderen van het bezinksel (dë champagne moet immers helder, ogen) waarmee de wijn al die tijd in contact is geweest teneinde hem z'n typische karakter te ge ven. Nog steeds op hun kop wor den de flessen door een pekelbad van -20 graden gevoerd waardoor het bezinksel ogenblikkelijk be vriest. Onmiddellijk daarna wor den de flessen ontkurkt en schie ten de ijsklompjes er onder een druk van 5 6 atmosfeer uit. Met het doel zo weinig mogelijk kool zuurgas verloren te laten gaan, wordt de fles in vry wel één bewe ging opgevuld met wat champag ne van dezelfde soort, alsook met wat doseringslikeur en rietsuiker. Deze laatste twee componenten bepalen uiteindelijk het definitie ve karakter en het type van de champagne. We onderscheiden vier soorten: brut (zeer droog), ex tra dry (droog), sec (iets zoet) en demi-sec (zoet). Als laatste handeling wordt de champagnefles voorzien van een nieuwe kurk die wordt vastgehou den door een ijzerdraadje, dat u vanaf nu heel chique 'muselet' mag noemen, want zo luidt de offi ciële benaming ervan. En men make zich absoluut geen zorgen: er mag dan in de kelders van Reims en Epernay wel eens een fles ontploffen, thuis is dat vrijwel onmogelijk omdat de druk na het eerdergenoemde 'dégorgement' niet meer oploopt. Dom Pérignon De man die dit omslachtige pro ces ooit heeft bedacht en daarmee de kiem legde voor de wereldver maarde champagnewijnen, was de zeventiende eeuwse Benedik- tijner monnik Dom Pérignon, die in de Champagne-streek zo onge veer als een regionale heilige wordt beschouwd. Bijna vijftig jaar was hij keldermeester in de abdij van Hautvillers ten zuiden van Reims. Daar moet hy volgens de overlevering een Spartaans be staan hebben geleid. Elke nacht om vier uur opstaan, om vervol- gens in gebed te verzinken. Dan om zes uur 's morgens naar zijn wynstokken, die hem totaan het middaguur bezighielden. Na ver volgens nog een fors aantal uren in conclaaf met het Hogere te zijn geweest, begon hij zich te wijden aan zijn grote hobby: wyn maken en wel zo dat het natuurlijke mousserende karakter van de druiven in zijn streek het best tot uiting kwam. Belendend aan wat er nog van de abdij van Hautvillers over is, staat een museumpje waarin de handel en wandel van Dom Périg non (in de vorm van een opgezette monnik bijna tastbaar aanwezig) valt te bezichtigen. Zyn proefne mingen met allerlei typen flessen (hy ontdekte dat een holle bodem de champagnefles bestand maak te tegen de hoge druk), zijn zelf ge maakte druivenpersjes, ze spelen tikkertje in een stoffig midde leeuws decor dat de geest van de eerste champagne-jaren treffend weergeeft. En dat Dom Pérignon in Cham- pagne-Ardenne tot op de dag van vandaag op handen wordt gedra gen is natuurlijk niet zo vreemd. Zijn vinding,- en de latere perfec tionering ervan - hebben deze streek geen windeieren gelegd. In dit gebied met zo'n 140 meer en minder vermaarde champagne huizen verdient bijna iedereen een goed belegde boterham aan de champagne, hetzij als wijnboer of producent, hétzij in allerlei toe leveringsbedrijven. Stfjgende lijn En ondanks af en toe tegenval lende oogsten bevindt de buiten landse consumptie van champag ne zich almaar in stijgende lijn. Vorig jaar bedroeg de produktie niet minder dan 199 miljoen fles sen waarvan er 63 miljoen werden geëxporteerd. Amerikanen en Britten mogen dan met elk zo'n 12 miljoen flessen per jaar de groot ste buitenlandse klanten zijn, ook ons land drinkt de laatste jaren een aardig slokje mee. Met 1,4 mil joen flessen zijn we op dit mo ment de negende champagne- drinkende natie. Tot groot genoegen overigens van het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne, een pu blieksrechtelijke organisatie waarin wijnboeren en -producen ten verenigd zijn en dat met argu sogen waakt over de kwaliteit en de naam van het produkt dat ze moet verkopen. Een Franse siga- rettenfabrikant die vorig jaar vro lijk het merk Champagne op de markt lanceerde, kreeg binnen een mum van tijd een leger juris ten over zich heen en moest na een spraakmakende rechtszaak zijn produktie stopzetten. Doch meer zorgen baren het co mité de talloze mousserende witte wijnen die in vrijwel elk wijnpro- ducerend land worden gemaakt en die nogal eens via slinkse we gen als 'champagne' worden aan geprezen. Bubbelwijn, zeggen ze in Champagne-Ardenne misprij zend. En op de tegenwerping dat echte champagne toch wel erg prijzig is, zegt een pr-functionaris doodleuk: "In de liefde praat je niet over geld". Een gewiekste 'remueur' draait z'n hand niet om voor 30.000 flessen per dag. De glazen eerst voor tweederde volschenken, daarna bijschenken. Het spreekt voor zich dat een champagnewijn, die met zoveel zorg en toewijding tot stand is gekomen, ook met zorg dient te worden ontkurkt en ingeschonken. De bekende plop, de gebroken lamp of het blauwe oog, de haastig gevulde glazen terwijl de flessehals onophoudelijk schuim uitbraakt, dat mag natuurlijk met een goedkoop bellenwijntje van ondefinieerbare komaf. Maar niet met kostbare champagne. Het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne heeft dan ook - al was het alleen maar om het aureool van distinctie boven haar produkt in stand te houden - een aantal vuistregels opgesteld voor het stijlvol ontkurken en inschenken van champagne. Dit zyn ze: Neem de fles champagne voorzichtig uit de met ijs en water gevulde koelemmer (champagne dient op een temperatuur van 6 tot 9 graden te worden geserveerd) en droog haar snel met een servet; Houd de fles enigszins schuin omhoog en maak het ringetje van ijzerdraad vry. Draai het los en buig het ijzerdraadje verder open. De kurk mag nimmer spontaan uit de fles schieten, dus voorzichtigheid blijft geboden; t het ijzerdraad rond de Verwyder tegelijkertijd de metaalfolie e kurk; Neem de fles in de ene hand en houd niet de andere hand de kurk vast (duim op de kurk en de vingers rond de hals van de fles). Draai vervolgens de fles, om de kurk zo geruisloos moge lijk uit de flessehals te laten komen. Het laten wegknallen van de kurk verlaagt het niveau waarop dit ritueel dient plaats te hebben. Mocht de kurk erg vastzitten, dan kan een z.g. 'kurke- wipper' uitkomst bieden; Reinig de flesopening met een schoon servet of met de onder kant van de kurk; Ruik aan de kurk om eventuele onaangename geuren te ontdek ken (staat op z'n minst interessant); Vul de glazen (liefst 'fluitjes' of tulpvormige, maar in elk geval niet te wijd) voor niet meer dan tweederde. Daarna één of meer dere malen bijschenken, al naar gelang de vorm van het glas en de mate waarin de champagne bruist. Gebruik uitsluitend gla zen die gewassen (of in elk geval gespoeld) zijn in water dat vry is van wasmiddelen. Deze zijn van invloed op het sprankelen en kunnen bovendien de smaak van champagne bederven. De gla zen mogen nimmer voorgekoeld zyn, dat 'breekt' de wijn; - Inschenkén met het servet half rond de fles, doch bedek zo weinig mogelijk het etiket; dit dient als visitekaartje van de champagne. Bij grotere flessen (bijvoorbeeld de z.g. magnum 150 cl) verdient het aanbeveling de duim in de 'ziel' van de fles te steken met de vingers langs de zijkant. Gebruik nooit 'champagne-kloppertjes' of z.g. swizzle-sticks. Ze verwoesten in enkele seconden het werk van jaren. t Het sluitstuk van een lange reeks behandelingen: het etiketteren van de flessen. Van oudsher was het mogelijk om in het gebied rond Reims en Epernay (het hart van de Cham pagne-streek) zonder al te veel moeite en zonder funderingen ki lometers lange gangen te graven, waar de wijn vrij van tocht en licht en op een constante temperatuur (drie basisvoorwaarden voor het rijpen van champagne) tot op de dag van vandaag zijn schoonheid verwerft. Anno 1985 liggen ruw weg zo'n 400 miljoen flessen te rij pen in een onderaards gangenstel sel van in totaal ruirti 200 kilome ter lengte. Dat rijpingsproces duurt zo'n drie jaar, en bij sommige types van een uitzonderlijk jaar (z.g. mil- lésimes, voorzien van een jaartal) zelfs vijf. In die periode wordt de champagne in wording - hoe vreemd dat ook mag klinken - in feite geen dag met rust gelaten. Nadat de jaarlijkse oogst in sep tember en oktober onder strenge kwaliteits- en kwantiteitsbepalin gen na het persen en het mengen van verschillende sappen (de z.g. cuvée) z'n eerste gisting heeft on dergaan, wordt de wijn gebotteld. In de fles komt de resterende gist weer tot leven en doet er een twee de fermentatie ontstaan wardoor er 'mousse' (de beroemde bel letjes) in de wijn vrykomt. Draaien Dan begint het feest pas goed. Omdat zich tijdens deze tweede gisting een dépöt vormt, worden de flessen met de hals naar bene den in zogeheten 'pupitres' ge plaatst. Dat zijn grote houten rek ken waarin de flessen eerst in een hoek van ongeveer 45 graden wor den geplaatst, maar in een later stadium steeds verticaler, zodat het bezinksel in alle rust kan af- Elk jaar draven er weer 30.000 plukkers op om de druiven te oogsten. glijden naar de kurk. Teneinde dit proces nog te intensiveren, wor den de flessen dagelijks een acht ste slag gedraaid door zogenaam de 'remueurs'. Een gewiekste 're mueur' draait zijn hand niet om voor zo'n 30.000 flessen per dag, over enigerlei opvang op latere leeftijd van dit soort lieden is in de Champagne-streek weinig of niets bekend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 28