Feestkleding reactie op pessimisme van deze tijd Eten aan met zorg gedekte tafel 'n feest KtttlVJ "Mode is een sprookje" IfIKlIJ De gastvrouw Bloemetje mee Nooit doen Het is eigenlijk al eerder begonnen hoor", zegt Elly Lamaker, "met een nieuwe leugdstroming in Engeland: de blitz. Dat was de eerste aanduiding voor een nieu we interresse bij de jeugd. Malcolm McLaren van de Sex Pistols paf een feest ter gele genheid van de opening van oen bar. Hij eiste dat iedereen geweldig gekleed ging. Weet je hoe ze kwamen? Als 18e eeuw- se hovelingen, in kant, satijn en fluweel; roze opgemaakt. Die kleine groep vormde eigenlijk een reactie op de punk-mode. Het was ook een ander soort mensen dat zich er toe aange trokken voelde: het kantoor personeel. Ze hadden iets meer geld om aan kleding te beste den maar veel werd ook opge doken uit oude koffers." De popscène is volgens Elly Lama ker van grote invloed op de mo de. "De popsterren hebben la ten zien dat mode fantasie en plezier is, niet alleen discrimi nerend". De opvatting dat mo de discriminerend is, stamt uit de jaren zestig. "Toen mocht je zegt Elly Lamaker, "niet la ten zien dat je meer te besteden had dan een ander, je moest so lidair zijn met degenen die min der hadden. Die democratise ring leidde er toe dat mensen in spijkerbroek naar de schouw burg gingen. Mode-maken was toen ook niet iets waarbij je ple zier mocht hebben. Het was al lemaal heel ernstig". Ontsnappen Dat begaan zijn met het lot van mensen en dat in je kleding tof uitdrukking brengen, is de laatste jaren duidelijk op de achtergrond geraakt. Ellu La maker: "De jeugd wil nu ont snappen aan de anonimiteit door middel van onder meer de kleding. Als voorbeeld nemen /ij dan hun held, de popster. Mensen hebben behoefte zich met iemand te identificeren. Vroeger spraken de trouba dours en kermisgasten enorm tot de verbeelding, in de jaren zeventig was het James Bond en nu zijn het de popsterren". Die kleding wordt dus geïmi teerd. Eerst door een kleine groep, direct er omheen, maar al snel kun je in de disco zien welke groep of persoon er op dat moment favoriet is. De kle dingindustrie is er snel bij een nieuwe trend te signaleren en te vertalen naar kleding voor ie dereen. Toch is de hang naar wat barokke, romantische kle ding niet direct een rage te noe men. Het is een verschijnsel dat al enige tijd het modebeeld be heerst. Dat heeft duidelijk te maken met de prijs. Feestelijke kleding gemaakt van kant. tijn en fluweel is niet goedkoop en eerder minder dan steden gekregen, sterke wisselingen zitten laatste tijd niet meer zo in." be aamt Elly. "Dat is ook wel te begrijpen. Als je met alles goed mee wil doen, ook al zijn de stoffen niet duur. kost dat toch een heleboel geld. Veel mensen kiezen dan toch voor iets duur- zamers. De college-look was daar een goed voorbeeld van." Yuppies Naast het held-beeld. draagt ook het verschijnsel "yuppies" bij tot de opkomst van de feestkleding. Yuppies (young urban professionals) zijn de carrièremensen. Mannen en vrouwen die door onder meer kledinggedrag willen laten zien hoever ze gevorderd zijn met hun ambitieuze plannen of wil len dat de rest dat denkt. Zij zijn natuurlijk de groep bij uit stek om avondkleding te dra gen. Een chique japon, een smoking, het zal in de kast van een echte yuppie niet ontbre ken. En ook op deze trend Avondkleding, echte feestkleding, is de laatste twee jaar weer terug in het modebeeld. Natuurlijk, de grote mode-ontwerpers hebben altijd avondkleding gemaakt, maar welke gewone schouwburgbezoeker trok in de jaren zestig een smoking aan, welke vrouw een feestelijk jurkje, speciaal voor dit soort gelegenheden gekocht? Dat waren er maar heel weinig. Die behoefte om zich feestelijk, romantisch of heel opvallend voor een gelegenheid te kleden is niet in Parijs of Milaan gecreëerd, maar waar dan wel? We spraken er over met Elly Lamaker, tot voor kort hoofddocente van de mode-afdeling van de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem eenmaal hebben t te be- Nee, die door Henriëtte van der Hoeven Elly Lamaker: wordt door de confectie inge speeld. En dan de illussie. Het eens één keer heel mooi willen zijn, speelt bij de opkomst van de avondkleding een grote rol. Het Lady Di-effect noemt Elly Lamaker dat. Dat beeld van dat jonge meisje in een prachtige japon. "Iedereen riep toch wat beeldig, wat schattig". "Mode is in feite een sprook je", zegt ze dan ook. "Die shows in Parijs met die langbenige mannequins in prachtige avondjurken. Ik geloof dat elke vrouw toch wel eens denkt: goh, liep ik daar maar. Heb jij nooit gedroomd in een prachti ge avondjapon de trap af te da len waar een man in een smo king op je staat te wachten?" Tja. en als ze dat zegt, moet ik toegeven, dat beeld stat dichter bij me dan die prins op dat wit te paard. "En." gaat ze verder "als ik dit zeg krijg ik natuur lijk alle feministen over me heen. welke vrouw wil niet aan trekkelijk zijn voor een man? Het is gewoon het oer-principe de man verovert, de vrouw maakt het de moeite waard ver overd te worden. Dat geldt niet allen voor die vrouw in satijn en kant, maar even goed vor dat meisje uit jaren zestig in haar strakke mini-rokje. Al was het gemaakt van een oude jeans, het was toch heel sexy". Ook de ellende waarmee we dagelijks worden geconfron teerd: natuurrampen, kapin gen. aanslagen en werkeloos heid, roept een reactie op, die ook in het kledinggedrag is te rug te vinden. Elly Lamaker: "Veel mensen willen ontsnap pen aan de realiteit. Ze hebben zoiets van: laten we nog maar wat plezier maken, straks kan het misschien niet meer. Van daar dat de mode teruggrijpt naar de jaren dertig. Ook een el lendige tijd. De mensen gingen toen naar de film om hun narig heid te vergeten. En Hollywood schotelde ze een droomwereld voor, luxe en glamour. De mo de van nu ademt diezelfde sfeer. Het is filmsterrenkleding met grote splitten, blote ruggen en veel draperieén". "Ik geloof daarom dat de her leefde belangstelling voor avondkleding vooral een reac tie is op het pessimisme van de ze tijd". de col- Filmsterren kleding van Adrian uit de jaren dertig. Een smaakvol gedekte tafel prikkelt de eetlust. Met een eenvoudig menu en een sfeervolle aankleding bereik je meer dan met een tafel volgestouwd met dure gerechten. Omdat buiten de deur eten rond de feestdagen vaak een kostbare aangelegenheid is, die je ver vantevoren moet 'plannen', op deze pagina wat tips om het tafelen thuis - zonder al te veel extra kosten - tot een feest te maken. Een uitgebreid gedekte feesttafel, waarbij zelfs met een visgerecht rekening is gehou den. foto Holvast! door Henriette van der Hoeven 'Tachtig procent van de mensen eet met de ogen, daarom is de presentatie van een maaltijd net zo be langrijk als de kwaliteit van het eten'. Dat zegt Aad van der Meer, die na het doorlo pen van de Maastrichtse ho telschool nu zijn kennis overbrengt op de leerlingen van de Voorhoutse KTS, die de horecarichting hebben gekozen. Volgens de regels van de kunst tafeldekken is een van de vakken die hij in het restaurant van de school doceert. De schrik hoeft geen enkele gastheer of gastvrouw nu om het hart te slaan. Niemand hoeft, om thuis sfeervol en ge zellig te kunnen dekken, een horecaopleiding te gaan vol gen. In grote Üjnen wijkt het dekken voor een ongedwongen feestelijk etentje niet af van het normale tafeldekken. Het is echt niet nodig kostbaar glas werk, servies of bestek aan te schaffen, het feestelijke zit 'm vooral in de kleine dingen. Eenheid Van der Meer: 'Vooral de een heid op tafel is belangrijk. Ben je bijvoorbeeld met z'n zessen, zorg er dan voor dat iedereen hetzelfde bestek, serviesgoed en glaswerk heeft'. Maar laten we beginnen met het tafelkleed. Voor een feeste lijk maal dekken we doorgaans met wit tafellinnen. Dat kleed moet ongeveer 20 cm over de rand van de tafel hangen. Leg onder dit kleed een molton on derkleed. Dit dempt het geluid maar wat belangrijker is het voorkomt dat het tafelblad wordt beschadigd door warme schalen. De servetten moeten in prin cipe bij het tafelkleed passen maar er is ook een andere mo gelijkheid. Van der Meer: 'Om de bijvoorbeeld de kersttafel wat op te vrolijken zou je place- mats en servetten (van celstof) met een kerstdessin kunnen gebruiken. Het is een ideetje waarmee je kunt spelen, met gekleurde placemats en servet ten op wit kun je steeds weer een nieuwe tafel maken'. Om plezierig te kunnen eten heeft een gast ongeveer 70 cm ruimte nodig. De placemats le veren je een aardige leidraad. Rekenen naast de placemat aan weerszijde een royale hand breedte en je zult niet ver van de 70 cm af zijn. Servet Het servet hoort bij een feestelijk gedekte tafel. Het ligt opgevouwen, links van het bord, staat in een glas; ligt op het vooraf-bordje. Het servet op het bordje is een trucje om iedereen dit attribuut ook te la ten gebruiken, het staat er echt niet als versiering, het mag vuil worden. In restaurants zie je vaak prachtig in waaiervorm gevou wen servetten. 'Heel feesteljik', vindt Van der Meer, 'maar be- slist geen noodzaak. Als je het goed bekijkt is het ook onhy giënisch. Tel maar eens hoeveel keer ik dat servet moet vouwen om aan die waaier te komen. Als je van het servet toch een beetje wil presenteren, maak dan een brievenbus. Dat gaat snel en je hoeft er weinig aan te komen'. De brievenbus maak je als volgt: servet eenmaal dubbel vouwen, rechterkant terugvou wen tot op eenvierde van het servet, het midden vastpakken en half over het gevouwen deel trekken, de linkerkant van het servet nu tweemaal naar rechts omvouwen. Dit gaat het ge makkelijkst met servetten van stof. Om eenvoudig serviesgoed een feestelijk tintje te geven leg je er papieren kleedjes (ook wel gebruik onder taarten) op, die in alle soorten en maten te koop zijn. En wie nog piekert over een kerstcadeau en graag chic dekt, zou eens aan onder- borden moeten denken. Dit bord, meestal koper- of zil verkleurig, wordt hoofdzake lijk in restaurants gebruikt. Het blijft tot het desert op tafel staan. Er wordt niet van gege ten, het dient alleen om de an dere borden op te zetten. Bestek Omdat een eenvoudig etentje toch altijd nog uit drie gangen bestaat (soep, hoofdgerecht, nagerecht), staan er altijd zeker twee borden op tafel: het grote platte bord en het soepbord. Het bestek, ligt evenwijdig aan het bord, alleen dat voor het desert ligt er boven. Je eten van buiten naar binnen. Uiterst rechts de soeplepel, dan het mes, met de snijkant naar het bord toe; links de vork. Is er ook een koud voorgerecht dan ligt er een kleine mes daarvan rechts van de soeplepel en een kleine vork links van die voor het hoofdgerecht. De wijnglazen staan altijd rechts, een beetje schuin voor het bord. Elke soort wijn kan uit glazen met een inhoud van 140 tot 340 centiliter worden ge dronken. In een tulpvormig glas komt de wijn goed tot z'n recht. Schenk het glas tot de helft of voor tweederde vol. Wordt er witte en rode wijn ge schonken, gebruik dan het kleinste glas voor de witte wijn. Wie in het bezit van van orgine- le glazen, die passen bij de ge schonken wijn, kan die natuur lijk op tafel zetten. Menukaart Een zelf ontworpen menu kaart staat niet alleen aardig op tafel maar vormt voor de gasten ook een leuke herinnering aan het etentje. Gebruik op de me nukaart één taal, of Nederlands of Frans, maak er geen mengel moesje van. De tafel is nu compleet, op nog wat versiering na. Blijft er veel ruimte over, maak dan een paar kleine bloemstukjes, is die ruimte beperkt maak dan één grotere. Let er wel op dat de gasten elkaar moeten kunnen blijven zien. Dat geldt ook voor de kaarsen. Steeds maar om een enorme kandelaar heenkij ken is heel vermoeiend, is er weinig ruimte, hou het dan op een bloemstukje met een kaars Raak nooit in paniek als er kleinigheden niet lopen zoals je had gedacht. Tien tegen een dat de gasten het dan niet eens merken. Wie meer wil weten over tafel manieren en etiquetten in het alge meen doet er goed aan 'Zo hoort het nu', Etiquetten voor de jaren tachtig, uitgegeven door Elsevier aan te schaffen. Met een kleine attentie mag je best laten blijken dat je je uit nodiging op prijs stelt. Een bloemetje is heel neutraal en altijd wel welkom. Hou het op een klein smaakvol boeket, je verschuilen achter een enor me struik is onbeleefd. Bo vendien is er, vooral zo rond de feestdagen, in veel huizen nauwelijks plaats voor een grote ruiker. Houdt er rekening mee dat bloemen voor sommige men sen een bepaalde betekenis hebben. Neem voor oudere mensen geen witte bloemen mee, maar een vrolijk boeket. Roze rozen zijn prachtig maar minder geschikt om een een vrij onbekende gastvrouw te schenken. Een goede gast past zich aan de gewoonten van zijn gastgever. Tafelgewoonten kunnen van streek tot streek verschillen. Probeer je zo goed mogelijk aan te passen en kijk desnoods de kat even uit de boom. Er zijn een paar dingen die je nooit mag doen, ook bij het gewone dagelijks eten niet. Nooit: Het servet omknopen of tussen je boord proppen. Het servet hoort dubbel of in repen gevouwen op de knieën te liggen. Met het servet het bord of het bestek schoonvegen. Na het eten het servet opgevouwen naast het bord leggen. Dit mogen alleen de huisgenoten. Je bord zo vol scheppen dat er voor de andere gasten te weinig over blijft. Een gang overslaan omdat het gerecht je niet aanstaat. Je arm beschermend om je bord leggen. Je bord voldoen van je afschuiven. Het etentje tot tafelgesprek verheffen. Het zijn vaak kleine dingen die je tot een perfecte gastvrouw ma ken, die zelf ook plezier aan haar etentje beleefd. Kies een plaats waarvan je gemakkelijk kunt opstaan. Bedien altijd eerst jezelf en geef dan pas de schalen door. Het klinkt vreemd maar het is eigelijk heel logisch. De goede gewoon te wil datje pas gaat eten als iedereen zich heeft bediend. Het eten ligt dus af te koelen op het bord. Doe mee als een gast voor de tweede keer opschept. Alleen eten is heel ongezellig. Zet de kinderen bij elkaar aan het einde van de tafel of dek een aparte tafel voor hen als de ruimte dat toelaat. Het kan heel onple zierig zijn als zij steeds de conversatie beheersèn. Het is natuurlijk ook mogelijk een apart kinderetentje te maken en daarna met de ouderen aan tafel te gaan. Dat vraagt wat organisatie maar er is altijd wel iemand onder de gasten die dan een handje wil toeste ken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 26