Tien heel bevrijdende sport' Liever stuntman dan werkloos Damesboksen in Leiden: blauwe ogen zijn taboe ZATERDAG 7 DECEMBER 1985 EXTRA pagina 21 Het woord damesboksen lijkt in de wieg gelegd voor een reeks van vooroordelen. Toch denkt een aantal Leidse enthousiastelingen daar heel anders over. "Als ik na een vermoeiende dag lekker kan trainen, sla ik al het geestelijke eruit". Esther Wienese nam een kijkje bij de damestak van de boksvereniging Leiden. Margriet Lantrok (rechts), Els Rademaker en Mar ja de Lange in actie tijdens de damesboksles van Chris Lantrok. „Basisboksen is een verdedi gende sport, geen aanvallende". (roto Fred Rohdei door Esther Wienese Damesboksen. Een beeld van man wijven verschijnt voor veler ogen. Want boksen is toch een agressieve vechtsport, dus niet te veel ijdelheid en enige omvang lijken een vereiste. Het tegendeel blijkt waar. Chris Lantrok, in het dagelijks leven zwemleraar, oprichter en trainer van de Boksvereniging Leiden, heeft zojuist een tien weken duren de cursus damesboksen afgesloten. Zijn vrouw Margriet Lantrok, Els Rademaker en Marja de Lange volg den de cursus. Drie ongehavende, aantrekkelijke, slanke dames. De Boksvereniging Leiden bestaat drie jaar. Vorige week zaterdag werd aan de Corantijnstraat de oude bibliotheek ruimte onder de gymzaal van de MEAO officieel als bokstrainingsaccommodatie in gebruik genomen. Behalve een twin tigtal wedstijdboksers en een aantal as piranten, trainen er zo'n dertig recreatie boksers. Het idee voor dames-recreatieboksen stamt al vanaf het ontstaan van de ver eniging. Een buurmeisje van Lantrok had hem al regelmatig verteld dat zij best interesse had voor damesboksen. Diverse vrouwen die hun partners al va ker hadden zien lessen, bleken liever mee te doen dan op de bank te wachten tot de heren klaar waren. Karakter Van het een kwam het ander. Een adver tentie om vrouwelijke leden te werven was niet nodig. Door mond op mond re clame - "en daar moet je het toch van hebben in de bokswereld" - waren er al gauw twintig vrouwelijke cursisten ge vonden. Allemaal familie of kennissen van reeds boksende mannen. De cursus begon goed, maar werd de laatste les nog maar door zes vrouwen bezocht. Een van de redenen noemt Lantrok de hoge huur van de gymzaal waardoor hij een contract voor slechts tien lessen kon afsluiten. Een andere reden voor het gro te verloop is, volgens de trainer, een ver keerde verwachting. „Ze denken dat ze meteen de boks- handschoenen aan mogen om eens flink te gaan sparren, maar zo werkt het niet. Sommige 'dametjes' moest ik in het be gin nog vertellen wat rechts en links was. Dan moet je op een laag niveau be ginnen. Veel dames hadden een slechte discipline. Boksen is toch voor een heel groot deel gebaseerd op karakter en ka raktervorming. Het wordt niet voor niets een sport voor lichaam en geest ge noemd. Je moet hard zijn voor jezelf en voor anderen. De meisjes die dat niet aankonden, hebben voor mij een gebrek aan karakter". Wie dus kennelijk wel karaktèr heb ben, zijn de dames die zijn overgeble ven. Zij zijn met boksen in aanraking ge komen door broer, vriend of echtgenoot. De een zag boksen als een uitdaging, de ander als goede zelfverdediging en de volgende werd vooral door de zware trai ning aangetrokken. De vrouwen die er komen zijn beslist niet over een kam te scheren. Het zijn vrouwen van veertien tot zestig jaar. Schoolmeisjes, manne quins, huisvrouwen en marathonloop sters. Ze zijn klein, groot, dik, dun of middelmatig. Vooroordelen Volgens Lantrok zou dat veel meer naar buiten moeten komen. Er zijn zoveel vooroordelen tegen deze tak van sport dat veel kleine vrouwen niet durven boksen omdat ze denken dat ze bont en blauw worden geslagen, terwijl grote vrouwen er niet aan beginnen omdat ze bang zijn dan voor kenau te worden uit gemaakt. De dames die nu boksen heb ben daar geen last van. vooroordelen hadden ze al niet meer, daarvoor kenden ze de trainingsvorm te goed. De reacties van buitenstaanders zijn heel verschil lend. Mannen maken de voor de hand liggende opmerking dat ze nu toch wel voor de dame in kwestie moeten oppas sen en vrouwen vragen öf om het adres öf zeggen dat ze het een verschrikkelijke sport vinden. Uit de aard van de meeste reacties blij ken de vooroordelen: boksen is een har de sport, een aanvallende en zeker agres sieve sport, en je moet oppassen voor de mensen die het beoefenen. De trainer en cursisten kunnen het daar totaal niet mee eens zijn. „Basisboksen is een ver- dedigingssport, geen aanvallende sport", vertelt Rademaker. „We oefenen stoten, een linkse directe, een rechtse di recte om ze te leren afweren. Maar het is beslist niet zo dat we de boksbal of de tegenstander zien als iemand die ons op het werk irriteert en op wie we lekker in kunnen slaan. Het zou wat moois wezen. Ik werk als verpleegster op de afdeling acute psychiatrie, als ik mijn agressie ten opzichte van een patiënt op een boksbal moet uitleven, zou ik op die af deling niet echt op mijn plaats zijn. Bok sen is wel een heel bevrijdende sport. Als ik na een vermoeiende dag lekker kan trainen, sla ik al het geestelijke er uit. Het is voor mij dan uok meer om te vergeten dan om af te reageren". Bloemkooloren Bescherming van gebit, borsten en schaamdelen zijn tijdens het zware les programma niet nodig. In de eerste plaats omdat de dames elkaar niet eens mogen raken en ten tweede omdat ze nog niet zover zijn gevorderd. Lantrok geeft gedurende twee uur boks- en tech niektraining. De training bestaat uit een warming-up, een half uur touwtje sprin gen, dan technisch boksen, waar veel aandacht is voor snelle reflexen en coör dinatie, gymnastiekoefeningen, lopen, stilstaand boksen, oefenen met de boks bal en een zogenaamde warming-out. „De meeste dames vonden de conditie training het leukst. Als ik alleen maar naar de hanschoenen keek, hoefden ze al niet meer. Dat blijft de moeilijkheid bij damesboksen. Er zijn zoveel verschillen de wensen". De handschoenen worden bij dames boksen uit de kast gehaald bij de tech niekoefeningen en het slaan op de boks bal. De techniekoefeningen worden uit gevoerd op het droge. De dames slaan elkaar in de handschoen. Op het gezicht richten is helemaal taboe. Blauwe ogen en bloemkooloren zullen ze er zeker niet aan over houden. Toch zijn niet alle dames even tevreden met het gebruik van de handschoenen. Rademaker vindt het eng als die "grote bokshandschoenen op haar afkomen". Het oefenen met die dingen ligt haar niet zo. Een andere cursist vertikt het om ze aan te trekken omdat "dat iets voor man nen is". Lantrok en De Lange daarente gen werken graag met de handschoe nen. Door de technische oefeningen krij gen ze meer zelfvertrouwen en een snel ler reactievermogen. Als ze zouden wor den lastiggevallen op straat, zouden ze sneller van zich af durven slaan. Zij zouden dan ook graag in wedstrijd verband boksen. „Dan train je tenminste nog ergens voor, je krijgt een idee van je niveau door de krachtmetingen en je komt nog eens ergens". Maar in Neder land zijn bokswedstrijden voor dames niet erkend en mogen er geen wedstrij den plaatsvinden. Zeer tot de spijt van de dames. Het boksen zou daardoor od een positieve manier kunnen worden ge propageerd. „Want het is een heel vrien delijke sport". Geen reclame Het profboksen dat nu op de televisie wordt vertoond, is volgens de trainer en beoefenaars beslist geen reclame. Bij het profboksen gaat het er veel harder aan toe dan bij het amateurboksen omdat er goud geld valt te verdienen. Vooral door de bokswedstrijden in Engeland wordt de sport in een slecht daglicht gezet. Veel mensen denken dat degene wint die de ander knock-out heeft geslagen. Dat is niet zo, het gaat om het aantal punten dat wordt behaald met goed uit gevoerde stoten. Volgens Lantrok ko men in Engeland vaak boksers van to taal verschillend niveau tegen elkaar uit. Het resultaat is dat er vaak mensen- be wusteloos worden geslagen en dat zou de sport spectaculair maken. Bij amateurboksen in Nederland gaat een wedstrijd heel anders. Ze duren maar drie minuten, en daardoor gaat al les veel sneller. „Dan zit je niet een half uur te kijken naar twee mannen die rondjes om elkaar draaien". De boksers van twaalf jaar mogen elkaar niet raken op het gezicht, ze boksen met hoofdkap pen voor. Ze moeten acht tot tien keer misstoten en krijgen scoringspunten voor elke technisch goed uitgevoerde stoot. Pas bij de elfde slag mogen ze el kaar raken. De scheidsrechters zijn heel streng, waardoor de veiligheid optimaal is. Als iemand een slag tegen zijn kin krijgt en maar even door zijn knie knikt, krijgt hij acht tellen rust. Gebeurt dat nog een keer, dan wordt de wedstrijd stopgezet. Diegene moet verplicht worden onder zocht door een arts en krijgt een boks- verbod van acht weken. Elke keer als hij weer in de ring komt, wordt hij gecon troleerd. „Men weet bij lange na niet wat voor een gezonde jongens er in het boks- wereldje rondlopen". Dames zouden, volgens Lantrok, op een nog hoger niveau dan mannen moeten wedstrijdboksen om elkaar niet te ra ken. „Bij mannen geldt alleen de regel: niet slaan onder de gordel. Voor vrou wen bestaan er nog geen regels, maar die hebben meerdere gevoelige plekken, dus dat zou moeten worden aangepast. Want risico's blijven er altijd, hoe veilig je het tijdens de training ook maakt. Het is wel nonsens dat iedere bokser na vijf tien jaar een platte neus en na twintig jaar twee bloemkooloren zou hebben". Dik gezicht Ongelukken gebeuren er volgens Lan trok wel als iemand zijn coördinatie door vermoeidheid kwijt is. Dan kan diegene tegen de handschoen aanlopen. Er verschijnen wel eens boksers in de ring met een dik gezicht. Hij ziet dit niet als 'typisch iets voor de bokssport', wel als een fout die tijdens de training wordt gemaakt. In een trainingssituatie komt het voor dat de boksers de wedstrijd zo danig willen benaderen dat er iets mis gaat. Dan kan een wedstrijd niet worden afgezegd. Jammer genoeg, vindt de trai ner, want iedere willekeurige arts kan je vertellen dat een klap op je hoofd niet bevordelijk is voor je hersens. De trainer hoopt dat zijn cursisten zo verstandig zijn om te stoppen als ze staan te duizelen op hun benen. De da mes hoeven onder zijn leiding, bij even tueel nog komende wedstrijden, dan ook niet bang te zijn voor een voor het leven getekend gelaat. Bovendien vin den ze zelf dat 'als je dat risico niet wilt lopen, je geen wedstrijden moet gaan boksen'. Het nadeel blijft volgens Lantrok toch dat je kan blijven praten als Brugman over de goede kanten van de bokssport, maar dat met een wedstrijd, waarbij ie mand knock-out gaat, de clichés onmid dellijk weer in de wereld zijn. „Daarom is het zo belangrijk dat mensen van het bestaan van een boksvereniging afwe ten. Iedereen is van harte welkom om te komen kijken. En ik doe dat niet om mijn zakken te vullen, want dan kan ik beter gaan overwerken bij mijn baas, maar puur om de bokssport te propage ren". Werkloosheid kan tot vreemde ontwikkelingen leiden. In West-Duitsland, waar meer dan twee miljoen mensen geen baan hebben, is bijvoorbeeld een enorme belangstelling ontstaan voor het beroep van stuntman. Een niet alledaagse manier om aan de kost te komen. In het Beierse Ingolstad staat Duitslands oudste stuntmanschool.De laatste maanden kwamen er meer dan 500 aanmeldingen binnen van mannen en vrouwen die hun botten willen riskeren om uit de WW te blijven. jlngolstadt, station West. Een oud en slecht onderhouden voorstation met de gebruikelijke vervallen ge bouwen er omheen. Een klein bord je: Fitness Centrum Borisenko. Bin nen een hele groep mannen en en kele vrouwen die zich te midden van spiegels afmatten met alle mo gelijke martelwerktuigen. De sportschool van Sascha Borisenko, 40 jaar oud, Russische vader, Duitse moeder en manager-trainer van Duits lands oudste stuntmanclub. Model kleerkast, lange bontjas, een paardes- taart tot halverwege zijn middel, veel goud om de boomdikke polsen, flonke rende ogen. Kortom, het type Jerom, waar je dus geen ruzie mee moet krijgen. Sinds 1969 met wisselend succes zelf ac teur in films, van het spannende Tatort tot de minder onschuldige Black Emma- nuelle film. „Van jongsaf aan heb ik ge worsteld en gevochten. Ook heb ik als prof catcher gewerkt. Daar stak ik ont zettend veel op. Er waren hier geen stuntscholen, dus heb ik het zelf ge leerd". Geen traditie Borisenko heeft de groep de laatste ja ren uitgebreid tot in totaal 40 man. Zo denkt hij betere kansen te hebben om zijn mensen aan het werk te krijgen. „Die hele stuntmangroep is mijn hobby. Geld verdienen doe ik met mijn fitness studio, niet met stunten. Het vak van stuntman heeft in dit land helemaal geen traditie. Je wordt er ook beslist niet rijk van. De mannen die ik opleid en be geleid betalen 50 mark per maand. Je moet ook niet denken dat je binnen een paar maanden goed bent, de meeste mannen van mijn vaste groep doen dit werk al een jaar of tien. Ik kan mij ook ergeren aan de mannen en vrouwen die nu hier in de rij staan. Die denken in een paar maanden alles te kunnen en han denvol geld te verdienen. Er zijn er zelfs bij die geloven dat de sociale dienst hun omscholing betaalt". Aspirant-bottenbrekers hebben wei nig kans op een hoog inkomen. De erva ren stuntmannen hebben zelf al moeite genoeg om zo nu en dan aan de bak te komen. In heel Duitsland worden niet meer dan 30 tot 40 films per jaar opgeno men waarin mannen uit brandende flats springen, elkaar met stoelen de hersens proberen in te slaan of vechtend en ste kend van trappen afrollen. Hoewel Borisenko bijna elke zin be sluit met de opmerking dat hij er geen geld mee verdient, blijft hij een zaken man. Zijn visie op de toekomst van het Duits stuntmanwezen is duidelijk: geen individualisme, maar groepswerk. Als je een hele ploeg goed op elkaar ingespeel de mannen kunt aanbieden sta je veel sterker. „Mijn school bestaat nu tien jaar. In het begin deed ik alles alleen, dan moest je vaak werken met andere eenlingen die veel talent hadden maar doordatje niet op elkaar was ingespeeld ging er veel fout. Dat was gevaarlijk, want je wist niet wat de ander op een bepaald moment zou doen of juist niet zou doen. Toen ben ik op het idee geko men een groep te formeren. Dat was nieuw, want Duitsers hebben geen tradi tie op dit gebied. Ik heb de jongens mee genomen naar films of stukken waarin ik optrad om ze te laten zien hoe dat alle maal ging. De jongens wilden wel". Deskundigen Borisenko is toen gericht gaan trainen en selecteren. Hij heeft explosievenex- perts, schermdeskundigen en trok een oud-Europees kampioen trampoline aan voor het springwerk. Ook hamerde hij zijn eigen specialiteiten erin zoals „het neersteken van enkele personen, hamer slagen op het hoofd, zwaardgevechten en het breken van de ruggegraat op de knie". Verder wordt er buiten Ingolstadt in en rond een oud huis getraind op het springen uit rijdende auto s, het dansen op paarden, het rollen van trappen en het springen uit brandende panden. Ook het alpinisme wordt druk beoefend. De benjamin van Saschas uitgebreide ploeg is een jongen van twaalf, die overigens nog elke keer door zijn vader wordt ge bracht. „Bij mij gebeuren nooit ongeluk ken. Ik bouw het rustig met ze op. Ook bij het draaiwerk voor films neem ik geen enkel extra risico. Doordat ik de groep heb uitgebreid kan ik producen ten een volledig team voor alle mogelij ke scènes aanbieden. Dat is de toe komst". Een gouden toekomst kan de vroegere Mister Germany zijn pupillen evenwel niet garanderen. „Duitse filmers denken dat we tweede of derde garnituur zijn. Ik heb wat dat betreft al veel teleurstellin gen beleefd. In Duitsland is het moeilijk een grote toekomst in deze bussiness op te bouwen. Rijk worden ze niet. Sommi gen vangen 700 mark per dag. Een van mijn jongens maakte in één week ruim zes duizend mark met stunts met paar den. Zes dagen op het paard, één dag reed de acteur zelf. Maar dat was een uit zondering. Er verandert wel iets. Bij voorbeeld door die nieuwe Schimanski- film en de stuntfilmstudio die Horst Wendland in Berlijn wil bouwen, komt Sascha Borisenko springt uit een brandende auto tijdens filmopnamen in de Sowjet-Unie. er wat meer werk. Maar stuntmannen zijn nog altijd de sluitposten op elk film budget". Buitenlanders Ook in het buitenlapd maken de Duitse stunters weinig kans, zelfs als er door Westduitse producenten wordt ge draaid. Borisenko: „Omdat stuntman nen de sluitpost op elk budget zijn, ne men Duitse producenten bij opnames bijvoorbeeld in Joegoslavië of Italië ploegen uit die landen. Dat spaart ze weer veel reis- en verblijfskosten. Ik ben /»een tegenstander van buitenlanders of zo, maar als je nu ziet dat via de EG alle mogelijke stuntmannen uit andere lan den hier aan de slag kunnen, terwijl ze ons in andere landen niet nemen, dan klopt er toch ergens iets niet. Ze zeggen dan: die buitenlanders zijn beter, maar laten ze dat maar eens bewijzen". Bori senko heeft politici en arbeidsbureaus schriftelijk op de 'onrechtvaardigheid' gewezen. Hij kreeg geen antwoord, mis schien had hij beter persoonlijk kunnen gaan. Bij de aanmeldingen zijn vrij veel vrouwen. Borisenko ziet hun mogelijk heden nog somberder in dan die voor de mannen. „Het is een probleem apart. Vaak kun je uit veiligheidsoogpunt be ter een man verkleden dan dat je een vrouw inzet. Ik heb een hele goede ge had, maar die is helaas nu te dik. Een ander meisje heb ik in opleiding, maar die kan ik nog niet inzetten. Er zijn ei genlijk weinig rollen waarin je een vrouw kunt zetten. Hooguit bij paar- denscènes, maar dat komt zo zelden voor. Ik had een goed meisje voor zulke opnamen, die heeft nu een kind en wil niet meer". Ook het leven van een stunt manmanager gaat niet altijd over rozen. Sascha Borisenko treedt zelf niet op als stand-in. „Er zijn niet veel acteurs met mijn postuur", klinkt het bijna ver ontschuldigend. Dus beperkt hij zich tot zijn specialiteiten hamerslagen op het Borisenko in een van zijn vele uit monsteringen. (foto's GPD). hoofd, zwaardgevechten, trapvallen, au tostunts, het breken van ruggegraten en het geven van leiding. Het klinkt erger dan het is. „Bij mij vallen er nooit ge wonden", zegt hij. Schilderen In de sportzaaltjes zweten nog steeds een man of 25. Gewichten knallen, spie ren zwellen. De meester kijkt nauwelijks geinteresseerd toe. „Kom eens mee". We gaan een donker kamertje binnen. Tien tallen olieverfschilderijen. Sneeuwland schappen, vrouwen, dorpsgezichten. Naieve kunst. „Ik schilder ook. Volgen de week heb ik in Ingolstadt weer een tentoonstelling". Het vereist enige fanta sie om een penseel voor te stellen in de reusachtige handen van Sascha Borisen ko. Wat dat betreft is minder fantasie no dig bij zijn mededeling dat hij ook zingt. 'Liederen van Iwan RcbroffVooral als de opdrachten voor zijn 40 stuntmannen weer erg lang uitblijven. HANS HOOGENDIJK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 21