Een huis vol planeten
Het unieke planetarium van Eise Eisinga
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1985
Wat heeft een ramp met een kunstwerk
te maken? Niks, zou je zo op het eerste
gezicht zeggen. Maar bij wat dieper
doordenken gaven heel wat rampen in
de geschiedenis inspiratie aan kunste
naars die er al dan niet getuigen van wa
ren. Denk bijvoorbeeld maar eens aan
de uitbarsting van de Vesuvius, de on
dergang van de Titanic, tal van oorlogs
handelingen enz
Sommige rampen worden voorspeld
en komen niet altijd uit. In dit geval
gaat het om een voorspelling van een
ramp die inderdaad niet uitkwam.
Begin april 1774 verscheen er van de
hand van een predikant te Bozum, een
zekere Eelco Alta, een boekwerkje van
slechts enkele pagina's waarin breed
voerig het hoe en waarom van het nade
rend einde der wereld werd aangekon
digd. Wat was namelijk het geval?
In de vroege ochtenduren van zondag
8 mei 1774 bevonden de planeten Mercu-
rius, Venus, Mars en Jupiter zich bij el
kaar aan de ochtendhemel. Sterker nog:
de Maan was ook van de partij.
"Dus denk maar niet", zo bulderde Al
ta zijn sidderend gehoor toe, "dat als je
je niet heel vroom op dit ondermaanse
hebt gedragen, je een kans hebt op het
paradijs". Dat was niet tegen'dovemanso
ren gezegd. Paniek alom, vooral op het
platteland. Sommigen verhingen zich
prompt, en hele legioenen liepen han
denwringend rond.
Zó groot was de paniek dat Gedepu
teerde Staten van Friesland zich ge
noodzaakt zagen in te grijpen. Zij riepen
de hulp in van de wiskundige Ypey,
hoogleraar aan de toenmalige Franeker
Universiteit, wantje kon als gedeputeer
de toch nooit zeker weten hoe het nu
precies zat met die ramp. Ypey liet er
geen gras over groeien en plaatste met
een een tegenbericht in de Leeuwarder
Courant: geen nood en geen reden tot
paniek. Ypey was niet de enige die de
ontstane paniek hoofdschuddend gade
sloeg. Ook een dertigjarige wolkammer
te Franeker, Elise Eisinga, ergerde zich
aan het onbenul van de mensen. Hij was
dan wel geen hoogleraar maar zeker niet
de eerste de beste.
Van jongsaf aan had hij al grote inte
resse in wis- natuur- en sterrenkunde en
hij was nog geen zeventien jaar oud toen
hij, in 1760, een rekenkundig werk van
665 beschreven vellen samenstelde dat
nog heden ten dage bewondering af
dwingt.
Eise wist hoe het planetenstelsel in el
kaar zat en dat die planeten daar op die
vroege zondagochtend aan de hemel bij
elkaar stonden, was gewoon toeval. Bo
vendien stonden ze in werkelijkheid niet
echt bij elkaar; bezien vanaf de Aarde
leek dat alleen maar zo en bevonden ze
zich ongeveer op één lijn, maar dan wel
een lijn met een lengte van een kleine
miljard kilometer!
Eise wist dat de stand van de planeten
geen enkele rampzalige invloed op de
Aarde zou uitoefenen en alleen m3ar de
moeite van het bekijken waard was; een
mooi gezicht zo'n stel van die heldere
hemellichten daar vlak bij elkaar aan de
hemel! Tenminste, als het niet bewolkt
is natuurlek
Hoe het overigens de predikant Alta
verging na de 8ste mei 1774 is niet met
zekerheid bekend maar het is niet on
denkbaar dat hij het vuur uit zijn sloffen
heeft moeten lopen om het vege lijf te
redden. Helemaal ongelijk had hij dus
niet met zijn voorspelling, alleen voltrok
de "ramp" zich wel erg plaatselijk
Monnikenwerk
Eisinga besloot zijn medemensen met
een werkend schaalmodel van het plane
tenstelsel voor eens en voor altijd duide
lijk te maken hoe het nu allemaal precies
in elkaar zat want weinig werkt verhel-
derender dan de mensen steeds met hun
neus op de feiten te drukken.
De dubbele zolder boven Eisinga's
woonkamer moest het uitgebreide en in
gewikkelde tandraderenwerk herbergen
en in het plafond van die woonkamer,
vlak onder het raderwerk, werd een aan
tal bijna-cirkelvormige sleuven aange
bracht voor de planeten Mercurius, Ve
nus, Aarde (met Maan!), Mars, Jupiter en
Saturnus, bevestigd aan dunne metalen
pennen die met de erboven gelegen
tandraderen waren verbonden. Zo'n
tandrad gaat in nagenoeg dezelfde tijd
rond als de eraan hangende planeet in
werkelijkheid in het planetenstelsel.
Dat wil zeggen dat de Aarde aan dat
plafond ook inderdaad één jaar over één
omloop doet; Mercurius doet daar 88 da
gen over, Venus 225, Mars 687 dagen, Ju
piter (met maantjes!) 11 jaar en 315 da
gen en de planeet Saturnus (met ring!)
29 jaar en 164 dagen!
Een ongelofelijke nauwkeurigheid
dus; ongelofelijke vertragingen ook: het
laatste (en grootste) tandrad beweegt
twintig miljoen maal langzamer dan het
eerste tandrad (het snelst bewegende
dus). En één millimeter aan het plafond
is in werkelijkheid een miljoen kilome
ter!
Het hele enorme radersysteem bestaat
uit eikehouten schijven en hoepels
waarin de tanden worden gevormd door
twintigduizend met de hand gesmede
nagels, ijzeren pennen. Het systeem
wordt aangedreven door acht zware lo
den gewichten die 'hangen te hangen' in
twee klerenkasten ter weerszijde van de
bedstede. Het systeem wordt geregu
leerd door een apart zwaar uurwerk dat
Eisinga overigens uitbesteedde aan een
klokkenmaker, zij het dat hij natuurlijk
wel het hele denk- en tekenwerk op pa
pier hand staan.
Dat uurwerk bevond zich recht boven
de bedstede en de slinger daarvan moet
dus
"Ja, die slinger", verhaalt Henk Nieu-
wenhuis, "die slinger bewoog zich ge
deeltelijk in de bedstede. De mensen
sliepen overigens niet liggend maar half
in zit-houding".
De kans was dus aanwezig dat een sla
per zich stootte aan de zware slinger.
Met andere woorden: als men sterren
zag, wist men meteen dat het hele plane
tenstelsel stilstond.
Een slinger in de bedstede, Eise Eisin
ga had een levensgezellin. Hij trouwde
op 24-jarige leeftijd met Pietje Jacobs
van Hijlaard en vestigde zich in hetzelf
de jaar (1768) als wolkammer in Frane
ker. Zes jaar later ontstonden dus de eer
ste ideeën voor het planetarium. Eise
heeft, dat moet gezegd worden, zijn
vrouw overigens gevraagd om toestem
ming voor zijn ingrijpende plannen en
die schijnt daar volmondig "ja" op ge
zegd te hebben. Alleen die slinger.
Nieuwenhuis: "Het verhaal gaat dat zijn
vrouw op zekere avond tegen hem zei:
"Eise, die slinger moet korter. Ik begin
PAGINA 31
In Franeker, het Friese stadje gelegen tussen Harlingen en Leeuwarden, kan
men een kunstwerk bewonderen dat uniek voor de wereld mag worden
genoemd: Het Planetarium van Eise Eisinga.
Het werd ruim 200 jaar geleden voltooid na zeven jaar van noeste arbeid
waarbij het plafond van een achterkamer in een eenvoudige burgerwoning
werd herschapen in een nauwkeurig werkend model van het toen bekende
planetenstelsel.
Gelukkig werd de betekenis van dit ongeëvenaarde stuk technisch vernuft en
kunstenaarschap al in de eerste helft van de 19de eeuw onderkend zodat het
behouden bleef voor het nageslacht en een belangrijke functie kreeg in de
volkseducatie, zoals Eisinga zo graag had gezien.
Vorig jaar bezochten zo'n dertigduizend mensen het Eise Eisinga-planetarium
dat al heel lang voor het publiek is opengesteld.
In 1984 vond er een wisseling plaats van conservator: na bijna vijftig jaar
trouw en toegewijde dienst gaf oud-conservator H. Terpstra de lange
'aanwijshengel' over aan de al tientallen jaren in de sterrenkunde aktieve en
uit Nieuwegein afkomstige amateursterrenkundige Henk Nieuwenhuis.
Ben Apeldoorn bezocht Nieuwenhuis in diens nieuwe domein.
door Ben Apeldoorn
Het 'Hemelsplein' met links en rechts de wijzers voor zonsopkomst en
zonsondergang.
Henk Nieuwenhuis bij het oculair
van de 12.5 cm lenzenkijker in zijn
sterrenwacht.
Eise Eisinga d 744-1828).
Interieur van het planetarium.
opname van Uranus". weet Henk Nieu
wenhuis.
Geen toeval
Nieuwenhuis' benoeming als conser
vator van het planetarium was aller
minst toeval. Hij was al op jonge leeftijd
gebiologeerd door ruimtevaart en ster
renkunde.
Op 8 september 1962 keek hij voor het
eerst door een kleine telescoop naar de
sterren. In 1969 bouwde hij in een ach
tertuin aan de Schoolstraat in het toen
malige Jutphaas een sterrenwacht met
een echte koepel: amateursterrenwacht
"Sopja" genoemd, naar zyn vrouw.
Hoeveel mensen daar gratis naar de
sterren hebben gekeken onder de uitleg
van een enthousiaste Henk Nieuwen
huis is niet bekend maar dat moeten er
vele duizenden geweest zijn. Een on
noembaar aantal publikaties staat op
zijn naam, hij leidde cursussen (o.a. tele
scoopbouw) en gaf een groot aantal le
zingen.
In 1976 kreeg hij voor al dat belangelo
ze werk de dr. J. van der Biltprijs; een
prijs die eens per jaar wordt toegekend
aan een persoon in de Benelux die zich
op het gebied van weer- of sterrenkunde
bijzonder onderscheidt.
Henk Nieuwenhuis werkte ook mee
aan radioprogramma's en de tv-cursus
"Moderne Sterrenkunde" van Teleac,
Kortom, naast de vreugde die hij bij
het zelf waarnemen ondervond, besteed
de hij zijn vrije tijd aan de popularise
ring van de sterrenkunde. Wat dat be
treft treedt hij op meerdere manieren in
het voetspoor van zijn illustere voorgan
ger Eise Eisinga.
Ook zijn sterrenwachtje verhuisde
mee naar Franeker. Nou ja, sterren
wachtje, zeg maar gerust sterrenwacht
want er staat inmiddels een forse lenzen
kijker onder het koepeltje opgesteld. Hij
is dan wel pas kortgeleden verhuisd
maar de sterrenwacht is al verrezen en
kant en klaar.
De kijker, in 1940 gebouwd door de
nestor van de Nederlandse amateur
astronomen Piet G. Meesters uit Half
weg. was een gift van iemand uit Alk
maar waar Henk Nieuwenhuis bijzonder
dankbaar voor is.
Nu kunnen de bewoners van Franeker
en omgeving ook eens met eigen ogen
door een grote kijker naar de sterrenhe
mel kijken.
Als ik later weer buiten sta, zie ik opzij
van het planetariumgebouw een inscrip
tie "voersint eer ghy begint" (bezint eer
je begint). Dat zal Eise Eisinga mis
schien wel eens gedacht hebben toen hy
met z'n planetarium bezig was
Maar gelukkig heeft hij doorgezet. Ei
se Eisinga kan gerust zijn; z'n opzet is
volkomen geslaagd. Waar een voorspel
ling van een Bozumse dominee toch al
lemaal niet toe kan leiden!
Het regulerende uurwerk dat
Eisinga door een klokkenmaker had
laten maken.
weer betrekken en het deerlijk verwaar
loosde planetarium herstellen en op
nieuw beginnen.Een jaar later werd hij cu
rator van de Franeker Academie. In 1809
dompelde de dood van zijn zoon Jelte.
die dezelfde interesses koesterde als zijn
vader, Eise in diepe rouw.
Nadat hem in 1825 een jaargeld en
vrije woning was toegezegd door koning
Willem I en hem inmiddels de nodige
eerbetuigen waren opgespeld, overleed
Eise Eisinga in de morgen van 27 augus
tus 1828.
Hij werd, ruim 84 V2 jaar oud begraven
in zijn geboorteplaats Dronrijp. Hij liet
van alle details van zijn ongelofelijke
schepping tekeningen en teksten na, zo
dat de mensen na hem zouden begrijpen
hoe het allemaal in elkaar zat. En dat is
maar goed ook
Overigens is er in het Franeker mu
seumpje nog veel meer te zien dan alleen
het ingenieuze planetarium. Het huis is
veel ruimer dan je zo van buitenaf denkt.
Er is in de gang een permanente plane-
tententoonstelling, een "planetendiora-
ma". Nieuwenhuis maakte dit eigenhan
dig in 1981 op verzoek van de gemeente
Franeker ter gelegenheid van het 200-ja-
rig bestaan van het planetarium en het
werd officieel door de beroemde Leidse
astronoom prof. dr. J.H. Oort onthuld.
Nauwkeurig wordt de stand van zaken
van het onderzoek met ruimterobots aan
planeten bijgehouden. Tussen schitte
rende en adembenemende foto's van on
der anderen Pioneers, Voyagers en Vi
kings van Jupiter, Saturnus en Mars is
een aantal heel fraaie modellen opge
steld. Hier kijkt Galileo Galilei in 1610
met zijn brillenglas-kijker als eerste naar
de sterren, daarnaast staat een tot in de
kleinste details natuurgetrouw model
van de reusachtige houten stellage waar
in de monstertelescoop van William Her
schel hing; iets verder een mooie ma
quette van Olympus Mons, de gigan
tisch grote Mars-vulkaan.
Modellen waar Eisinga jaloers op zou
zijn geworden.
"Papier-maché, gips, schaar, naald en
draad", zegt Nieuwenhuis, "en wat oude
frutselljes hier en daar opgeduikeld.
Daar kun je allerlei dingen mee maken.
Het is ontzettend leuk en leerzaam, al
leen kost het een hoop tijd".
Ook in de hal staan nog enkele
werkende planetaria, alleen veel kleiner.
Ze zijn werkelijk schitterend om te zien!
Aandacht natuurlijk ook voor de nade
rende komeet van Halley en het komen
de bezoek van de Voyager-II aan de ver
re planeet Uranus in januari 1986 staat
eveneens op het programma. Door zijn
vele internationale kontakten kan Henk
Nieuwenhuis snel beschikken over fo
to's die door de ruimterobot zijn geno
men; foto's die bijna drie uur nodig heb
ben om de Aarde te bereiken
"Vanaf vier november 1985 maken de
Voyager-camera's elke vijf minuten een
Het planetarium van Eise Eisinga in Franeker. «foto's pri
er het heen en weer van te krijgen". En
aldus geschiedde. Door de nu kortere
slingertij d stond Eisinga voor enkele
technische problemen maar ook die los
te hij op".
Vernuft
Eise Eisinga zou Eise Eisinga niet zijn
als hij niet nog veel meer vernuft aan
bracht in zijn toch al unieke schepping.
Zo werden de planeetbolletjes voor de
helft verguld ("verlicht") en de vergulde
kant is altijd naar de Zon gericht.
De Zon en de Aarde hangen voor de
duidelijkheid het laagst.
Buiten de Saturnus-sleuf bracht Eisin
ga nog een zevende sleuf aan waarin zich
een wijzer bevindt waarvan de buiten
kant de datum en de binnenkant de die
renriemtekens aanwijst terwijl verder
ook de declinatie van de Zon kan wor
den afgelezen op de zijplinten van het
plafond. Aan de zuidkant van het pla
fond is plaats ingeruimd voor nog een
aantal wijzerplaten.
De Dagwijzer, die eens per week rond
gaat en dag en uur aanwijst alsmede het
jaartal. Iets heel opmerkelijks hierbij:
elk jaar op 31 december rond een uur of
vier 's middags begint het jaartal te ver
schuiven en de volgende ochtend is het
nieuwe jaartal te zien! Alleen, die jaartal
schijf moet elke 22 jaar opnieuw met 22
nieuwe jaren worden bijgeschilderd.
Vlak daarbij de Maanwijzers, waar
mee opkomst en ondergang van de
Maan voor elke willekeurige dag kan
worden afgelezen en waarmee het ook
mogelijk is zons- en maansverduisterin
gen te bepalen. Je kunt zien wanneer de
Maan zich in haar verste punt van de
Aarde bevindt want ook de maanbaan is
niet precies een cirkel. Op een andere
schijf is ook af te lezen in welk sterren
beeld de Maan zich steeds bevindt en
ook welke schijngestalte ze vertoont,
dus Nieuwe Maan, Volle Maan enz.
Met allerlei onregelmatigheden is re
kening gehouden en ze zijn alle af te le-
Er is ook nog een zogeheten Planis-
phaerium, een "hemelsplein" waarmee
kan worden nagegaan welke sterren
beelden er zijn te zien op elk willekeurig
tijdstip. De zon beweegt zich daar ook in
rond en wel in één Sterrendag: dat is het
ons bekende etmaal min bijna vier mi
nuten want onze Aarde draait niet alleen
om de Zon maar ook nog eens om haar
eigen as!
Van dag tot dag is te zien wanneer de
Zon opkomt en ondergaat, van de lang
ste dag tot de kortste. En werkelijk grie
zelig nauwkeurig. Op elk willekeurig
tijdstip is te zien welke sterren zich recht
boven je (in het "zenith") bevinden. De
horizon, die Eisinga in vergelijking met
de sterrenhemel voor Franeker apart uit
rekende, was aangegeven omdat Eisinga
al wist dat het van je plaats op Aarde
afhangt watje van de sterrenhemel kunt
En dat allemaal door twintigduizend
handgesmede ijzeren nagels in een aan
tal eikehouten schijven en hoepels
"Alles is nog net zo als toen", vertelt
Henk Nieuwenhuis zijn bezoekers. '.'De
verf op het plafond is de verf die twee
honderd jaar geleden voor het hele op
pervlak, met de talloze symbolen, cij
fers, dierenriemtekens en andere aan
duidingen werd gebruikt".
"Vier jaar geleden" gaat Nieuwenhuis
verder, "bij het tweehonderdjarige be
staan van het planetarium waren hier
een kleine 200 nazaten van Eisinga bij
een. Geen van allen wist ook maar iets
van sterrenkunde af.
Vluchten
Eise heeft het in zijn leven overigens
bij lange na niet cadeau gehad. Amper
had hij het planetarium klaar of hij raak
te onvrijwillig betrokken bij politieke
conflicten en moest hals over kop vluch
ten, vrouw en kinderen achterlatend.
Tijdens zijn omzwervingen, zonder have
of goed, stierf zijn vrouw en een paar
jaar later werd hij ook nog eens gevan
gen genomen. Weer werd hij uitgewe
zen. Maar dank zij een politieke omwen
teling kon hij in 1796 zijn vroegere huis