Scum: de schrik van Katwijk Steekpenningen stinken niet ZATERDAG 16 NOVEMBER 1985 EXTRA PAGINA 29 Oudere, bezorgde Katwijkers spreken van Sodom en Gomorra, maar het heet gewoon Scum en fungeert als opvangcentrum voor jongeren die elders in het vissersdorp niet welkom zijn. Hardrock is er het sleutelwoord, en elke vrijdagavond is het er een kabaal van jewelste. Wat is Scum nu eigenlijk? Portret van het enige hardrock-centrum in de Leidse regio. door Jan van der Plas Als Asterix en Obelix Nederlanders waren geweest, dan was de kans groot dat hun wieg in Katwijk had gestaan. Net als de bewoners van de kleine Gallische nederzetting aan de Franse Noordzeekust hebben de Katwijkers in veel dingen invloeden van buitenaf buiten de deur weten te houden. Dat heeft zo zijn gevolgen. Zo zijn de verhoudingen in de Katwijkse gemeen tepolitiek opvallend te noemen. Maar liefst 8 van de 25 raadsleden behoren tot 'klein' rechts (RPF en SGP). En de con fessionele partijen samen hebben in het vissersdorp een flinke meerderheid. Ook het op zondagmiddag over de bou levard flaneren in zondagse kledij - waarbij een voorkeur voor donkerblauw en zwart opvalt - levert een tafereel op dat je in andere gemeenten niet of nau welijks tegenkomt. Zo kent Katwijk ook een eigen jeugd- subcultuur. Hardrock voert daarin de boventoon. Dit in tegenstelling tot de rest van de regio, waar punk, new wave en disco toch min of meer het jeugd- beeld bepalen. Op vrijdagavond trekken zo'n tweehonderd vooral in blauw, zwart en metalen riemen gehulde jongeren naar het hardrock-centrum Scum, even buiten de Katwijkse bebouwde kom. Naar verluidt om daar satanische klan ken tot zich te nemen. Isolement De Stichting Scum (letterlijk: tuig) werd drie jaar geleden opgericht door een aantal vrijwilligers die vonden dat de jeugdproblematiek in Katwijk aange pakt diende te worden. Scum-voorzit- ster en mede-oprichtster Jojo de la Fuente: "Er was een vrij grote groep jon geren in Katwijk met veel problemen, zowel thuis als met de politie. Deze jon gelui werden veelal geweigerd in de plaatselijke uitgaanscentra en dreigden in een sociaal isolement te raken". Na veel discussie was de gemeente raad uiteindelijk bereid een pand tegen 'welzijnshuur' aan de stichting te verhu ren en mocht Scum het een halfjaar pro beren. Zonder subsidie, maar met suc ces. Het centrum bleek in een ruime be hoefte te voorzien en.Scum kreeg toe stemming om door te gaan. Belangrijk ste argument bleek daarbij te zijn, aldus De la Fuente, dat Scum de baldadige jeugd van de straat wist te houden. Anno 1985 opereert Scum nog steeds zonder subsidie, behalve voor enkele door de gemeente aangemoedigde sport activiteiten. Een situatie die door het be- Het Scum-bestuurrespect voor elkaar en hart voor de zaak. stuur als niet onprettig wordt ervaren. Het garandeert immers een stuk onaf hankelijkheid, stelt De la Fuente. Reden waarom er ook nooit een professionele jongerenwerker is aangetrokken. Be stuur en vrijwilligers houden de zaak lie ver in eigen hand. Het centrum wordt gerund door een twaalftal jongeren die zitting hebben in het 'grote' bestuur van Scum. Drie van hen vormen formeel het stichtingsbe stuur. De volgende alinea's zijn een weergave van een gezamelijk gesprek met het voltallige Scum-bestuur: Marcel (23), Chris (21), Sjaak (23), Arend (21), Piet (22), Hans (21), Ger (32), Eric (21), Ronald (19), Henri (19), Martin (17) en Jo jo (36). Een gesprek dat opvallend ge structureerd verliep, zeker wanneer je bedenkt dat er over deze jongens in het vissersdorp gesproken wordt in termen van "deugen van gien kant" en "Sodom en Gommorra". In elk geval jongens met respect voor elkaar en hart voor de zaak. Tweede huis Voor de jongens van het bestuur en de andere vrijwilligers is Scum langzamer hand een tweede thuis geworden. "De meesten werken overdag en zitten elke avond hier", vertelt Piet. Dat is ook no dig, want er moet bijvoorbeeld vier keer per week schoongemaakt worden. "Anders hebben we 's zomers vliegen in ons bier", vult Marcel aan, die zegt dat je door alles goed bij te houden bezoe kers geen aanleiding geeft om.de boel te slopen. Voor de rest worden de bezoe kers van Scum redelijk strak gehouden. Zo wordt er, wanneer er een glas sneu velt, door een bestuurslid direct een stoffer-en-blik aangedragen. "En wan neer de dader dat weggooit heeft hij pech gehad", voegt Marcel er met een veelbetekenende glimlach aan toe. Zijn fysieke omvang doet in elk geval het erg ste vermoeden. De keuze een hardrock-centrum te worden is pas gaandeweg genomen, brengt Arend naar voren. Aanvankelijk liet Scum popgroepen van diverse plui mage optreden, maar de hardrock-con- certen en hardrock-discoavonden ble ken de grote successen. "Wanneer je zonder subsidie wilt blijven draaien, moetje zo'n keuze dan ook wel maken. Bovendien is hardrock al sinds jaar en dag de populairste muzieksoort bij de Katwijkse jeugd". Voor Arend, zelf een new wave-fan, hoeft hardrock niet zo no dig; "Maar ik vind het wel een kick om dit voor zoveel mensen te organiseren". Vrijdagavond in Scum: bezoekers i Om de bezoekers steeds de nieuwste platen te kunnen laten horen, kopen de disc-jockeys Henri en Martin maande lijks 20 lp's voor het centrum. Boven dien krijgt Scum tegenwoordig regelma tig platen toegestuurd door bands en platenmaatschappijen, die ontdekt heb ben dat eefi goedbezocht jongerencen trum een prima promotiemogelijkheid biedt. De huidige platencollectie van Scum telt zo'n 800 lp's. Kenners Henri en Martin blijken, samen met Ronald en Eric, de ware kenners van het hardrock-genre te zijn. Moeiteloos bren gen zij groepsnamen onder in catego rieën als heavy metal, speed metal, trash metal, black metal en glamour rock.' Martin vertelt dat hij aan het logo (het gestileerde handelsmerk van een band) al kan zien tot welke categorie de band behoort. Een inzicht dat vooral is ver gaard door het regelmatig lezen van het tijdschrift Aardschok. Voor de fijnproe vers op hardrockgebied voegt hij eraan toe dat speed metal voor Scum 'speciali té de la maison' is. Een verfijning van muzikaal genot die al snel wordt gerela tiveerd door Marcel: "Als het maar goed in m'n oren klinkt". In het afgelopen jaar heeft Scum een geduchte naam als hardrock-podium op gebouwd. Twee keer per maand traden er bekende binnen- en buitenlandse har- drock-groepen op zoals Slayer (Verenig de Staten), Killer (België), Helloïse, Pic ture en Vengeance. Samen met Dynamo in Eindhoven, Vera in Groningen en L'Ecole in Kaatsheuvel hoort Scum nu bij de middelgrote hardrock-zalen met een capaciteit tot 500 bezoekers, aldus Jojo. Met deze 3 jongerencentra wordt veel samengewerkt, onder andere bij het contracteren van buitenlandse bands. De naam van André Verhuyzen, mede werker bij Dynamo in Eindhoven, valt daarbij als zijnde "Godfather" van de Nederlandse hardrock-wereld. Onder bands blijkt Scum goed bekend te staan vanwege de priftia opvang, ver telt Piet. Voor de geluidsapparatuur is er rden redelijk strak in de hand gehouden een speciale ingang direct achter het po dium en de muzikanten plus aanhang (meestal ruim 10 man) kunnen rekenen op een warme maaltijd. De vaak hartelij ke contacten met de bands leveren een stroom van anekdotes op. Arend: 'Toen de Amerikaanse band Slayer hier speel de zaten er 's middags al horden fans voor de deur om een glimp van die jon gens op te vangen. En dat terwijl wij ge- zellig met die jongens op het Hoornes- plein een patatje zaten te eten". Maar jammer genoeg ook negatieve er varingen, veelal met Nederlandse bands. Marcel: "Zoals die manager van Helloïse die steeds met dat bordje 'Helloïse dres sing room' liep te zeulen. Terwijl er niet eens een meid bij die jongens in de kleedkamer wilde komen". Dergelijke bands wordt door de jongens van Scum een 'dikke nekken' mentaliteit verwe ten. Kritiek In het driejarig bestaan heeft Scum aan flink wat kritiek blootgestaan, met name van de kant van de orthodox-con fessionele partijen en kerken. Het raads lid J.H. ten Hove (RPF) maakte onlangs nog gebruik van een citaat uit het LD om te verklaren dat er in Scum satanis me wordt bedreven. "En dat terwijl er uit die bewuste recensie (over het optre- den van Slayer) juist blijkt dat er in Scum géén satanisme wordt bedreven", aldus een verontwaardigde Jojo. De vraag of er iemand in satan of sata nisme gelooft, wordt door de bestuursle den unaniem en met klem met "nee" beantwoord. Martin vertelt vervolgens dat er een aantal bands, de black metal groepen, gebruik maakt van duivels als symbolen in de teksten en op de platen hoezen. "Merciful Fate is zo'n groep en persoonlijk vind ik dat een onwijze band. Maar het gaat mij om de muziek en niet om die satanische teksten. Het is trouwens op het moment wel commer cieel om een satan-band te zijn, door al die publiciteit er omheen". Van 'backward-masking', satanische boodschappen die alleen maar hoorbaar zijn wanneer de plaat achteruit wordt af- (foto's Dick Hogewoning) gespeeld, hebben de jongens nooit over tuigende bewijzen gehoord. "Maar de fa brikanten van pick-up naalden zijn er rijk van geworden", klinkt het uit de groep. Piet bekent van sommige mensen best te kunnen begrijpen dat ze dergeliike as sociaties maken, wanneer ze met hard rockers geconfronteerd worden. "In de ogen van zo'n oud Katwijks vrouwtje kan ik me dat best voorstellen, ja Piet en Marcel vertellen over de aktivi- teiten van huisevangelist Bram Meulen- berg, voor wie ze enig respect koesteren. "Hij begint tenminste pas over God te praten wanneer jij dat doet en kan ver der een normaal gesprek voeren". "Maar heb je Bram weieens achterstevoren af gedraaid?" voegt Ger er smalend aan toe. De aanhoudende stroom van kritiek vanuit het vissersdorp wordt door de be stuursleden en vrijwilligers vrij lucht hartig opgenomen. "We lachen erom", aldus voorzitster Jojo, die zich gesteund weet door de redelijk onafhankelijke po sitie die Scum heeft. Het bestuur gaat onverstoorbaar door met het organise ren van een nieuwe reeks hardrock-con- certen. In de komende maanden zijn dat op 8 november: Exodus (Verenigde Sta ten); 30 november: Rogue Male (Enge land) en Vulcane (Frankrijk); en 7 de cember: Astharod (Italië). Hardrock is tegenwoordig vooral een verza melnaam voor een aantal stromingen. De belangrijkste daarvan zijn: - Melodieuze rock: gewone popsongs, voorzien van een stevige gitaarsolo (b.v. Rush); - Glamour rock: commerciële hardrock door bands in glimmende kledij en make up (b.v. Mötley Crüe); - Heavy Metal: keiharde hardrock met veel virtuoze gitaarsolo's en hoog uithalen de zangers (b.v. Iron Maiden) - Speed Metal: nog hardere hardrock, in zo'n razend tempo gespeeld dat virtuoze solo's tot de onmogelijkheden behoren (b.v. Slayer); - Black Metal: zowel qua volume als qua snelheid volstrekt 'over the top'. Berucht vanwege de teksten over draken en demo nen (b.v. Venom); - Trash Metal: chaos. Zijn allerlaatste bedenksel is een onvervalste steekpenning. Geldwaarde nihil. De persoon in kwestie is Willem Vis. Medailleur uit Hazerswoude. Eén van de vijf medailleurs die in Nederland hun boterham verdienen met het ontwerpen van penningen. Penningen voor allerlei gelegenheden. Onlangs nog een voor de Leidse Middelbare Technische School die tweehonderd jaar bestond. door Jan Westerlaken Waarom een steekpenning? Medailleur Vis: "Eigenlijk liep ik al vijftien jaar met het idee rond om zoiets te maken. Het blijft een actueel onderwerp, denk maar aan de affaire-Lockheed. Iedereen heeft het over steekpenningen, maar iets tastbaars was er niet. Ik heb dat ding eerst van keramiek gemaakt. Toen ik jarig was heb ik al m'n kennissen zo'n penning gegeven. Dat viel in de smaak. Vervolgens ben ik naar de Rijksmunt in Utrecht gegaan en tot m'n verbazing wilde men daar de steekpenning wel slaan". De oorspronkelijke afbeelding was een duiveltje dat alles op een hoop doet aan de ene kant, en het portret van de Romeinse keizer Vespasianus (hij regeerde van 69 tot 78 na Christus) aan de ommezijde. Rond de beeltenis van de keizer staat: 'Pecunia non olet' (geld Willem Vis aan zijn werktafel: het ding wel slaan". stinkt niet). Die uitspraak deed Vespasianus toen zijn zoon Titus kritiek had op zijn plan om belasting op de openbare toiletten te heffen. Het duiveltje is - op aandringen van Vis' partner - vervangen door een toernooiridder die drie geldstukken aan zijn lans rijgt. De eerste steekpenningen zijn in brons geslagen. Het is de bedoeling dat ze ook in edeler metalen worden uitgegeven. De verwachtingen zijn hoog gespannen. De eerste bestellingen zijn ook al gedaan. De juridische faculteiten van de universiteiten in Leiden en Nijmegen hebben laten weten enkele exemplaren te willen hebben. Vis: "Ik vind het wel leuk dat juist uit die hoek bestellingen zijn gekomen. Waarom? Het aannemen van steekgeld is een ^pregnant onderdeel van de juridische mijn verbazing wilde de Rijks munt (foto Will Dijkman) opleiding". In welke oplage de steekpenning zal worden geslagen is nog niet bepaald. Vis wil eerst even de kat uit de boom kijken. Zodra de belangstelling enigszins is gepeild zal het aantal munten dat moet worden geslagen worden vastgesteld. De steekpenning is geen wettig betaalmiddel. "Daarom", zegt Willem Vis, "heet het ook steekpenning, want steekpenningen zijn volgens de wet verboden. Om zo'n ding cadeau te geven is best leuk. De eeuwige fles wijn gaal wel eens vervelen". Willem Vis en het beroep van medailleur. Omdat Nederland slechts een stuk of vijf echte medailleurs herbergt, heeft hij voldoende werk. Het is bij hem net als bij de schaarse klompenmaker die nog over is: omdat er nóg maar zo weinig zijn hebben ze genoeg opdrachten. Over die opdrachten vertelt de Hazerswoudenaar: "Zezjjrierg verschillend. Op dit moment werk ik aan iets voor een museum dat honderd jaar bestaat. Voor de Albert Schweitzerbrug in Alphen heb ik ook de plaquette gemaakt. De verscheidenheid aan opdrachten is werkelijk heel groot". .Achter elke opdracht zit ook een verhaal. Soms grappig, maar soms ook wel eens met gevolgen. Eerst maar eens naar de vrolijke kant kijken. Vis herinnert zich dat hij ooit een penning maakte voor een artsenechtpaar. Een plaquette die het zijn kinderen cadeau deed bij het vijftigjarig huwelijksfeest. Vis: "Ik vertelde die oude arts toen het verhaal dat beeldhouwers hun brons wel eens op plaatsen begraven waar ze van tijd tot tijd een plas plegen te doen. Het metaal krijgt dan een heel mooie kleur. Ik vertelde hem ook dat Picasso elke ochtend als hij opstond het raam van zijn slaapkamer opentrok en vervolgens over een geit plaste die onder dat raam stond. Even was het stil. Toen reageerde die arts met de woorden: Göh, wat knap als je op zo'n hoge leeftijd nog zo goed kan mikken Willem Vis heeft de meest uiteenlopende opdrachten gehad. Een penning waarin een muziekje moest zitten, een munt met een rinkeitje, maar ook penningen met afbeeldingen van belangrijke mensen. Zo ontwierp hij een munt waarop beide Kennedy's en Martin Luther King stonden. Op de keerzijde was Lincoln afgebeeld met diens citaat, "dat een dode in de oorlog niet voor niets is gevallen". "Prompt", weet Vis nog, "kwam er een brief uit de Verenigde Staten. De schrijverervan vond de penning prachtig, maar hij zou haar nooit kopen. Want, vroeg hij zich af, wist ik dan niet dat Martin Luther King een communist was?" In de destijds zo populaire televisieserie 'The Forsythe Saga' zag Willem Vis eveneens aanleiding een munt te produceren. Met daarop de drie hoofdrolspelers. Nadat de penning was geslagen gingen er enkele exemplaren naar de acteurs. Een bedankbriefje was het gevolg. Kort erop kreeg de medailleur een telefoontje van Mies Bouwman of hij deel wilde uitmaken van een of andere jury. Mies had de munt ook onder ogen gekregen en wilde Nederland op de een of andere manier laten kennismaken met de Hazerswoudenaar. De meeste gekke ervaring kreeg hij toch wel na het ontwerpen en slaan van een penning die voor twintig gulden te koop werd aangeboden. Vis: "Die dingen waren zo verschrikkelijk snel uitverkocht, dat de prijs ervan binnen een ommezien tot vierhonderd gulden opliep. Wat ik er nu van weet is dat er voor zo'n exemplaar nog altijd honderdvijftig gulden moet worden neergeteld". De penning die Willem Vis ont wierp ter gelegenheid van het 200- jarig bestaan van de Middelbare Technische School MSG in Leiden. De letters MSG staan voor 'Mathesis Scientiarium Genitrix'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 29