laten de hogere standen eerst
zelf het goede voorbeeld geven'
De (on)zin van een campagne
Joop Koren (CAD) sceptisch over alcoholnota
ZATERDAG 19 OKTOBER 1985
EXTRA
PAGINA 21
'In de laatste 25 jaar is het alcoholverbruik per hoofd van de bevolking verdrievoudigd'. Dat
is de eerste zin uit de nota 'Alcohol en samenleving' waarmee het ministerie van WVC twee
weken geleden op de proppen kwam. Een alarmerende situatie die volgens de overheid om
maatregelen vraagt. In de nota wordt een aantal voorstellen gedaan. Het verbieden van
tv-reclames voor alcoholhoudende drank springt daarbij het meest in het oog.
In de twee bijgaande verhalen wordt duidelijk afstand genomen van het schrijven. Journalist
Hans van Maanen plaatst puntsgewijs zijn vraagtekens bij de voorstellen. Joop Koren van
het Leidse Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs schroomt niet de woorden 'flauwekul' en
'kletskoek' in de mond te nemen als onderdelen uit de nota ter sprake komen.
door Bart Jungmann
de zielepoten'. (foto Wim Dijkman)
Bij drankmisbruik denkt men aan de kroeg, maar het aantal cafés is niet evenredig gestegen met het drankmisbruik. (foto Dirk Ktttingi
Ambtenaar E. Engelsman afge
lopen zondag in het praatpro
gramma Capitool: "De maat
schappij is doordrenkt van de
alcohol" Ambtenaar J. Koren
over die opmerking: "Flauwe
kul is dat. Je kunt net zo goed
zeggen dat de maatschappij
doordrenkt is van aardappelen
en rijst". Hij geeft een draai aan
de cijfers. "Als 6 procent van de
drinkers moeite heeft met alco
hol, dan is er nog altijd 94 pro
cent die er geen moeite mee
heeft".
Engelsman is topambtenaar van het
ministerie van Welzijn, Volksgezond
heid en Cultuur en werkte mee aan de
nota 'Alcohol en Samenleving'. Het mi
nisterie signaleert daarin een soppige sa
menleving en komt daar met een reeks
voorstellen tegen in het geweer.
Joop Koren is coördinator en praktijk
begeleider van het Leidse Consultatie
bureau voor Alcohol en Drugs (CAD) en
vindt die nota eigenlijk maar niets. 'Be
voogdend' is nog zijn aardigste kwalifi
catie er van. "Hoe harder de druk is, hoe
slimmer de mensen worden. Je moet af
spraken maken, niet moraliseren zegt
rij in dat verband.
"Rapporten schrijven, dat kan ieder-
■en. En de mensen die het weten, wordt
(iets gevraagd", wordt hij al een stuk
nvriendelijker en vervolgens heeft hij
et over ambtenaren die geen enkel be
ul hebben. "Al die rapporten, dat wol-
g taalgebruik".
Koren bereikt nu een staat van wal
ing. "Echt hoor, die hebben hét over
inkies, terwijl ze er nog nooit één ge
en hebben. Ik heb ze wel eens uitgeno-
igd, hoor: kom maar eens langs. Nooit
reclassering
Misschien dat ze een ander consulta-
e bureau van binnen hebben gezien, de
AD's zijn in heel Nederland te vinden,
et Leidse bureau zetelt aan de Lange
Iare en vandaar coördineert en bege-
2idt Koren een praktijk waartoe verder
rider meer Alphen, Delft en Zoeter-
ïeer behoren. Het CAD wordt in het mi-
isterieel schrijven vooral een 'reclasse-
ngsfunctie' toegedicht. Dat is niet hele-
taal juist. Volgens Korens schatting
omt dertig procent via justitie bij de
ïaatschappelijk werkers van het bu-
ïau terecht, de rest meldt zich vrijwil-
g. Per jaar verwerkt het CAD zo'n drie-
onderd Leidse klanten.
Klanten is het woord dat Koren het
iefst gebruikt. Je hoort hem niet over
>atiënten praten, want alcoholisme is in
:ijn ogen geen ziekte. Zoals ook het
voord verslaving niet uit zijn mond
tornt; drinkt iemand te veel dan is er
sprake van misbruik.
Joop Koren zelf is, en dat zal inmid
dels ook wel duidelijk zijn, iemand die
'man en paard' noemt. HU vindt een paar
voorstellen in de nota best zinnig, maar
het rapport in zijn geheel krijgt van hem
een laag cijfer. Hij vindt het maar een
soort bliksemafleider. "Omdat ze nog
geen barst aan de heroïne hebben kun
nen doen".
Koren ergert zich aan het toontje in de
nota: "De hogere standen die de lagere
standen terechtwiizen". Hogere standen
Allereerst de vraag: wie drinkt er eigen
lijk? Die vraag kan beter anders worden
geformuleerd: wie drinkt er eigenlijk
niet? Per hoofd van de bevolking wordt
negen liter pure alcohol per jaar gecon
sumeerd (een glas drank bevat tien gram
alcohol).
De helft van die hoeveelheid wordt
verorberd door de tien procent zware
drinkers onder ons. Dat betekent weer
dat er ruim een miljoen mensen zijn met
een ernstig alcoholprobleem. Daarvan,
zo neemt men aan, is weer een derde
deel ernstig verslaafd met een consump
tie van meer dan twaalf glazen per dag.
Er is nog wel meer bekend over wie
drinkt. De meeste probleemdrinkers
zien we verhoudingsgewijs onder de
jongeren tot 25 jaar, en dan vooral de
mannen. Een tweede verband is aange
toond tussen werkloosheid en alcohol
gebruik en tussen alleenstaanden en al
coholgebruik. Hoe dat verband zit, is
echter minder duidelijk. Alleenstaanden
en werklozen krijgen eerder problemen
met alcohol. Zelfs bij een gelijk drankge
bruik wordt iemand zonder werk eerder
- probleemdrinker dan iemand met werk.
Hetzelfde geldt voor de alleenstaande.
Drank is geen strikt persoonlijk pro
bleem. Drank hoort bij bepaalde krin
gen. In kringen waar veel wordt gedron
ken, krijgen nieuwkomers eerder een
drankprobleem.
Waar wordt gedronken? Bij drankge
bruik denkt men het eerst aan de kroeg,
maar het aantal cafés is niet evenredig
gestegen met het drankgebruik. Vroeger
bedronk men zich inderdaad algemeen
in de kroeg, maar tegenwoordig wordt
daar nog maar veertien procent van de
alcohol weggezet. De rest gebeurt in
club- en buurthuizen, sportkantines, re
cepties, en vooral thuis. De woonkamer
is het moderne dranklokaal. Het is geen
uitzondering meer als mensen voor dui
zend gulden drank in huis hebben.
Vrije tijd
Over de achtergronden van het toege
nomen drankgebruik zijn de sociologen
het over het algemeen wel eens. De toe
genomen vrije tijd en het toegenomen
gezinsbudget hebben de voorwaarden
gecreëerd waarin de markt voor genot
middelen zich kon uitbreiden. Drank is
in dat gat gevallen. Daarmee heeft het
echter ook een andere functie gekregen.
Vroeger werd alleen bij speciale gele
genheden geschonken. Thans is het, hoe
dan ook, een gewoon consumptiegoed
geworden, bijna zoals de even onvermij
delijke zoutjes.
Alcohol is geen feestelijke luxe meer:
de stof wordt gebruikt voor zeer ver
schillende doelen. Vervult uiteenlopen
de functies en maakt onze samenleving
tot wat zij nu is. Alcohol kan daarom niet
meer uit die samenleving worden 'weg
gesneden' zonder dat al die andere doe
len en middelen gaan verschuiven. Het
best wordt dat uiteraard geïllustreerd
met de Amerikaanse drooglegging. Het
totale verbod op de verkoop van alcohol
zoals die gold van 1920 tot 1935 in de
Verenigde Staten, was medisch gezien
een succes: het aantal leverziekten nam
drastisch af. Maar voor het overige wa
ren de bijverschijnselen nogal ernstig.
De georganiseerde misdaad kon zich
vooral in die tijd vestigen door het ille
die zélf het glas buiten hun zogenaamd
versoberingsbeleid houden. De makers
van de nota en politiek verantwoordelij
ken geven zelf het slechte voorbeeld en
dat steekt Koren zo te horen het meest.
"Weetje waar veel gedronken wordt, op
de ministeries. Er is geen kantine waar
geen alcohol wordt geschonken. Ik kom
dus ook wel eens in Zoetermeer. Nou,
daar gaat na afloop van de vergaderin
gen de tap ook wijd open. En waar is het
zo alcohol-vriendelijk als in de Tweede
Kamer? Laten ze daar om te beginnen
eens wat aan doen".
Bereikbaar
Ook de momenten waarop de plan
nenmakers het terrein van Koren betre
den, krijgen ze de kous op de kop. Uit de
nota: 'De hulpverlening is niet afge
stemd op de geconstateerde behoefte
aan hulp. Vooral 's avonds en in het
weekend ontstaan door alcoholmisbruik
vaak crisissituaties waardoor problema
tische drinkers er toe komen om hulp te
vragen. CAD's zijn dan niet bereikbaar'.
Koren: "Ten eerste is het niet waar. We
zyn twee avonden in de week open en
noem mij maar een andere soortgelijke
instelling waar dat ook zo is. Ten tweede
hebben ze bij de GG en GD onze tele
foonnummers. In geval van nood kun
nen ze ons dus bellen en dat gebeurt
heel weinig. Dat is ook logisch. Als ie
mand 's avonds wordt aangehouden,
heeft hij heus geen zin om naar het CAD
te komen. Je kunt niet praten met ie
mand die onder invloed is. Het is geen
acuut probleem. Praten kan de volgende
dag ook wel".
Dat praten is veelal van korte duur als
we de nota moeten geloven. 'In de mee-
derheid van deze gevallen blijft deze
hulpverlening (via het Openbaar Minis
terie) beperkt tot enkele gesprekken'.
En: 'Dikwijls wordt het hulpverlenings
contact eenzijdig verbroken door de
cliënt'.
Koren: "Onze klanten zijn vrij trouw.
Het contact wordt haast nooit eenzijdig
verbroken en van de twaalfduizend zijn
er misschien duizend die afzeggen.
gaal stoken en verkopen van drank.
Het is daarom niet goed maatregelen
tegen drankgebruik voor te stellen. Al
cohol kan niet, als een blinde darm, han
dig met een mesje worden uitgewipt.
Aan voorstellen om alcoholgebruik te
beperken heeft het nooit ontbroken.
Geen reclame meer, geen verkoop in
voetbalstadions, openingsuren van
sportkantines en horec-a-inrichtingen
beperken. Hogere accijnzen, hogere
straffen en, natuurlijk, voorlichting,
vooral aan de jeugd. En op al die voor
stellen zijn drie keer zoveel bezwaren ge
formuleerd.
Een^eclameverbod. Het directe doel
van dOTeclamemakers is niet de alcohol
consumptie als geheel op te voeren,
maar het aandeel van het merk waarvoor
reclame wordt gemaakt, te vergroten. Er
wordt dan ook wel gezegd, dat het bij
reclame vooral gaat om de kwaliteit er
van, niet om de kwantiteit. Kwalijker is
het wanneer de reclame niet door de fa
brikanten hoeft te worden gemaakt. Het
eerste wat de hoofdfiguren uit Dynasty
doen is naar de dranktafel lopen, het eer
ste wat Adriaan van Dis doet is vragen
wat de gast wil gebruiken: rood, wit, of
water.
Een verbod van alleen televisie- en ra
dioreclame is nog onzinniger: het recla
mebudget van de fabrikanten verschuift
slechts naar de gedrukte media. En uit
Canadees onderzoek (1969-1975) blijkt
dat de stijging van de alcoholconsump
tie geen enkel verband houdt met de
hoeveelheid etherreclame.
Een ander voorstel is een verbod op de
verkoop in voetbalstadions. Hier is het
niet zozeer het alcoholgebruik dat zor
gen baart, als wel de vermeende maat
schappelijke gevolgen ervan. De relatie
tussen dronkenschap, sport en geweld
pleging ligt niet zo eenduidig als de rege
ring doet voorkomen. "De verstoring
van de openbare orde en de criminaliteit
door alcoholmisbruik nemen toe", zegt
het kabinet. Maar bij hockey wordt ook
veel gezopen. Het schijnt bovendien dat
de meeste fans al behoorlijk dronken het
stadion betreden; daartegen helpt geen
verbod.
Vroeger dicht
Het meest naïeve idee is, wel de cafés
en drankwinkels eerder te laten sluiten.
De horeca ziet hier uiteraard weinig in
en heeft naast argumenten uit eigenbe
lang ook nog wel algemeen geldige uit
spraken. Hierboven werd al opgemerkt
dat de alcoholconsumptie zich van de
kroeg naar de huiskamer heeft ver
plaatst. Eerdere sluiting van de cafés
mist dus waarschijnlijk haar doel, en er
varing in andere landen leert dat het
drankgebruik daardoor niet aantoon
baar daalt.
Het beperken van de verkooptijden
heeft, zo mag men vrezen, een zelfde ef
fect als accijnsverhoging: hamsteren. Er
wordt een krat/fles extra gekocht voor
het geval we zonder komen te zitten en -
hoe gaat dat - de drank gaat wat eerder
op dan de bedoeling was. Het enige ef
fect is dat we op een hoger consumptie
niveau zitten.
Ook hier leert de ervaring uit andere
landen dat het drankgebruik op zich niet
door verkoopbeperking daalt. Het tem
po van innemen is tenslotte variabel: als
we binnen een uur dronken willen wor
den, drinken we gewoon anderhalf keer
zo snel als wanneer we er twee liur over
mogen doen. Ook lijkt de openbare
Komt misschien omdat de sociale con
trole vrij groot is. We zitten midden in de
stad en je komt vaak genoeg klanten te
gen, op de markt of zo".
Ook waar aan het werk van anderen
wordt getwijfeld, werpt Koren zich als
tegenstander op. Uit de nota: 'Ook de
huisartsen onderkennen slechts een be
trekkelijk klein deel van alle drinkpro-
blemen'.
Daarover kan Koren kort zijn:
"Huisartsen moeten al duizendpoten
zijn. Die krijgen zoveel te verwerken.
Daar mag je dus ook niet te veel van ver
wachten en ik moet zeggen dat ze hier in
de stad toch aardig op de hoogte zijn".
Eerder in het gesprek heeft Koren al
duidelijk gemaakt dat er wat hem be
treft niet zonder meer van een 'drinkpro-
bleem' kan worden gesproken. "Ons uit
gangspunt is dat mensen ergens voor
drinken, ze willen er iets mee bereiken.
Het is aandacht trekken, want er zit ze
iets dwars. Drankmisbruik is vaak het
ontkennen van je eigen verantwoorde
lijkheid. Daar wijzen we ze ook op".
Volgens de nota is verslaving - de
schrijvers gebruiken dat woord wel -
vooral een probleem voor alleenstaan
den en werklozen. Koren kan het weer
met één woord af: "Kletskoek". Zijn er
varing is zelfs het tegendeel. "Het me
rendeel heeft relaties ên de grootste
groep zit tussen de 25 en 40 jaar, mensen
die al een stukje carrière hebben opge
bouwd. Het zijn niet echt de zielepoten".
"Wat ons ook opvalt, is dat mensen
met de lagere inkomens in de minder
heid zijn. Misbruik is nu echt een zaak
van de meer gepriviligeerden. Dat kan
inderdaad best met de daling van de
koopkracht te makèn hebben".
Niet verbieden
Koren wil desgevraagd ook wel zijn
(voornamelijk onwelwillend) licht laten
schijnen over de meest in het oog sprin
gende voorstellen. Verbod op verkoop
van alcohol in stadions. "Alleen bij som
mige wedstrijden. Er zijn toch ook ge
noeg mensen die wel overweg kunnen
met drank".
dronkenschap er door toe te nemen. In
Nederland ziet men amper jongeren met
pils over straat gaan; in Stockholm en
Londen is dat veel gewoner.
Dan zijn er nog de clubhuizen en
sportkantines. Jongerenhonkerf worden
vaak gezien als een broedplaats van
'jeugdalcoholisme'. Waarom schenken
club- en buurthuizen alcohol? Voor een
groot deel omdat dat hun inkomsten
fors verhoogt. De baromzet is een be
langrijk middel om de boel draaiende te
houden.
Nu we het daar toch over hebben:
pijnlijk ontbreekt bij de 'samenhangen
de pakketten' een maatregel tegen de al
cohol die geschonken wordt op recep
ties van politici, zakenmensen en andere
leden van de hogere standen. Er is geen
reden aan te nemen dat het drankge
bruik onder de hogere klassen minder is
dan dat onder de lagere bevolkingsgroe
pen; toch hoort men daarover slechts
zelden.
De hogere sociale klassen bepalen wat
de lagere moeten doen en laten. Vroeger
ging dat met geweld. Openbare dron
kenschap was strafbaar, maar het waren
uiteraard de armsten die zich in het
Drank in sportkantines? "Drank en
sport gaan niet samen, dat is duidelijk.
Zoals ook drank en werk niet samen
gaan. Maar je kunt een winnend elftal
toch moeilijk verbieden na afloop wat te
drinken. Of bejaarden verbieden wat te
drinken bij een spelletje kaart".
"Waar ik wel problemen mee heb, is
de hoeveelheid drank die wordt wegge
zet in club- en buurthuizen. Jongens die
daar na afloop van hun werk binnenko
men en daar zomaar binnen een half uur
negen pilsjes kunnen drinken. Dat gaat
dan onder het mom van de zaak draaien
de houden". In de ogen van een Koren
oneigenlijk argument. "Ik heb met die
clubhuizen meer moeite dan de cafés. In
Leiden kun je daar beter mee samenwer
ken. Daar bestaat veel meer begrip".
Verbod op verkoop in benzinesta
tions? "Dat is zinnig", zegt"Koren die
zijn liberale houding laat varen als de
combinatie alcohol-verkeer te sprake
komt. "Daar kun je uiteraard niet streng
genoeg tegen zijn. Ik ben best voor een
relatief streng optreden van de politie.
Maar die hebben de middelen weer niet.
Ze doen hun best en meer kunnen ze
ook niet doen. Dat is ook het kardinale
punt in het rapport, het kostenelement
ontbreekt".
Terugkerend achter het stuur zegt hij:
"Ik vind ook dat ze af moeten van dat
gezeur met die promillage. Twee, drie
glaasjes mag dan net wel en één glaasje
meer niet. Terwijl het toch duidelijk is
dat de één er beter tegen kan dan de an
der. Bij sommigen zijn de reflexen nau
welijks minder na drankgebruik". Dus
moet er een duidelijker lijn getrokken
worden. "Helemaal geen drank. Je moet
dat gewoon per definitie, niet tolereren".
Verbod op tv-reclame belandt daaren
tegen weer in de categorie onzinnig.
"Dat maakt echt niets uit. De drankmis
bruiker drinkt toch wel. Die reclame in
teresseert hem niet. Hij bepaalt zelf wel
of hij misbruik maakt van alcohol.
Mocht een bepaalde reclame niet deu
gen, dan is er altijd nog een codecom
missie die kan ingrijpen. Het zou dus
veel slimmer zijn als het geld van de al
cohol-reclame naar de hulpverlening
gaat. Zoiets gebeurt in Engeland ook.
Daar is een bierbrouwerij die affiches
maakt waarop staat 'Je bent ook een
man als je niet drinkt'. Waarom zou je
hier in Nederland niet een paar reclame
deskundigen vragen een bepaalde cam
pagne op te zetten? Die SIRE-reclames
(ideële reclame) werken uitstekend".
Bewustwording
Waarmee Joop Koren belandt bij het
punt waarvan hij het meest verwacht:
bewustwording. "En daar.moet al op de
kleuterschool mee begonnen worden.
De mensen worden nu toegesproken als
of het kinderen zijn. Maar het is niet een
kwestie van de suikerpot een plankje
hoger zetten. Het is een kwestie van le
ren omgaan met alcohol. Pas als alcohol
dwangmatig moet, dan is er wat mis. Als
je niet kunt slapen zonder dat je wat ge
dronken hebt, dan ben je op de verkeer
de weg. Maar er is heus geen sprake'van
verslaving bij twee glaasjes per dag. Als
het rflaar met plezier gaat".
Drooglegging is dan ook het laatste
woord dat Koren in de mond wil nemen.
"Een beetje minder is ook goed". Toe
vallig precies dezelfde woorden die in de
laatste uitzending van Het Capitool ge
sproken werden, door -ambtenaar En
gelsman.
openbaar dronken vértoonden. Iets der
gelijks geldt ook voor veel andere over
tredingen: de sterke arm was het mach
tigste wapen om de minder bedeelden in
het gareel te houden. Tegenwoordig is
geweld uit de mode. Iedereen moet
voorgelicht worden, zodat hij/zij uit zich
zelf de dingen achterwege laat die scha
delijk worden geacht en het gezag niet
meer hoeft in te grijpen. Het is de bedoe
ling dat men zich beschaafd gedraagt,
ook zonder dat er een agent in de buurt
Voorlichting is dus het nieuwe wapén,
meer voorlichting. Maar iedereen weet
toch al dat alcohol niet echt gezond is?
Voorlichting is het moderne wapen, zo
als de lange lat dat vroeger was. Geef
geld voor voorlichting en we zyn van al
les af. "Wij hebben ze goed voorgelicht,
als ze dan toch..." En inderdaad is drank
gebruik ieders eigen verantwoordelijk
heid.
Verkeer
Er is echter een plaats waar drankge
bruik ophoudt je eigen verantwoorde
lijkheid te zijn, en dat is in het verkeer.
Zoals ook het kabinet heeft opgemerkt,
is het rijden onder invloed "een maat
schappelijk probleem van de eerste ór
de" geworden. Men zou derhalve fors
optreden verwachten, maar in plaats
daarvan komt een "samenhangend pak
ket" van achterhaalde, vage en onzinni
ge maatregelen waarin geen enkele lijn
of prioriteit is te ontdekken. Dat is, zo
zou men kwaadaardig kunnen opmer
ken,'geen wonder: onder de beschonken
brokkenmakers vinden we niet alleen
eenvoudige werknemers maar ook emi
nente politici, van Pronk en Smallèn-
broek tot Van Dam en Verkerk-Terpstra.
Voor wie minder kwaadaardig is, moet
het een raadsel zijn waarom nu juist het
"maatschappelijk probleem van de eer
ste orde" niet is aangepakt.
Rijden onder invloed is een moeilijk
onderwerp. De reactie van de meeste
mensen als ze horen dat de buurman in
beschonken toestand een ernstig onge
luk heeft veroorzaakt, is niet zozeer dat
ze het kwalijk vinden dat hij drinkt, zelfs
niet dat hij dronken rijdt, maar dat hij
niet weet wat hij aankan. Mensen wor
den razend als in hun omgeving een on
geluk met alcohol gebeurt, maar zelf
stappen ze toch om twaalf uur met een
paar pilsjes op achter het stuur.
Heeft strafverzwaring zin? Voor cel
straf kan het antwoord kort zijn: neen.
De recidive (in de oude fout vervallen)
onder gestraften is even hoog als onder
degenen die er met een waarschuwing
vanaf komen: bijna één op drie.
En de pakkans verhogen? In Weert
werd van 1983 tot halverwege 1984 de
controle verdrievoudigd, en iedereen
werd daarover van te voren uitgebreid
geïnformeerd. Het rijden onder invloed
werd er niet minder op.
U wilt niet alleen drinken, u wilt ook
autorijden. Dat gaat niet samen. Het in
houden van het rijbewijs, ^1 dan niet met
proeftijd, lijkt mij de besté maatregel in
de bestrijding van dronken rijden. De
weerstand die u nu voelt bij het lezen
van dit voorstel is het beste bewijs van
mijn gelijk. Het is ook een voorstel dat
riiet tussen die van de regering is te vin
den.
HANS VAN MAANEN