De slag om het stoffelijk overschot
Steeds meer crematies breken natuursteenbedrijven op
ZATERDAG 12 OKTOBER 11)85
EXTRA
PAGINA 23
Het kon natuurlijk niet uitblijven. Met het almaar
toenemende aantal crematies is het aloude
grafmonument een kwijnend bestaan gaan leiden.
En dat is een tegenvaller voor de
natuursteenbedrijven, die in de afgelopen jaren ook
al rake klappen kregen in de bouw. Gevolg: een
keiharde concurrentiestrijd en een geïriteerd
schrijven aan 728 Nederlandse gemeenten, waarin
en passant de integriteit van de uitvaartverzorger
op de tocht wordt gezet. Reportage over de
doodsstrijd van een bedrijfstak.
Een begrafenisplechtigheid in weer en wind. "Misschien dat uitvaartverzorgers liever binnen zitten", zegt steenhouwer Johan Buddinqh bits. Inzet:
het crematorium Westerveld, tot 1955 het enige in Nederland. Thans zijn er 25 crematoria. t (foto's De Boer/and
De brief die het bedrijfschap na-
tuursteenbedrijf (met 275 onderne
mingen en 1300 werknemers, exclu
sief de eigenaren, de kleinste van al
le bedrijfschappen) aan 728 ge
meentebesturen heeft gezonden, is
een opmerkelijke:
Geacht college. Sinds een groot aan
tal jaren is er met betrekking tot de lijk
bezorging een verscliuiving te zien van
begraven naar cremeren. Niet alleen
ethische, ook financiële overwegingen
spelen daarbij een belangrijke rol. In
veel gevallen is in de families op het mo
ment van overlijden nog geen besluit ge
nomen ten aanzien van begraven of ere-
meren, hetgeen vooral het geval is bij
plotselinge sterfgevallen en geconsta
teerd kan worden dat dan de beïnvloe
ding door de uitvaartverzorger van gro
te betekenis is. Juist en met name het fi
nanciële aspect wordt hierbij door iiit-
vaartverzorgers vaak benadrukt. Veel
gemeenten hebben zichsoms door bud
gettaire overwegingen gedwongen, ge
noodzaakt gezien de grafrechten en an
dere tot het graf te rekenen kosten te ver
hogen. Gevreesd moet echter worden dat
we hierdoor in een vicieuze cirkel belan
den, omdat door de verhoging van de
kosten voor begraven steeds meer men
sen zullen kiezen voor cremeren, ook zij
die daar aanvankelijk gemoedsbezwa
ren tegen hadden, met als gevolg dat gro
tere exploitatietekorten op de gemeente
lijke begraafplaatsen gaan ontstaan en
de kosten van begraven nog verder moe
ten worden verhoogd. Ook is gebleken
dat veel nabestaanden achteraf spijt
hebben van de keuze voor crematie, met
name bij verstrooiing van de as. omdat
er geen plaats, geen gedenkteken is
waarbij men kan rouwen en aan de
overledene kan terug denken. Indien de
keuze tussen begraven of cremeren geen
financiële meer behoeft te zijn en alleen
ethische en/of principiële motieven door
slaggevend zijn, dan zal op den duur
blijken dat de afname van het aantal be
grafenissen tot stilstand zal kunnen ko
men en dat ook meer mensen zullen be
sluiten de urn in een graf bij te zetten.
Op grond van het vorengaande willen
wij er bij Uw college voor pleiten de graf
rechten te verlagen of. zo dit niet moge
lijk is, te stabiliseren, opdat er een even
wicht komt tussen de kosten van begra
ven en cremeren en ook in de toekomst
begraven financieel mo&èlijk blijft.
Hoogachtend, Bedrijfschap Natuur-
steenbedrijf J.V elders, secretaris.
Klappen
De achterliggende gedachte moge dui
delijk zijn: minder begrafenissen bete
kent minder grafwerk voor de natuur-
steenhandel, die ook al klappen heeft ge
kregen in de bouw. Het is hard gegaan.
In twintig jaar groeide het aantal crema
ties in Nederland van 6,48 procent naar
38,82 procent; omgekeerd betekende dat
een daling van het aantal begrafenissen
van 93,25 procent naar 61,18 procent. De
afgelopen tien jaar verdwenen er 50 na
tuursteenbedrijven. Dat werd niet alléén
veroorzaakt door teruglopend grafwerk,
maar wel voor een belangrijk deel. Ge
middeld draait 55 procent van de omzet
op het leveren van grafmonumenten, on
der welk verzamelwoord ook de zerken
vallen.
De prijzen van een grafmonument lo
pen sterk uiteen: vanaf 500 gulden tot
5000 gulden (inclusief BTW) en zo ver
daarboven als de nabestaanden dat wil
len, of beter gezegd: kunnen. Soms -
maar die opdrachten komen steeds min
der voor - worden er uitvoeringen gele
verd van tien-, twintigduizend gulden.
Meest gangbaar zijn de modellen van
rond 2500 gulden, waarvoor men krijgt:
een natuursteenband van 12x8 centime
ter, een 4 tot 5 centimeter dikke natuur
steen letterplaat van 85x85 en de inscrip
ties van f 4,50 per letter mits machinaal
aangebracht; ouderwets hakken komt
op 15 gulden per letter, wat gezien de
prijs niet zo vaak gebeurt.
Wel het op elkaar inhakken. Vanuit de
nood is er onder de natuursteenbedrij
ven een harde concurrentie ontstaan.
Niet iedereen houdt-zich aan de onge
schreven wet dat men uit piëteitsover-
wegingen pas veertien dagen na het
overlijden in contact treedt met de nabe
staanden. Die onderlinge rivaliteit is in
de steden feller dan in de,dorpen. „Want
als je op het platteland te vroeg bij de
mensen op de stoep staat, schoppen ze je
eraf en je komt er nooit meer op." Steen
houwer Moonen uit Hoensbroek over
een ander aspect: „Men duikt tegen
woordig vaak zelfs tot onder de bodem
prijs, wat niet alleen vervelend is voor
collega's, maar ook voor de leveranciers
die betalingsproblemen krijgen met de
bedrijven". Johan Buddingh sr., steen
houwer te Veenendaal: „Er zijn gebie
den- waar ze elkaar de nek afsnijden".
Propaganda
Buddingh is voorzitter van een specia
le conlmissie die binnen de Algemene
Nederlandse Bond van Natuursteenbe
drijven (ABN) werd benoemd om de
strijd aan te binden tegen de dalende
werkgelegenheid op het gebied van graf
monumenten. De brief, onlangs, aan de
gemeentebesturen was de eerste stap.
Buddingh: „Zoekend naar Oorzaken,
zijn we ons binnen de ABN gaan realise
ren dat wij in tegenstelling tot de crema-
toriümwereld niet aan acties doen. Rond
cremeren is er een enorme propaganda.
Daar zit'veel geld achter".
Dat klopt. De Koninklijke Vereniging
voor Facultatieve Crematie heeft dit jaar
ten behoeve van reclamevoering een
budget van 550 000 gulden en werkt
daarvoor met een professioneel bureau
in Rotterdam. Overigens heeft de Facul
tatieve een stapje terug gedaan; in 1983
stond er nog ruim 900.000 gulden voor
marketing op de begroting. De AVVL
(Arbeiders Vereniging Voor Lijkver
branding) beschikt voor wat men daar
noemt „het naar buiten treden" over
478.000 gulden. Bij de natuursteenbe
drijven bedraagt die post 275.000 gul
den, maar niet doelgericht voor het graf
werk; dat bedrag is er voor alle sectoren
en bovendien jneer afgestemd op inter
ne dan externe acties. Wat dat betreft,
lopen de crematie-organisaties voorop,
met in hun schaduw niet alleen de steen
houwers maar ook de bonden van uit
vaartondernemers. Uitgezonderd Ne
derlands grootste coo'peratieve organi
satie DELA (Draagt Elkanders LAsten;
1,5 miljoen polissen) waar men dit jaar
anderhalf miljoen gulden uitgeeft aan
reclame, die zich uitstrekt tot radio en
televisie. Niet zonder succes: DELA
boekte in 1984 een aantal van 34.000
nieuwe verzekerden, wat een record in
het 49-jarig bestaan betekende.
Behalve de steenhouwers, zijn ook de
bonden van uitvaartondernemers opge
jaagd door het pr-werk. Niet de FKB, de
Federatie van Katholieke Begrafenisver
enigingen waarbij 56 van de 75 katholie
ke organisaties in het land zijn aangeslo
ten. Pater Johannes van'Gooi, secretaris
van de FKB: „Bij wijze van uitzondering
hebben we dit jaar voor hét eerst iets ge
daan aan reclame: een advertentie in de
Pius-almanak. Daar kwam een rekening1
voor van 500 gulden. Van dat bedrag is
het bestuur zo hevig geschrokken dat
het heeft gezegd: dit was eens en nooit
Reclamebudget
De NUVU (Nederlandse Unie Van on
dernemers in het Uitvaartverzorgings-
bedrijf; 350 leden) gaat wél inhaken op
de ontwikkelingen. Voor het eerst is er
een reclamebudget vastgesteld: 125.000
gulden per 1 januari 1986. De|NVU (Ne
derlandse bond Van Uitvaartverenigin
gen; 500 leden) en de LOVU (Lahdelijke
Organisatie Van Uitvaartverenigingen;
22 grote verenigingen in coöperatief en
associatief verband) zijn nog niet zo ver,
maar bij beide organisaties werden
werkgroepen geinstalleerd om dit on
derwerp te bestuderen'en/of wervings
acties voor te bereiden.
Terug naar de brief van het bedrijf
schap natuursteenbedrijf. Een schrij
ven, opgesteld door de commissie-Bud-
dingh die zes keer bijeen kwam maar het
niet tot een rapport bracht. „Als we amb
tenaren waren geweest", zegt voorzitter
Buddingh „had eF een rapport op tafel
gelegen. Ambtenaren kunnen daarvoor
gaan zitten. Wij niet Bij ons moet het
bedrijf doordraaien".
Niet alleen ontbreekt er een rapport,
harde bewijzen voor de beschuldigingen
aan het adres van de uitvaartverzorgers
en bewijzen voor het grote aantal spij
toptanten onder de nabestaanden van
gecremeerde overledenen zijn eveneens
niet voorhanden. Buddingh: „Die ko
men wel, daar maak ik me geen zorgen
over".
Gerrit Suurendonk sr. (steenhouwer
te Haarlem, 55 jaar in het vak), de ere
voorzitter van de ABN en thans voorzit
ter van het voorlichtingscentrum ABN:
„We hebben dat inderdaad niet allemaal
zwart op wit, maar vanuit de praktijk is
door onze leden zoveel aangedragen,
daar kunnen we niet omheen. Maar toe
gegeven: zolang je het niet met bewijzen
op papier kunt aantonen... tja, dan moet
je het geruchten noemen".
Wildgroei
De brief nu. Eerste, alinea: financiële
overwegingen spelen een rol bij de keu
ze voor crematie. Als Ed Nijpels gelijk
krijgt, zal dat niet zo lang meer duren. In
zijn functie van voorzitter van de Stich
ting Voorlichtingscentrum Cremato-
riumbouw zei Nijpels op 28 november
1983 bij de heropening van het cremato
rium Groningen: „Er dreigt een wild
groei te ontstaan bij de bouw van nieu
we crematoria. Het voorspelbare gevolg
daarvan zal zijn dat veel crematoria met
exploitatieverliezen te maken krijgen.
Die verliezen zullen leiden tot hogere ta
rieven, of tot afbreuk aan dienstverle
ning en stijl, oftewel tot beide. In elk ge
val zijn de burgers van Nederland de
verliezers".
Op dat moment bedroeg het aantal
crematoria 21 (in 1950 was dat een; in
1970 zeven; in 1975 vijftien). Intussen
zijn er vier bij gekomen (Nijmegen.
Zwolle, Geleen, Schiedam) en wordt in
november te Beuningen het zesentwin
tigste crematorium geopend. Wanneer
de nieuwe wet op de lijkbezorging er
door is en iedereen een crematorium
mag bouwen/exploiteren met winstoog
merk (thans verboden), wordt een nog
grotere expansie verwacht. Op dit mo
ment is in elk geval'cremeren goedkoper
dan begraven.
Een sluitend financieel beeld daarom
trent valt niet te maken. Daarvoor lopen
de tarieven te ver uiteen omdat de ge
meenten een eigen beleid voeren, afge
stemd op de exploitatiekosten; daarvoor
ook z;jn de secundaire punten te ver
schillend. Bijvoorbeeld: wie op Texel de
klok geluid wil hebben moet daarvoor
apart f 42,05 betalen, terwijl dat elders in
een algemene regeling zit vervat. Begra-
véh in een algemeen graf (de minst dure
mogelijkheid) betekent over het alge
meen drie 'stoffelijke overschotten in
één graf, maar niet aan de kustlijn van
Zeeuwsch-Vlaanderen waar vanwege de
'waterstand niet dieper gegraven kan
worden dan voor e'e'n kist; terwijl men
er daar 175 gulden voor. betaalt en het
tarief voor een gemeentelijk algemeen
graf in Rotterdam 795 gulden is.
Verschillen
Wat cremeren betreft: de Cremato
rium Verenigingen Nederland (samen
werking tussen de AVVL en de Faculta
tieve)' heeft een landelijk uniforme rege
ling van 795 gulden/de gemeente Am
sterdam rekent 895 gulden, Middelburg
(gemeente) 760 gulden en Enschede
(stichting Twente) 845 gulden. Wie de as-
bus plaatst in het colombarium (bewaar
plaats) van Rotterdam is voor de eerste
vijfjaar 434 gulden verschuldigd; in Am
sterdam staat dat bedrag op 475 gulden
maar dat voor de dubbele periode (tien
jaar) en bovendien mogen er voor die
som twee asbussen geplaatst worden.
Wat het maken van een gemiddelde
kostenvergelijking ook bemoeilijkt is
het verschil in de uitgaveh die gemoeid
zijn met vervoer. Het beeld wordt ten
slotte ook nog vertroebeld doordat er
naast de gemeentelijke ook kerkelijke
en particuliere begraafplaatsen bestaan
die op een totaal andere basis kostenbe
rekeningen maken. Begraven lijkt ech
ter over het algemeen duurder dan cre
meren, niet in de laatste plaats door de
kosten van een grafmonument.
In de eerste alinea van de brief aan de
gemeentebesturen, beschuldigen de na
tuursteenbedrijven de uitvaartverzor
gers van beïnvloeding. Toelichting van
Buddingh: „Ze sturen het vaak aan op
crematie. Waarom weet ik ook niét pre
cies, maar ze doen het; dat ervaren véél
van onze leden. Misschien verdienen ze
meer aan een crematie, of misschien
komt het omdat ze liever lekker warm
binnen zitten in plaats van bij een begra
fenis door weer en wind té moéten sjou
wen. Wij hebben dé bonden van uit
vaartverzorgers om een gesprek ge
vraagd en ik denk dat er dan een hoop
duidelijk zal worden".
Daar ziet het inderdaad naar uit, maar
niet in de zin die Buddingh bedoelt. Wat
duidelijk zal worden is dat die bonden
verontwaardigd zijn óver de aantijging
zoals die terechtkwam bij alle gemeente
besturen van Nederland. Unaniem ver
oordelen ze de beschuldiging en dat
doen ook hun leden, die erbij aanteke
nen dat als het louter om de centen gaat
ze beter zijn met een begrafenis vanwe
ge de winstmogelijkheid op de kist die
veel duurder is dan bij een crematie,
plus de mogelijkheid van provisie van
de steenhouwer die ze vanuit huri con
tact met de nabestaanden aan de op
dracht van een grafmonument kunnen
helpen. „Het zijn de nabestaanden die
kiezen, niet wij", roepen ze in koor.
Uitvaartverzorger Hulsebus van de
Coöperatieve in Groningen: „Wat willen
die natuursteenbedrijven nou eigenlijk?
Dat we tegen de mensen gaan zeggen:
kies voor begraven want het is zo sneu
voor de steenhouwers? Laat die steen
houwers omschakelen als hun produkt
het iri deze tijd niet meer doet. Dat heb
ben de kolenboeren ook moeten doen
toen er centrale, verwarming kwam".
Bij de bonden toont de secretaris A.
Boxstarf van de NUVU zich het meest
opgewonden. „Schande, die beschuldi
ging. Een noodkreet zonder bewijzen. Ik
wil best met de steenhouwers aan tafel,
maar dan moet er gepraat worden op ba
sis van goede en redelijke argumenten,
anders heb ik er geen zin in. Wij zijn er
niet om iets te verkopen, wij zijn er om
te doen wat de overledene heeft gewild
of wat de nabestaanden verlangen. Het
zal me worst zijn of ik ér met een naar
een begraafplaats moet of naar een cre
matorium".
In de tweede alinea van de brief rich
ten de natuursteenbedrijven zich recht
streeks tot het gemeentebestuur, met als
kernpunt de hoge grafrechten. Er moet
betaald worden voor het delven en
dichtmaken van .het graf, er moet een
koop- of huürsom betaald worden, on
derhoud van het graf en een toeslag voor
het plaatsen van een monument. Die be
dragen lopen enorm uiteen omdat ze af
hankelijk zijn van de exploitatiekosten.
„We hebben de.indruk"é zegt Buddingh,
„dat veel gëmeenteh hun begraafplaat
sen beschouwen als een sluitstuk op de
begroting. Waarom de kosten tot de laat
ste cent doorberekend? Waarom de
voetbalclub wèl subsidie en de begraaf
plaats niet? Met een vórm van subsidie
kunnen de tarieven van begraafrechtën
omlaag".
De commissie Buddingh zou de cijferS
van de gemeente Amsterdam eens moe
ten bekijken. In 1980 bijvoorbeeld bere
kende de gemeente maar acht miljoen
gulden door van de dertien miljoen aan
kosten. Door een efficiënt beleid zijn de
uitgaven in Amsterdam teruggedron
gen, maar nog altijd spijkert de gemeen
te bij; vorig jaar twee miljoen gulden.
Uiteenlopend
Een indruk van hoe de bedragen voor
een eigen graf bij de gemeenten uiteen
lopen: in Kennemerland rekent de ge
meente Haarlem 530 gulden en 627 gul
den voor de ,huur van 10 jaar; 'ih Blöe-
mendaal bedragen die tarieven respec
tievelijk 317 gulden en 431 gulden; in
Heemstede 715 gulden eh 1543 guldern
(huur gedurende 20 jaar); Wéstervéld 950
gulden en 750 gulden; Velsen 400 gulden
en 1224 gulden (huur gedurende 20 jaar);
Zaanstad 322 gulden en 777 gulden
(huur voor 20 jaar); Purmerend 410 gul
den en 420 gulden. Het plaatsingsrecht
voor een grafmonument is in Ede 520
gulden, in Wijk bij Duurstede vijf gul
den en een kwartje, in Rotterdam 102
gulden, in Roosendaal 360 gulden, in de
stad Groningen gratis en in Amsterdam
75 gulden.
De eerste reacties van de gemeentebe,
sturen zijn voor de commissie Buddingh'
niet bepaald hoopgevend. Een groot
aantal colleges liet onomwonden weten
„niet bereid te zijn de gemeenteraad een
voorstel tot verlaging van de grafrechten
te doen. De financiële positie van deze
gemeente laat geen verlaging toe".
Anderen stellen het wat gematigder,
maar het komt op hetzelfde neer: „Ik
heb uiteraard begrip voor de moeilijkhe
den in uw bedrijfstak, doch ik meen te
moeten constateren dat deze slechts van
beperkte betekenis kunnen zijn voor het
beleid op de gemeentelijke begraafplaat
sen." In velé gevallen wordt door colle
ges gewezen op een toch al soepel beleid
(laag dekkingspercentage) van waaruit
besloten wordt de rechten niet jaarlijks
te verhogen. Enkele gemeentebesturen
nemen het in hun antwoord op voor de
plaatselijke uitvaartverzorgers. „Wij de
len Uw mening over beïnvloeding niet".
Het gemeentebestuur van het Gro
ningse Eelde haalt uit. „Men moet niét
met een misplaatste vinger wijzen naar
een ander". Het Eeldese college wrijft de
natuursteenbedrijven vervolgens onder
de neus dat juist de kosten van grafmo
numenten de prijs voor een begrafenis
opdrijven. En het besluit met de sugges
tie dat „een consument-vriendelijk op
treden" van de steenhouwers misschien
zou kunnen helpen. „Wij menen te mo
gen stellen dat er sprake is van een
moordende concurrentie. Daarom aan U
de suggestie te bezien of hieraan iets in
positieve zin kan worden gedaan".
Spijt
En dan is er in de brief van de natuur
steenbedrijven de passage over nabe
staanden die achteraf spijt hebben van
een crematie. De commissie Buddingh
doelt dan op het grote aantal verstrooiin
gen (landelijk rond 95 procent), wat ook
al niet bevorderlijk is voor het grafwerk.
Maar dat bedoelt Budding in een toe
lichting nadrukkelijk niet. „Het gaat mij
er primair om, dat mensen met betrek
king tot cremeren beslissingen nemen -
zoals met verstrooiing van de as - waar
ze achteraf spijt van krijgen. Naar mijn
mening is de voorlichting niet altijd juist
en nemen nabestaanden een besluit op
financiële gronden. Daar gaat het me
.De crematie-organisaties zeggen niet
of nauwelijks geconfronteerd te worden
met spijtoptanten. Een uitvaartverzor
ger: „Ach, er is altijd wel eens iemand
die achteraf zegt: had ik hem of haar
maar laten begraven, nu is er niets meer.
Maar dat komt zelden voor. Ik zou het
zeker geen probleem willen noemen".
AWL-woordvoerder C. de Lugt: „Wij
kennen een afdeling nazorg. Een van de
standaardvragen slaat op dit onderwerp.
Per jaar stellen we die vraag gemiddeld
4500 keer. Het aantal dat spijt blijkt te
hebben van verstrooiing is te verwaarlo-
Gerrit Suurendonk, erevoorzitter van
de bond van natuursteenbedrijven: „Ik
heb acht jaar geleden myn vrouw begra
ven. Op de dagen die we gedenken -
haar verjaardag, haar sterfdag - komt de
hele familie. Dan kunnen we bij dat graf
op elkaar wachten. Laatst zei iemand te
gen me: ik heb dat niet. Mijn vrouw is
gecremeerd, haar as is verstrooid. Jij
kunt tenminste nog op bezoek bij je
vrouw. En zo is het. Hoe ze het ook uit
leggen: ik vind crematie moord op de
nabestaanden".