Wat te doen als je man porno koopt? N Grimmige gedichten over dood en verderf BO Italo Svevo en de invloed van Freud DE KEER Na negentien jaar tweede bundel van Neeltje Maria Min TondvliGt Militante vrouwen en politieke weifelaars EK Jubileumnummer Tirade WOENSDAG 9 OKTOBER 1985 PAGINA 21 Voor lezers van Hollands Maand blad zal het debuut van Vonne van der Meer, 'Het limonadege- voel andere verhalen', niet uit de lucht komen vallen. Ze publi ceert immers met een zekere re gelmaat in dit literaire tijdschrift. Vijf van de zeven verhalen uit haar debuut hebben dan ook in Hollands Maandblad gestaan. Vervelend moet die tweede ontmoeting niet zijn, want de meeste verhalen van Vonne van der Meer zijn het waard om te herlezen. We hebben hier dus te maken met een mooi debuut, om maar gelijk met de deur in huis te vallen. Al lezende kom je tot het besef dat er zorgvuldig is na gedacht over stijl en compositie van de verhalen. In alle verhalen is een vrouw de hoofdpersoon. Door haar ogen wordt de wereld bekeken. Hoe wel... wereld is een te vage aanduiding, aangezien Vonne van der Meer telkens een con creet onderwerp behandelt. In 'Afscheid van Phoebe' is dat bijvoorbeeld de miskraam; in 'Rook', het tweede verhaal, wordt de hoofdpersoon, die evenals Van der Meer regisseuse is, door een vrouw achtervolgt die denkt dat de hoofdpersoon het op haar voorzien heeft; en in het titelverhaal ontdekt een vrouw dat haar man/vriend in het geniep pornoblaadjes leest, bekijkt. In 'Het limonadegevoel' is Van der Meer trouwens op haar best. Wat betekent het voor een vrouw als ze ontdekt dat haar man zich vergaapt aan vrouwen van pa pier - dat weet ze te beschrijven zonder in radicaal feministische onzin te vervallen, zonder dus die man al te hebben veroor deeld nog voordat er ook maar over het onderwerp is nage dacht. "Bekeek hij, bedacht ik plotse ling, die foto's ook, voordat hij zijn hand naar mij uitstrekte? Strekte hij die hand helemaal niet naar mij, maar naar iemand anders uit? Wie was eigenlijk het substituut, de papieren vrouw of ik?" Het eindigt ermee dat de vrouw haar erotische fantasie vertelt. Zijn zak vol porno wordt vergeleken met hgar fantasie. Grappig die overeenkomsten, zegt hij. En zij,-aan het einde van het verhaal: "Soms denk ik dat ik nooit zal wennen aan het beeld van twee plastic zakken, bunge lend ieder aan zijn eigen verwar- mingsknop". Nogmaals: een mooi debuut, zij het dat ik één bezwaar heb: het is jammer dat het verhaal 'Rook' met ?o'n sisser afloopt. Zoals gezegd gaat dat verhaal over een vrouw die een regisseu se achtervolgt omdat die toneel maakster het op haar voorzien zou hebben. Niets is haar teveel: ze belt diep in de nacht op en gooit ruiten in. Aan het einde van het verhaal heeft de hoofdpersoon in het ca fé een gesprek met een Rus. Nee, verhuizen wil ze niet. "En los daarvan', zei ik heldhaftig, 'ik kan me toch niet laten wegpes ten?' 'Nee?' zei de Rus en hij glimlachte breed. 'Nou ja, zolang je er nog van geniet". Dit is een sisser; op dit mo ment had er op z'n minst êen baksteen door de ruit moeten vliegen. Ouderwets Van de Duitse schrijver Mi chael Krüger zijn in het laatste nummer van Avenue een aantal gedichten opgenomen. Als dich ter is hij in zijn vaderland tame lijk bekend. Of hij het als pro zaïst ook is, weet ik niet. Hoewel het me niet zou verbazen, want die ene novelle van Krüger heeft indruk op mij gemaakt. 'Wat te doen? Een ouderwets verhaal' verscheen onlangs in Nederlandse vertaling. Het is een novelle over een intellectueel die de grootste moeite heeft om overeind te blijven in het leven. Telkens weer lijkt hij onderuit te gaan, maar gelukkig: als het touw al bungelend lokt, gaat er - "als in een ouderwets verhaal" - een deur open die toegang ver schaft tot het volgende hoofd stuk waarin de hoofdpersoon weer kan doorgaan met zijn voornaamste handeling: als een door man muis verlaten schip over de oceaan zwalken. Het knappe van 'Wat te doen?' is dat Krüger die tragiek in een humoristische contekst weet te plaatsen. Ondanks alle ellende bleef ik lachen, maar dat kan na tuurlijk ook aan mij liggen. En dan is er zijn stijl. Compact proza, dat volzin en sneltrein vaart weet te verenigen, merkt de uitgever terecht op. Voor een voorbeeld nemen we plaats in de trein: "Hoewel ik bij het vertrek natuurlijk een lege coupé had opgezocht en er op de stations die we aandeden nauwelijks ie mand te zien was geweest, werd mijn deur voortdurend openge rukt, werden koffers naar binnen geschoven en weer naar buiten gezeuld, werden tassen op mijn knieën gezet, sloegen natte jas sen in mijn gezicht en trapten vreemde voeten op de mijne, werd er, kortom, zo gehandeld alsof het reizen in een Duitse trein op een donderdag in okto ber in het begin van de jaren tachtig een puur genoegen was". WIM BRANDS Het limonadegevoel andere ver halen. Auteur: Vonne van der Meer. Uitgeverij: De Bezige Bij In 1966 werd de toen 22-jarige Neeltje Maria Min zeer bekend door haar dichtbundel 'Voor wie ik liefheb wil ik heten'. Er wer den in totaal 80.000 exemplaren van verkocht, waarvan 40.000 in het eerste jaar. Dat is zeer veel voor één enkele dichtbundel. De gemakkelijke toegankelijkheid van het taalgebruik en het feit dat de gedichten gingen over normale menselijke relaties en over de doorsneegevoelens van een adolescent waren ongetwij feld noodzakelijke voorwaarden voor het grote succes. Een groot scheepse publiciteitscampagne en andere niet-literaire omstan digheden gaven echter vermoe delijk de doorslag. Blijkens een interview met Adriaan van Dis op de VPRO-tv heeft Neeltje Ma ria Min daarna jarenlang geen behoefte meer gevoeld om ge dichten te schrijven. Dat wijst op een trotse persoonlijkheid: ken nelijk heeft ze lak aan de gunst van het publiek en de koestering De gedichten in 'Voor wie ik lief heb wil ik heten' waren verbon den met relaties en gevoelens die bijna iedereen na de puberteit heeft of heeft gehad: de relatie tot de vader, tot de moeder, tot de minnaar, tot het kind dat ze was. De gevoelens zijn bekend en hebben de sfeer van de ge dichtjes in Candlelight, het ra dioprogramma van Veronica's Jan van Veen: angst en pijn, lief desverdriet en eenzaamheid, woede en verlangen. Al zijn de gedichten van Min wel beter. In 'Voor wie ik liefheb wil ik heten', speelde de dood nog maar een terloopse rol, al waren er regels als: "miin dood/ begon al in jouw schoot". In feite was dit debuut geschreven vanuit het perspec tief van een jonge vrouw die de geborgenheid van het ouderlijk huis met geweld van zich heeft afgeschud om haar eigen weg te zoeken. Na negentien jaar is nu de twee de bundel van Neeltje Maria Min verschenen: Een vrouw bezoe ken. Op grond van de inhoud zal deze titel in de eerste plaats moe ten worden opgevat in de trant van 'de beproevingen van een vrouw'. Een deel van de gedich ten is geschreven vanuit het per spectief van een oudere levensfa se: de hoofdfiguur is een volwas sen vrouw met een zoon, die ove rigens soms lijkt samen te vallen met een minnaar. Er gebeuren veel meer wonderlijke dingen in deze bundel. De dood speelt een overheersende, vaak pesterige, rol. De drie afdelingen hebben geen titel, maar men zou ze ge makkelijk kunnen verzinnen, bv: I De dodelijke minnaar; II Boosaardige sprookjes van dood en verderf; III De (re) constructie Als men kennis heeft genomen van alle gedichten, blijkt hoe ri dicuul de vraag naar autobiogra fische achtergrond is. Bij de eer ste bundel dook de vraag naar de autobiografie herhaaldelijk op; daar was ze misschien ook niet onredelijk. Hier is ze dom. In de vaak sadomasochistische fanta sieën waaruit deze gedichten be staan, is de vrouw meestal slachtoffer, soms beul. Geboorte en dood, levend maken en dood maken zijn in twee opzichten met elkaar verbonden. Aan de ene kant begint met de geboorte het sterven al, een gedachte die in de eerste bundel ook voor kwam. Aan de andere kant staan mensen elkaar steeds naar het le ven, is de dood van de één een noodzakelijke levensbehoefte voor de ander, een wel heel toe gespitste uitwerking van het ge zegde de één zijn dood is de an der zijn brood. Het is, hoop ik, duidelijk dat Neeltje Maria Min in deze tweede bundel heel ande re akkoorden aanslaat dan in de eerste. Het zijn in hoofdzaak twee, op el kaar lijkende, akkoorden: een kille wrede zonder veel diepte, maar met een parodistisch tikje; en een pijnlijke, zonder voorbe houd ernstige, met een zweem van ondoorgrondelijkheid. De tweede en grootste afdeling van de bundel is samengesteld uit ge dichten van de eerste soort. De verwantschap met sprookjes en griezelfilms is nogal voor de hand liggend. De meest onmoge lijke gebeurtenissen komen aan de orde: een kind verandert in een muis, een halfbroertje wordt gekookt en opgegeten, iemand sterft en staat er zelf bij te kijken, een ander staat elke nacht op uit de dood om te dpden als een soort Dracula. Het is bijzonder spijtig dat deze tweede afdeling ook enkele ge dichten van de tweede soort be vat; daardoor wordt de eenheid van toon geweld aangedaan. 'Middag. De kamer suist' bv. slaat dezelfde tonen aan als de gedichten in de afdelingen 1 en 2. Ook in die afdelingen is het 'sur realistische', het 'onwerkelijke' opvallend. Maar ze zijn niet kil, medeleven krijgt een kans, ze hebben meer kanten en zijn daarom intrigerender. De ge- Neeltje Maria Min dichten in deze bundel zijn overi gens allemaal wel vakbekwaam gemaakt, maar juist sommige van de tweede soort stijgen bo- Gcrhard Jaeger) ven het vakbekwame uit. CHRISTIAAN VISSER. Neeltje Maria Min. Een vrouw be zoeken. Bert Bakker, 14,90. ADVERTENTIE MiKHMDElBV H Haarlemmerstraat 117 j Leiden-tel. 120421 algemene- en assortimentsboekhandel full-time bestelafdeling levertijd vanaf 2 dagen 'De hartstocht van Molly T.' is ondanks het uitdagende plaatje op de omslag geen ero tisch boek, al heeft auteur Lawrence Sanders dat aspect allerminst verwaarloosd. Het originele verhaal speelt zich af in de toekomst. Over enkele jaren is een aantal vrouwen het beu in een ondergeschikte posi tie te verkeren. Ze weigeren te aanvaarden dat aanranders, verkrachters, kinderlokkers en meer van dergelijke figuren er met lichte straffen af komen. Ze nemen het recht in ei gen hand. Er ontstaat een para-militaire orga nisatie, geleid door twee zussen, de één fel en strijdbaar, de ander rustig en organisatorisch sterk. Tegenover dit vrouwelijk geweld plaatst Sanders de figuur van een Amerikaanse se nator, die niet goed weet welke richting hij politiek moet inslaan: de vrouwenactie steu nen of bestrijden. Juist dit politieke aspect maakt dat Sanders' boek verder reikt dan het vaak eenzijdige avontuurlijke genre. Het geeft de jungle aan, waardoor een Ameri kaanse politicus zich veelal een weg moet kappen. Hij of zij moet zich in allerlei onna tuurlijke bochten wringen om een beetje ge loofwaardig te lijken. Naarmate in Sanders' verhaal die vrouwen beweging aan overtuigingskracht verliest wordt het politieke spel boeiender, zodat het alles bij elkaar toch een evenwichtige roman blijft. Vol verrassende en verfrissende wen dingen. 'De hartstocht van Molly T.' door Lawrehce Sanders. Luitingli, prijs 24,90. Berkely Mather is een geboren verteller, die zijn lezers graag meesleept naar de uit hoeken van de wereld. Hij heeft ze via zijn boeken al op vele plekken gebracht, maar zijn voorkeur gaat toch uit naar het Verre Oosten, waar hijzelf zovele jaren van zijn mi litaire loopbaan heeft doorgebracht voor hij met het schrijven van avonturenromans be gon. Nu plaatst hij ons in 'Noodlot in Nan-Ling' terug in de geschiedenis. Naar 1941 om pre cies te zijn. Naar het jaar, dat de Japanners Hongkong bezetten. Een van de overleven den van de bezetting is een blanke zaken man, die met moeite aan het Japanse geweld kan ontkomen. Hij vlucht, maar het kost hem heel wat hachelijke momenten voor hij zijn vrijheid heeft verzekerd. En op die tocht komt hij niet alleen tegenstanders tegen, maar ook mannen en vrouwen van wie hij niet weet óf zij al of niet naast hem staan. Laat ik geen poging doen de vlucht te be schrijven, dat doet Berkely Mather zelf heel begaafd. En hij levert zo een stuk leuke ont spanning af. 'Noodlot in Nan-Ling' door Berkely Mather. El sevier, prijs 17,90. 'Een dode man kun je dus een schop geven zonder dat hij boos wordt". Volwassenen zullen zo'n 'oneerbiedige' opmerking niet snel over hun lippen krijgen. Het is niet zozeer verwondering die hen bevangt bij het zien van een dode als wel droefheid. Voor het zevenjarige jongetje 'Umbertino', een van de persona ges uit Italo Svevo's gelijknamige novelle, ligt dat anders. Als hij met het ontzielde lichaam van zijn vader is geconfronteerd, is bo venstaande uitspraak zijn laconieke commentaar. Die jeugdige onbevangenheid - het is wat Umbertino's grootva der, de ik-figuur in dit boek, zo in zijn klienzoon aantrekt. Hij vindt het heerlijk om met de jongen uit wandelen te gaan, of schoon hij nu niet bepaald een kindervriend genoemd kan wor den. "Zijn onervaren voeten zorgen ervoor dat hij mijn stappen niet te langzaam vindt en ik pas bij hem door mijn zwakke lon gen". De moeder van Umbertino is al vroeg weduwe geworden. Ze is ontroostbaar. Ze laat haar tranen rijkelijk vloeien, zoals het hoort in een Italiaans boek. Als ze via Umbertino te weten komt, dat Bigioni, de boezemvriend van haar man, van plan is haar ten hu welijk te vragen, barst ze in een verontwaardigd snikken uit. De grootvader heeft daar zo zijn eigen gedachten over. Hij vindt Bi gioni een respectabel heerschap en zeker geen slechte partij voor zijn dochter. Dit eenvoudige verhaal, doorschoten met bespiegelingen over liefde, huwelijk, erfelijkheid, ouderdom en jeugd, vormt de hoofd moot van de novelle. In Umbertino is goed te merken dat Svevo nogal wat invloed heeft ondervonden van Freud. Er wordt lustig op los gepsycholo giseerd in dit boekje. Soms is dat heel vermakelijk, af en toe, als de speculaties worden gepresenteerd* als waarheden, waaraan niet valt te tornen, wordt het irritant. Zo schrijft Svevo ergens: "....wan neer iemand de mogelijkheid om zelf lief te hebben is ontnomen, wordt hij door een onweerstaanbaar instinct gedwongen het via iemand anders te doen". Dit soort beweringen slaat nergens op. Voor hetzelfde geld kun je stellen: "...wanneer iemand de mogelijkheid om zelf lief te heb ben is ontnomen, wordt hij door een onweerstaanbaar instinct gedwongen zulks ook een ander te beletten". Ook staat er pagina 17 een hinderlijke compositiefout. Plotse ling blijkt de ik-figuur, de grootvader dus, in staat om in het hoofd van zijn kleinzoon te kijken. Svevo, alias de grootvader, schrijft: "En Umbertino dacht: Als het nog eens gebeurt laat het paard zich misschien niet pakkenWaarom plotseling een alwetende ver teller? Svevo is in dit boekje niet over de gehele linie op zijn best, maar er blijft toch nog heel wat te genieten over, vooral als zijn bijtende cynisme om de hoek komt kijken. Ergens, als de ontroostbare weduwe bezoek ontvangt van ene Clara, bij wie ze haar hart kan uitstorten, schrijft Svevo: "....Augusta verzekerde me dat als ze in gezelschap van Clara was, Antonia aanmerkelijk minder huilde. Ik begrijp het: je neemt je voor een bepaalde hoevelheid tranen te vergieten en met je tweeën lukt je dat vlugger". Al je zoiets leest kun je alleen maar hopen dat het Verzamelde Werk van Svevo er nog een keer kom. CEES VAN HOORE Italo Svevo, Umbertino, vertaald door Frédérique van der Velde, uitgeve rij Goossens, ƒ15,-. Het veertigjarig jubileum van uitgeverij Van Oorschot is, ondanks hardnekkig de ronde doende geruchten over de zuinigheid van de oprichter, groots aangepakt. Het feestpakket: de imposante 'Ge schiedenis van de Russische Literatuur' van Karei van het Reve; de bundel,'Gedichten', een keuze uit eigen werk door Elisabeth Eybers, F. Harmsen van Beek, Judith Herzberg, Hanny Michaelis, Annie M.G. Schmidt en M. Vasalis; 'Voor het verdwijnt en daarna', een bundel met nieuwe gedichten van Rutger Kopland; 'Liefdes tredmolen', nieuwe dierenverhalen van A. Koolhaas en - last but not least - een bijbeldik nummer van het literaire tijdschrift Tira de, het 300ste alweer. Na het openingsgedicht van Rutger Kopland waarin een bezoek aan Van Oorschot wordt beschreven, staat een artikel van Ad Fransen. Zeer nauwgezet beschrijft hij de geschiedenis van het het literaire tijdschrift De Parasol. Ook Jeroen Brouwers is na een tijd van zwijgen weer van de partij met een fragment uit zijn nieuwe roman 'De Zondvloed'. En polemiek?, zult u vragen, wordt dat nog geschreven? Ja hoor. Een van de artikelen is van de hand van Herman Verhaar. In 'Keizer Brakman en zijn kleermakers' krijgt de auteur er flink van langs. Verhaar verwijt Brakman dat hij het werk van Kafka schaamte loos heeft misbruikt. Hij noemt hem een'schrijver die zich te goed doet aan de volheid van een andere schrijver. Uit angst natuurlijk om in leven te blijven'. De laatste twee zinnen van dit artikel: "Hij kan het ook niet helpen. Maar moet dat worden toegejuicht?" Dat misschien niet, maar deze uitgave in ieder geval wel. Tirade 300, uitgeverij Van Oorschot, prijs ƒ15,- Jeroen Brouwers De literatuur kan men zien als een ingewikkeld stelsel van pres tiges en reputaties, van degrada ties en promoties, van aanzien genieten en uit de gratie zijn. In de rangorde staan de schrijvers van ontspanningsromans heel laag aangeschreven en makers van de eeuwen trotserende dichtwerken heel hoog. Wat verleent het werk van een auteur prestige? Waardoor wordt een literair werk groots? Met in drukwekkende verkoopcijfers en zelfs met lovende kritieken heeft het niet zoveel te maken. Wél met de mate waarin een au teur een eigen kosmos heeft we ten te bouwen en het aantal ni veaus waarop zich zijn tekst laat lezen. De hoogste plaatsen op de lite raire ladder worden bezet door die werken waar lezers na eeu wen nog niet op uitgekeken zijn. Er is maar zeer weinig van die li teratuur waarbij je de strengste maatstaven kunt aanleggen. Als bespreker van alledaags literair werk kun je je eisen dan ook zel den tot dat allerhoogste op schroeven. Bij het beoordelen van de meeste boeken kun je niet meer zeggen dan dat ze in hun soort al dan niet geslaagd zijn, niet meer vaststellen dan dat de auteur zijn bedoelingen al dan niet waarmaakt. De nieuwe roman van Hubert Lampo, 'De eerste sneeuw van het jaar', zich voornamelijk af spelend tijdens de Tweede We reldoorlog, is in zijn soort een ge slaagd werk. Om een indruk van het soort te geven waartoe dit boek behoort zou je kunnen zeg gen dat het zeer geschikt is voor lezers die Jan Terlouws 'Oorlogs winter' zijn ontgroeid, maar nog net niet toe zijn aan 'Het stenen bruidsbed' van Harry Mulisch. Lezers uit deze categorie zul len de roman stellig eenvoudig en ontroerend vinden. Anderen die hun eisen hoger stellen dan de ambities van de schrijver rei ken zullen het boek wellicht als clichématig en sentimenteel be stempelen. Lampo's belangrijkste talent is dat hij een echte verteller is en vertellers genieten op het ogen blik niet veel i Zijn nieuwe roman voert ons weer zijn vertrouwde wereld bin nen met de stad Antwerpen als decor, een onmogelijke liefde als onderwerp en wat magisch-rea- listische trekjes. Op een decembermorgen in de jaren tachtig krijgt de hoofdfi guur, Hans Verstraten, panne met zijn autó. In het dorpje waar hij móet wachten tot zijn auto is gerepareerd ontmoet hij een ou de vriend van het gymnasium. Die ontmoeting betekent voor Verstraten een confrontatie met 'De belangrijkste gebeurtenis' uit zijn jeugd. Dé schoolvriend is van plan de begrafenis te bezoe ken van een lerares Grieks, Jo- lande Verlinden door de leerlin gen van de bijnaam Mata Hari voorzien. Verstraten besluit mee te gaan naar de uitvaart van de vrouw die voor hem veel meer dan een lerares is geweest, maar die hij geheel uit het oog had ver loren. Wat heeft zich tussen hen afge speeld? Daarvoor voert de vertel ler ons terug naar 1943 en 1944. Verstraten en zijn makkers zijn leerlingen van een gymnasium. Op een kwade dag echter wordt hem een oproep bezorgd van het Arbeitsambt - hij zal in Duits land moeten gaan werken. Een bereidwillige leraar ver wijst hem naar mevrouw Verlin den, de zeer aantrekkelijke vrij jonge lerares Grieks. De lerares is bereid hem verder te helpen. Zij heeft daarvoor de contacten, naar al snel blijkt doordat ze met een SS militair is getrouwd hoe wel haar eigen sympathieën be paald niet aan nazizijde liggen. Onder meer door haar inspan ningen kan Verstraten thuis blij ven. De contacten met de mooie lerares hebben inmiddels zijn hart danig op hol doen slaan, de ontmoetingen worden voortge zet. In de eerste liefdesnacht die Hans en de zeventien jaar oudere Jolande beleven vertelt zij hem over haar grote problemen; dat ze joods bloed heeft, dat ze gaat scheiden van haar man. De ver houding wordt steeds inniger - een volmaakte idylle met gruwe lijke gebeurtenissen op de ach tergrond. Vlak voor de bevrijding komt onverwacht haar echtgenoot te rug en die bevrijding brengt zo geen geluk. Het laatste wat Hans van zijn geliefde zag was hoe ze kaalgeknipt, de kleren aan flar den gescheurd, het gezicht vol teervlekken door een opgehitste menigte werd weggevoerd. Dat was veertig jaar geleden. Nu is het de -dag dat Verstratens zoon hem zijn aanstaande vrouw zal voorstellen. Ook haar moeder komt mee - wonder boven won der blijkt dat Krisje te zijn, de dochter van Jolande. Zo komt het allemaal toch nog goed. Een geforceerde happy end van dit verhaal dat Lampo met vakmanschap maar ook heel breedsprakig vertelt. Een zin als deze: "Onmiskenbaar stijlvol le vende mensen, hadden mijn ou ders het in die tijd niet breed, zonder echt aan de vergulde ar moede toe te zijn" is kenmer kend voor zijn hoogst omslachti ge schrijfstijl. Maar breedspra kigheid is veel vertellers aange boren. dat Lampo's boek in het soort ge slaagd is en vele lezers uren zal bezighouden. Wie hogere eisen stelt aan literatuur kan echter bij deze auteur niet terecht. Zijn werk laat zich slechts op één ni veau lezen en clat betekent on vermijdelijk dat je met hem op dé onderste treden van de literai re ladder belandt. HANS WARREN Daarom kan volhouden ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST -KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drié da- gen verkrijgbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 21