De man gaat deze winter
als een dandy gekleed
aangename
verrassing na
lange autorit
Niet luxueus,
wel gemakkelijk
i MODE
Grossari:
Met de trein naar de Alpen
Al die mannen die telkens maar moeten aanhoren dat ze zich beter moeten aankleden omdat hun
hemd uit hun broek hangt kunnen opgelucht adem halen. Deze winter mag dat. Dan is een
loshangend overhemd niet langer slordig maar juist uiterst modieus. Zeker als het ook nog onder
een dikke trui uit komt die dezelfde kleuren heeft als het overhemd.
Het woord elegantie wordt
in de mannenmode hoofd
letters geschreven, zeker
voor de wat klassiek ge
kleed gaande man. En de
belijning van die de meer
sportieve kleding is aan
merkelijk eenvoudiger ge
worden. De afstand tussen
'formele kleding' en vrije-
tijdskleding is daardoor een
stuk kleiner geworden. Een
ontwikkeling die nog wordt
versterkt doordat zowel de
formele als de vrijetijdskle-
ding uiterst soepel zijn en
een optimale bewegings
vrijheid garanderen. Het sil
houet blijft ruim en breed
met forse wat afgeronde
schouders.
De kleuren zijn overwegend
donker, veel grijs en antraciet
maar ook veel zwart. Gedekte
groen- en paarstinten komen
eveneens voor terwijl vooral de
natuurlijke kleuren als beige,
wolwit en ijsblauw voor de
sportieve kleding zyn wegge
legd. Fel gekleurde accessoires
als hardgroene, oranje of gele
dassen en pochets moeten de
kleding wat opfleuren.
De stoffen ademen een sfeer
van luxe. Tweeds zijn onmis
kenbaar, zowel de geruite als
de gemêleerde tweeds. Maar
naast de zware stoffen winnen
de zachte fabrikaten zoals flu
weel, satijn, zijde en damast in
de herenkleding steeds meer
terrein. Zelfs brokaat lijkt deze
winter voor de man te zijn weg
gelegd. Vooral in de overhem
den wordt veel gebruik ge
maakt van deze 'vrouwelijke
stoffen' hoewel het hemd van
geruwde katoen zeker niet uit
het modebeeld is verdwenen.
Naast ribcords keert ook het
denim weer terug, zij het dan in
nieuwe variaties onder meer
met een wafelmotief en 'ge
kreukt'.
Een net te
lange
pantalon en
een gebreid
toppers voor
deze win ter
Elegant is
trefwoord
voor de
klassieke
man, die
deze winter
als een c
Ruiten en
d nü:kr
combineert
Daniel
Hechter in de „Een vrij
wintermode. nauwe rechte
(foto ad jas uit de
collectie van
Peter van
Holland.
wordt een vest gilet)
gedragen. (foto pr>
De sportieve mode is een stuk eenvoudiger
van belijning geworden. De wintersportmode
van de jaren vijftig heeft de ontwerpers hier
bij geïnspireerd. (foto gpd)
Over een dikke coltrui wordt een ruim colbert in ruit
gedragen. (foto pr>
Dandy
De klassiek ingestelde man
mag als een echte dandy de
straat op gaan. De Engels man
nenmode van voor de eeuwwis
seling heeft duidelijk model ge
staan voor de nieuwe klassieke
wintercollecties. Uiterst ver
zorgd en zeer gekleed zijn voor
al de lange, licht getailleerde
tweedjassen met verbrede
schouders maar ook de rechte
redingotes met het fluwelen
kraagje of de 'kameijasmodel-
len' met brede sjaalkragen.
De pakken en combinaties
zijn al evenzeer gekleed met
éénknoops-colberts of jasjes
met een vierknoops-sluiting
waaronder niet zelden over het
smokinghemd of een gedessi
neerd overhemd een gilet
wordt gedragen van satijn of
fluweel met een cashmir of ta
pisserie-dessin. Een korte bre
de zijden das met opzichtige
dasspeld en een grote pochet
horen helemaal in deze 'dandy
trend' thuis en voor wie zich
daardoor niet in zijn bewe
gingsvrijheid belemmert voelt
een opstaand boord met een ge
drapeerd sjaaltje.
Ierland
De vrijetijdsmode winter
roept het beeld op van Ierse
kustbewoners, van vissers en
boeren. De wat robuuste kle
ding straalt als het ware warm
te uit ook al omdat diverse la
gen over elkaar heen worden
gedragen. Opvallend zyn voor
al de zachte stoffen zoals twee
ds en tricots maar ook wat stoe
re duffel, ribcords en geoliede
materialen.
In deze trend komt het vooral
op de combinaties aan zowel
van verschillende stoffen als
van dessins. De breisels nemen
hierbij een grote plaats in.
Nieuw is het gebreide jasje tot
op de heupen dat veelal wordt
gecombineerd met een trui met
hetzelfde of een daarop gelij
kend dessin en met een a-syme-
trische col.
Tweeds zijn er te kust en te
keur zowel voor volumineuze
jassen met brede kragen en
ronde schouders als voor ruime
colberts die in lengte variëren
van net op de heupen tot flink
over de heupen en waaronder
over het algemeen een trui
wordt gedragen.
De blousons zijn deze winter
dik en breed (veel gewatteerde
stoffen) maar aanmerkelijk
eenvoudiger doordat allerlei
details zoals doorgestikte
schouders en elleboogstukken
achterwege zijn gelaten. De
plaats van de blouson wordt
echter voor een deel ingeno
men door wat langere drie
kwart jassen, veelal van ruit-
stoffen.
Broeken zijn er in vele soor
ten. Nieuw is de te lange band-
plooibroek waarvan de pijpen
in plooien op de schoenen han
gen. Sommige broeken hebben
een hoog opgesneden band of
worden gedragen met brede
bretels die 'het stoere uiterlijk'
nog eens accenturen.
Het Hemd mag in de 'Ierse
trend' worden gezien. Hele
maal wel te verstaan, want de
hemden worden niet zelden
over de broek gedragen of ko
men aan de onderzijde onder
een trui uit. Ook zijn er hele
lange hemden zelfs tot op de
knie die veel weg hebben van
een rechte jurk.
Truien en vesten zijn hele
maal niet meer uit het winterse
modebeeld denken. Naast de
bekend kabeltruien met of zon
der col zijn de truien en vesten
met ingebreide dessins soms in
reliëf uiterst actueel. De grafi
sche dessins voeren daarbij de
boventoon terwijl de kleuren
vrij somber zijn, hoofdzakelijk
zwart en grijs.
Sankt Moritz
Evenals de damesmode is
ook de sportieve mannenmode
in de stijl van de wintersport
uit de jaren '50 en beginjaren
'60 gehouden. De parka-achtige
jassen met grote zakken en ca
puchon en een koordje door de
taille doen denken aan de alpi
nist uit vroeger tijden terwijl de
stretchbroeken met bandjes
onder de hielen en de dikke
joggingbroeken die in schoe
ien met dikke sokken worden
gedragen het beeld oproepen
van het mondaine skigebeuren
van weleer. De kleuren passen
al helemaal in het 'ijzige' beeld:
lichte pastels en neutrale tinten
als beige en wolwit. De dikke
truien hebben opvallende
Noorse motieven en ijskristal
dessins. Teddykragen en war
me sjaals moeten de man vol
gende winter tegen de kou be
schermen.
De Kreuzkogel, het middelpunt van de festiviteiten.
Je komt wel eens op van
die plekken. Dat je
onthutst om je heen kijkt
en denkt: „Hoe hebben ze
het in derlui hersens
gehaald om hier een
nederzetting te bouwen".
Hier lijkt de wereld op te
houden. Loopt de weg zich
te pletter tegen tot aan de
hemel reikende
rotsformaties en is een zich
moeizaam naar boven
hijsende postbus de enige
verbinding met wat wij
dan in onze hoogmoed 'de
bewoonde wereld' plegen
te noemen. Wie op een
grijze zaterdagnamiddag,
na ruim duizend kilometer
autorijden zo'n dorpje
komt binnen sukkelen, is
al vlug geneigd het stuur
om te gooien. "Moet ik hier
mijn wintersportvakantie
doorbrengen?".
Ja! En daar mag-ie heel blij
mee zijn. Grossari mag dan aan
het einde van de wereld liggen;
het is toevallig wel een winter
sportplaats zoals je er maar een
in de zoveel jaar tegenkomt.
Een verrassing van de aange
naamste soort. Pistes die zich
op aantrekkelijke wijze langs
nergens te steile hellingen heb
ben gevlijd en een bevolking
die het nog leuk vindt de toeris
ten zoveel mogelijk van dienst
te zijn.
Zorgeloos
Grossari bouwde zijn eerste
skilift in 1961. Veel was het
niet. Een simpel slepertje waar
je zo'n vijf minuten in stond al
vorens je in dertig seconden
weer naar de rij wachtenden
beneden stoof. Wilde Grossari
echt wat wintertoeristen trek
ken, dat werd alras duidelijk,
Rob van den Dobbelsteen
dan dienden er driestere maat
regelen te worden genomen.
Die kans kwam aan het begin
van de jaren zeventig. Er werd
hier en daar wat kapitaal aange
boden en plotseling verscheen
de ene na de andere stut op de
bergen rondom het oude ko-
pergraversdorp.
Na de Kruezhohe werd de
Fulseck ontsloten en na de Ful-
seck de Kruezkogel. En omdat
ze aan de andere kant, in Dorf-
gastein ook niet te beroerd wa
ren de handen uit de mouwen
te steken, ontstond er een jaar
of drie geleden zomaar een ski
gebied dat vooral geknipt is
voor mensen die van 'gezellig
skiën' houden. Ach natuurlijk,
er schemert hier en daar nog
een geniepig steil hellinkje
tussen de besneeuwde denne-
bomen door, maar over het al
gemeen is het er toch zogeloos
Nooit druk
Middelpunt van de festivitei
ten is de Kreuzkogel. Er naar
toe leiden vier liften en er vanaf
llge* iiiiimmmim ji
M t A*
i 4
t
f
i*
f; |g'
V J
;.i#
Vijfenzeventig kilometer aan afdalingen.
vertrekken tien pisten. Wat dat
steekt slim in elkaar, dat liften-
net van 'Scheetraumland', zo
als Grossari zichzelf wel eens
liefkozend wil noemen. Geen
lift of hij zorgt hoogstpersoon
lijk voor zo'n drie a vier ver
schillende afdalingen. Wat tot
gevolg heeft dat het op de pis
ten zelfs in het hoogseizoen
nooit echt druk is. Vol gas naar
beneden dus maar.
De langste afdaling begint op
de Fulseck. Er staat al hoog en
breed zeven kilometer op de
teller als je in Dorfgastein arri
veert en dat is een zeer respec
tabele afstand als je je bedenkt
dat die Fulseck 2030 meter bo
ven zeeniveau ligt. Hetgeen
niet bijzonder hoog mag wor
den genoemd voor een oord
waar men geacht wordt de win
tersport te beoefenen. Niet
schrikken echter want het
hoogteverschil met Grossari en
Dorfgastein is vrij aanzienlijk
(duizend meter).
Waar vind je zo'n schitteren
de piste als die op de Kuhha-
ger-alm? Alsof De Schepper
speciaal aan de skiërs heeft ge
dacht toen hij deze helling
componeerde: niet te steil en
geweldig breed.
Voor iedereen wat, daar in
Grossari. En wie toch raakt uit
gekeken op de vijfenzeventig
kilometer uitstekend aangege
ven pisten kan zich met dezelf
de skipas nog eens vervoegen
in het verderop gelegen Bad
Hofgastein of zelfs Badgastein.
Plaatsen die de skiër nog eens
honderd vijfenzeven tig kilome
ter afdalingen extra offreren.
Wie zich aan het uitstapje
waagt, zal er wel rekening mee
moeten houden dat hij vaak
langer in de bus vertoeft dan op
de sneeuw. In Grossari blijven
dus maar. Dat ook nog een stuk
goedkoper is dan het veel mon
dainere Kurort Badgastein.
Nadere informatie: Oosten
rijks Toeristenverkeersbureau,
Singel 464, 1017 AW Amster
dam, telefoon 020 - 255933
Dat valt dus tegen. Op het hele
perron ontwaar ik zeven paar
ski's begeleid door een stuk of
twintig personen. Als het waar
is dat de trein dit jaar meer
wintersporters naar de Alpen
brengt dan de afgelopen tijd
het geval was, dan moet dit per
ron van het Centraal Station in
Amsterdam vorig jaar op vrij
dagavond wel helemaal een
desolate indruk hebben ge
maakt. Maar niet getreurd. Het
is proefondervindelijk bewezen
dat het reizen in een lege trein
aanzienlijk comfortabeler is
dan in een volle en in gedachten
zie ik me al in mijn eentje een
hele coupé bezetten. Maar ook
dat valt dus tegen. Ik heb de mij
toegemeten plek nog maar nau
welijks ingenomen, of ik krijg
gezelschap.
Verwennen
Om de zaken even op een rij
tje te zetten: de Austria-Expres
verbindt Amsterdam met Kla-
genfurt en passeert Duitsland
in de nacht. Omdat ik die nacht
zo slapend mogelijk wens door
te brengen, heb ik een plaats ge
reserveerd in een zogenaamde
'Liegewage', wat weer iets heel
anders is dan een 'couchette'.
Een 'Liegewage' verwent de rei
ziger met echte bedden; in de
'couchette' verschijnt op een
daartoe geëigend moment een
steward die de passagiers een
deken, twee lakens en een als
kussen dienend 'gevuld zak
doekje' toewerpt waarvan dan
op de opengeklapte banken een
bed kan worden gecomponeerd.
Een jaar geleden liet ik mij
bij wijze van proef per bus
naar de sneeuw vervoeren en
reeds nu stel ik vast dat ik aan
het reizen per spoor de voorkeur
geef. Ook als je de prijs in aan-
merking neemt.
Monique de Vries uit Amster
damdie met haar vriend een
coupé verderop: "Moet je horen,
het is een verschil van tweehon
derd gulden en tweehonderd
gulden is natuurlijk tweehon
derd gulden. Je koopt er met ge
mak een liftabonnement voor
tien dagen voor. Maar ik vind
zo'n treinreis heerlijk en mijn
vriend gelukkig ook. In die bus
sen kan je je kont niet keren en
toen we eens een keer met het
vliegtuig zijn gegaan, hebben
we twee uur boven Genève ge
cirkeld waarna we zijn uitge
weken naar Zurich. Ben je dan
klaar? Daarbij is het nog
schreeuwend duur ook".
Monique gaat nu voor 'de ze
vende of de achtste' keer naar
de wintersport en koos de laat
ste vier jaar voor de trein. "Het
heeft een nadeel. Je moet, vind
ik, een dorp kiezen dat vlak bij
de spoorlijn ligt.
Twee andere vaderlanders.
Karei en Rob van den Bos uit
Utrecht zijn iets minder enthou
siast over het vervoer per rail.
Ze hadden verwacht in de trein
een 'toemedootje' te kunnen be
stellen. Maar, hebben ze tot hun
-misnoegen ontdekt, een restau
ratiewagen bestaat alleen nog
maar in films en „die altijd sla
pende goser met die lorrie ver
koopt alleen maar broodjes
vloeipapier".
Een opmerking die niet eens
zo heel erg bezijden de waar
heid ligt. De broodjes die ik na
lang zoeken bij het inderdaad
het over zijn leeftocht in slaap
gevallen mannetje weet te be
machtigen zijn zo droog dat ze
- zoals mijn Westfriese vrien
den dat zo raak kunnen zeggen
- "temet stoiven in me strot".
Kilometerprijs
Een tandarts uit Hamburg
komt me tot Bischofshofen ge
zelschap houden. Een 'spoor-
freak', zoals zij zichzelf om
schrijft. Ze gaat drie keer per
jaar naar de wintersport en
pikt daarvoor drie keer de
trein. "Dat zijn toch idioten",
roept ze misprijzend, "die men
sen die heel Duitsland doorrij
den. Als je de kilometerprijs op
een halve mark zet en je gaat
ook nog eens een keer overnach
ten dan ben je met de trein veel
en veel goedkoper uit".
Dat rekensommetje heb ik ook
reeds gemaakt, maar nu ik er
nog eens op gewezen word... Lu
xueus is zo'n rit per trein al
lang niet meer. Zelfs de tijd dat
je in een internationale trein
met verschillende munteenhe
den kon betalen, lijkt voorgoed
voorbij.
Madr toch: wie een betere ma
nier weet om onder wat voor
weersomstandigheden dan ook.
lummelend, lezend en liggend,
tot in het hartje van de Alpen
door te dringen, moet het maar
zeggen.
In de Liegewagen krijgt je een echte matras.