BASIC 'Maar kind, alle winst gaat naar die zwartjes' voor maJfc/ 25, en microcomputers BON Reünie Mr. Oscar van Leer, filantroop en ondernemer in Z-Afrika 55.-* VROOMS DREESMANN vs uit uw omgeving? ?Van sport, muziek, u te bieden heelt? Neem dan nu een proef op een krant n regionale allure en beslis later! Probeer 'i Gewoon de bon invullen en opsturen naar Uitgeversmaatschappij Leidsch Dagblad Antwoordnummer 10050. 2300 VB Leiden (een postzegel is niet nodig) Bellen kan ook (071-144941) 7 Weken op proef Postcode/Woonplaats: Telefoon: controle bezorging) EN in de Rembrandtscholengem. en S.G. Bonaventura In deze cursus, die uil 10 lesavonden van 19.30-22.00 uur bestaat, leert u van een ervaren leraar meer dan de computer taal BASIC alleen, waardoor u goed bruikbare programma's leert maken. Er wordt met maximaal 2 cursisten per computer gewerkt, zodat u elke lesavondde theorie in praktijk kunt brengen. Het cursusgeld bedraagt f 398,- inclusief het cursusboek en gebruik van computers. De cursus is dus volledig verzorgd. Voor aanvraag van studiegidsen ook 's avonds en in het weekend bereikbaar. Bel 01717-2010* of stuur de bon even op. U krijgt dan geheel vrijblijvend de studiegids BASIC in huis. Stuur deze bon in gesloten enveloppe zonder postzegel naar Stichting Bevordering Onderwijs aan Volwassenen (SBOV), Antwoordnummer 10100,2250 VB Voorschoten. Bel 01717-2010* OPENING f JCENTRUM Het is gelukt.... Na vele maanden van intensieve arbeid gaat de Stichting Join haar gebouw officieel openen. Daarom nodigen wij alle oud medewerkers(sters) van de Stichting Join bij deze uit voor een gezellige reünie in het nieuwe Joincentrum. Donderdagavond 12 september 21.00 uur. Weteringkade 2. Zegt het voort. Het bestuur van Join Dertig Nederlandse ondernemingen ontplooien acti viteiten in een of meer vestigingen in Zuid-Afrika. Dat schrijven de Anti-Apartheidsbeweging, de FNV, het Komitee Zuidelijk Afrika en de Werkgroep Kairos in het vorige week gepubliceerde boek „Nederland investeert in apartheid". Een speciale vermelding krijgen Philips en Van Leer, omdat zij goederen voor het Zuidafrikaanse le ger produceren. Voor Van Leer heeft de studie in meer opzichten weinig goede woorden over. Zo wordt ge signaleerd dat Van Leer in Zuid-Afrika graag - met steun van het bewind van Pretoria - in de thuislan den investeert. Het boek citeert vervolgens B. Pal mer, directeur van Van Leer South Africa: „Hoewel de onderneming niet in kan stemmen met de politieke implicaties van decentralisatie, maken de winsten het toch de moeite waard. We zijn bereid wat gekra keel te aanvaarden". Nel van Bemmel sprak met voormalig president-di recteur mr. Oscar van Leer en stuitte op een wel zeer merkwaardig filosoof. AMSTELVEEN - De gezicht- suitdrukking van Mr. Oscar van Leer (70), voormalig president- directeur van de Koninklijke Emballage Industrie van Leer bv, is "zowel triomfantelijk als en thousiast. Hij heeft zojuist een interessante kant aangesneden van de Van-Leerstructuur: „De ze vorm is een synthese van kapi talisme en socialisme, in econo mische zin dan". Dan vervolgt hij rustiger zijn uitleg: „Wij run nen de onderneming zo kapita listisch als u zich maar kunt voorstellen. Wat wij bereiken met dat kapitalistische gedoe, wordt aangewend voor sociale doelen. In die landen waar de on derneming actief is". Al eerder tijdens het gesprek tekent Van Leer op een papieren flap een schema van de bedrijfs structuur, een multinationale on derneming die actief is in meer dan 30 landen, vorig jaar een om zet van ruim drie miljard gulden behaalde en zijn hoofdkantoor heeft in Amstelveen. „Boven de onderneming", do ceert Van Leer, „staat een stich ting, de Van Leer Group Founda tion, die 100 procent van de aan delen van de onderneming bezit. Deze heeft tot doel: sociaal en cultureel achtergestelde kinde ren in landen waar het concern werkt te helpen hun mogelijkhe den te benutten. De dividenden van de onderneming gaan naar de Foundation". Mr Oscar van Leer: Onze houding tegenover het werkvolk is steeds zo liberaal geweest als economisch verantwoord". (foto GPD) door Nel van Bemmel Het dividendbedrag over 1984 bedroeg, 21 miljoen gulden, op een nettowinst van 61 miljoen. De Foundation geeft vervolgens geld aan een andere stichting, de Bernard van Leer Stichting. De ze heeft hetzelfde doel als de Foundation en besteedt de gel den aan scholingsprojecten in de ruim 30 landen waar het concern vestigingen heeft. „Dat zijn er nu zo'n 17 of 18", aldus Van Leer. „Per project be steden we gemiddeld een half tot twee miljoen gulden. Daarvan runnen we geen eigen schooltjes, maar we werken king met nationale üniversteiten of plaatselijke besturen aan on derwijsvernieuwing. Daarbij hechten we zeer aan het betrek ken van ouders bij het onderwijs. Dat is ons handelsmerk, ons ge patenteerd produkt. Het Van- Leervirus". Hartelijk Mr. Oscar van Leer is nu, vijf jaar na zijn pensionering als pre sident-directeur van de onderne ming, voorzitter van de Founda tion, lid van de raad van commis sarissen van de onderneming en bestuurslid van de Stichting. Hij deelt een flink kantoor in Am stelveen met zijn secretaresse, juffrouw Insinger, betoont zich een hartelijk man en is een en al bereidwilligheid tot uitleg over bedrijf en stichtingen. Juffrouw Insinger (toch niet meer piepjong) wordt door hem aangesproken met „Loekie" en „kind". Zij zorgt voor koffie en plakjes cake. en zoekt doeltref fend in de boekenkast wanneer een bepaald feit hem even niet te binnen wil schieten. De verslag geefster begint als „mevrouw" maar wordt van lieverlee ook „kind". Op verzoek van de foto graaf poseert de gastheer bereid willig nadat juffrouw Insinger een losgeraakte knoop aan „mijnheers" colbert heeft vastge naaid. De verpakkingsindustrie van Van Leer werd opgericht door Oscar van Leers vader, Bernard van Leer. Oscar en zijn broer zouden bet bedrijf erven, maar daar stak de nu 70-jarige voorma lig president-directeur een stokje voor. Hij bepleitte dat hijzelf en zijn broer zouden worden ont erfd, en dat de aandelen in een liefdadige stichting zouden wor den ondergebracht. Omdat het Nederlandse erfrecht dit onmo gelijk maakte, voltrok een en an der zich in Zwitserland, waar va der Van Leer een verblijfsver gunning had. - Waarom wilde u de helft van de aandelen niet? Van Leer: „Grotendeels op grond van mijn persoonlijke af keer van het instituut van verer ven. Erven is slecht voor kinde ren, voor ouders en voor de ge meenschap. Voor kinderen, om dat elke hulp van formaat, zoals een belangrijke erfenis, leidt tot atrofïe, tot afsterven. Een kind moet die hulp niet krijgen maar het zelf doen, zich inspannen. •Anders komt er geen bliksem van dat kind terecht. Voor de ou ders is het slecht omdat veel ou ders menen dat ze hun plicht al hebben gedaan als ze hun kinde ren flink wat geld nalaten. En voor de gemeenschap is het slecht omdat mensen door mid del van bezit macht verwerven die ze nooit bewezen hebben te kunnen waarmaken". Zo ontstond in het midden van de jaren '50 de Foundation die vele projecten van de Bernard van Leer Stichting financiert en daarnaast een „functionele reser ve" van vele tientallen miljoenen guldens heeft opgebouwd „om de voortgang van het werk ook in magere jaren mogelijk te ma ken". Een in november 1983 gepubli ceerd overzicht van het werk van de Bernard van Leer Stichting somt zo'n 60 projecten op ver spreid over een groot aantal lan den; de meeste projecten lopen 3 of 4 jaar door. In Nederland noemt het boekje een onderwijs programma voor Turkse en Ma rokkaanse gezinnen in Haarlem, in samenwerking met de ge meente, een onderwijsvernieu wingsproject in Maastricht, in sa menwerking met het School Ad vies Centrum en de Universiteit van Amsterdam. In Zuid-Afrika staan vijf scholingsprojecten be schreven, onder meer in de bantoestans - de thuislanden. Niet iedereen gelooft in de be langeloosheid van de Founda tion en de Stichting. Zo ver scheen eindjaren '70 een kritisch rapport over Van Leer van de Stichting Oecumenisch Studie- en Actiecentrum voor Investe ringen (OSACI) onder de titel „Leren van Van Leer, hoe een Nederlands concern de Derde Wereld inpakt". Het rapport schrijft dat de Foundation de on derneming leningen verstrekt, waarover de onderneming slechs een zeer lage rente betaalt en die zij bovendien gedeeltelijk in de vorm van nieuwe aandelen af lost. Mr. Van Leer moet een beetje zuchten wanneer hij hieraan her innerd wordt. „De mensen zijn zo achterdochtig", mompelt hij. „Geen rooie cent hulp", klinkt het vervolgens luider. Weliswaar verschaft de Foundation de on- derneming leningen, maar dat doet zij tegen de geldende markt- rente. Hulp, meent Van leer, „zou ook in deze vorm tot atrofïe lei den". Ook hulp vanuit de centra le onderneming aan diverse na tionale vestigingen acht Van Leer uit den boze. „Ik heb altijd tegen nationale managers ge zegd: heb je geld nodig? Dan moet je het maken". De aanleiding is Zuid-Afrika. Daar zit Van Leer met meer dan tien vestigingen, waar tegen de 2000 mensen werken. Er vinden, benadrukt hij, geen investerin gen uit Nederland plaats: wat groeit is autonome groei met in Zuid-Afrika verdiend geld. En die autonome groei zal naar zijn verwachting' geleidelijk door gaan. - Maar hoe is bedrijfsvoering in Zuid-Afrika, en daarmee steun aan het apartheidsbéleid, te rijmen met het uitvoeren van goede, liefdadige projecten Van Leer, op een toon die ver raadt dat hij dit al* vele malen heeft uitgelegd: „Denk eens na wat er zou gebeuren niet onze 2000 werknemers als wij de be drijven daar zouden stopzetten. Bovendien zouden we dan ook de projecten sluiten". En dan triomfantelijk: „Want waar gaat nu de winst naartoe? Naar de zwartjes daar. Ik denk dat we meer in Zuid-Afrika stoppen dan we er verdiend hebben". Na benadrukt te hebben dat hij een persoonlijk standpunt for muleert nu hij niet meer in de di rectie van de onderneming zit, ontvouwt hij welwillend zijn vi sie op ondernemen in Zuid-afri- ka. „Wij zijn zwaar tegen de apartheid, laat dat duidelijk zijn. Onze houding tegenover het werkvolk, zeg de employés, is steeds zo liberaal geweest als economisch verantwoord was. Als één van de eerste hebben wij de zwarte vakbonden erkend". „Ik erken wel dat er wat is te zeggen voor het standpunt dat een onderneming die daar mee doet, het apartheidssysteem me de in stand houdt. Maar het is ook waar dat de zwarten het slachtoffer worden als ik me te rugtrek, de witten merken het niet". Evenmin is Van Leer het eens met de kritiek van de FNV, die het verpakkingsconcern ver wijt het beleid van Pretoria te steunen om de zwarten naar de armste gebieden, de thuislanden, terug te dringen. „Een fabriek midden in ge mengd gebied bij Johannésburg bijvoorbeeld, zoals de FNV lie ver zou zien, is een fabriek voor het land. Voor de helft voor wit- ten, en maar gedeeltelijk voor de zwartjes. In tegenstelling tot een redelijke fabriek in een bantoe stan". - De lonen in de bantoestans zijn een stuk lager. Van Leer: „Toen wij een fa briek begonnen in Dimbaza, in het thuisland Ciskei, hebben wij de mensen van de Xhosa, stam, die daar woont, aangeboden bij ons te komen werken voor het zelfde loon dat zij elders konden verdienen. Naar mijn beste we ten is iedereen naar onze fabriek gekomen". Van Leer ziet hierin een aanwijzing dat het idee van scheiding tussen blanken en zwarten door de zwarten zelf niet zonder meer wordt afgewezen. Ook hij zelf ziet veel in dat idee. Zijn veroordeling van apartheid .betreft slechts de apartheid zoals het Zuidafri- kaanse regime die uitvoert. „De dames en heren in Pretoria heb ben het woord „apartheid" in het Engels vertaald als „seperate de velopment": gescheiden ontwik keling dus. Maar dat is niet wat nu gebeurt, want er is geen ont wikkeling". Om zijn eigen opvattingen hel der voor ogen te krijgen, en om de onderneming tot een eendui dige visie te brengen, schreef hij in 1977 een brochure over het on derwerp: „Seperate develop ment - Mark II" (Gescheiden ontwikkeling, fase twee). Daarin zet hij uiteen dat twee soorten zelden goed kunnen samenle ven. Hij wijst op Walen en Vla mingen in België, protestanten en katholieken in Nóord-Ierland, hindoestanen en moslims in In dia en vele andere ongelukkig sa- menlevenden. „Het is als in de dierenwereld", licht hij toe, „soort zoekt soort". Daarom ziet hij wel wat in de Zuidafrikaanse bantoestans, mits deze worden geholpen in hun ontwikkeling, zodat zij in de toekomst op basis van gelijk-" waardigheid een federatie kun nen vormen met de blanke, ge meenschappen. „Ongeveer zoals in de Verenigde Staten. Daar le ven ook enorm verschillende be volkingsgroepen in een federatie met elkaar samen". - Maar de bantoestans, waar de zwarten heen zouden moeten, zijn wèl de arme gebieden. Van Leer, opverend in zijn stoel: „Maar dat is nu juist de on eerlijkheid, kind!" Met nadruk: „Ik pleit voor een eerlijk uitge voerde, gescheiden ontwikke ling". Gescheiden ontwikkeling, blijkt elders, heeft niet altijd Van Leers voorkeur. In de Van Leer- structuur figureert een derde stichting, de Van Leer Jerusalem Foundation, die in Israël een platform wü zijn waarop alle le vende controverses kunnen wor den besproken. Een bijzondere activiteit is de oprichting van een Arabisch-joodse onderneming in een van de nederzettingen. In die onderneming moeten joden en arabieren op gelijk niveau een plaats krijgen. Naast de joodse directeur een arabische direc teur. Naast de joodse schoonma ker een arabische schoonmaker. - Is deze opzet niet in tegen spraak met uw ideeën over Zuid- Afrika? Voor het eerst tijdens het ge sprek lijkt hij werkelijk over een antwoord te moeten nadenken. Wijst op de in de nederzetting le vende wens bij joden en arabie ren tot samenleven. Noemt het samenleven van blank en zwart voor zover dat nu in Zuid-Afrika voorkomt een „rotzooitje" aan gezien bepaalde eenheden, na melijk de blanke minderheid, niet vermengen willen. Hij klinkt niet overtuigend. - Brengen pleidooien van zwarte leiders als bisschop Tutu en dominee Boesak om buiten landse investeringen stop te zet ten hem nooit aan het twijfelen? Dat doen ze niet. „Moet ik alles maar goed vinden wat leiders uitkramen? Ik mag toch een ei gen opinie heben? Ik vind perso nen als Mandela en Tutu moedi ge mensen. In de context van Zuid-afrika is het niet gemakke lijk bij de huidige politieke macht tegenstand te bieden. Maar ik weet niet, en dan bedoel ik niet dat ik eraan twijfel, maar ik weet werkelijk niet of Tutu een constructief plan voor een oplossing heeft. In wat hij zegt zie ik geen einde van de tunnel". Met zijn brochure zwaaiend: „Maar wat ik hierin heb neerge legd, daar kun je morgen aan be ginnen". Q] Super Jongensjack met contrast voering. 100% katoenen twill. Kleuren: d.grijs/m.grijs en zwart/d.grijs. Vanaf maat 128. Klasse Jacquard pullover van acryl/ nylon/wol. Kleuren: raf/l.grijs en zwart/raf. Vanaf maat 140. Big Boy Thermo' jeans met contrast voering. 100% katoenen twill. Kleuren: d.blue/l.blue en zwart/m.grijs. Vanaf maat 128. Prima deluxe Meisjesjack met dubbele kraag en schouderepauletten. Printbloem. Met satijn effect. Kleuren: fuchsia, kobalt en zwart. Vanaf maat 128. Gaaf Breedrib corduroy jeans. Puur katoen. Kleuren: d.grijs en kobalt. Vanaf maat 128. kleine prijsstijging per maat Valuas,10-speed. Sportieve vrije- tijdsfiets s' met race- x J s v' s s s N/N/S/X/ X/X/N/X/N X/X/X/X/X/ x/\/x/\/\/x

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 8