Armando slaat
in Berlijn
de vijand gade
In Hilversum 'zomert' het nog steeds
TV-rubriek
Veronica krijgt
A-status in fasen
my\' v jj
KVx J
msr jA
door
Nico Scheepmaker
HüskerDü:
drilboren
7 1985
RAPIO-TV-KUNST
PAGINA 41
Twee plaatsen bepalen het weer
in Nederland: De Bilt en Hilver
sum. Vanuit De Bilt wordt elke
dag regen over ons heen ge
sproeid, en vanuit Hilversum
wordt via de tv-kanaleh nog al
tijd de zomer onze huiskamers
binnengepompt. Dat gebeurt via
herhalingen, of via het soort pro
gramma's dat je doet verzuchten
'dat er vanavond weer niets op
de televisie is, even kijken of Bel-
gie wat heeft'. Een beetje te som
ber, te laatdunkend, en te gemak
kelijk is dit oordeel wel, geef ik
toe, want er zijn ook de tv-verha-
len van Nadine Gordimer, en
mooie en goede documentaires,
over de joden in Mokum, de Ita
lianen in Abessinië, de ontwikke
lingshulp in Brazilië, en er was
weer een BBC-aflevering van de
Shakespeare-serie, 'Eind goed, al
goed', met Celia Johnson die we
allemaal nog kennen uit 'Brief
encounter', en Angela Down die
we ons nog herinneren uit 'The
Glittering Prizes' en 'Oorlog en
vrede', en er was ook nog een kin
derfilm voor volwassenen, met
een zo onbeschaamd schmierende
Sir Laurence Olivier, dat we ons
hem in elk geval NIET meer her
innerden uit Hamlet...
Ik bedoel maar: de televisie
van de afgelopen week bleef nog
altijd beperkt tot rommelen in de
marge, terwijl buiten het scherm
juist van een verhoogde activiteit
mocht worden gesproken. Eerst
besloot het kabinet bij monde van
minister Brinkman dat er toch
een derde televisienet komt. Wel
iswaar pas medio 1987, zodat
menigeen die dit nu leest dan al
overleden zal zijn want zo zit het
leven nu eenmaal in elkaar),
maar het betekent toch 520 uur
extra zendtijd per jaar, en dat is
mooi meegenomen. Weliswaar
komt op dat derde net niet 'de
cultuur' eindelijk eens ten volle
aan haar trekken, zoals de actie
groep 'Het Derde Net' steeds heeft
bepleit, maar de NOS en de klei
ne zendgemachtigden: IKON en
Humanistisch Verbond. 'De cul
tuur' heeft onder dit kabinet al
leen maar tegenvallers en dom
pers moeten incasseren, ik kan
me niet een maatregel van be
stuur herinneren waarvan je kon
zeggen: he, dat is leuk!
De bedoeling van dat derde net
in Brinkman-stijl is, dat de ande
re omroepen op Nederland 1 en 2
meer ruimte krijgen voor het
soort programma's waarmee zij
beter met abonnee-tv en satelliet
televisie kunnen concurreren.
Dat kan op zichzelf geen kwaad
natuurlijk, want nu Veronica
tóch A-omroep wordt (Brinkman
heeft tot nu toe alleen zijn zin ge
kregen bij het niet toekennen van
de PC Hooftprijs, - die man moet
toch ook weinig arbeidsvreugde
kennen, op die manier!), wordt
de spoeling per omroep steeds
dunner, en zal de neiging om
minderheidsprogramma's van
kwaliteit te maken voor mensen
die zulke programma's boeiender
vinden dan meerderheidspro
gramma's (zelfs boeiender dan
meerderheidsprogramma's van
kwaliteit), steeds kleiner worden.
Een beetje meer armslag kan die
omroepen er misschien toe bren
gen die extra zendtijd te besteden
aan populariteitsprogramma's,
zonder te tornen aan hun kwali
teitsprogramma's. Ik druk me nu
wat grofkorrelig uit (populari
teitsprogramma's behoren ook
kwaliteit te "hebben, maar Dallas
heeft toch een ander soort kwali
teit dan Shakespeare), maar u
begrijpt wel wat ik bedoel.
De kans dat zo'n derde 'NOS'-
(net alles bij elkaar toch nog be
zienswaardig genoeg kan zijn
moet trouwens niet bij voorbaat
uitgesloten worden geacht, want
op het ogenblik hebben de cul
tuurgegadigden onder de kijkers
vrijwel alleen nog maar iets te
verwachten van de NOS en de
VPRO, en wie weet wat Stefan
Felsenthal en zijn staf (die dit
jaar opnieuw genomineerd wer
den voor de Zilveren Nipkow-;
schijf) nog voor ons in petto
hebï :i, als de NOS haar vleugels
mag uitslaan op dat derde net.
Overigens had minister Brink
man zijn derde net nog niet aan
gekondigd, of AVRO-voorzitter
Wallis de Vries pleitte voor een
derde 'publieksvet', waarop de
niet-gebonden omroepen (AVRO,
TROS, Veronica) met hun op het
grote publiek gerichte program
ma's ervoor zouden moeten zor
gen dat de reklamegelden niet
worden weggezogen naar het
buitenland. Een zelfde plan
schijnt de TROS te hebben: een
net voor de omroepen met een
boodschap: KRO, NCRV, VARA:
een net voor de niet-gebonden
omroepen: AVRO, TROS, Veroni
ca; en een cultureel net met NOS
en de kleine zendgemachtigden.
U mist de VPRO. Is die niet-ge
bonden, of heeft die een bood
schap, of is die cultureel? Van al
les wat, als u het mij vraagt. En
als u mij nog wat vraagt, te we
ten wat de VVD van dat plan zal
vinden, dan denk ik dat Nijpels
c.s. daar hun bedenkingen tegen
zouden moeten hebben, want
waar kan de VVD dan nog zijn
ideeën kwijt als de AVRO en de
TROS zich gaan 'profileren' als
niet-gebonden? Of blijft AVRO's
Televizier gewoon gehandhaafd,
te midden van die niet-gebonden,
op het grote publiek gerichte pro
gramma's? Ikzelf zou overigens
geen tegenstander zijn van zo'n
driedeling: net A met AVRO,
TROS en Veronica, net B met VA
RA, NCRV, KRO en VPRO, en net
C met NOS, IKON en Humanis
tisch Verbond, te zijner tijd aan
gevuld met de NDPO, de Neder
landse Dagblad Pers Omroep,
waarvan alle krantenabonnees
(ruim 4 miljoen) lid zijn. Hoe pre
cies, moet nog even uitgewerkt
worden, maar er wordt aan ge
dacht, heb ik begrepen. Maar als
je VARA. KRO en NCRV apart
zet van AVRO, TROS en Veroni
ca, moet je wel het ledenbestand
voor minstens tien jaar bevrie
zen, en daarmee de zendtijd, an
ders manoeuvreer je de omroe
pen met een boodschap in een si
tuatie waaraan zij bepaald geen
eh... behoefte hebben!
NICO SCHEEPMAKER
„Als ik in 1945 zou zijn geboren,
- had ik nog niets meegemaakt",
zegt de kunstenaar, die in 1929 in
Amsterdam het levenslicht zag.
„Andere mensen zien het als een
bedrijfsongeval - die oorlog. Het
gaat in feite om het eeuwenoude
thema: dat van macht en geweld.
Je vindt het bij Shakespeare en
Dostojewski, de jeugd van de kun
stenaar. Slechte herinneringen
weliswaar, maar die toch met die
„.jeugd te maken hebben. Kinderen
Üdie in een kamp hebben gezeten".
ï-Zelf heeft hij dat niet, maar zag als
rjonge knaap in zijn woonplaats
.Amersfoort wel hoe SS'ers trans
porten van gevangenen begeleid
den. Aan dat aspect wil hij niet
meer graag herinnerd worden.
„Daar hebben ze het altijd over",
zegt hij. „Daar word ik een beetje
misselijk van. Amersfoort was al-
ttijd al een garnizoensstad. Je zag er
idie hele 'Ausbildung".
„Ik ben geen verzamelaar van or-
'detekenen of vlaggen", zegt Ar-
.mando, waarmee hij duidt dat het
Jbij hem niet om een specifieke oor
log gaat, maar om louter het feno-
.meen. Zijn gesprekken met men
sen, zijn ervaringen en ideeën te
kent hij op in een klein boekje; dat
door
Frans Keijsper
hij altijd by zich draagt. Wanneer
hij dat - of een balpen - zou mis
sen, zou hij zich onzeker voelen.
Hij laat het even, bijna schoorvoe
tend, zien. Er staan korte zinnetjes
in, woorden, summiere schetsjes
en kleuraanduidingen. Gegevens
die hij in latere teksten of schilde
rijen weer kan gebruiken. Wanneer
hij ideeën krijgt wil hij die ook
meteen vastleggen, dat kan tijdens
het joggen buiten gebeuren of tij
dens het studeren „om veel inval
len te krijgen, te lezen over wat je
moet weten".
In zijn gesprekken is hij een af
spiegeling van zijn beknopte noti
ties, de mededelingen die hij doet
zijn in zekere zin terughoudend.
Dat heeft eigenlijk ook met zijn he
le werkwijze te maken. Armando is
geen snelschrijver. Uit zijn opmer
kingen hierover valt op te maken
dat er eerst op papier een brij van
correcties ontstaat. Zijn verhalen
slijpt hij - zo noemt hij dat - voort
durend bij, zoals een beeldhouwer
bezig is zijn vormen tot de gewen
ste gladheid te polijsten. Pas daar
na komt het-uittikken van zijn ver
halen, het creatieve proces is dan al
voorbij.
Armando werd in 1979 door het
Bureau Beeldende Kunst Buiten
land uitgenodigd naar Berlijn te
gaan voor een periode van een jaar.
Het beviel hem er echter zo goed
dat hij besloot er een langer ver
blijf van te maken. De ironie van
het lot wil dat hij terecht kwam in
het voormalige atelier van de nazi
beeldhouwer Arno Breker, een
stuk architectuur ontworpen door
Hitiers lievelingsarchitect Albert
Speer, de latere minister van Be
wapening die in het Neurenberger-
proces tot twintig jaar gevangenis
werd veroordeeld. Breker had voor
de nieuwe Rijkskanselarij van Hit
ler beelden gemaakt, met name
'In de DDR hebben ze al
lang ontdekt dat ze niet
zo stom hoeven te zijn
als de nazi's'
twee mannennaakten die respec
tievelijk de partij en het leger sym
boliseerden. „Breker wist van ar
chitectuur, maar hij heeft er niet
lang in gezeten. Hij werd 'ausge-
bomt', hij kreeg scherven op zijn
dak".
Sinds kort heeft Armando Bre
kers voormalige werkruimte, die is
opgedeeld in verscheidene ateliers
waarvan ook andere kunstenaars
gebruik maken, verlaten. Hem
spreekt nog de gigantische bakste
nen muur aan, die overwoekerd
was met klimop. Hij was getroffen
door de kleurenpracht. „Een pijn-
lijdende muur, in de herfst zagen
de bladeren rood. Ik heb er schitte
rende jaren doorgebracht, het was
de beste tijd van mijn leven". In de
straat verzonken ligt nog de rails
waar overheen de enorme sculptu
ren, die het Duizendjarig Rijk zou
den moeten dienen, naar hun be
stemming zouden moeten worden
getransporteerd. Brekers voorma
lige werkplaats heeft hij omgeruild
voor een 'groszbürgerliche Woh-
nung', zoals hij dat noemt.
„Na de oorlog vroeg je je af: hoe
is die of die fout geweest. Maar dat
„Ik ben geen oorlogsschilder, geen kenner
van de Tweede Wereldoorlog. Waar het mij
om gaat is dat je in zo'n 'Ausnahmesitua-
tion', een uitzonderlijke toestand, de men
sen in verhevigde mate bezig ziet. In het
goede en in het kwade. Je ziet dat ook in
dagelijkse vorm gewoon terug".
Dat zegt de Nederlandse kunstschilder,
schrijver, dichter en acteur (Herenleed) Ar
mando. Al jaren heeft hij Berlijn als zijn
vaste woonplaats. Deze voormalige Reichs-
hauptstadt (en in DDR-jargon nu Haupt-
stadt der DDR) is voor hem een permanente
voedingsbron. Onuitputtelijk is de inspira
tie die hij daaruit opdoet. Befaamd is in
middels zijn schilderijenreeks 'Fahnen' en
van een bijzondere strekking zijn zijn
krante-artikelen Armando uit Berlijn' in
NRC-Handelsblad. Het zijn persoonlijke er
varingen en indrukken die hij op schrift
stelt.
Voor zijn literaire en schilderkunstige
kwaliteiten heeft de Stichting Jacobus van
Looy hem onderscheiden met haar vijfjaar
lijkse prijs van 5000 gulden, die hem eind
september zal worden overhandigd bij de
opening van een expositie over zijn werk in
de Vishal in Haarlem. Het is de eerste keer
dat de stichting de prijs uitreikt.
doe ik nu niet meer. Waar het mij
om gaat is: wat is zijn verhaal. Ik ga
niet moralistisch te werk. Daar
gaat het niet om. Dat zou hoogmoe
dig zijn. Van mijn tiende tot mijn
vijftiende heb ik de oorlog meege
maakt. Dan kan ik moeilijk voor
qnderen uitmaken hoe ze zich zou
den hebben moeten gedragen. Be
grippen als goed en kwaad, ik ge
lóóf er niet zo erg in. Daar heb ik
niet zulke hoge verwachtingen
van, het is een dun laagje."
„Je ziet het soms in kleine din
gen. Gisteren kwam ik uit de trein.
Mensen stappen met grote koffers
uit en blijven meteen staan. Nie
mand kan er meer uit. Of je ziet het
bij de tram. Ze blokkeren de uit
gang terwijl ze moeten kiezen of ze
links of rechts zullen gaan. Dan
zijn ze nog niet eens in een span
ningssituatie. Kun je nagaan wat er
dan loskomt. Er zijn natuurlijk ook
mensen die zich in zo'n toestand
als held kunnen gedragen".
Armando gaat niet als een histo
ricus te werk, voor hem is oorlog
een thema dat hij naar de 'kunst'
toe tracht te vertalen. In feite zijn
er nu andere zaken aan de orde.
Kunst is voor Armando dingen ma
ken waaraan niemand behoefte
heeft. Vanuit de thematiek denk je
naar het kunstwerk toe: het boek,
schilderij of gedicht. „Je ontkomt
er niet aan een stap te zetten in het
domein van de kunst, die haar ei
gen wetten kent. Je schildert of
schrijft geen traktaten, je maakt
een autonoom kunstwerk".
Het doet denken aan een bloe
men- of plantensoort die slechts
zou kunnen gedijen op een ruïne;
eerst vanuit het verval bloeit de
kunst. „Ik ben wel jaloers op die
mensen die zich kunnen sluiten
voor al het lelijke en zich louter
kunnen bezighouden met het scho
ne. Dat kan ik niet, dat is niet mijn
opdracht".
Dat een gesprek over zichzelf
hem moeilijk afgaat, wordt duide
lijk met zijn legitieme opmerking:
„In mijzelf, mijn innerlijke roerse
len, ben ik niet geïnteresseerd.
Over wat een ander voelt kan ik
geen oordeel geven. Ik hoop alleen
dat wat ik maak een goed stuk
werk is. Je maakt iets waar nie
mand wat aan heeft, je dringt het
op. Dat doet een kunstenaar".
Is het toenmalige Derde Rijk zijn
onuitputtelijke voedingsbodem,
„in mijn gedichten gebruik ik
nooit het woord Duitser. Het is ei
genlijk bijna gemythologiseerd.
Berlijn is een stad waarin de span
ning van heden en verleden voel;
baar is. Het is geen mooie stad. Pa
rijs is mooi, maar Berlijn is span
nend. Het wordt tijd dat ik weer er
gens anders heenga. Het is een ei
land; de Berlijner kan niet zo maar
zeggen: ik ga er even uit, naar Pur-
merend of Gouda. Hij moet eerst
twee uur rijden, dan is hij pas in
het Westen".
„Het eigenaardige is dat ik er
nooit over hoor kankeren. Men
lijdt er niet onder. Je hoort het al
leen maar van mensen die niet in
Berlijn wonen. Zeker, de intelli
gentsia heeft voor Berlijn gekozen.
Kijk maar naar Amsterdam, die in
telligentsia komt bijna altijd er
gens anders vandaan. Een veel ge
hoord gezegde is: ik zou nergens
anders willen wonen dan in Ber
lijn".
Armando woont weliswaar in
Berlijn-West, er zijn perioden dat
hij naar het oosten gaat. „Als ik er
heen ga, heb ik meestal van die
contacten die daarmee te maken
hebben, die veel te vertellen heb
ben".
Zijn bezoeken aan die hoofdstad
der DDR hebben in artistieke zin
echter ook zo hun beperkingen.
„Ik zou een heleboel kunnen ver
tellen, vreemde verhalen. Maar dat
kan ik niet, omdat de mensen er
daar last mee zouden kunnen krij
gen. Dat is toch het gevolg van een
soort slimme onderdrukking. In de
DDR hebben ze allang ontdekt dat
ze niet zo stom hoeven te zijn als
die nazi's, er zijn immers subtielere
wegen denkbaar. Dat grovere werk
is helemaal niet nodig. Je kunt de
mensen isoleren, hen pakken in
hun beroep, hun kinderen. Wan
neer iemand omgaat met een per
soon die 'verdacht' is, krijgt hij een
'Ik ben ervan overtuigd
dat veel mensen graag
onvrij zijn'
bezoek. Men vraagt: kom jij bij die
man of vrouw? Ja, zeg je, het is
mijn vriend. Dan krijg je ten ant
woord dat het toch beter is geen
contact meer met hem te hebben:
bezoek die man niet meer. De men
sen gaan er naar leven".
„Die subtielere onderdrukking
wordt in het Westen onderschat.
Verder gaan ze hun gang maar, het
zal me een zorg zijn. Ik ben geen
Don Quichote, ik sla gaarne gade".
Oost- en West-Berlijn hebben
zich beide tot geheel andere steden
ontwikkeld, elk met een eigen ka
rakter, zo blijkt uit Armando's
woorden. Toch zijn er soms tref
fende overeenkomsten. „Het inte
ressante van die onderdrukking is
dat zij gepaard gaat met een soort
braafheid, ambtenaar en arbeider
lopen er met hun aktentas. De
mens voegt zich gemakkelijk naar
een systeem. De 'vrijheid' berok
kent de mensen meer moeilijkhe
den dan die onvrijheid daar. Ik ben
ervan overtuigd dat een hoop men
sen graag onvrij zijn. Ik kan het ze
niet kwalijk nemen, het leven is al
moeilijk genoeg. Dan is het prettig
dat een ander voor je denkt".
In zijn literaire bezigheid nemen
ook korte notities een bijzondere
plaats in, die Armando aanduidt
met Flarden. Een soort Alltagsge-
schichten, die hij tot in het onein
dige zou kunnen opschrijven. Al
roept hij vertwijfeld in zijn bundel
Armando uit Berlijn uit: „Maar ik
kan toch niet iedereen ondervra
gen?"
In juli en augustus vertoefde Ar
mando in Bayreuth, waar Richard
Wagner zijn Ring des Nibelungen
eind vorige eeuw voltooide en
waar de toenmalige Führer een ge
ziene gast was in zijn door Wagners
nazaten beheerde woning Wahn-
fried. Hitler was verrukt van Wag
ners visie op de Germaanse goden
wereld. En dat was strikt genomen
onlogisch, want Wagner beeldde
juist de ondergang ervan uit. De
oppergod Wodan, die zijn macht
dankte aan de ondersteuning van
andere Germaanse goden, maar
wanneer het hem zo uitkwam geen
been zag in bedrog. Een zienswijze
die juist afbreuk deed aan de op
vattingen van de naar bloed, bo
dem en heldendom snakkende na
zi's. Maar het was juist Hitler die
door zijn jaarlijkse aanwezigheid
op de Festspiele het Wagneriaanse
epos steun in de rug gaf.
Volgens Armando is het Wagner-
gebeuren in Bayreuth niet ver-
kitscht. „De familie heeft er altijd
voor gewaakt dat er geen goedko
pe lepeltjes of bordjes werden ge-
maakt". En een stalletje tegenóver
het operagebouw bewijst de mede
deling: daar worden alleen serieu
ze boeken en tijdschriften over
Wagner verkocht, alsmede gram
mofoonplaten en banden.
Ook in Bayreuth ging Armando
op zoek naar stof voor zijn boeken.
Zo las hij eens in een brochure
over een bombardement op de
Wagnerstad, toen de Götterdam-
merung al over het Derde Rijk was
neergedaald. In het huis dat door
een bom werd getroffen zaten 40
tot 50 mensen te schuilen. Zij wer
den gedood en onder het puin lag
een jong meisje dat de catastrofe
weliswaar overleefde, maar gek ge
worden was van angst en ontzet
ting. Zij werd uit de resten van het
verwoeste gebouw gehaald.
Dat is het moment waarop Ar
mando zich de vraag stelt: wat zou
er van haar zijn geworden? Dat
antwoord kreeg hij bij zijn bezoek
aan een Kneipe, die nu zijn vaste
stamlokaal is geworden wanneer
hij in Bayreuth vertoeft. Het 'gek
geworden' meisje is nu een gezelli
ge dame die goedlachs in Arman
do's stamcafé de gasten bedient.
Wonderlijk maar waar, zoals ook
Brekers atelier een merkwaardig
toeval is.
De gelegenheid om zich naar een
ander land te begeven leek zich on
langs voor te doen toen hij in de
Parijse voorstad Meudon de voor
malige werk- en woonruimte van
Van Doesburg kreeg aangeboden.
Die bleek - zeker ook voor het ver
vaardigen van zijn schilderijen - te
klein. Maar het was wel in Meudon
dat Wagner zijn Fliegende Hollan
der voltooide. En in Parijs is dan
ook nog de link met het oorlogs
verleden. Net als bijvoorbeeld in
Brussel was in de Franse hoofd
stad tijdens de bezettingsjaren de
befaamde communistische spiona-
ge-organisatie Die Rote Kapelle ac
tief.
Graven in dit recente oorlogsver
leden doet soms denken aan ar
cheologie. „Ze geven het niet aan",
zegt Armando, „maar als je Neu
renberg binnenrijdt hoef je slechts
het bord met Messe of Stadion te
volgen, dan vind je zo het Reich-
sparteitaggelande. Je rijdt regel
recht naar de Führer".
De voormalige marsplaats van
het Derde Rijk, gebouwd door
Speer, ligt er bizar bij. Het direct in
de nabijheid gelegen stationnetje
is er nog: van daaruit konden de
geüniformeerde horden zo het
enorme terrein op marcheren, dat
nu grotendeels in beslag wordt ge
nomen door een Amerikaans
sportterrein. De ruimte onder het
rostrum, waarop Hitier de massa
toeschreeuwde, wordt nu gebruikt
door een of andere auto/motor-
sleutelaarsclub. Op elk van de ge
bouwen die het terrein omsluiten,
'Als ik in 1945 zou
zijn geboren, had ik
nog niets meegemaakt'
steken zes klemmen van vlagge-
stokhouders sprietig omhoog. De
ze strakke bouwsels waren spe
ciaal voor de vlaggen ontworpen.
Erin bevonden zich technische en
sanitaire voorzieningen. De kokers
waarin waarschijnlijk metershoge
masten van de vanen achter het
spreekgestoelte (de hoofdtribune)
werden gestoken, zijn nu volge
stort met beton. Op alle tribunes
tezamen konden 124.000 mensen
zitten, het marsveld bood ruimte
aan 90.000 man.
Zulke zaken zijn voor Armando
een plek. „Het is een willekeurige
plek die door een gebeurtenis uit
het verleden lading krijgt. Een huis
of straat waarvan je zegt: daar is
het gebeurd".
Een van de vreemde kanten die
Armando ook intrigeert, is dat
mensen hun macht in één keer
kwijt kunnen zijn. Die hebben na
hun soldaat-zijn in het gewone
maatschappelijke leven een onder
geschikt baantje. „Een van de
raadselachtige aspecten vind ik
bijvoorbeeld dat verhaal van een
jonge man die Gruppertführer was
geweest, die over dood en leven
had beslist, maar later gewoon
loopjongen was".
De geschiedenis van het Derde
Rijk heeft iets van een film. „Dat
zou het misschien ook wel voor die
leiders zijn geweest als ze nu tach
tig zouden zijn. Zij moeten in een
Rausch hebben geleefd. Jonge fi
guren schoten destijds naar boven
met ontzettend veel macht". En
heel ironisch voegt Armando er
nog aan toe: „Frisse jonge mensen
met frisse ideeën".
Aan zijn waarnemen van de vij
and, zijn Feindbeobachtung, komt
voorlopig nog geen eind.
Hüsker Dü; Bob Mould (zang, gitaar).
Greg Norton (bas. zang) en Grant
Hart (drums, zang); gezien op 6 sep
tember in het LVC.
Erg bekend is de uit het Ameri
kaanse Minneapolis afkomstige
hardcore-band Hüsker Dü niet,
ondanks het feit dat het drieman
schap al sinds 1981 aan de weg
timmert. Natuurlijk, de kenners
zijn op de hoogte: John Peel bij
voorbeeld, die zijn VPRO-uurtje
op woensdagavond begon met
draaien van 'Makes nog sense at
all', een dynamisch nummer van
Hüsker Dü. Tijdens de aankondi
ging meldde de Engelse popfa
naat dat hij 's avonds een concert
'van het drietal zou bijwonen in
Londen.
j Gisteravond was Hüsker Dü in
Leiden en dat John Peel verlek-
jkerd vertelde dat hij naar hun
Londense concert ging, is begrij
pelijk na hun optreden in het
LVC: de muziek van Husker Dü
heeft iets aanstekelijks.
Op de muziekschool hebben
deze muzikanten waarschijnlijk
maar een blauwe maandag geze
ten; het heeft er zelfs alles van
weg dat ze nog steeds in de waan
leven dat ze drilboren in hun
handen hebben en geen instru
menten.
Maar de storm die ze ontkete
nen, die enorme geluidsmuur die
wordt opgetrokken vanaf het
eerste nummer dat ze speelden,
is onmiskenbaar een eigen ge
luid en geen muzikale hutspot,
hoewel je dat na oppervlakkige
beschouwing wel zou zeggen.
Bovendien presenteren de he
ren - ook al niet meer zo geweldig
jong - hun muziek op een gedre
ven manier. Vooral het optreden
van bassist Greg Norton mag er
zijn: als het achterlijke neefje
van Broer Konijn stond hij af en
toe op het podium, springend
alsof hij net een schot hagel in
zijn lijf had gekregen.
En dat waardeerde het publiek
dat overigens Hüsker Dü een
paar keer liet terugkomen. Dat
het laatste nummer een ware ka-
kafonie was - geen melodielijn te
ontdekken - interesseerde waar
schijnlijk niemand. En ach, wat
maakt het ook uit?
HILVERSUM (ANP) - De A-status
van Veronica zal voor wat betreft
de televisie op 30 september in
gaan en voor radio op 1 december,
zo heeft de Raad van Beheer van
de NOS vrijdag minister Brinkman
van WVC geadviseerd. Brinkman
had deze week al laten weten het
NOS-advies te zullen volgen.
De beslissing voor wat betreft de
ingangsdatum op radio werd vrij
dag genomen in het overleg van
programmadirecteuren radio van
alle omroepen plus de NOS. Een
ruime meerderheid toonde zich
een voorstander van een latere in
gangsdatum, omdat „daarmee
recht wordt gedaan aan het verlan
gen van alle betrokken zendge
machtigden en bovendien reke
ning wordt gehouden met de prak
tische mogelijkheden", aldus een
mededeling van de NOS.
Veronica heeft zich bij het ak
koord neergelegd, omdat de orga
nisatie zich „in deze voor haar on
verkwikkelijke zaak toch soepel
wilde opstellen". De omroeporga
nisatie handhaaft echter haar
standpunt dat de bij de A-status
behorende zendtijd voor de radio
eveneens op 30 september had
moeten ingaan, aldus een reactie
van Veronica.
Gouden Leeuw
in Venetië
voor Varda
VENETIË (AP) - 'Sans Toit Ni Loi'
(Zonder Dak of Wet), een film over
een eigenzinnig zwerversmeisje
van de bekende Franse regisseuse
Agnes Varda, is op het filmfestival
van Venetie bekroond met de Gou
den Leeuw.
De Speciale Grote Prfjs, die als
tweede prijs geldt, ging naar de Ar
gentijnse film 'Tangos-El Exilio de
Gardel' van Fernando Solanas over
het leven van de beroemde tango
componist Carlos Gardel.
Amerikaanse filmmakers die
voor het eerst sinds jaren weer in
groten getale naar Venetië waren
gekomen, moesten zich tevreden
stellen met een enkele derde prijs
voor 'Lighthouse,' geregisseerd
door de Pool Jerzy Skolimoski.
De Franse acteur Gerard Depar-
dieu kreeg de prijs voor de beste
acteur voor zijn rol van misdadiger
in 'Police.'
De grotendeels uit Europeanen
bestaande jury onder leiding van
de Poolse regisseur Krzystow Za-
nussi gaf geen prijs voor de beste
vrouwelijk actrice - een uitzonde
ring in het 42-jarig bestaan van het
festival.
De speciale prijs voor een begin
nend regisseur werd uitgereikt
voor een van de verrassingen van
het twee weken durende festival -
'Dust' van de Belgische regisseuse
Marion Hansel. De film speelt m
Zuid-Afrika en is gebaseerd op een
roman van J. Coetzee.