Armando slaat in Berlijn de vijand gade In Hilversum 'zomert' het nog steeds TV-rubriek Veronica krijgt A-status in fasen my\' v jj KVx J msr jA door Nico Scheepmaker HüskerDü: drilboren 7 1985 RAPIO-TV-KUNST PAGINA 41 Twee plaatsen bepalen het weer in Nederland: De Bilt en Hilver sum. Vanuit De Bilt wordt elke dag regen over ons heen ge sproeid, en vanuit Hilversum wordt via de tv-kanaleh nog al tijd de zomer onze huiskamers binnengepompt. Dat gebeurt via herhalingen, of via het soort pro gramma's dat je doet verzuchten 'dat er vanavond weer niets op de televisie is, even kijken of Bel- gie wat heeft'. Een beetje te som ber, te laatdunkend, en te gemak kelijk is dit oordeel wel, geef ik toe, want er zijn ook de tv-verha- len van Nadine Gordimer, en mooie en goede documentaires, over de joden in Mokum, de Ita lianen in Abessinië, de ontwikke lingshulp in Brazilië, en er was weer een BBC-aflevering van de Shakespeare-serie, 'Eind goed, al goed', met Celia Johnson die we allemaal nog kennen uit 'Brief encounter', en Angela Down die we ons nog herinneren uit 'The Glittering Prizes' en 'Oorlog en vrede', en er was ook nog een kin derfilm voor volwassenen, met een zo onbeschaamd schmierende Sir Laurence Olivier, dat we ons hem in elk geval NIET meer her innerden uit Hamlet... Ik bedoel maar: de televisie van de afgelopen week bleef nog altijd beperkt tot rommelen in de marge, terwijl buiten het scherm juist van een verhoogde activiteit mocht worden gesproken. Eerst besloot het kabinet bij monde van minister Brinkman dat er toch een derde televisienet komt. Wel iswaar pas medio 1987, zodat menigeen die dit nu leest dan al overleden zal zijn want zo zit het leven nu eenmaal in elkaar), maar het betekent toch 520 uur extra zendtijd per jaar, en dat is mooi meegenomen. Weliswaar komt op dat derde net niet 'de cultuur' eindelijk eens ten volle aan haar trekken, zoals de actie groep 'Het Derde Net' steeds heeft bepleit, maar de NOS en de klei ne zendgemachtigden: IKON en Humanistisch Verbond. 'De cul tuur' heeft onder dit kabinet al leen maar tegenvallers en dom pers moeten incasseren, ik kan me niet een maatregel van be stuur herinneren waarvan je kon zeggen: he, dat is leuk! De bedoeling van dat derde net in Brinkman-stijl is, dat de ande re omroepen op Nederland 1 en 2 meer ruimte krijgen voor het soort programma's waarmee zij beter met abonnee-tv en satelliet televisie kunnen concurreren. Dat kan op zichzelf geen kwaad natuurlijk, want nu Veronica tóch A-omroep wordt (Brinkman heeft tot nu toe alleen zijn zin ge kregen bij het niet toekennen van de PC Hooftprijs, - die man moet toch ook weinig arbeidsvreugde kennen, op die manier!), wordt de spoeling per omroep steeds dunner, en zal de neiging om minderheidsprogramma's van kwaliteit te maken voor mensen die zulke programma's boeiender vinden dan meerderheidspro gramma's (zelfs boeiender dan meerderheidsprogramma's van kwaliteit), steeds kleiner worden. Een beetje meer armslag kan die omroepen er misschien toe bren gen die extra zendtijd te besteden aan populariteitsprogramma's, zonder te tornen aan hun kwali teitsprogramma's. Ik druk me nu wat grofkorrelig uit (populari teitsprogramma's behoren ook kwaliteit te "hebben, maar Dallas heeft toch een ander soort kwali teit dan Shakespeare), maar u begrijpt wel wat ik bedoel. De kans dat zo'n derde 'NOS'- (net alles bij elkaar toch nog be zienswaardig genoeg kan zijn moet trouwens niet bij voorbaat uitgesloten worden geacht, want op het ogenblik hebben de cul tuurgegadigden onder de kijkers vrijwel alleen nog maar iets te verwachten van de NOS en de VPRO, en wie weet wat Stefan Felsenthal en zijn staf (die dit jaar opnieuw genomineerd wer den voor de Zilveren Nipkow-; schijf) nog voor ons in petto hebï :i, als de NOS haar vleugels mag uitslaan op dat derde net. Overigens had minister Brink man zijn derde net nog niet aan gekondigd, of AVRO-voorzitter Wallis de Vries pleitte voor een derde 'publieksvet', waarop de niet-gebonden omroepen (AVRO, TROS, Veronica) met hun op het grote publiek gerichte program ma's ervoor zouden moeten zor gen dat de reklamegelden niet worden weggezogen naar het buitenland. Een zelfde plan schijnt de TROS te hebben: een net voor de omroepen met een boodschap: KRO, NCRV, VARA: een net voor de niet-gebonden omroepen: AVRO, TROS, Veroni ca; en een cultureel net met NOS en de kleine zendgemachtigden. U mist de VPRO. Is die niet-ge bonden, of heeft die een bood schap, of is die cultureel? Van al les wat, als u het mij vraagt. En als u mij nog wat vraagt, te we ten wat de VVD van dat plan zal vinden, dan denk ik dat Nijpels c.s. daar hun bedenkingen tegen zouden moeten hebben, want waar kan de VVD dan nog zijn ideeën kwijt als de AVRO en de TROS zich gaan 'profileren' als niet-gebonden? Of blijft AVRO's Televizier gewoon gehandhaafd, te midden van die niet-gebonden, op het grote publiek gerichte pro gramma's? Ikzelf zou overigens geen tegenstander zijn van zo'n driedeling: net A met AVRO, TROS en Veronica, net B met VA RA, NCRV, KRO en VPRO, en net C met NOS, IKON en Humanis tisch Verbond, te zijner tijd aan gevuld met de NDPO, de Neder landse Dagblad Pers Omroep, waarvan alle krantenabonnees (ruim 4 miljoen) lid zijn. Hoe pre cies, moet nog even uitgewerkt worden, maar er wordt aan ge dacht, heb ik begrepen. Maar als je VARA. KRO en NCRV apart zet van AVRO, TROS en Veroni ca, moet je wel het ledenbestand voor minstens tien jaar bevrie zen, en daarmee de zendtijd, an ders manoeuvreer je de omroe pen met een boodschap in een si tuatie waaraan zij bepaald geen eh... behoefte hebben! NICO SCHEEPMAKER „Als ik in 1945 zou zijn geboren, - had ik nog niets meegemaakt", zegt de kunstenaar, die in 1929 in Amsterdam het levenslicht zag. „Andere mensen zien het als een bedrijfsongeval - die oorlog. Het gaat in feite om het eeuwenoude thema: dat van macht en geweld. Je vindt het bij Shakespeare en Dostojewski, de jeugd van de kun stenaar. Slechte herinneringen weliswaar, maar die toch met die „.jeugd te maken hebben. Kinderen Üdie in een kamp hebben gezeten". ï-Zelf heeft hij dat niet, maar zag als rjonge knaap in zijn woonplaats .Amersfoort wel hoe SS'ers trans porten van gevangenen begeleid den. Aan dat aspect wil hij niet meer graag herinnerd worden. „Daar hebben ze het altijd over", zegt hij. „Daar word ik een beetje misselijk van. Amersfoort was al- ttijd al een garnizoensstad. Je zag er idie hele 'Ausbildung". „Ik ben geen verzamelaar van or- 'detekenen of vlaggen", zegt Ar- .mando, waarmee hij duidt dat het Jbij hem niet om een specifieke oor log gaat, maar om louter het feno- .meen. Zijn gesprekken met men sen, zijn ervaringen en ideeën te kent hij op in een klein boekje; dat door Frans Keijsper hij altijd by zich draagt. Wanneer hij dat - of een balpen - zou mis sen, zou hij zich onzeker voelen. Hij laat het even, bijna schoorvoe tend, zien. Er staan korte zinnetjes in, woorden, summiere schetsjes en kleuraanduidingen. Gegevens die hij in latere teksten of schilde rijen weer kan gebruiken. Wanneer hij ideeën krijgt wil hij die ook meteen vastleggen, dat kan tijdens het joggen buiten gebeuren of tij dens het studeren „om veel inval len te krijgen, te lezen over wat je moet weten". In zijn gesprekken is hij een af spiegeling van zijn beknopte noti ties, de mededelingen die hij doet zijn in zekere zin terughoudend. Dat heeft eigenlijk ook met zijn he le werkwijze te maken. Armando is geen snelschrijver. Uit zijn opmer kingen hierover valt op te maken dat er eerst op papier een brij van correcties ontstaat. Zijn verhalen slijpt hij - zo noemt hij dat - voort durend bij, zoals een beeldhouwer bezig is zijn vormen tot de gewen ste gladheid te polijsten. Pas daar na komt het-uittikken van zijn ver halen, het creatieve proces is dan al voorbij. Armando werd in 1979 door het Bureau Beeldende Kunst Buiten land uitgenodigd naar Berlijn te gaan voor een periode van een jaar. Het beviel hem er echter zo goed dat hij besloot er een langer ver blijf van te maken. De ironie van het lot wil dat hij terecht kwam in het voormalige atelier van de nazi beeldhouwer Arno Breker, een stuk architectuur ontworpen door Hitiers lievelingsarchitect Albert Speer, de latere minister van Be wapening die in het Neurenberger- proces tot twintig jaar gevangenis werd veroordeeld. Breker had voor de nieuwe Rijkskanselarij van Hit ler beelden gemaakt, met name 'In de DDR hebben ze al lang ontdekt dat ze niet zo stom hoeven te zijn als de nazi's' twee mannennaakten die respec tievelijk de partij en het leger sym boliseerden. „Breker wist van ar chitectuur, maar hij heeft er niet lang in gezeten. Hij werd 'ausge- bomt', hij kreeg scherven op zijn dak". Sinds kort heeft Armando Bre kers voormalige werkruimte, die is opgedeeld in verscheidene ateliers waarvan ook andere kunstenaars gebruik maken, verlaten. Hem spreekt nog de gigantische bakste nen muur aan, die overwoekerd was met klimop. Hij was getroffen door de kleurenpracht. „Een pijn- lijdende muur, in de herfst zagen de bladeren rood. Ik heb er schitte rende jaren doorgebracht, het was de beste tijd van mijn leven". In de straat verzonken ligt nog de rails waar overheen de enorme sculptu ren, die het Duizendjarig Rijk zou den moeten dienen, naar hun be stemming zouden moeten worden getransporteerd. Brekers voorma lige werkplaats heeft hij omgeruild voor een 'groszbürgerliche Woh- nung', zoals hij dat noemt. „Na de oorlog vroeg je je af: hoe is die of die fout geweest. Maar dat „Ik ben geen oorlogsschilder, geen kenner van de Tweede Wereldoorlog. Waar het mij om gaat is dat je in zo'n 'Ausnahmesitua- tion', een uitzonderlijke toestand, de men sen in verhevigde mate bezig ziet. In het goede en in het kwade. Je ziet dat ook in dagelijkse vorm gewoon terug". Dat zegt de Nederlandse kunstschilder, schrijver, dichter en acteur (Herenleed) Ar mando. Al jaren heeft hij Berlijn als zijn vaste woonplaats. Deze voormalige Reichs- hauptstadt (en in DDR-jargon nu Haupt- stadt der DDR) is voor hem een permanente voedingsbron. Onuitputtelijk is de inspira tie die hij daaruit opdoet. Befaamd is in middels zijn schilderijenreeks 'Fahnen' en van een bijzondere strekking zijn zijn krante-artikelen Armando uit Berlijn' in NRC-Handelsblad. Het zijn persoonlijke er varingen en indrukken die hij op schrift stelt. Voor zijn literaire en schilderkunstige kwaliteiten heeft de Stichting Jacobus van Looy hem onderscheiden met haar vijfjaar lijkse prijs van 5000 gulden, die hem eind september zal worden overhandigd bij de opening van een expositie over zijn werk in de Vishal in Haarlem. Het is de eerste keer dat de stichting de prijs uitreikt. doe ik nu niet meer. Waar het mij om gaat is: wat is zijn verhaal. Ik ga niet moralistisch te werk. Daar gaat het niet om. Dat zou hoogmoe dig zijn. Van mijn tiende tot mijn vijftiende heb ik de oorlog meege maakt. Dan kan ik moeilijk voor qnderen uitmaken hoe ze zich zou den hebben moeten gedragen. Be grippen als goed en kwaad, ik ge lóóf er niet zo erg in. Daar heb ik niet zulke hoge verwachtingen van, het is een dun laagje." „Je ziet het soms in kleine din gen. Gisteren kwam ik uit de trein. Mensen stappen met grote koffers uit en blijven meteen staan. Nie mand kan er meer uit. Of je ziet het bij de tram. Ze blokkeren de uit gang terwijl ze moeten kiezen of ze links of rechts zullen gaan. Dan zijn ze nog niet eens in een span ningssituatie. Kun je nagaan wat er dan loskomt. Er zijn natuurlijk ook mensen die zich in zo'n toestand als held kunnen gedragen". Armando gaat niet als een histo ricus te werk, voor hem is oorlog een thema dat hij naar de 'kunst' toe tracht te vertalen. In feite zijn er nu andere zaken aan de orde. Kunst is voor Armando dingen ma ken waaraan niemand behoefte heeft. Vanuit de thematiek denk je naar het kunstwerk toe: het boek, schilderij of gedicht. „Je ontkomt er niet aan een stap te zetten in het domein van de kunst, die haar ei gen wetten kent. Je schildert of schrijft geen traktaten, je maakt een autonoom kunstwerk". Het doet denken aan een bloe men- of plantensoort die slechts zou kunnen gedijen op een ruïne; eerst vanuit het verval bloeit de kunst. „Ik ben wel jaloers op die mensen die zich kunnen sluiten voor al het lelijke en zich louter kunnen bezighouden met het scho ne. Dat kan ik niet, dat is niet mijn opdracht". Dat een gesprek over zichzelf hem moeilijk afgaat, wordt duide lijk met zijn legitieme opmerking: „In mijzelf, mijn innerlijke roerse len, ben ik niet geïnteresseerd. Over wat een ander voelt kan ik geen oordeel geven. Ik hoop alleen dat wat ik maak een goed stuk werk is. Je maakt iets waar nie mand wat aan heeft, je dringt het op. Dat doet een kunstenaar". Is het toenmalige Derde Rijk zijn onuitputtelijke voedingsbodem, „in mijn gedichten gebruik ik nooit het woord Duitser. Het is ei genlijk bijna gemythologiseerd. Berlijn is een stad waarin de span ning van heden en verleden voel; baar is. Het is geen mooie stad. Pa rijs is mooi, maar Berlijn is span nend. Het wordt tijd dat ik weer er gens anders heenga. Het is een ei land; de Berlijner kan niet zo maar zeggen: ik ga er even uit, naar Pur- merend of Gouda. Hij moet eerst twee uur rijden, dan is hij pas in het Westen". „Het eigenaardige is dat ik er nooit over hoor kankeren. Men lijdt er niet onder. Je hoort het al leen maar van mensen die niet in Berlijn wonen. Zeker, de intelli gentsia heeft voor Berlijn gekozen. Kijk maar naar Amsterdam, die in telligentsia komt bijna altijd er gens anders vandaan. Een veel ge hoord gezegde is: ik zou nergens anders willen wonen dan in Ber lijn". Armando woont weliswaar in Berlijn-West, er zijn perioden dat hij naar het oosten gaat. „Als ik er heen ga, heb ik meestal van die contacten die daarmee te maken hebben, die veel te vertellen heb ben". Zijn bezoeken aan die hoofdstad der DDR hebben in artistieke zin echter ook zo hun beperkingen. „Ik zou een heleboel kunnen ver tellen, vreemde verhalen. Maar dat kan ik niet, omdat de mensen er daar last mee zouden kunnen krij gen. Dat is toch het gevolg van een soort slimme onderdrukking. In de DDR hebben ze allang ontdekt dat ze niet zo stom hoeven te zijn als die nazi's, er zijn immers subtielere wegen denkbaar. Dat grovere werk is helemaal niet nodig. Je kunt de mensen isoleren, hen pakken in hun beroep, hun kinderen. Wan neer iemand omgaat met een per soon die 'verdacht' is, krijgt hij een 'Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen graag onvrij zijn' bezoek. Men vraagt: kom jij bij die man of vrouw? Ja, zeg je, het is mijn vriend. Dan krijg je ten ant woord dat het toch beter is geen contact meer met hem te hebben: bezoek die man niet meer. De men sen gaan er naar leven". „Die subtielere onderdrukking wordt in het Westen onderschat. Verder gaan ze hun gang maar, het zal me een zorg zijn. Ik ben geen Don Quichote, ik sla gaarne gade". Oost- en West-Berlijn hebben zich beide tot geheel andere steden ontwikkeld, elk met een eigen ka rakter, zo blijkt uit Armando's woorden. Toch zijn er soms tref fende overeenkomsten. „Het inte ressante van die onderdrukking is dat zij gepaard gaat met een soort braafheid, ambtenaar en arbeider lopen er met hun aktentas. De mens voegt zich gemakkelijk naar een systeem. De 'vrijheid' berok kent de mensen meer moeilijkhe den dan die onvrijheid daar. Ik ben ervan overtuigd dat een hoop men sen graag onvrij zijn. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, het leven is al moeilijk genoeg. Dan is het prettig dat een ander voor je denkt". In zijn literaire bezigheid nemen ook korte notities een bijzondere plaats in, die Armando aanduidt met Flarden. Een soort Alltagsge- schichten, die hij tot in het onein dige zou kunnen opschrijven. Al roept hij vertwijfeld in zijn bundel Armando uit Berlijn uit: „Maar ik kan toch niet iedereen ondervra gen?" In juli en augustus vertoefde Ar mando in Bayreuth, waar Richard Wagner zijn Ring des Nibelungen eind vorige eeuw voltooide en waar de toenmalige Führer een ge ziene gast was in zijn door Wagners nazaten beheerde woning Wahn- fried. Hitler was verrukt van Wag ners visie op de Germaanse goden wereld. En dat was strikt genomen onlogisch, want Wagner beeldde juist de ondergang ervan uit. De oppergod Wodan, die zijn macht dankte aan de ondersteuning van andere Germaanse goden, maar wanneer het hem zo uitkwam geen been zag in bedrog. Een zienswijze die juist afbreuk deed aan de op vattingen van de naar bloed, bo dem en heldendom snakkende na zi's. Maar het was juist Hitler die door zijn jaarlijkse aanwezigheid op de Festspiele het Wagneriaanse epos steun in de rug gaf. Volgens Armando is het Wagner- gebeuren in Bayreuth niet ver- kitscht. „De familie heeft er altijd voor gewaakt dat er geen goedko pe lepeltjes of bordjes werden ge- maakt". En een stalletje tegenóver het operagebouw bewijst de mede deling: daar worden alleen serieu ze boeken en tijdschriften over Wagner verkocht, alsmede gram mofoonplaten en banden. Ook in Bayreuth ging Armando op zoek naar stof voor zijn boeken. Zo las hij eens in een brochure over een bombardement op de Wagnerstad, toen de Götterdam- merung al over het Derde Rijk was neergedaald. In het huis dat door een bom werd getroffen zaten 40 tot 50 mensen te schuilen. Zij wer den gedood en onder het puin lag een jong meisje dat de catastrofe weliswaar overleefde, maar gek ge worden was van angst en ontzet ting. Zij werd uit de resten van het verwoeste gebouw gehaald. Dat is het moment waarop Ar mando zich de vraag stelt: wat zou er van haar zijn geworden? Dat antwoord kreeg hij bij zijn bezoek aan een Kneipe, die nu zijn vaste stamlokaal is geworden wanneer hij in Bayreuth vertoeft. Het 'gek geworden' meisje is nu een gezelli ge dame die goedlachs in Arman do's stamcafé de gasten bedient. Wonderlijk maar waar, zoals ook Brekers atelier een merkwaardig toeval is. De gelegenheid om zich naar een ander land te begeven leek zich on langs voor te doen toen hij in de Parijse voorstad Meudon de voor malige werk- en woonruimte van Van Doesburg kreeg aangeboden. Die bleek - zeker ook voor het ver vaardigen van zijn schilderijen - te klein. Maar het was wel in Meudon dat Wagner zijn Fliegende Hollan der voltooide. En in Parijs is dan ook nog de link met het oorlogs verleden. Net als bijvoorbeeld in Brussel was in de Franse hoofd stad tijdens de bezettingsjaren de befaamde communistische spiona- ge-organisatie Die Rote Kapelle ac tief. Graven in dit recente oorlogsver leden doet soms denken aan ar cheologie. „Ze geven het niet aan", zegt Armando, „maar als je Neu renberg binnenrijdt hoef je slechts het bord met Messe of Stadion te volgen, dan vind je zo het Reich- sparteitaggelande. Je rijdt regel recht naar de Führer". De voormalige marsplaats van het Derde Rijk, gebouwd door Speer, ligt er bizar bij. Het direct in de nabijheid gelegen stationnetje is er nog: van daaruit konden de geüniformeerde horden zo het enorme terrein op marcheren, dat nu grotendeels in beslag wordt ge nomen door een Amerikaans sportterrein. De ruimte onder het rostrum, waarop Hitier de massa toeschreeuwde, wordt nu gebruikt door een of andere auto/motor- sleutelaarsclub. Op elk van de ge bouwen die het terrein omsluiten, 'Als ik in 1945 zou zijn geboren, had ik nog niets meegemaakt' steken zes klemmen van vlagge- stokhouders sprietig omhoog. De ze strakke bouwsels waren spe ciaal voor de vlaggen ontworpen. Erin bevonden zich technische en sanitaire voorzieningen. De kokers waarin waarschijnlijk metershoge masten van de vanen achter het spreekgestoelte (de hoofdtribune) werden gestoken, zijn nu volge stort met beton. Op alle tribunes tezamen konden 124.000 mensen zitten, het marsveld bood ruimte aan 90.000 man. Zulke zaken zijn voor Armando een plek. „Het is een willekeurige plek die door een gebeurtenis uit het verleden lading krijgt. Een huis of straat waarvan je zegt: daar is het gebeurd". Een van de vreemde kanten die Armando ook intrigeert, is dat mensen hun macht in één keer kwijt kunnen zijn. Die hebben na hun soldaat-zijn in het gewone maatschappelijke leven een onder geschikt baantje. „Een van de raadselachtige aspecten vind ik bijvoorbeeld dat verhaal van een jonge man die Gruppertführer was geweest, die over dood en leven had beslist, maar later gewoon loopjongen was". De geschiedenis van het Derde Rijk heeft iets van een film. „Dat zou het misschien ook wel voor die leiders zijn geweest als ze nu tach tig zouden zijn. Zij moeten in een Rausch hebben geleefd. Jonge fi guren schoten destijds naar boven met ontzettend veel macht". En heel ironisch voegt Armando er nog aan toe: „Frisse jonge mensen met frisse ideeën". Aan zijn waarnemen van de vij and, zijn Feindbeobachtung, komt voorlopig nog geen eind. Hüsker Dü; Bob Mould (zang, gitaar). Greg Norton (bas. zang) en Grant Hart (drums, zang); gezien op 6 sep tember in het LVC. Erg bekend is de uit het Ameri kaanse Minneapolis afkomstige hardcore-band Hüsker Dü niet, ondanks het feit dat het drieman schap al sinds 1981 aan de weg timmert. Natuurlijk, de kenners zijn op de hoogte: John Peel bij voorbeeld, die zijn VPRO-uurtje op woensdagavond begon met draaien van 'Makes nog sense at all', een dynamisch nummer van Hüsker Dü. Tijdens de aankondi ging meldde de Engelse popfa naat dat hij 's avonds een concert 'van het drietal zou bijwonen in Londen. j Gisteravond was Hüsker Dü in Leiden en dat John Peel verlek- jkerd vertelde dat hij naar hun Londense concert ging, is begrij pelijk na hun optreden in het LVC: de muziek van Husker Dü heeft iets aanstekelijks. Op de muziekschool hebben deze muzikanten waarschijnlijk maar een blauwe maandag geze ten; het heeft er zelfs alles van weg dat ze nog steeds in de waan leven dat ze drilboren in hun handen hebben en geen instru menten. Maar de storm die ze ontkete nen, die enorme geluidsmuur die wordt opgetrokken vanaf het eerste nummer dat ze speelden, is onmiskenbaar een eigen ge luid en geen muzikale hutspot, hoewel je dat na oppervlakkige beschouwing wel zou zeggen. Bovendien presenteren de he ren - ook al niet meer zo geweldig jong - hun muziek op een gedre ven manier. Vooral het optreden van bassist Greg Norton mag er zijn: als het achterlijke neefje van Broer Konijn stond hij af en toe op het podium, springend alsof hij net een schot hagel in zijn lijf had gekregen. En dat waardeerde het publiek dat overigens Hüsker Dü een paar keer liet terugkomen. Dat het laatste nummer een ware ka- kafonie was - geen melodielijn te ontdekken - interesseerde waar schijnlijk niemand. En ach, wat maakt het ook uit? HILVERSUM (ANP) - De A-status van Veronica zal voor wat betreft de televisie op 30 september in gaan en voor radio op 1 december, zo heeft de Raad van Beheer van de NOS vrijdag minister Brinkman van WVC geadviseerd. Brinkman had deze week al laten weten het NOS-advies te zullen volgen. De beslissing voor wat betreft de ingangsdatum op radio werd vrij dag genomen in het overleg van programmadirecteuren radio van alle omroepen plus de NOS. Een ruime meerderheid toonde zich een voorstander van een latere in gangsdatum, omdat „daarmee recht wordt gedaan aan het verlan gen van alle betrokken zendge machtigden en bovendien reke ning wordt gehouden met de prak tische mogelijkheden", aldus een mededeling van de NOS. Veronica heeft zich bij het ak koord neergelegd, omdat de orga nisatie zich „in deze voor haar on verkwikkelijke zaak toch soepel wilde opstellen". De omroeporga nisatie handhaaft echter haar standpunt dat de bij de A-status behorende zendtijd voor de radio eveneens op 30 september had moeten ingaan, aldus een reactie van Veronica. Gouden Leeuw in Venetië voor Varda VENETIË (AP) - 'Sans Toit Ni Loi' (Zonder Dak of Wet), een film over een eigenzinnig zwerversmeisje van de bekende Franse regisseuse Agnes Varda, is op het filmfestival van Venetie bekroond met de Gou den Leeuw. De Speciale Grote Prfjs, die als tweede prijs geldt, ging naar de Ar gentijnse film 'Tangos-El Exilio de Gardel' van Fernando Solanas over het leven van de beroemde tango componist Carlos Gardel. Amerikaanse filmmakers die voor het eerst sinds jaren weer in groten getale naar Venetië waren gekomen, moesten zich tevreden stellen met een enkele derde prijs voor 'Lighthouse,' geregisseerd door de Pool Jerzy Skolimoski. De Franse acteur Gerard Depar- dieu kreeg de prijs voor de beste acteur voor zijn rol van misdadiger in 'Police.' De grotendeels uit Europeanen bestaande jury onder leiding van de Poolse regisseur Krzystow Za- nussi gaf geen prijs voor de beste vrouwelijk actrice - een uitzonde ring in het 42-jarig bestaan van het festival. De speciale prijs voor een begin nend regisseur werd uitgereikt voor een van de verrassingen van het twee weken durende festival - 'Dust' van de Belgische regisseuse Marion Hansel. De film speelt m Zuid-Afrika en is gebaseerd op een roman van J. Coetzee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 41