Toneelgroepen voor nieuw seizoen
Theaterunie
terug naar af
Publiekstheater niet vies
van traditioneel' toneel
Onder artistieke leiding van Ben Hurkmans
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1985
PAGINA 29
y THEATERKRANT W86
Bijlage LeidschlAlphens Dagblad
AMSTERDAM - Als we straks in
1990 of later zullen terugkijken naar
de ontwikkelingen in het Neder
landse theater in de jaren tachtig,
dan zouden de jaren '84 tot '86 wel
eens de periode van de grote om
wenteling genoemd kunnen gaan
worden. In Brinkman's bezuini
gingsronde zijn de eerste grote klap
pen gevallen: de Nieuwe Komedie,
Sater en Proloog zijn opgedoekt. Er
zijn drie nieuwe groepen ontstaan:
door
Mare v.d. Velden
Maatschappij Discordia, De Salon
en Theater Persona. Vier gezel
schappen hebben een geheel nieu
we artistieke leiding gekregen: het
Publiekstheater, het RO-theater,
Globe en Theater. Het Werkteater
splitst zich op en loopt vervolgens
leeg. Volgend jaar opent het grote
Muziektheater en Gerard Jan Rijn-
ders loopt nog steeds los rond. Zo
bezien lijkt het Onafhankelijk To
neel op dit moment de meest be
stendige groep. Acteurs en regis
seurs kiezen steeds vaker voor een
zwervend bestaan, gezelschappen
wensen zich weer hecht en degelijk
als een gezellige familie te presente
ren of worden tot produktie-eenhe-
den waar ieder naar believen in- en
uitloopt.
Het overzicht (van De Salon en Discor
dia zijn geen gegevens beschikbaar)
over de plannen van de Amsterdamse en
Rotterdamse groepen voor het komende
theaterseizoen daarom voorlopig nog
maar onder de vertrouwde namen. Wie
weet wordt het straks zinvoller de thea
trale activiteiten te rangschikken naar
regisseur (wat doen Jan Ritsema en
Mark Timmer allemaal dit jaar?), acteur
(waar speelt Pierre Bokma?), schrijvers
naam (wie spelen er allemaal een stuk
van Thomas Bernhard of Goethe?) of
discipline (wie gebruiken er video en
wie combineert tekst met beweging?).
RO-theater
Dit wordt het eerste echte jaar voor de
jonge artistieke leiders Thie en Uitde-
haag. Het grootste ei is al gelegd: 'Mer-
lijn of 't barre land' ging vorige week in
première. Na het succes van Mieke Mom
dit jaar weer een grote produktie 'voor
iedereen vanaf zeven jaar': 'Konrad (aus
den Konservenbüchse)'. Verder Arthur
Millers 'Van de brug af gezien', 'Affaire
B' naar het boek 'Eenzaam avontuur'
van Anna Blaman en als lekkere kluif
voor het eind van het seizoen Brecht's
opera 'Opkomst en ondergang van de
stad Mahagonny'.
Onafhankelijk Toneel
Zoals gewoonlijk: voor Öe liefhebbers.
Amy Gale, Ton Lutgerink en Tom van
den Haspel in combinatie met een En
gelse tekst. Verder nogmaals Gale met
drie teksten van Samuel Beckett. Gerrit
Timmers met het project 'Absolute
kunst' enkel en speciaal voor het Klap
stukfestival in Leuven. Tot slot Dirk
Groeneveld met 'Het Parlement': op lo
catie in Den Haag Tweede Kamertje spe
len ten tijde van de verkiezingen.
Toneelraad Rotterdam
Bij F Act krijgen jonge regisseurs
weer een kans. Meestal zijn het er drie,
nu maar twee, want Benjamin Gijzel
krijgt twee kansen. Eerst met een vrij
onbekend stuk van J.P. Sartre 'De inge-
slotenen van Altona', daarna met een
oorspronkelijk hoorspel, nu komedie
van Slawomir Mrozek 'Het slachthuis'.
Willem van de Sande Bakhuyzen regis
seert 'Insignificance' van Terry John
son. In dit stuk hebben Einstein, Mon
roe, senator McCarthy en honkballer Joe
di Maggio model gestaan voor de'hoofd-
personages.
Een project op basis van Goethe's
'Willem Meister leerjaren' krijgt een
kans bij de Kerngroep Bijzondere Pro
jecten. Jan Ritsema regisseert tien net
en nog net niet afgestudeerden van thea
terschool en conservatorium. Deze
groep noemt zichzelf 'Mug met de gou
den tand'.
Publiekstheater
Karst Woudstra is weer artistiek leider
af, maar regisseert wel gewoon Goethe's
'Torquato Tasso' en Shakespeare's 'As
you like it'. Ger Thijs doet 'Onweer', één
van Strindberg's zogenaamde kamer
spelen. Teuntje Klinkenberg brengt
Hjalmar Söderberg op de planken van
de Stadsschouwburg, een land- en tijd
genoot van Strindberg. De Duitse regis
seur Stefan Stroux voert de regie van
'Westkaai' van de Fransman Bernard-
Marie Koltès.
Baal
Baal heeft dit jaar alle ruimte in Fras-
cati. Met de co-produkties meegeteld
zijn er tien premières. De opvallendste
verdienen te worden opgesomd. 'Het
Park' van Botho Strauss, 'Dantons dood'
van Georg Büchner in een regie van
Mark Timmer en met muziek van Vera
Vingerhoeds voor sax, altviool, cello en
klarinet. Een muziektheaterproduktie
van Chaim Levano en Guus Janssen op
een tekst van Gertrude Stein 'Doctor
Faustus lights the lights'. Tot slot een
muziektheaterproduktie onder regie van
Leonard Frank, met muziek van Louis
Andriessen en in een decor van tekenaar
Jeroen Henneman. Uitgangspunt vor
men Brechts 'Geschichten von Herrn
Keuner'.
Centrum
Weer een hele rits kleine Nederlands
talige stukken. Zo op het eerste gezicht
één mogelijke uitschieter: 'Paniek' van
de Engelse schrijver Alan Brown, schep
per van het geruchtmakende 'Ro stoel
Ronnie' uit 1980.
Mickery
Dit najaar in Mickery het grootste pro
ject uit haar geschiedenis. 'Rembrandt
and Hitler or Me', na 'Ballista' en 'Kid
nap' het derde deel in de serie 'theater
maken aan televisie voorbij'. Uit welin
gelichte kringen vernomen dat nu al
meer dan een maand wordt gewerkt aan
een complete innerlijke verbouwing van
het theater speciaal voor deze voorstel
ling. Bewegende tribunes, enorme film
schermen en drie groepen publiek die
alle drie wat anders te zien krijgen. In
december bestaat Mickery twintig jaar.
Reden voor feest, maar het feestpro
gramma staat nog niet vast.
Theater
De toneelgroep Theater komt net als
het afgelopen jaar weer drie maal naar
de Leidse Schouwburg. 'Driekoningen
avond' van Shakespeare, 'Cyrano de
Bergerac' van Edmond Rostand ('met de
neus van Gees Linnebank in de hoofd
rol') en 'Beschuit met muisjes' van Her
man Heijermans. Deze laatste voorstel
ling zou Bernard Droogs afscheidsvoor-
stelling worden. Hij wordt 65. Maar he
laas ontstond er een artistieke ruzie tus
sen de hoofdrolspeler Droog en regis
seur Linnebank. Droog neemt dus geen
afscheid als Prosper Bienaimé.
Globe
Het Eindhovense Globe is in Belgi
sche handen overgegaan. Paul de Bruy-
ne en Sam Boaerts vormen er nu de ar
tistieke leiding na het vertrek van Ge
rard Jan Rijnders. Bogaerts doet de re
gie van Heiner Mullers 'Hamletmachine'
en van 'Yvonne' van Witold Gombro-
wicz. Theu Boermans regisseert 'De to
neelmaker' van Thomas Bernhard en sa
men met Kees Hulst 'Ghetto' van Jos
hua Sobol. Dit laatste stuk is vorig jaar
ook door de beroemde Peter Zadek
geënsceneerd en heeft in Duitsland ver
hitte discussies opgeleverd over het wel
of niet gevaarlijke karakter van het stuk
(of de enscenering) gezien het beeld dat
wordt geschetst van het ghetto van War
schau in de Tweede Wereldoorlog.
Theater Persona
Dit seizoen voor het eerst met een
meerjarige subsidie op zak, brengt Per
sona vier produkties. Shakespeares 'Het
temmen van de feeks' (NB: vroeger in
Nederland altijd vertaald met 'De ge
temde feeks'!) in de regie van Agaath
Witteman en 'The Changeling' van Sha
kespeares jongere tijdgenoot William
Rowley, in de regie van Marcelle Meule-
man. Kleiner van opzet zyn Marguerite
Duras Agatha' en 'Neighbours' van Ja
mes Saunders.
Werkteater
Twee groepen opereren gescheiden
binnen het coöperatief: de z.g. kern
groep ('Poppea' en 'Adio') werkt aan een
Oidi poes-project met als voorlopige titel
'Kolonnos' en een 'Vaders en zonen'-
project. Werkteater 2 ('Romeo en Jeanet-
te' en 'Somberman') werkt aan 'De ont
takeling' van J.M.A. Biesheuvel en aan
een voorstelling gebaseerd op de film
'They shoot horses, don't they?'. Verder
bij beide groepen veel reprises en video
en TV-plannen.
Hans Man in 't Veld en Hans Klootwijk: verantwoordelijk voor het Theaterunie-beleid.
(foto Frans Busselman)
De Theaterunie is bij het brede pu
bliek niet zo bekend. Dat hoeft ook
niet: er wordt achter en niet vóór de
schermen gewerkt. Al veertien jaar
prijkt de naam van deze Amster
damse stichting op affiches en thea
terprogramma's, maar altijd in een
bescheiden letter. Bekend bij een
veel groter publiek zijn produkties
als 'The Family' van Lodewijk de
'Boer, of Willem Beukers jaarlijks
'Klap op de vuurpijl', 'Jan Rap en
z'n maat' van Yvonne Keuls, of
'Overwinning op de zon' van Chaim
Levano. Zeer verschillende produk
ties, maar alle tot stand gekomen
dankzij de bemoeienissen van de
Theaterunie.
In 1971 gaf Han Surink, tot dan de
geestelijke vader van de legendarische
toneelgroep Studio, de aanzet tot de op
richting van de Theaterunie. Tot zijn
door
Mare v.d. Velden
dood in 1979 was Surink ook de eerste
directeur. Kort daarop bereikte de stich
ting haar grootste bloei. Naast theater
De Brakke Grond vielen nu ook de thea
ters Frascatie en De Balie onder haar
verantwoordelijkheid, plus de toneel
voorziening van de drie noordelijke pro
vincies. In het seizoen 1980-1981 werden
maar liefst tien produkties op poten ge
zet. In 1981, bij het tienjarig bestaan, kon
de Theaterunie de perikelen met de
geldgevende overheden nog omschrij
ven als "een vrolijke guerilla in het oer
woud van subsidieregelingen, adviezen
en tegenadviezen, in de marge van het
officiële toneelbestel!" Nu, 4 jaar later,
is er niet meer zoveel reden voor een
'vrolijk soort rebelsheid'. De exploitatie
van theater Frascati is overgegaan in
handen van toneelgroep Baal en het be
geleidingsapparaat voor ad hoc-produc-
ties is, formeel,opgeheven. De Thea
terunie heeft zich, lelijk aangeschoten,
moeten terugtrekken op het oude nest:
theater De Brakke Grond, daar waar het
allemaal is begonnen. David Schild,
Hans Klootwijk en de kersverse nieuwe
directeur Hans Man in 't Veld, afkomstig
van het werktheater, vormen het drietal
dat de komende tijd verantwoordelijk
zal zijn voor de opzet en uitvoer van het
Theaterunie-beleid.
Wat zijn de activiteiten van de Thea
terunie in z'n huidige vorm?
Hans Klootwijk: "We krijgen dit jaar
alleen nog maar subsidie voor de pro
grammering van De Brakke Grond. Dit
doen we in nauwe samenwerking met de
daar gevestigde staf van het Vlaams Cul
tureel Centrum. In het verleden kregen
we ook subsidie om ad hoc-produkties
te begeleiden. In die jaren hebben we
heel wat kennis en ervaring opgedaan.
Hoewel de subsidie nu is stopgezet wil
len we blijven proberen onze technische
en produktionele kennis ten dienste te
stellen van enkele kleinere projecten.
Ons uitgangspunt was en is nog steeds
het zogenaamde professionele kleine
zaal-aanbod. Dit jaar zijn dat een pro
duktie van Stichting Zeno, een initiatief
van actrice Josée Ruiter en regisseur
Apostolos Panagopoulos, en twee pro
dukties van regisseur Frans Strijards.
De artistieke verantwoordelijkheid ligt
geheel bij de theatermakers zelf. Wij zijn
verantwoordelijk voor de technische,
produktionele en publicitaire begelei
ding".
Hoe komt nu iemand als Hans Man in
't Veld bij de Theaterunie terecht?
Hans Man in 't Veld: "Arthur van
Schendel, directeur van het Amster
dams Uit Buro, stelde het me voor. Hij
vervulde het afgelopen jaar de rol van
informateur bij de Theaterunie. Hij zei
letterlijk tegen mij: "Jij moet maar eens
wat anders gaan doen". En ik zat net in
een periode dat ik heel veel aanbiedin
gen kreeg om wat anders te gaan doen:
bij groepen, bij theaterscholen, bij
schouwburgen. Ik kende de Theaterunie
alleen van vroeger, toen kwam ik er
vaak. Maar de laatste jaren ben ik er niet
meer geweest. Iedereen raadde het mij
ook af. "Wat moet jij daar nou?", zeiden
ze. Het werd me goed tegengemaakt,
maar dat prikkelde me juist. Omdat het
een woestijn was waarin ik terecht zou
komen, en niet een gespreid bedje, daar
om heb ik het denk ik gedaan".
De nieuwe Studio-zaal van de Brakke
Grond speelt voor jou een belangrijke
rol, nietwaar?
Hans Man in 't Veld: "Ja. Tijdens de
zomer is dit zaaltje ook geschikt ge
maakt voor voorstellingen, maar het zal
in de eerste plaats een studio blijven,
een ontwikkel- en repetitieruimte. Mijn
idee met die studio is, om er mensen
naar binnen te halen die anders niet bij
elkaar zouden komen. Jonge en oude ac
teurs, acteurs uit het gesubsidieerde to
neel en uit de vrije produkties. Ik wil een
aantal mensen bij elkaar brengen die ik
ken, die ik interessant vind, maar die
nog nooit aan elkaar gekoppeld zijn. Met
die mensen wil ik dan een aantal weken,
een aantal maanden kunnen werken, het
avontuur kunnen aangaan, vanuit een
nieuwsgierigheid naar eikaars werk en
ervaring.
Het idee voor een dergelijke werk
plaats is niet nieuw. Het Werktheater
kreeg in 1970 subsidie als werkplaats.
Nu lijkt er ineens een hausse te ontstaan
van studio's en werkplaatsen Men
neemt het idee heel snel van elkaar over.
Iedere schouwburgdirecteur die nog er
gens een kleine zaal heeft, maakt er een
studio van. Maar voor m|j moet het meer
zyn dan: "Hier is de ruimte, hier is het
geld, hier zijn de middelen, ga jullie
gang maar". Ik wil er zelf ook heel ge
structureerd aan werken".
Ga je zelf ook meedoen?
Niet als acteur waarschijnlijk, in elk
geval wel als betrokkene".
Hebben jullie geld voor dit studio
plan?
Hans Klootwijk: "Nee, we hebben wel
een werkplaatssubsidie aangevraagd,
maar niet gekregen. Het geld zal voorlo
pig dus ergens anders vandaan moeten
komen. De subsidiecommissie heeft ge
zegd: "Laat eerst maar eens wat zien".
Hans Man in 't Veld: "Nou best, dan
laten we eerst maar eens wat zien".
AMSTERDAM (GPD) - Ben
Hurkmans specificeert aller
eerst het begrip repertoiregezel
schap. „Je moet eigenlijk stel
len, dat niet het repertoireto
neel, maar het grootschalige to
neel in de problemen zit, want
het margetoneel speelt natuur
lijk óók het 'repertoire" merkt
de 'intendant' van het Amster
damse Publiekstheater op.
Het besef dat er wat moet gebeuren,
dat het grootschalige toneel zich op
nieuw een plaats moet veroveren, heerst
bij hem sterk.
door
Eric v.d. Velden
Als belangrijkste oorzaak voor de ma
laise noemt de dramaturg Hurkmans het
langdurig uitblijven van een artistieke
confrontatie tussen jonge en oudere
theatermakers: „Na de Actie Tomaat
ontstond voor de nieuwe generaties de
ruimte om buiten de bestaande gezel
schappen om voor een eigen weg te kie-
„Je kreeg gezelschappen als Werktea
ter en Baal. Een constructieve confron-
tate met de gevestigde generatie bleef
uit, met als gevolg dat het grootschalige
toneel in de meeste gevallen nooit van
de verworvenheden van het margeto
neel heeft kunnen profiteren. Je kunt
daarbij denken aan: stijlonderzoek, be
trokkenheid bij het spelen, een snellere
manier van produceren, en een grote ac
tualiteit in de inhoudelijke benadering.
Waarmee ik overigens niet wil zeggen
dat alles goed is wat er in de marge
wordt gemaakt, ook daar kom je bijzon
der veel onzin tegen".
Regisseur Karst Woudstra, Ben Hurk
mans en zakelijk leider Gerrit Korthals
Altes presenteerden zich in december
1983 als het driemanschap dat Ton Lutz
(pensioen) en Hans Croiset met ingang
van dit seizoen officieel zou opvol
gen. Hun uitgangspunten brachten zij
naar buiten in een plan, genaamd 'De
Noodzaak tot een Utopie', dat zich inder
daad sterk richtte op verjonging en ver
nieuwing van het gezelschap. De nieuwe
leiding struikelde al voordat zij uit de
startblokken kwam. Tal van oorzaken la
gen hier aan ten grondslag, maar wat ze
ker ook meespeelde was de onvrede van
de oude garde om jonge acteurs en actri
ces van buiten voor belangrijke rollen
aan te trekken.
De maanden van overleg die na het af
treden volgden, deden uiteindelijk voor
de buitenwacht weinig veranderen:
Karst Woudstra bleef artistiek leider af,
maar nam wel plaats in een artistieke
raad van regisseurs: Gerardjan Rijnders
(ex-Globe), Karst Woudstra (ex-RO
Theater), en Ger Thijs (ex-Theater), die
zich verplichtten om gedurende drie a
vier seizoen een aantal voorstellingen
voor hun rekening te nemen.
Hurkmans, dramaturg en voormalig
artistiek leider van het Rotterdamse F
Act, gaat door op de al ingeslagen weg.
Betekent dit dat alle spanningen binnen
het gezelschap zijn opgelost? „Dat ik
over de vraag moet nadenken, zegt na
tuurlijk al wat", antwoordt Hurkmans.
„Maar versta me niet mis. Een belangrij
ke vrees bij de oude kern konden we
wegnemen: deze acteurs hebben nu
meer zekerheid dat zij een rol kunnen
spelen in de opbouw van een nieuw ge
zelschap".
„Je hebt twee alternatieven: of de hele
handel opheffen en opnieuw beginnen,
of doorgaan met inbegrip van wat er is.
Er is voor het laatste gekozen, en ik denk
dat het goed is dat binnen een groot ge
zelschap meer generaties acteurs werk
zaam zijn. Maar er mag geen misver
stand over bestaan dat het nieuwe Pu
bliekstheater niets meer met het oude
gezelschap te maken heeft. We zetten
niet het oude Publiekstheater voort,
daar is geen sprake van".
De nu enige artistieke leider van het
Publiekstheater kan zich bij zijn ambi
ties niet geruggesteund voelen door suc
cessen uit het vorige seizoen, want het
waren uitgerekend de produkties met de
'good old timers', die de meeste waarde
ring oogsten ('Schijn Bedriegt' en 'De
Ingebeelde Ziekte').
„Een opbouwperiode heb je altijd",
verklaart Hurkmans. „Toen 't Publieks
theater in 1973 begon, duurde het ook
een aantal seizoenen voordat de toon
was gezet. Als je vindt dat je jonge men
sen moet binnenhalen, dan moet je ze
ook kansen geven. In de opvatting van
twintig jaar geleden, dat jonge acteurs
maar moeten beginnen met het als but
ler een brief opbrengen, geloof ik abso
luut niet. Technisch gezien zijn ze mis
schien niet volleerd, maar de betrokken
heid die je inhaalt compenseert dat".
Het vroegere Publiekstheater van
Hans Croiset en Ton Lutz vierde zijn
grootste triomfen met actualisering van
de grote klassiekers: Macbeth, Hamlet.
Medea, Oom Wanja, Drie Zusters, en an
dere. Ben Hurkmans wil daarentegen
het accent leggen op (eventueel in op
dracht geschreven) nieuwe, of nog onbe
kende stukken. „Ik denk dat het actuali
seren van klassiekers steeds meer men
sen tegen de haren in is gaan strijken.
Waarom? Omdat je geniaal moet zijn, wil
je het als regisseur by deze grootheden
kunnen verantwoorden, om tussen het
publiek en de wereld van de auteur in te
gaan staan. Je laadt de verdenking van
onmacht op je, mensen vragen zich geïr
riteerd af of je niet gewoon kunt spelen
wat ef staat".
Bij nieuw repertoire denkt Hurkmans
zeker niet aan de meest experimentele
stukken of het meest literaire werk. Van
een traditioneel geschreven stuk zegt hij
niet vies te zijn, zolang 'de zenuw van de
tijd' maar geraakt wordt. „Ik zie niet in
waarom stukken waarvan je terecht kunt
aannemen dat ze veel publiek zullen
trekken, taboe voor het gesubsidieerde
toneel zouden moeten blijven. Een ty
pisch calvinistisch trekje, vind ik dat
Als bijvoorbeeld een succesvolle Engel
se schrijver - ik noem maar wat: een
Ayckbourn of een Schaffer - het exact
heeft over een onderwerp dat wij be
langrijk vinden, waarom zou je hem dan
niet kunnen spelen?"
„Zij maken perfect gebruik van de ij
zeren wetten van het medium: het is al
tijd geestig en acteurs kunnen er uitste
kend mee uit de voeten. Met het spelple-
zier dat ontstaat, kun je een werkelijke
relatie met het publiek bewerkstelligen,
en om een dergelijk contact gaat het in
wezen natuurlijk bij toneel".
1 klassiekers strijkt steeds meer