Zin en onzin van enquêtes Instituut Pont: 75 jaar cursus 1 steno en typen 'Kerkbalans' bij hervormden ruim 2 procent hoger MAANDAG 5 AUGUSTUS 19 Het overkomt praktisch iedere Nederlander wel een keer dat hij wordt benaderd met het verzoek of hij 'mis schien even tijd heeft voor het antwoorden op een paar vraagjes'. Vervolgens wordt hem of haar het hemd van het lijf gevraagd. Dat kan over van alles gaan. Of men recentelijk nog wel eens in hondepoep heeft getrapt. Wel ke maat schoen men draagt. Of men zich misschien nat scheert of elektrisch. En met welk merk. Leest men kranten, hoe veel en welke? Wordt er wel één keer per week gehakt gege ten en zo ja, wordt dat werkelyk op woensdag gecon sumeerd in de vorm van een 'gehaktbal'? Is het slachtoffer blij met het huidige kabinets beleid en zo nee, waarom niet? Zin of onzin? Alleen door het NIPO worden jaarlijks al twee honderdduizend onderzoeken gehouden en dit Nederlands Instituut voor de Publieke Opi nie en het Marktonderzoek is nog maar één van de vele marktonderzoeksbureaus die geregeld onderzoek doen naar het wel en wee van de Neder lander. Toch stelt de Nederlan der wel prijs op 'al dat geënquê- teer'. Leuk Uit een onderzoek bleek dat mensen het leuk vinden om regelmatig te worden gecon fronteerd met de opvattingen van hun landgenoten over al lerlei zaken waarover de burger zich kan opwinden. Mensen vinden het leuk dat ze een spie gel wordt voorgehouden, zien zich graag gesteund in hun me ning of zetten hun mening graag lijnrecht tegenover die van de, uit het onderzoek spre kende, zwijgende meerderheid. door Annalaura Molducci Verreweg de meeste onder zoeken, de marktonderzoeken, worden in opdracht van het be drijfsleven gehouden; een fa brikant die wil weten of en hoe zijn produkt verkoopt. Een krant of tijdschrift dat wil we ten hoe zijn lezer in elkaar zit. Fabrikanten en verkopers wil len weten tot welke sociale klasse de meerderheid van hun klanten behoren. Zijn zij welge steld of juist minder bedeeld? Wat vinden zij belangrijk in hun leven, hoe denken zij over maatschappelijke kwesties? Bijna alle opdrachtgevers hou den de uitkomsten voor zich zelf. In de publiciteit komen voor al de uitkomsten van een deel van de tienduizenden onder zoeken die jaarlijks door over heid, sociaal beleidsonderzoe kers en universiteiten worden gedaan. Die leveren „nieuws" op. Het is mensen-eigen om hun mening te willen 'toetsen' en die vervolgens af te zetten te genover de mening van mede- Nederlanders. Al is het alleen maar om verbijsterd uit de roe pen; „Tjonge, jonge, ik wist niet dat daar zó over werd ge dacht"! Verandering Het enquêteren onder de be volking is vooral een ontwikke ling van de laatste veertig jaar. Vooral eind jaren zestig en be gin jaren zeventig nam het on derzoek naar hoe de Nederlan der dacht over de samenleving hand over hand toe. Alles moest bespreekbaar worden om zodoende te komen tot een verandering van de maatschap pij. Het was noodzaak te weten hoe er over jarenlang bestem pelde taboe-onderwerpen werd gedacht om vervolgens de le vende meningen of vooroorde len bespreekbaar te maken en te veranderen. Het kon dan ook niet zo gek worden bedacht of er werd wel een onderzoek naar gedaan. Het ene onderzoek gaat ver der dan het andere; zo moet het verkiezingsonderzoek wel zeer betrouwbaar zijn, omdat er veel afhangt van de nauwkeurig heid van de cijfers in verband met zetelaantallen; het opinie onderzoek, waar de onder vraagde wordt 'doorgelicht' valt niet over een paar procen tjes meer of minder. Hetzelfde geldt voor marktonderzoek, dat wordt verricht in opdracht van bedrijven die de markt waarin zij opereren, moeten kennen en daarvoor een duidelijk profiel van hun doelgroep nodig heb ben. Voorzichtig Volgens P.H. van Westen dorp, sociaal-psycholoog, di recteur van N.V. v/h Neder landse Stichting voor Statistiek (NSS) in Den Haag en presi dent van de European Society for Opinion and Market Re search (ESOMAR) moeten de media uiterst voorzichtig zijn met het interpreteren van on derzoeksresultaten. Er moet volgens hem altijd rekening ge houden worden met afwijkin gen in enquête-cijfers. Tussen de uitkomst van een steekproef onder minimaal 30 personen en de werkelijke cij fers ligt een zekere marge. Een onderzoeker kan nooit met 'harde cijfers' zeggen dat 51 procent van de Nederlandse bevolking vindt dat er niet har der gereden moet worden dan 100 kilometer per uur. Dat kan net zo goed 45 of 55 procent zijn; de nauwkeurigheid van het cijfer hangt af van de zorg vuldigheid van de steekproef. Een steekproef van minimaal dertig mensen hoeft niet min der betrouwbaar te zijn dan een steekproef van 300 of zelfs 3000 mensen. Als de ondervraagden zich maar onder alle lagen van de bevolking bevinden, als de proef maar „representatief' is. Volgens Van Westendorp zijn de onderzoeken wel beter ge worden door verfijndere me thoden om de uitkomsten te controleren. Dat houdt volgens hem niet in dat alle onderzoek goed is. „Er wordt veel onzin- onderzoek gedaan, dat oneven redig veel publiciteit krijgt, omdat het probeem toevallig 'in de mode' is. Neem nou het laatste onderzoek naar incest. De uitkomst wees uit dat één op de vijf vrouwen met incest te maken zou hebben gehad". "Daar geloof ik niets van", stelt Van Westendorp. "Als je kijkt wie dat onderzoek heeft uitgevoerd en wat de belangen van de onderzoekers zijn, is het logisch dat blijkt dat 20 procent van de vrouwen seksueel zou zijn misbruikt binnen het ge zin. De 'onderzoekers' kunnen daarmee naar Den Haag om hun handje op te houden voor minstens twee ton. De rol van de media is dan heel erg be langrijk, omdat politici en bur gers door de 'schokkende' cij fers worden beinvloed". Van Westendorp vindt dat alle on derzoek 'met argwaan' door de media bekeken moet worden. Gevaarlijk vindt Van Westen dorp het publiceren van onder zoekcijfers niet: „Als een on derzoek echt slecht is, zijn er al tijd wel weer mensen die de re sultaten in twijfel trekken en vervolgens het onderzoek op een betere manier nog eens over doen. Het incest-onder- zoek zal ook nog wel een keer op een andere manier worden bekeken". Betrouwbaarheid Van de verschillende onder zoeksmethoden noemt Van Westendorp als de meest be trouwbare de 'willekeurige on dervraging'. Bij deze ondervra ging wordt ernaar gestreefd een zo breed mogelijk deel van de bevolking aan het woord te laten. Belangrijk is dat de on- r het beantwoorden i derzoeker rekening houdt met de 'non-respons' (het verschil tussen de mensen die benaderd zijn door enquêteurs en de mensen die bereid waren mee te werken aan het onderzoek). Als de non-respons meer dan zestig procent is, wordt het on derzoek al minder betrouw baar. Een andere onderzoeksme thode is het werken met een 'vast panel'. Dit panel bestaat uit burgers uit alle lagen van de bevolking (representatief in leeftijd, geslacht, levensover tuiging etc.). Van Westendorp noemt dit geen betrouwbare vorm van onderzoek. Zijn bu reau werkt praktisch nooit met een dergelijk panel omdat deze lieden zich verantwoordelijk gaan voelen voor de mening van het gehele Nederlandse volk waardoor hun antwoorden niet meer betrouwbaar zijn. Ook het onderzoeken door middel van een schriftelijke vragenlijst geeft volgens Van Westendorp veel problemen, doordat bij deze vorm van en quêteren de non-respons veel te groot is. (Bij de onlangs ge houden GPD-enquète over vrij heidsbeleving werden 770 dui zend formulieren verstuurd waarvan er maar zevenduizend gebruikt konden worden, de non-respons was dus 99 pro cent!) Verder zijn het volgens de onderzoeker altijd dezelfden die reageren en hun stem laten horen. „Belangrijk voor onder zoekers is dat ze ook de menin gen horen van mensen die niet zo snel geneigd zijn hun mond open te doen. Pas dan krijg je een werkelijk beeld van de be volking". Betrokkenheid Onderzoeken zijn dus niet al tijd zo betrouwbaar als door de media wordt gesuggereerd. Wel zegt Van Westendorp dat er verscheidene methoden zijn ontwikkeld om de uitkomsten van onderzoeken te controle ren. Zijn bureau doet twee maal per jaar een onderzoek naar de emotionele betrokken heid van de bevolking bij ac tuele problemen. Daarbij wordt gevraagd hoe de Nederlander denkt over welzijn, vreemde lingenbeleid, stijging van de werkloosheid, het regeringsbe leid, enzovoort. Daar kan bijvoorbeeld uitko men dat de ondervraagden zich weinig betrokken voelen bij het buitenlands beleid van een land als de Verenigde Staten. Als er vervolgens een enquête uitslag komt, waarin mensen wel-blijk geven van een mening - omdat ze misschien niet te genover de enquêteur voor dom wilden doorgaan - dan weet Van Westendorp dat er weinig waarde aan kan worden gehecht. Zo wordt in een systeem bij gehouden hoe betrokken de Nederlander is bij actuele pro blemen en hoe hij over een aan tal zaken denkt. Elk half jaar wordt dat opnieuw bekeken, omdat niets zo veranderlijk is als de mens. Een 'bliksemon- derzoek' naar de mening over de opvang van bijvoorbeeld Ta mils kan zodoende worden ge toetst aan de al bekende gege vens. Door vergelijking worden de uiteindelijke uitkomsten be trouwbaarder. Van Westendorp vindt dat onderzoek wetenschappelijk verantwoord moet zijn. Het ge beurt volgens hem ook veelvul dig dat een onderzoek vier maal op verschillende manie ren wordt uitgevoerd. Als er dan elke keer weer dezelfde cij fers uitrollen, komt dat de be trouwbaarheid alleen maar ten goede. Met name als het gaat om een zeer nauwkeurige weer gave. Het is voor opdrachtge vers als de regeringspartijen natuurlijk uiterst belangrijk de meningen van hun kiezers te kennen. Rationele mens Volgens Van Westendorp wordt er door onderzoekers ook teveel uitgegaan van de 'ra tionele mens'. „Het is niet zo dat elke ondervraagde na een simpele druk op de knop het gewenste antwoord geeft. Veel meningen komen tot stand aan de hand van emotionele be trokkenheid van de onder vraagde persoon. Mee speelt ook wat sociaal wenselijk is. Een ondervraagde zal niet al tijd eerlijk voor zijn mening uit komen. Als bijvoorbeeld de en- quètrice vraagt of de heer in kwestie van zichzelf vindt dat hij discrimineert, zal hij 'nee' antwoorden, terwijl hij onder vrienden misschien Belgen- of jodenmopjes zal vertellen. Men laat nou eenmaal niet het ach terste van zijn tong zien aan een wildvreemde. Een goed voorbeeld van 'so ciale wenselijkheid' vindt hij de enquête „Wat denkt en doet de Nederlandse man" die kort geleden is gehouden onder on geveer tweeduizend mannen door een groot reclame-buro. Uit de cijfers bleek dat de Ne derlandse man maar een be scheiden 'zacht' eitje is, die zelfs zijn eigen onderbroeken niet aanschaft. Van Westen dorp gelooft niet dat de Neder landse man zo bescheiden en integer is als uit dat onderzoek naar voren komt: „Ik zou dat onderzoek graag eens 'over doen. Veel vragen gingen over de samenleving met de partner. Als de partner er bij zit, zal de ondervraagde heer natuurlijk nooit toegeven dat hij wel eens 'vreemd' gaat. Zo komt de trou we loyale echtgenoot op pa pier". Invloed media Massapsycholoog M. Brou wer, hoogleraar aan de univer siteit van Amsterdam, vindt dat de media rekening moet hou den met hun grote invloed op het publiek. Als er veel onzin- onderzoek wordt gepubliceerd en de resultaten worden ge bracht als sensationeel, beïn vloed je de bevolking. Hij vindt dan ook dat de media niet sim pel als 'doorgeefluik' moeten fungeren. „Belangrijk is dat de media bij allerlei onderzoekjes altijd de anecdotische kant bena drukken. Zodra onderzoeksre sultaten buiten proporties wor den gebracht en er een 'weten schappelijke waarde' aan de uitslag wordt gekoppeld, loopt de lezer gevaar. De menings vorming van de bevolking wordt dan sterk beinvloed. Zo lang de media het enquête-on derzoek zien als een lezers-bin ding, kan het geen kwaad. De media moeten blijven relative ren, vindt hij. Brouwer is net als Van Wes tendorp de mening toegedaan dat er geen gevaar schuilt in het regelmatig publiceren van on derzoeksresultaten door kran ten, mits de kranten de resulta ten niet naar hun hand zetten of belangrijke gegevens weglaten waardoor de cijfers 'meer gaan spreken'. Als bijvoorbeeld 50 procent van de ondervraagden zegt „geen mening" te hebben over een bepaald probleem en dat wordt in het artikel niet ver meld, is er duidelijk sprake van verkeerde beïnvloeding. DEN HAAG (GPD) - „Je moet naar de Pont-school gaan, daar hebben ze de leukste lerares", zei een van mijn jeugdvrienden, die veertig jaar geleden al hogere eisen aan het onderwijs stelde dan alleen maar leren. Het werd Pont en niet Groote, het andere stenosysteem. Niemand vroeg zich af welke sys teem het beste was en dat was waarschijnlijk ook niet zo belang rijk. We hadden destijds nog wei nig normbesef en alleen het cur susgeld was mede bepalend voor onze keuze, omdat wij dat zelf moesten financieren. De onderwij- door Harry Bouts zeres viel tegen, ze was in onze ogen oud en te streng. De cursus sen machineschrijven en steno werden gegeven in een tot leslo kaal omgebouwde huiskamer van een onderwijzer die iets wilde bij verdienen. Sinds 1945 is er het een en ander veranderd. Toch kwam bij mij dat zorgeloze van vroeger terug bij mijn bezoek aan het hoofdkantoor van Pont in Den Haag. De voor deur die direct toegang gaf tot een bureau stond wijd open. In een hoek een stuk of wat omgekeerde stoelen, verder enkele tafels en bu- richtingen uitgaan houdt het insti; - tuut op te bestaan. Anderen durl ven het financiële risico niet aan Sn want de vestigingen genieten wel. 'ac*n iswaar een grote mate van zelfstan v00ï digheid maar daarvoor moeten zij oev€ ook alle financiële lasten dragen. t°e8 Pont heeft zelf twee instituten, in sj-el( Leiden en Dordrecht. De andere Mer Pontscholen werken op een soort "e 1 franchise-basis. Zij zijn zelfstandig was en mogen de naam Pont dragen on ran bepaalde voorwaarden. Een ervan nist is dat zij werken met bevoegde le- in h raren. Uiteraard moeten zij ook he( ogenschynlyk zonder enige systeem Pont, met de daarbij beho- D plan neergezet. „Het spijt de rommel. Dat is altijd in de vakantie. Iedereen heeft zo zijn wensen en veranderen kunnen we het beste als iedereen vrij is". Zo begroette ons C. K. Boer, die ons eerder bij toeval had verteld dat het instituut in september 75 jaar bestaat. Gevraagd naar zijn func tie, antwoordde hij: „Nu ben ik verhuizer, maar ik fungeer ook als tijdelijk directeur, omdat mijn va der in het ziekenhuis ligt". Ons ge sprek wordt af en toe onderbroken door iemand die telefonisch om in lichtingen komt vragen. Afgesproken We hadden afgesproken dat hij wat archiefmateriaal zou verzame len voor een jubileumverhaal. Achteraf bleek dit nogal problema tisch omdat de oprichter en de op volgers weinig of niets hebben na gelaten. Van de oprichter kwam ik alleen aan de weet dat hij M. A. Pont heette en dat hij verbindings officier was. Boer neemt aan dat Pont in het zelfde onderdeel zat als de bedenker van het andere sys teem Groote, die dus ook verbin dingsofficier was. Zij moeten rende lesboeken, gebruiken. Veri sch dere inkomsten heeft het hoofd] pre kantoor van de aangesloten „le- het den" niet, zegt Boer. „Zo is dat irj roe de beginjaren opgezet en altijd ge] uit bleven. Ze zijn vroeger te idealis] int< tisch geweest en te weinig com] stai mercieel". In 1970 kwam er in Zwolle en De] E venter nog een Pontinstituut bij doe Daarna zijn er geen uitbreidingen vor meer geweest. Daarbij speelt het fi] de nanciële risico een belangrijke rol. Bil Op het ogenblik zijn er 14 institu- de ten, waarvan er 7 ook dagopleidin] stij gen (zoals bureau- of directiesecre] vai taresse en receptioniste) geven. w0 Boer schat het aantal cursisten n*€ voor de opleiding secretaresse op ho 600, voor receptioniste op 500: wa Daarnaast zijn er „duizenden" die he steno of typen doen. Op het hoofd] he kantoor werken gemiddeld drie mensen per jaar, meer op drukke dagen en minder in de vakantietijd (zoals bij ons gesprek). Op de insti] tuten in Leiden en Dordrecht werken per vestiging 10 tot 15; mensen. De meeste leraren zijn parttimekrachten. De grote zelfstandigheid van de „franchise"-vestigingen houdt heti A dezelfde tijd met hun stenolessen gevaar in dat er instituten tussen I zijn begonnen, voor Pont is de offi- zitten die zich niet zo nauwgezet ciële datum 14 september 1910. Hij houden aan de normen die men! verbeterde het systeem van de van een Pontinstituut verwacht I m Duitse stenograaf Baltz en paste De naam zou daardoor geschaao Nederland. In 1903 al kunnen worden. Boer onderkent had hij het zo ingrijpend gewijzigd dat hij het zijn eigen naam meegaf. Hoe het komt dat hij en zijn col lega tegelijkertijd op hetzelfde idee zijn gekomen vertellen de archie ven niet, evenmin wat er in de eer ste jaren is gebeurd. In 1922 nam C. H. Boer, ook legerofficier, het insti tuut over van Pont. Hoeveel er voor werd betaald weet zijn klein zoon niet. Hij neemt aan dat het een aanzienlijk bedrag is geweest want na de transactie verhuisde de oprichter onmiddellijk naar Frank rijk. Hoe het verder met Pont is ge- „Daarom stellen ook op prijs wanneer mensen me* klachten naar ons toe komen. Dan kunnen wij die aan het betrokken instituut voorleggen en er samen over praten. Belangrijk is dat dil gebeurt tijdens de cursus en nie* j als alles achter de rug is, want dan 1 kunnen we voor de klagers niets meer doen". Zijn eigen twee vestigingen zijn aangesloten bij de Vereniging Bui tenschools Mondeling Onderwijs, die heeft meegewerkt aan het op- j zetten van een ontwerp om gaan vermeldt het archief niet. De wettelyke „erkenning" van de in- eigenaar herschreef de stituten te verkrygen.,,Erkende in- stituten hebben zich te houden aan wettelijke kwaliteitseisen en staan onder controle van de in spectie van onderwijs. De zelfstan digheid van de Pont-leden bete kent overigens niet dat zij gewoon hun gang kunnen gaan. Gefun- i deerde klachten kunnen ertoe lei- den dat hen wordt verboden nog langer de naam Pont te voeren. In het archief vond Boer een brief aan een Brabants instituut waarin kort i en krachtig werd verteld dat het niet langer meer tot de Pont-fami- vader"op lie behoorde. Een opgave van re den werd niet vermeld, maar vol gens Boer ging het om kwaliteit, of beter om het ontbreken ervan. boeken en breidde het aantal insti tuten uit. Ook bedacht hij in 1924 een verbeterd tienvinger-systeem voor „machineschrijven". Het boek dat hij er voor schreef wordt nog steeds gebruikt, wel met aan passingen voor individueel onder wijs. Risico lp 1958 stierf C. H. en nam zijn zoon, de huidige directeur W. J., het instituut over. In vroeger jaren gingen ook de afzonderlijke Pont- scholen vaak o^ zoon. Het aantal was destijds zienlijk groter dan nu (in 1935 wa ren er 30). Waar de zonen andere Over het resultaat van de finan ciële actie Kerkbalans '85 heeft de Hervormde Kerk niet te kla gen, zo blijkt uit de definitieve cijfers. De toezeggingen lagen 2,01 pro cent hoger. In 1984 was dat 1,07 procent. Kon in 1984 bijna 60 procent van de gemeenten een verhoging boeken, dit jaar was dat 64 procent. In 25 procent van de gemeenten werd een daling genoteerd. Dat was het jaar daar vóór 28 procent. Bedroegen in 1970 de inkom sten van alle hervormde kerk voogdijen f 84 miljoen, in 1983 - het laatste jaar waarover alle ge gevens bekend zijn - was dat aangegroeid tot ruim f225 mil joen. Per ziel betekende dat een groei van f 28 naar f 75. Rekening houdend met de inflatie over de ze veertien jaar, liggen de kerk voogdyen altijd nog f30 miljoen voor op 1970. Jaarlijks wordt het aantal her vormde gemeenten dat aan Kerkbalans meedoet groter: dit jaar 779 (765 in 1984). Overigens is dat nog maar 56 procent van het totaal, maar omdat de meeste grote gemeenten eraan deelne men is het percentage bereikte gemeenteleden toch 81. De verschillen per provincie zijn soms zeer groot. Zo komt Groningen op ruim f 55 per ziel, tegen Friesland op ruim f 101. Volgens het rapport is er wat de bijdragen betreft op z'n minst sprake van stabilisatie, ondanks de economische teruggang en de afnemende belangstelling voor de kerk. Protest. Secretaris dr. Fiolet van de Raad van Kerken in Ne derland (zelf rooms-katholiek) heeft by de hoofdredactie van het (behoudende) 'Katholiek Nieuwsblad' (Amersfoort) gepro testeerd tegen de betiteling van dr. Emilio Castro, secretaris-ge neraal van de Wereldraad van Kerken, als 'de broer en rechter hand van de Cubaanse commu nistische dictator Fidel Castro' "Hier kan geen sprake zijn van onattentheid of onwetendheid", schrijft Fiolet. "Deze voorlich ting is er alleen op gericht, de Wereldraad in een kwaad dag licht te stellen". De Castro's heb ben alleen hun naam gemeen. Ze zijn geen familie van elkaar en onderhouden ook geen enkele relatie met elkaar. Hoofdredacteur Laugs van het blad schrijft de fout toe aan een 'menselijke vergissing' van een van zijn medewerkers. 'Een uit glijder'. "Er is geen sprake van bewuste manipulatie". Laugs had de protestbrief van dr. Fiolet nog niet gelezen. Als hij dat wel heeft gedaan, zal hij hem op ge paste manier beantwoorden. Hervormde Kerk: aangeno men naar Sint Annaparochie kandidaat L. Hoekstra Loos- drecht, het beroep tot legerpredi- kant kandidaat Th. van Delen Veenendaal en kandidaat me vrouw M. A. Bezemer Leiden, het beroep tot predikant voor buitengewone werkzaamheden (relatie moslims-christenen) kan didaat mevrouw G. M. Speelman Amsterdam; bedankt voor Ge leen D. W. Koelman Terneuzen. Apartheid. Het negende we reldcongres van het Christelijk Jongemannen-Verbond (CJMV), dat een week lang in Denemar ken bijeen is geweest en gisteren werd afgesloten, heeft krachtig stelling genomen tegen de apart heid in Zuid-Afrika. Er waren 645 afgevaardigden uit 82 lan den, tezamen 23 miljoen leden vertegenwoordigend. Een resolutie eist van de rege- ring-Botha onmiddellijke onder handelingen met de leiders van de zwarte oppositie tot opheffing van de noodtoestand, en belooft steun aan allen die zich inspan nen om op vreedzame manier veranderingen in Zuid-Afrika door te voeren. Op de nationale CJMV's doet het congres een be roep, meer te doen tegen 'elke vorm van racisme'. "Het christe lijk geloof en getuigenis zijn on verenigbaar met rassendiscrimi natie". Het statuut van het internatio nale CJMV is zo gewijzigd, dat de landen van de Derde Wereld meer invloed krijgen. Argentinië. Na een week van overleg kwamen delegaties van Britse en Argentijnse protestant se kerken in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires met een gemeenschappelijke verklaring waarin zij de regeringen van hun landen oproepen, een gesprek op gang te brengen over de toe^ komst van de Falkland-eilanden. De deelnemers aan het overleg wonen in Buenos Aires de jaar vergadering bij van het Centraal Comité (algemeen bestuur) van de Wereldraad van Kerken. Zij willen kerken in andere Latijnsa- merikaanse landen en de Ver enigde Staten en de rooms-ka- tholieke kerken in de twee lan den bij toekomstige gesprekken betrekken. De Wereldraad is ge vraagd, een ondersteunende rol te spelen. Paus herdenkt. In verband met de herdenking van het afwerpen van de eerste kernbom, veertig jaar geleden op de Japanse stad Hiroshima, heeft de paus giste- ren bij het angelusgebed in zijn zomerresidentie opgeroepen tot een hernieuwde inspanning voor de vrede. De paus vroeg de gelovigen over de hele wereld, zich te ver enigen in gebed, "opdat de mensheid de verschrikking van een kernoorlog bespaard zal blij ven". "Moge de nucleaire holo caust van Hiroshima en Nagasa ki een nieuwe impuls geven aan een nog krachtiger inzet voor de vrede". Bij een herdenkingsmis ter ge legenheid van het feit dat paus Paulus VI zeven jaar geleden op 6 augustus in Castelgandolfo overleed zal de paus nog eens op dit onderwerp ingaan. Ook vroeg hij gisteren voorbede voor zijn twaalfdaagse reis door Afrika, die op 8 augustus begint. Prijs. De uit Alkmaar afkom stige Nederlandse priester Jozef Punt (39) deelt samen met de Westduitse pastoor Bernhard Ehler (32) de voor de eerste keer toegekende Albertus Magnus- prijs van het Beierse bisdom Augsburg. Hij wordt daarmee geëerd voor zijn wetenschappe lijke arbeid met betrekking tot de mensenrechten en de verwer king daarvan in de moderne rooms-katholieke sociale leer en verkondiging. De prijs is onge veer f. 11.000 groot. (Albertus Magnus was een be gaafde dominicaan, die in de 13- de eeuw internationale bekend heid had door zijn grote kennis van theologie, filosofie en na tuurwetenschappen. In zes plaat sen in Duitsland en Frankrijk was hij hoogleraar en van 1260 tot 1262 vervulde hij het bis schopsambt in Regensburg). De prijs zal elke twee jaar wor den toegekend voor buitengewo ne wetenschappelijke prestaties aan de katholieke faculteit van de Augsburgse universiteit. Vietnam. Het priestertekort in Vietnam is tien jaar na de com- munistis che machtsoverne ming in het zuiden zo groot ge worden, dat rooms-katholieke gelovigen niet zelden lange rei zen moeten maken om de communie te ontvangen. Dat staat in een rapport van de Vati caanse congregatie voor de evan- gelisering der volken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 6