Zin en onzin
van enquêtes
Instituut Pont:
75 jaar cursus 1
steno en typen
'Kerkbalans' bij hervormden ruim 2 procent hoger
MAANDAG 5 AUGUSTUS 19
Het overkomt praktisch iedere Nederlander wel een
keer dat hij wordt benaderd met het verzoek of hij 'mis
schien even tijd heeft voor het antwoorden op een paar
vraagjes'. Vervolgens wordt hem of haar het hemd van
het lijf gevraagd.
Dat kan over van alles gaan. Of
men recentelijk nog wel eens in
hondepoep heeft getrapt. Wel
ke maat schoen men draagt. Of
men zich misschien nat scheert
of elektrisch. En met welk
merk. Leest men kranten, hoe
veel en welke? Wordt er wel
één keer per week gehakt gege
ten en zo ja, wordt dat
werkelyk op woensdag gecon
sumeerd in de vorm van een
'gehaktbal'? Is het slachtoffer
blij met het huidige kabinets
beleid en zo nee, waarom niet?
Zin of onzin? Alleen door het
NIPO worden jaarlijks al twee
honderdduizend onderzoeken
gehouden en dit Nederlands
Instituut voor de Publieke Opi
nie en het Marktonderzoek is
nog maar één van de vele
marktonderzoeksbureaus die
geregeld onderzoek doen naar
het wel en wee van de Neder
lander. Toch stelt de Nederlan
der wel prijs op 'al dat geënquê-
teer'.
Leuk
Uit een onderzoek bleek
dat mensen het leuk vinden om
regelmatig te worden gecon
fronteerd met de opvattingen
van hun landgenoten over al
lerlei zaken waarover de burger
zich kan opwinden. Mensen
vinden het leuk dat ze een spie
gel wordt voorgehouden, zien
zich graag gesteund in hun me
ning of zetten hun mening
graag lijnrecht tegenover die
van de, uit het onderzoek spre
kende, zwijgende meerderheid.
door
Annalaura Molducci
Verreweg de meeste onder
zoeken, de marktonderzoeken,
worden in opdracht van het be
drijfsleven gehouden; een fa
brikant die wil weten of en hoe
zijn produkt verkoopt. Een
krant of tijdschrift dat wil we
ten hoe zijn lezer in elkaar zit.
Fabrikanten en verkopers wil
len weten tot welke sociale
klasse de meerderheid van hun
klanten behoren. Zijn zij welge
steld of juist minder bedeeld?
Wat vinden zij belangrijk in
hun leven, hoe denken zij over
maatschappelijke kwesties?
Bijna alle opdrachtgevers hou
den de uitkomsten voor zich
zelf.
In de publiciteit komen voor
al de uitkomsten van een deel
van de tienduizenden onder
zoeken die jaarlijks door over
heid, sociaal beleidsonderzoe
kers en universiteiten worden
gedaan. Die leveren „nieuws"
op.
Het is mensen-eigen om hun
mening te willen 'toetsen' en
die vervolgens af te zetten te
genover de mening van mede-
Nederlanders. Al is het alleen
maar om verbijsterd uit de roe
pen; „Tjonge, jonge, ik wist
niet dat daar zó over werd ge
dacht"!
Verandering
Het enquêteren onder de be
volking is vooral een ontwikke
ling van de laatste veertig jaar.
Vooral eind jaren zestig en be
gin jaren zeventig nam het on
derzoek naar hoe de Nederlan
der dacht over de samenleving
hand over hand toe. Alles
moest bespreekbaar worden
om zodoende te komen tot een
verandering van de maatschap
pij. Het was noodzaak te weten
hoe er over jarenlang bestem
pelde taboe-onderwerpen werd
gedacht om vervolgens de le
vende meningen of vooroorde
len bespreekbaar te maken en
te veranderen. Het kon dan ook
niet zo gek worden bedacht of
er werd wel een onderzoek naar
gedaan.
Het ene onderzoek gaat ver
der dan het andere; zo moet het
verkiezingsonderzoek wel zeer
betrouwbaar zijn, omdat er veel
afhangt van de nauwkeurig
heid van de cijfers in verband
met zetelaantallen; het opinie
onderzoek, waar de onder
vraagde wordt 'doorgelicht'
valt niet over een paar procen
tjes meer of minder. Hetzelfde
geldt voor marktonderzoek, dat
wordt verricht in opdracht van
bedrijven die de markt waarin
zij opereren, moeten kennen en
daarvoor een duidelijk profiel
van hun doelgroep nodig heb
ben.
Voorzichtig
Volgens P.H. van Westen
dorp, sociaal-psycholoog, di
recteur van N.V. v/h Neder
landse Stichting voor Statistiek
(NSS) in Den Haag en presi
dent van de European Society
for Opinion and Market Re
search (ESOMAR) moeten de
media uiterst voorzichtig zijn
met het interpreteren van on
derzoeksresultaten. Er moet
volgens hem altijd rekening ge
houden worden met afwijkin
gen in enquête-cijfers.
Tussen de uitkomst van een
steekproef onder minimaal 30
personen en de werkelijke cij
fers ligt een zekere marge. Een
onderzoeker kan nooit met
'harde cijfers' zeggen dat 51
procent van de Nederlandse
bevolking vindt dat er niet har
der gereden moet worden dan
100 kilometer per uur. Dat kan
net zo goed 45 of 55 procent
zijn; de nauwkeurigheid van
het cijfer hangt af van de zorg
vuldigheid van de steekproef.
Een steekproef van minimaal
dertig mensen hoeft niet min
der betrouwbaar te zijn dan een
steekproef van 300 of zelfs 3000
mensen. Als de ondervraagden
zich maar onder alle lagen van
de bevolking bevinden, als de
proef maar „representatief' is.
Volgens Van Westendorp zijn
de onderzoeken wel beter ge
worden door verfijndere me
thoden om de uitkomsten te
controleren. Dat houdt volgens
hem niet in dat alle onderzoek
goed is. „Er wordt veel onzin-
onderzoek gedaan, dat oneven
redig veel publiciteit krijgt,
omdat het probeem toevallig
'in de mode' is. Neem nou het
laatste onderzoek naar incest.
De uitkomst wees uit dat één
op de vijf vrouwen met incest
te maken zou hebben gehad".
"Daar geloof ik niets van",
stelt Van Westendorp. "Als je
kijkt wie dat onderzoek heeft
uitgevoerd en wat de belangen
van de onderzoekers zijn, is het
logisch dat blijkt dat 20 procent
van de vrouwen seksueel zou
zijn misbruikt binnen het ge
zin. De 'onderzoekers' kunnen
daarmee naar Den Haag om
hun handje op te houden voor
minstens twee ton. De rol van
de media is dan heel erg be
langrijk, omdat politici en bur
gers door de 'schokkende' cij
fers worden beinvloed". Van
Westendorp vindt dat alle on
derzoek 'met argwaan' door de
media bekeken moet worden.
Gevaarlijk vindt Van Westen
dorp het publiceren van onder
zoekcijfers niet: „Als een on
derzoek echt slecht is, zijn er al
tijd wel weer mensen die de re
sultaten in twijfel trekken en
vervolgens het onderzoek op
een betere manier nog eens
over doen. Het incest-onder-
zoek zal ook nog wel een keer
op een andere manier worden
bekeken".
Betrouwbaarheid
Van de verschillende onder
zoeksmethoden noemt Van
Westendorp als de meest be
trouwbare de 'willekeurige on
dervraging'. Bij deze ondervra
ging wordt ernaar gestreefd
een zo breed mogelijk deel van
de bevolking aan het woord te
laten. Belangrijk is dat de on-
r het beantwoorden i
derzoeker rekening houdt met
de 'non-respons' (het verschil
tussen de mensen die benaderd
zijn door enquêteurs en de
mensen die bereid waren mee
te werken aan het onderzoek).
Als de non-respons meer dan
zestig procent is, wordt het on
derzoek al minder betrouw
baar.
Een andere onderzoeksme
thode is het werken met een
'vast panel'. Dit panel bestaat
uit burgers uit alle lagen van de
bevolking (representatief in
leeftijd, geslacht, levensover
tuiging etc.). Van Westendorp
noemt dit geen betrouwbare
vorm van onderzoek. Zijn bu
reau werkt praktisch nooit met
een dergelijk panel omdat deze
lieden zich verantwoordelijk
gaan voelen voor de mening
van het gehele Nederlandse
volk waardoor hun antwoorden
niet meer betrouwbaar zijn.
Ook het onderzoeken door
middel van een schriftelijke
vragenlijst geeft volgens Van
Westendorp veel problemen,
doordat bij deze vorm van en
quêteren de non-respons veel
te groot is. (Bij de onlangs ge
houden GPD-enquète over vrij
heidsbeleving werden 770 dui
zend formulieren verstuurd
waarvan er maar zevenduizend
gebruikt konden worden, de
non-respons was dus 99 pro
cent!) Verder zijn het volgens
de onderzoeker altijd dezelfden
die reageren en hun stem laten
horen. „Belangrijk voor onder
zoekers is dat ze ook de menin
gen horen van mensen die niet
zo snel geneigd zijn hun mond
open te doen. Pas dan krijg je
een werkelijk beeld van de be
volking".
Betrokkenheid
Onderzoeken zijn dus niet al
tijd zo betrouwbaar als door de
media wordt gesuggereerd. Wel
zegt Van Westendorp dat er
verscheidene methoden zijn
ontwikkeld om de uitkomsten
van onderzoeken te controle
ren. Zijn bureau doet twee
maal per jaar een onderzoek
naar de emotionele betrokken
heid van de bevolking bij ac
tuele problemen. Daarbij wordt
gevraagd hoe de Nederlander
denkt over welzijn, vreemde
lingenbeleid, stijging van de
werkloosheid, het regeringsbe
leid, enzovoort.
Daar kan bijvoorbeeld uitko
men dat de ondervraagden zich
weinig betrokken voelen bij
het buitenlands beleid van een
land als de Verenigde Staten.
Als er vervolgens een enquête
uitslag komt, waarin mensen
wel-blijk geven van een mening
- omdat ze misschien niet te
genover de enquêteur voor
dom wilden doorgaan - dan
weet Van Westendorp dat er
weinig waarde aan kan worden
gehecht.
Zo wordt in een systeem bij
gehouden hoe betrokken de
Nederlander is bij actuele pro
blemen en hoe hij over een aan
tal zaken denkt. Elk half jaar
wordt dat opnieuw bekeken,
omdat niets zo veranderlijk is
als de mens. Een 'bliksemon-
derzoek' naar de mening over
de opvang van bijvoorbeeld Ta
mils kan zodoende worden ge
toetst aan de al bekende gege
vens. Door vergelijking worden
de uiteindelijke uitkomsten be
trouwbaarder.
Van Westendorp vindt dat
onderzoek wetenschappelijk
verantwoord moet zijn. Het ge
beurt volgens hem ook veelvul
dig dat een onderzoek vier
maal op verschillende manie
ren wordt uitgevoerd. Als er
dan elke keer weer dezelfde cij
fers uitrollen, komt dat de be
trouwbaarheid alleen maar ten
goede. Met name als het gaat
om een zeer nauwkeurige weer
gave. Het is voor opdrachtge
vers als de regeringspartijen
natuurlijk uiterst belangrijk de
meningen van hun kiezers te
kennen.
Rationele mens
Volgens Van Westendorp
wordt er door onderzoekers
ook teveel uitgegaan van de 'ra
tionele mens'. „Het is niet zo
dat elke ondervraagde na een
simpele druk op de knop het
gewenste antwoord geeft. Veel
meningen komen tot stand aan
de hand van emotionele be
trokkenheid van de onder
vraagde persoon. Mee speelt
ook wat sociaal wenselijk is.
Een ondervraagde zal niet al
tijd eerlijk voor zijn mening uit
komen. Als bijvoorbeeld de en-
quètrice vraagt of de heer in
kwestie van zichzelf vindt dat
hij discrimineert, zal hij 'nee'
antwoorden, terwijl hij onder
vrienden misschien Belgen- of
jodenmopjes zal vertellen. Men
laat nou eenmaal niet het ach
terste van zijn tong zien aan een
wildvreemde.
Een goed voorbeeld van 'so
ciale wenselijkheid' vindt hij
de enquête „Wat denkt en doet
de Nederlandse man" die kort
geleden is gehouden onder on
geveer tweeduizend mannen
door een groot reclame-buro.
Uit de cijfers bleek dat de Ne
derlandse man maar een be
scheiden 'zacht' eitje is, die
zelfs zijn eigen onderbroeken
niet aanschaft. Van Westen
dorp gelooft niet dat de Neder
landse man zo bescheiden en
integer is als uit dat onderzoek
naar voren komt: „Ik zou dat
onderzoek graag eens 'over
doen. Veel vragen gingen over
de samenleving met de partner.
Als de partner er bij zit, zal de
ondervraagde heer natuurlijk
nooit toegeven dat hij wel eens
'vreemd' gaat. Zo komt de trou
we loyale echtgenoot op pa
pier".
Invloed media
Massapsycholoog M. Brou
wer, hoogleraar aan de univer
siteit van Amsterdam, vindt dat
de media rekening moet hou
den met hun grote invloed op
het publiek. Als er veel onzin-
onderzoek wordt gepubliceerd
en de resultaten worden ge
bracht als sensationeel, beïn
vloed je de bevolking. Hij vindt
dan ook dat de media niet sim
pel als 'doorgeefluik' moeten
fungeren.
„Belangrijk is dat de media
bij allerlei onderzoekjes altijd
de anecdotische kant bena
drukken. Zodra onderzoeksre
sultaten buiten proporties wor
den gebracht en er een 'weten
schappelijke waarde' aan de
uitslag wordt gekoppeld, loopt
de lezer gevaar. De menings
vorming van de bevolking
wordt dan sterk beinvloed. Zo
lang de media het enquête-on
derzoek zien als een lezers-bin
ding, kan het geen kwaad. De
media moeten blijven relative
ren, vindt hij.
Brouwer is net als Van Wes
tendorp de mening toegedaan
dat er geen gevaar schuilt in het
regelmatig publiceren van on
derzoeksresultaten door kran
ten, mits de kranten de resulta
ten niet naar hun hand zetten of
belangrijke gegevens weglaten
waardoor de cijfers 'meer gaan
spreken'. Als bijvoorbeeld 50
procent van de ondervraagden
zegt „geen mening" te hebben
over een bepaald probleem en
dat wordt in het artikel niet ver
meld, is er duidelijk sprake van
verkeerde beïnvloeding.
DEN HAAG (GPD) - „Je moet
naar de Pont-school gaan, daar
hebben ze de leukste lerares", zei
een van mijn jeugdvrienden, die
veertig jaar geleden al hogere eisen
aan het onderwijs stelde dan alleen
maar leren. Het werd Pont en niet
Groote, het andere stenosysteem.
Niemand vroeg zich af welke sys
teem het beste was en dat was
waarschijnlijk ook niet zo belang
rijk. We hadden destijds nog wei
nig normbesef en alleen het cur
susgeld was mede bepalend voor
onze keuze, omdat wij dat zelf
moesten financieren. De onderwij-
door
Harry Bouts
zeres viel tegen, ze was in onze
ogen oud en te streng. De cursus
sen machineschrijven en steno
werden gegeven in een tot leslo
kaal omgebouwde huiskamer van
een onderwijzer die iets wilde bij
verdienen.
Sinds 1945 is er het een en ander
veranderd. Toch kwam bij mij dat
zorgeloze van vroeger terug bij
mijn bezoek aan het hoofdkantoor
van Pont in Den Haag. De voor
deur die direct toegang gaf tot een
bureau stond wijd open. In een
hoek een stuk of wat omgekeerde
stoelen, verder enkele tafels en bu-
richtingen uitgaan houdt het insti; -
tuut op te bestaan. Anderen durl
ven het financiële risico niet aan Sn
want de vestigingen genieten wel. 'ac*n
iswaar een grote mate van zelfstan v00ï
digheid maar daarvoor moeten zij oev€
ook alle financiële lasten dragen. t°e8
Pont heeft zelf twee instituten, in sj-el(
Leiden en Dordrecht. De andere Mer
Pontscholen werken op een soort "e 1
franchise-basis. Zij zijn zelfstandig was
en mogen de naam Pont dragen on ran
bepaalde voorwaarden. Een ervan nist
is dat zij werken met bevoegde le- in h
raren. Uiteraard moeten zij ook he(
ogenschynlyk zonder enige systeem Pont, met de daarbij beho- D
plan neergezet. „Het spijt
de rommel. Dat is altijd in de
vakantie. Iedereen heeft zo zijn
wensen en veranderen kunnen we
het beste als iedereen vrij is". Zo
begroette ons C. K. Boer, die ons
eerder bij toeval had verteld dat
het instituut in september 75 jaar
bestaat. Gevraagd naar zijn func
tie, antwoordde hij: „Nu ben ik
verhuizer, maar ik fungeer ook als
tijdelijk directeur, omdat mijn va
der in het ziekenhuis ligt". Ons ge
sprek wordt af en toe onderbroken
door iemand die telefonisch om in
lichtingen komt vragen.
Afgesproken
We hadden afgesproken dat hij
wat archiefmateriaal zou verzame
len voor een jubileumverhaal.
Achteraf bleek dit nogal problema
tisch omdat de oprichter en de op
volgers weinig of niets hebben na
gelaten. Van de oprichter kwam ik
alleen aan de weet dat hij M. A.
Pont heette en dat hij verbindings
officier was. Boer neemt aan dat
Pont in het zelfde onderdeel zat als
de bedenker van het andere sys
teem Groote, die dus ook verbin
dingsofficier was. Zij moeten
rende lesboeken, gebruiken. Veri sch
dere inkomsten heeft het hoofd] pre
kantoor van de aangesloten „le- het
den" niet, zegt Boer. „Zo is dat irj roe
de beginjaren opgezet en altijd ge] uit
bleven. Ze zijn vroeger te idealis] int<
tisch geweest en te weinig com] stai
mercieel".
In 1970 kwam er in Zwolle en De] E
venter nog een Pontinstituut bij doe
Daarna zijn er geen uitbreidingen vor
meer geweest. Daarbij speelt het fi] de
nanciële risico een belangrijke rol. Bil
Op het ogenblik zijn er 14 institu- de
ten, waarvan er 7 ook dagopleidin] stij
gen (zoals bureau- of directiesecre] vai
taresse en receptioniste) geven. w0
Boer schat het aantal cursisten n*€
voor de opleiding secretaresse op ho
600, voor receptioniste op 500: wa
Daarnaast zijn er „duizenden" die he
steno of typen doen. Op het hoofd] he
kantoor werken gemiddeld drie
mensen per jaar, meer op drukke
dagen en minder in de vakantietijd
(zoals bij ons gesprek). Op de insti]
tuten in Leiden en Dordrecht
werken per vestiging 10 tot 15;
mensen. De meeste leraren zijn
parttimekrachten.
De grote zelfstandigheid van de
„franchise"-vestigingen houdt heti A
dezelfde tijd met hun stenolessen gevaar in dat er instituten tussen I
zijn begonnen, voor Pont is de offi- zitten die zich niet zo nauwgezet
ciële datum 14 september 1910. Hij houden aan de normen die men!
verbeterde het systeem van de van een Pontinstituut verwacht I m
Duitse stenograaf Baltz en paste De naam zou daardoor geschaao
Nederland. In 1903 al kunnen worden. Boer onderkent
had hij het zo ingrijpend gewijzigd
dat hij het zijn eigen naam meegaf.
Hoe het komt dat hij en zijn col
lega tegelijkertijd op hetzelfde idee
zijn gekomen vertellen de archie
ven niet, evenmin wat er in de eer
ste jaren is gebeurd. In 1922 nam C.
H. Boer, ook legerofficier, het insti
tuut over van Pont. Hoeveel er
voor werd betaald weet zijn klein
zoon niet. Hij neemt aan dat het
een aanzienlijk bedrag is geweest
want na de transactie verhuisde de
oprichter onmiddellijk naar Frank
rijk. Hoe het verder met Pont is ge-
„Daarom stellen
ook op prijs wanneer mensen me*
klachten naar ons toe komen. Dan
kunnen wij die aan het betrokken
instituut voorleggen en er samen
over praten. Belangrijk is dat dil
gebeurt tijdens de cursus en nie* j
als alles achter de rug is, want dan 1
kunnen we voor de klagers niets
meer doen".
Zijn eigen twee vestigingen zijn
aangesloten bij de Vereniging Bui
tenschools Mondeling Onderwijs,
die heeft meegewerkt aan het op- j
zetten van een ontwerp om
gaan vermeldt het archief niet. De wettelyke „erkenning" van de in-
eigenaar herschreef de stituten te verkrygen.,,Erkende in-
stituten hebben zich te houden
aan wettelijke kwaliteitseisen en
staan onder controle van de in
spectie van onderwijs. De zelfstan
digheid van de Pont-leden bete
kent overigens niet dat zij gewoon
hun gang kunnen gaan. Gefun- i
deerde klachten kunnen ertoe lei-
den dat hen wordt verboden nog
langer de naam Pont te voeren. In
het archief vond Boer een brief aan
een Brabants instituut waarin kort i
en krachtig werd verteld dat het
niet langer meer tot de Pont-fami-
vader"op lie behoorde. Een opgave van re
den werd niet vermeld, maar vol
gens Boer ging het om kwaliteit, of
beter om het ontbreken ervan.
boeken en breidde het aantal insti
tuten uit. Ook bedacht hij in 1924
een verbeterd tienvinger-systeem
voor „machineschrijven". Het
boek dat hij er voor schreef wordt
nog steeds gebruikt, wel met aan
passingen voor individueel onder
wijs.
Risico
lp 1958 stierf C. H. en nam zijn
zoon, de huidige directeur W. J.,
het instituut over. In vroeger jaren
gingen ook de afzonderlijke Pont-
scholen vaak o^
zoon. Het aantal was destijds
zienlijk groter dan nu (in 1935 wa
ren er 30). Waar de zonen andere
Over het resultaat van de finan
ciële actie Kerkbalans '85 heeft
de Hervormde Kerk niet te kla
gen, zo blijkt uit de definitieve
cijfers.
De toezeggingen lagen 2,01 pro
cent hoger. In 1984 was dat 1,07
procent. Kon in 1984 bijna 60
procent van de gemeenten een
verhoging boeken, dit jaar was
dat 64 procent. In 25 procent van
de gemeenten werd een daling
genoteerd. Dat was het jaar daar
vóór 28 procent.
Bedroegen in 1970 de inkom
sten van alle hervormde kerk
voogdijen f 84 miljoen, in 1983 -
het laatste jaar waarover alle ge
gevens bekend zijn - was dat
aangegroeid tot ruim f225 mil
joen. Per ziel betekende dat een
groei van f 28 naar f 75. Rekening
houdend met de inflatie over de
ze veertien jaar, liggen de kerk
voogdyen altijd nog f30 miljoen
voor op 1970.
Jaarlijks wordt het aantal her
vormde gemeenten dat aan
Kerkbalans meedoet groter: dit
jaar 779 (765 in 1984). Overigens
is dat nog maar 56 procent van
het totaal, maar omdat de meeste
grote gemeenten eraan deelne
men is het percentage bereikte
gemeenteleden toch 81.
De verschillen per provincie
zijn soms zeer groot. Zo komt
Groningen op ruim f 55 per ziel,
tegen Friesland op ruim f 101.
Volgens het rapport is er wat
de bijdragen betreft op z'n minst
sprake van stabilisatie, ondanks
de economische teruggang en de
afnemende belangstelling voor
de kerk.
Protest. Secretaris dr. Fiolet
van de Raad van Kerken in Ne
derland (zelf rooms-katholiek)
heeft by de hoofdredactie van
het (behoudende) 'Katholiek
Nieuwsblad' (Amersfoort) gepro
testeerd tegen de betiteling van
dr. Emilio Castro, secretaris-ge
neraal van de Wereldraad van
Kerken, als 'de broer en rechter
hand van de Cubaanse commu
nistische dictator Fidel Castro'
"Hier kan geen sprake zijn van
onattentheid of onwetendheid",
schrijft Fiolet. "Deze voorlich
ting is er alleen op gericht, de
Wereldraad in een kwaad dag
licht te stellen". De Castro's heb
ben alleen hun naam gemeen. Ze
zijn geen familie van elkaar en
onderhouden ook geen enkele
relatie met elkaar.
Hoofdredacteur Laugs van het
blad schrijft de fout toe aan een
'menselijke vergissing' van een
van zijn medewerkers. 'Een uit
glijder'. "Er is geen sprake van
bewuste manipulatie". Laugs
had de protestbrief van dr. Fiolet
nog niet gelezen. Als hij dat wel
heeft gedaan, zal hij hem op ge
paste manier beantwoorden.
Hervormde Kerk: aangeno
men naar Sint Annaparochie
kandidaat L. Hoekstra Loos-
drecht, het beroep tot legerpredi-
kant kandidaat Th. van Delen
Veenendaal en kandidaat me
vrouw M. A. Bezemer Leiden,
het beroep tot predikant voor
buitengewone werkzaamheden
(relatie moslims-christenen) kan
didaat mevrouw G. M. Speelman
Amsterdam; bedankt voor Ge
leen D. W. Koelman Terneuzen.
Apartheid. Het negende we
reldcongres van het Christelijk
Jongemannen-Verbond (CJMV),
dat een week lang in Denemar
ken bijeen is geweest en gisteren
werd afgesloten, heeft krachtig
stelling genomen tegen de apart
heid in Zuid-Afrika. Er waren
645 afgevaardigden uit 82 lan
den, tezamen 23 miljoen leden
vertegenwoordigend.
Een resolutie eist van de rege-
ring-Botha onmiddellijke onder
handelingen met de leiders van
de zwarte oppositie tot opheffing
van de noodtoestand, en belooft
steun aan allen die zich inspan
nen om op vreedzame manier
veranderingen in Zuid-Afrika
door te voeren. Op de nationale
CJMV's doet het congres een be
roep, meer te doen tegen 'elke
vorm van racisme'. "Het christe
lijk geloof en getuigenis zijn on
verenigbaar met rassendiscrimi
natie".
Het statuut van het internatio
nale CJMV is zo gewijzigd, dat
de landen van de Derde Wereld
meer invloed krijgen.
Argentinië. Na een week van
overleg kwamen delegaties van
Britse en Argentijnse protestant
se kerken in de Argentijnse
hoofdstad Buenos Aires met een
gemeenschappelijke verklaring
waarin zij de regeringen van hun
landen oproepen, een gesprek op
gang te brengen over de toe^
komst van de Falkland-eilanden.
De deelnemers aan het overleg
wonen in Buenos Aires de jaar
vergadering bij van het Centraal
Comité (algemeen bestuur) van
de Wereldraad van Kerken. Zij
willen kerken in andere Latijnsa-
merikaanse landen en de Ver
enigde Staten en de rooms-ka-
tholieke kerken in de twee lan
den bij toekomstige gesprekken
betrekken. De Wereldraad is ge
vraagd, een ondersteunende rol
te spelen.
Paus herdenkt. In verband met
de herdenking van het afwerpen
van de eerste kernbom, veertig
jaar geleden op de Japanse stad
Hiroshima, heeft de paus giste-
ren bij het angelusgebed in zijn
zomerresidentie opgeroepen tot
een hernieuwde inspanning voor
de vrede.
De paus vroeg de gelovigen
over de hele wereld, zich te ver
enigen in gebed, "opdat de
mensheid de verschrikking van
een kernoorlog bespaard zal blij
ven". "Moge de nucleaire holo
caust van Hiroshima en Nagasa
ki een nieuwe impuls geven aan
een nog krachtiger inzet voor de
vrede".
Bij een herdenkingsmis ter ge
legenheid van het feit dat paus
Paulus VI zeven jaar geleden op
6 augustus in Castelgandolfo
overleed zal de paus nog eens op
dit onderwerp ingaan. Ook vroeg
hij gisteren voorbede voor zijn
twaalfdaagse reis door Afrika,
die op 8 augustus begint.
Prijs. De uit Alkmaar afkom
stige Nederlandse priester Jozef
Punt (39) deelt samen met de
Westduitse pastoor Bernhard
Ehler (32) de voor de eerste keer
toegekende Albertus Magnus-
prijs van het Beierse bisdom
Augsburg. Hij wordt daarmee
geëerd voor zijn wetenschappe
lijke arbeid met betrekking tot
de mensenrechten en de verwer
king daarvan in de moderne
rooms-katholieke sociale leer en
verkondiging. De prijs is onge
veer f. 11.000 groot.
(Albertus Magnus was een be
gaafde dominicaan, die in de 13-
de eeuw internationale bekend
heid had door zijn grote kennis
van theologie, filosofie en na
tuurwetenschappen. In zes plaat
sen in Duitsland en Frankrijk
was hij hoogleraar en van 1260
tot 1262 vervulde hij het bis
schopsambt in Regensburg).
De prijs zal elke twee jaar wor
den toegekend voor buitengewo
ne wetenschappelijke prestaties
aan de katholieke faculteit van
de Augsburgse universiteit.
Vietnam. Het priestertekort
in Vietnam is tien jaar na de com-
munistis che machtsoverne
ming in het zuiden zo groot ge
worden, dat rooms-katholieke
gelovigen niet zelden lange rei
zen moeten maken om de
communie te ontvangen. Dat
staat in een rapport van de Vati
caanse congregatie voor de evan-
gelisering der volken.