'Kletteren' raakt in trek Heropvoeding voor prostituées Steeds meer Nederlanders ontdekken de bergsport ZATERDAG 27 JULI 1985 EXTRA PAGINA 21 Elke winter trekken honderdduizenden landgenoten zuid-oostwaarts om de skisport te beoefenen. Maar in de laatste vijf jaar is er ook in de zomermaanden een trek naar het Middeneuropese hooggebergte tot stand gekomen. Na de wintersport lijkt Nederland nu ook de bergsport te ontdekken. Volgens Wolgang Füchs vormden Nederlanders in de Alpen vijf jaar geleden bijna net zo'n zeldzaamheid als Edelweiss. Nu bepalen Nederlanders voor zo'n vijftig procent de klandizie van de Oostenrijkse berggids, die zo'n tachtig keer per jaar met toeristen de bergen in trekt om te wandelen of kletteren (met handen en voeten een berg beklimmen). Onze verslaggever Jaap Visser verbleef met drie landgenoten een week in zijn spoor en dat leverde hem behalve enkele benauwde ogenblikken een verruimde blik op de bergsport op. ZONDAG Als een gigantische ruwe diamant schittert hij in de zon: de 3025 meter ho ge Sass Rigais. Morgen zullen we deze met sneeuw bedekte reus proberen te bedwingen. Vanmiddag moeten we onze rugzakken naar de op 2000 meter gele gen Regensburgerhütte brengen. Drie uur geleden zijn we in het Oos tenrijkse Ehrwald in de auto van onze gids gestapt om het slechte weer te ont vluchten. De bedoeling was een hutten tocht door het Tiroler Wettersteinge- bied, maar meer dan twintig centimeter 'Neuschnee' heeft het improvisatietalent van de gids aangesproken. We stallen onze 'vluchtauto' in het even over de Brennerpas gelegen Santa Kristina en klauteren met volle bepak king naar onze voor bergsportbegrippen tamelijk luxueuze slaapplaats. Op 12-jarige leeftijd trok Wolfgang Fuchs voor de eerste keer met vrienden de bergen rond zijn woonplaats Ehrwald in. "En sinds die eerste bergtocht koes terde ik de wens om berggids te wor den", kan de nu 36-jarige Oostenrijker zich als de dag van gisteren herinneren. Zijn lang gekoesterde wens ging dertien jaar later in vervulling toen 'der Wolf gang' in Innsbruck 'afstudeerde' als 'bergfuhrer'. Op dat moment was Fuchs al vijf jaar skileraar, maar hoewel hij een uitmuntend en fanatiek skiër is, trekt de voormalige ijshockey-semiprof het liefst te voet de bergen in. MAANDAG De reus is veranderd in een monster. De top van de kolossale steenmassa is gehuld in grauwe wolken. Het is koud en de absolute stilte is bijna angstaanja gend. De gids 'spant' ons in en om half tien beginnen we aan de beklimming van de 'Hauptgipfel der Geislergruppe'. Het wordt al snel duidelijk dat we onze 'veiligheidsgordels' op deze tocht hard nodig hebben. Sneeuw- en ijsmassa's bemoeilijken onze onwennige gang naar de top, die we rond het middaguur berei ken. Het panorama is fenomenaal, maar we kunnen er niet lang van genieten. Onze reisleider heeft weinig vertrouwen in het weer en stuurt ons naar beneden. De lan ge afdaling is niet van gevaar ontbloot, maar onze gids sluit elk risico uit en neemt de vier Hollanders soms letterlijk op sleeptouw. Om half drie zijn we terug door Jaap Visser 33- 1/ t Zelfs een klein beetje risico kan in de bergen fataal zijn. op het alpenweit, waar we onze rugzak ken hebben achtergelaten. Omdat het weer er inderdaad niet beter op wordt en het nog zo'n vijf uur lopen is naar de vol gende hut, besluiten we terug te keren naar de Regensburgerhütte. 's Avonds barst een onweer los dat met hevige sneeuwval gepaard gaat. De volgende ochtend blijken we te zijn 'in gesneeuwd' en besluiten we nog verder naar het zuiden af te zakken. Inmiddels heeft de gelouterde bergbe klimmer Fuchs als expeditieleider twee 'zesduizenden' in het Andesgebergte en vele 'vijfduizenden' op zijn naam staan. Aan dergelijke monstertochten door het hooggebergte houdt de kleine kracht patser alleen een schat aan ervaringen over, want financieel wordt hij er niets wijzer van. "In het meest gunstige geval hoeft er geen geld bij, maar dat interes seert me niet want dergelijke tochten maak ik louter voor mijn eigen plezier". Dit in tegenstelling tot de uitstapjes die hij in het zomerseizoen bijna dage lijks met toeristen in het Tiroler Wetter- steingebied maakt. Die wandel- of 'klet- tertochten' beschouwt Fuchs vooral als werk. Maar wel werk waar hij kennelijk nooit genoeg van krijgt want zodra de fullprof alpinist in zijn bergschoenen stapt, beginnen zijn ogen te schitteren. "Ik ben echt wat je noemt een berg- mens. Een leven zonder de bergen zou ik me niet kunnen voorstellen". DINSDAG Met de auto trekken we in de richting van het Gardameer, waar de tempera tuur rond de twintig graden schommelt en de hemel licht bewolkt is. Even voor bij Bolzano slaan we af naar het dorpje Margreid om in de buurt van de oude Oostenrijks/Italiaanse grens de plaatse lijke Klettersteig te beproeven. In het Putzwald beklimmen we een van de top pen van de Mendelkamm. Hoewel de Unterfennberg wat betreft de hoogte in het niet valt bij de Sass Rigais, vergt de beklimming van deze 1090 meter hoge steenklomp minstens evenveel tijd. Op handen en voeten kruipen we over een wel heel smal bergpaadje langs de steile rotswanden. De vermoeiende tocht wordt beloond met een prachtig uitzicht over één van de rijkste wijnstreken in Italië. De afdaling is zwaar. Het pad breder, maar de stenen talrijk en het 'afdalings percentage' groot zodat er van een con stante druk op de bovenbenen sprake is. Aan de voet van de berg wordt in een dorpscafeetje de dorst gelest met mild geprijste kwaliteitswijn. In welke extreme mate Wolfgang Fuchs aan 'zijn' bergen is gehecht, maakte hij Nederlandse vrienden on langs overduidelijk toen hij na een zeil tocht op de Noordzee groen van ellende in zijn dertien jaar oude Volkswagen ke vertje stapte en in één ruk doorreed naar Oostenrijk om onmiddellijk voor een tocht van een paar dagen de bergen in te trekken. Hoewel hij bergen als de Sonnenspitze en de Zugspitze onderhand letterlijk en figuurlijk kan uittekenen, leidt Fuchs zijn klanten elke keer weer vol enthou siasme naar de met sneeuw bedekte top pen. Slechts een hoogst enkele keer wordt het hem allemaal wat teveel zoals die keer toen hij met een Hollandse toe- riste op zoek ging naar het dak van de Zugspitze, dat die dag in een dikke wol kenmassa was verstopt: "Op mijn hoog temeter had ik al een paar keer geconsta teerd dat we ons in de buurt van de top bevonden, maar we konden nauwelijks een hand voor ogen zien. Op een gege ven moment heb ik theatraal uitgeroe pen dat we op het hoogste punt waren, waarna ik een paar stevige zoenen op m'n wangen kreeg en maar snel aan de afdaling ben begonnen". WOENSDAG Bijna loodrecht uit het Gardameer rijst de 1260 meter hoge Rochetta, een toeristische trekpleister voor bergspor ters. De Club Alpino Italiano heeft hier verschillende wegen naar de top uitge zet. We nemen de Via dell' Amicizia, niet alleen om zijn naam, maar ook omdat hij zo'n zeshonderd hoogtemeters over brugt, die voor een belangrijk deel klau terend langs ijzeren trappen moet wor den afgelegd. De klim is pittig, maar de vergezichten wederom fraai. Behalve eng is het ook buitengewoon indruk wekkend orn aan een rotsblok hangend over je schouder te blikken naar de mi croscopisch kleine surfers die honder den meters beneden je door het Garda meer schieten. Wanneer we op de winderige top onze namen in het 'gastenboek' noteren, con stateren we trots dat we de enige Neder landers zijn die hier recentelijk boven kwamen. Maar de trots maakt onmiddel lijk plaats voor schaamte, wanneer we net over de top in een kleine nederzet ting belanden waar timmerlieden bezig zijn een boerderijtje op te knappen. De gids leest de teleurstelling van onze ge zichten en beurt ons op met de woorden: "Dit is het lot van 'bergsteigen' in het Gardameergebergte. Onder de top tref je nog wel eens een paar huizen aan omdat de bergen hier niet zo hoog zijn en er meestal ook een makkelijke weg om hoog is". En dus ook omlaag, zoals we bemerken wanneer we langs een karre- 1 spoor vlot naar het Gardameer afdalen. In de twintig jaar dat Fuchs in het win terseizoen een redelijk belegde boter ham als skileraar verdient, is het hem opgevallen dat Nederlanders in de ber- gen vaak overmoedig te werk gaan. Een 3 indruk die nog is versterkt sinds landge- noten voor een niet onbelangrijk deel de klandizie van 'bergfuhrer' Fuchs zijn gaan bepalen. "Een jaar of vijf geleden kwam ik in de bergen nauwelijks Hol landers tegen, maar nu vormen zij zo'n vijftig procent van m'n klantenbestand. En wat me steeds weer opvalt is dat de meeste Hollanders een goede conditie hebben en misschien juist daardoor vaak meer willen dan ze eigenlijk kun- nen. Het grootste probleem van een berggids is dan ook om zijn klanten af te remmen als hij merkt dat ze overmoedig - worden". DONDERDAG Bij het ontbijt kondigt de gids aan dat we nu pas echt gaan 'kletteren': "Dit wordt een geweldige tocht, heel wat zwaarder dan gisteren en geen ladder te bekennen", laat hij de helft van ons al j nattigheid in de handen voelen. We rij- den naar Sarche om ons in het 'pelgrims oord' van de 'kletteraars' aan "einer der schwierigsten Klettersteige überhaupt" te wagen. Aan het begin van de 'Via Attrézzata J Rino Pisetta' moet de Oostenrijkse 'expeditieleider' de Hollanders met hoogtevrees moed inspreken om te voorkomen dat zij de eerste de beste vluchtweg inslaan. Na drieëneenhalf uur moeizaam klauteren, bereiken we de op bijna duizend meter gelegen top van de Cima Garzolet. We hebben er dan ze- 1 venhonderd meter aan de steile wand opzitten en hebben kunnen constateren dat de door onze privégids verstrekte veiligheidsuitrusting uit degelijk mate- riaal bestaat. Bij het zoeken naar kleine uitstulpinkjes of richeltjes in rotswand hebben we bijna allemaal t keer moeten loslaten en in onze tuigjes aan het koord van de gids gebungeld. Tijdens de twee jaar durende oplei ding voor berggids neemt psychologie J een belangrijke plaats in. Fuchs: "Alleen volleerde alpinisten worden tot de cur sus toegelaten. Skiën en bergbeklim- men hoeven ze je er dus niet meer te le- j ren. Wel hoe je met mensen moet om- j gaan. Mensenkennis is echt verschrikke lijk belangrijk voor een berggids, omdat je een tocht moet indelen naar de moge lijkheden van de toeristen. In al die jaren heb ik gelukkig nog nooit de fout ge maakt dat ik iemand heb overschat. Of dat een kwestie van geluk of vakkennis is, durf ik niet te zeggen. Feit is wel dat ik een tocht eerder te licht dan te zwaar maak. Als berggids weiger ik risico's te nemen. Want waarom huren toeristen een gids als ze de bergen intrekken?' Omdat ze zeker willen weten dat ze weer veilig thuis komen. Die zekerheid kun je als gids alleen bieden door alle risico's j uit te sluiten. Want zelfs een heel klein - beetje risisco nemen, kan in de bergen fataal zijn". VRIJDAG Ten noorden van Sarche, even voorbij Mezzocorona wordt de Mendelkamm bijna doormidden gekliefd en tussen honderden meters hoge rotswanden voert een vrij eenvoudig te begaan pad naar de op 891 meter gelegen top. Op verschillende plaatsen kletteren water massa's naar beneden en deze fraaie wa tervallen maken de gemakkelijke Burro- nesteig tot een van de Figuurlijke hoog tepunten van onze klettertocht in Noord-Italië, waar de wijnproeverijen net zo talrijk zijn als de adembenemende berghellingen. De Indonesische overheid runt hel prostitutiewezen op een wel zeer speciale manier. De arme geronsel de plattelandsmeisjes worden uit de bordelen in de stad geplukt en in speciale dorpjes gehuisvest, compleet met bewaking, medische zorg en omscholing. Een voorbeeld van actief overheidsingrijpen in de Indonesische sexindustrie. In het Middenjavaanse stadje Solo of Surakarta is er voor de hoerenlopers 's avonds weinig te beleven. Achter de vuilnisbelt van Solo ligt het hoerendorp- je Silir. Iets voorbij de kippenmarkt en de sloperij ligt een kleine dessa tussen de groene sawah's. Met de betjak of fietstaxi is het nauwelijks tien minuten rijden van het centrum. Hier zitten de meisjes 's avonds voor hun huisjes te wachten op de mannen die hun vertier zoeken. Bedrijfsvoering In Silir gaat het er heel anders aan toe dan in het 'gewone' hoerenbedrijf. Wie het dorpje overdag wil bezoeken wordt onverbiddelijk teruggestuurd bij de ge sloten slagboom aan het begin van het dorp. De wachten laten mannen slechts toe tussen zes uur 's avonds en midder nacht. Overdag hebben de klanten er niets te zoeken. Dan is er tijd voor ande re dingen dan het behagen van mannen. Achter de slagboom is het die dag erg rustig. De zon schijnt ongenadig terwijl de meisjes wat dollen bij het kantoor van de sociaal werkers. Er wordt tafel tennis gespeeld. Anderen staan loom in de deuropening van de stenen huisjes te gen het houtwerk geleund. Na een kwar tier is het met de rust gedaan. Van alle kanten komen jonge Indonesische meis jes naar het kantoor van de projectlei ding gelopen voor een uur les in de staatsfilosofie, de Pantjasila, Sanskriet voor 'vijf zuilen'. Deze zuilen waarop de Indonesische samenleving steeds meer steunt, zijn het geloof in God, de nationale eenheid, de democratie, sociale rechtvaardigheid en menslievendheid. Hardop dreunen de ongeveer tweehonderd vrouwen de les op. Behalve in de staatsideologie, krij gen de prostituées van Silir les in lezen, schrijven, koken, naaien, sport en mu ziek. De leiders van dit 'resosialisasi'-pro- ject letten ook op de 'bedrijfsvoering' van de in het dorp wonende meisjes. Ze worden bij aankomst geregistreerd. De inkomsten van de meisjes worden zorg vuldig bijgehouden. Zestig procent dra gen ze af aan de leiding van het project voor de kosten van onderwijs, medische verzorging en veiligheid. De andere veertig procent is voor de vrouwen zelf. De sociaal werkers zien er op toe dat dit geld, gemiddeld vijftien gulden per dag, wordt gespaard om later eventueel te kunnen trouwen. Vaak geven de meisjes eën deel van het geld aan hun ouders die overwegend op het arme platteland wo nen. In het weekend gaan ze regelmatig naar huis. "De meeste meisjes komen van arme boerenfamilies uit het dorpje Wonokiri. Ze werkten vroeger bij de hotelletjes van het station. Daar werden ze afgekne pen door hun pooiers, zaten onder de sy- fillis en kwamen zonder hulp nooit uit het hoeren wereldje. Nu krijgen ze on derdak, bescherming, medische zorg en kunnen ze een zakcentje opzij leggen voor later", legt een sociaal werker de voordelen van de 'resosialisasi' uit. Heropvoeding In Silir wonen ongeveer driehonderd mensen, van wie er ruim tweehonderd vijftig prostituée zijn. Op een avond ko men er zo'n zeshonderd klanten. De klandizie bestaat vrijwel geheel uit Indo nesiërs. Vroeger waren zij aangewezen op de hoerenbuurten van de steden. Als vrouwen op straat op tippelen worden betrapt of als ze in een bordeel zitten bij een inval van de politie, wor den ze meegenomen en kunnen ze' naar een 'heropvoedingsdorp' als Silir. De laatste jaren komen steeds meer meisjes vrijwillig naar Silir, hoewel buiten het dorp meer te verdienen is. Silir is maar een voorbeeld van de vele hoerendorpjes die door de overheid wor den gesticht. In zijn roman 'De Kus' be schrijft Jan Wolkers een groot hoeren- dorp in de buurt van Malang op Oost- Java. Overal zijn of worden van staats wege dergelijke rosse buurten opgezet. Niet alleen op Java, maar ook op de an dere Indonesische eilanden is het cqn- centreren van prostituées een feit. Al in 1961 nam de overheid het besluit om de wildgroei in bordelen een halt toe te roe pen. De regionale overheden kregen van Jakarta veel eigen bevoegdheden om 'resosialisasi'-projecten op te zetten. Ambtenaren Dat het niet overal van een leien dakje gaat blijkt uit de situatie in de hoofd stad Jakarta. Onlangs werd daar in het rosse district Kramat Tunggak een schoonmaakactie uitgevoerd om de win kels en bars te sluiten. De 1300 hoeren en 230 pooiers werkten ondanks allerlei verboden en bepalingen gewoon door, wat tot de zuiveringsactie leidde. De meisjes in Silir zijn -in tegenstel ling tot hun collega's in Jakarta- echter blij met de opvang. Op deze manier kun nen ze een vak leren en worden ze niet uitgebuit door de pooiers die normaal gesproken het leeuwedeel van de in komsten opstrijken. De souteneurs zijn in Silir vervangen door regeringsambte naren die een oogje in het zeil houden. Elk huis heeft vijf meisjes en een ambte r De gamelanles is een onderdeel van het heropvoedingsprogramma. naar die de geldzaken regelt en lastige klanten eruit werkt. Mocht hij het niet alleen redden, geen hood, want elke avond zijn achttien man politie op de been. Doordat de meisjes sparen en allerlei vaardigheden leren, zijn ze beter in staat om 'uit het vak' te stappen. Na twee jaar kunnen ze een ander baantje nemen of trouwen. Dankzij hun spaargeld vinden' ze eerder een man die hen wil trouwen. De bruidsschat speelt immers nog steeds een belangrijke rol in de samenle ving. "Ik ben pas tevreden als een meisje uit Silir trouwt", zegt de leider van het pro ject. Hij voegt er aan toe dat de staf ook bekijkt of de jongen wel geschikt is voor het meisje, zodat ze niet weer in de be taalde liefde belandt. BART RETERINK DIRK JAN ROELEVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 19