Olaf Tarenskeen: fenomeen op de gitaar Evenwichtige Elckerlyc in Pieterskerk Winnaar van de Wessel-ückenprijs LEIDSE? LAKENFEESTEN 'Jonge schilders' nu in Huys Dever DONDERDAG 18 JULI 1985 RADIO-TV-KUNST PAGINA 17 Aan de 25-jarige Haagse gita rist Olaf Tarenskeen is gister avond de Wessel-Ilckenprijs uitgereikt. Hij is de derde mu sicus, die deze op initiatief van Pim Jacobs opnieuw in het le ven geroepen prijs krijgt toege kend. De Wessel-Ilckenprijs 'nieuwe stijl' is bedoeld om een jong en onbekend musicus, die zich op velerlei gebied positief onderscheidt, een eerste aanzet tot een professionele carrière te geven. Tarenskeen werd voorafgegaan door slagwerker Marcel Serierse en saxofonist Toon Roos, die beiden de be doeling van de onderscheiding op juiste wijze wisten uit te buiten. door Jan Rensen - Ook Tarenskeen zou nu dus de eerste serieuze stap op zijn loop baan moeten zetten. Ziet hij dat zelf ook zo? Olaf Tarenskeen. „Ik laat de kans natuurlijk niet aan me voorbij Tentoonstelling 'Eenzaam maar niet alleen', t/m 3 augustus. Stelling. Lan ge Mare 65, Leiden. Geopend di. t/m za. van 12 tot 17 uur. LEIDEN Anders dan men mis schien zou denken, slaat de be naming 'Eenzaam maar niet al leen' in dit geval niet op de me moires van koningin Wilhelmina maar op de recent geopende Stelling-expositie met jonge kunstenaars, die het juist van de toekomst moeten hebben in plaats van terug te blikken op het verleden. De bedoeling van deze titel wordt allerminst duide lijk uit een gelijknamig stuk pro za, dat met enige goede wil en in levingsvermogen opgevat kan worden als een parabel over de taak van de kunstenaar. Toch blijft de preciese strekking moei lijk grijpbaar. De gelijkenis ver haalt van twee groepen, aan de ene kant 'ze' (de kunstenaars?) aan de andere kant 'de mensen' (het publiek?). De eerste gedre ven groep CWe zullen gaan en doen wat ons te doen staat') wordt door de tegenpartij ge vraagd vooral niet weg te gaan en hun lied achter te laten bij het vuur. 'Ze' besluiten toch 'als vo gels' te gaan 'kalm en ongewa pend' en de slotzin luidt: 'Ze wa ren vogels, en vogels, als de we reld stilstaat, zeggen: Kijk niet naar ons met je ogen" Al blijft de diepere betekenis verborgen, er rest altijd nog de tentoonstelling zelf om de relatie met het gekozen thema te ont dekken. Het lijkt mij dat die ge zocht moet worden in de richting van de sterke individualiteit van de kunstenaars op deze tentoon stelling: samen maar ieder voor zich. op zijn eigen manier zou het verbindende element kunnen zijn. Het bovenstaande kan een ver klaring geven voor een expositie, samengesteld uit dergelijk uit eenlopend werk. Een aantal van de deelnemers presenteert zich als schilder. Onder hen is Jan Wisse, die (evenals Jaap Kan- bier) nog steeds het spoor van de expressieve figuratie volgt, ge gaan en ben ook heel blij met de toekenning van de prijs, maar van de andere kant heb ik voor mezelf het idee dat er nog ontzettend veel te leren valt. Op techniek raak je nooit uitgestudeerd en daarnaast wil ik me meer gaan verdiepen in de hedendaagse jazzvormen: de muziek van mensen als Keith Jar- rett en Ralph Towner, die me bij zonder aanspreekt". De jonge gitarist schijnt maar niet genoeg van het studeren te kunnen krijgen. De uit Indonesi sche ouders geboren Olaf Tarens keen pakte op 12-jarige leeftijd voor het eerst serieus de gitaar op: „Iedereen bij mij thuis speelde mu ziek. Ik heb in mijn jeugd al veel gitaarmuiek gehoord. Vooral klas siek. maar ook populaire muziek". Vijfjaar later begint hij zijn con- servatoriumopleiding in Den Haag, hoofdvak klassiek gitaar. Hij vordert zo snel dat hij na'zijn eind examen driejaar overhoudt van de periode die voor de volledige stu die is toegestaan. „Ik was toen al geïnteresseerd geraakt in jazz en besloot die drie jaar te gebruiken om zoveel moge lijk lessen te volgen op de jazzop- leiding van hetzelfde conservato rium. Mijn docent werd Peter tuige zijn woeste, van verf drui pende schilderingen van niet ge ringe afmetingen. Hiertegenover staat als aangename afwisseling het werk van Gideon Sinvani. Deze is van de collage-techniek afgestapt en heeft het penseel weer ter hand genomen, hetgeen onder meer resulteerde in twee vlot bewerkte olieverfschilderij en. Bij een van deze spontane portretten is de rood geschakeer de achtergrond een belangrijk deel van de figuur geworden. Rob van 't Zelfde, de enige beeldhouwer in dit gezelschap, blijkt ook voeling te hebben met de schilderkunst, waaraan hij voor een deel zijn middelen ont leent. Zo gebruikt hij voor zijn objecten een opmerkelijke com binatie van beschilderd linnen en bewerkt hout. Het geplooide doek heeft in een van de stukken de functie van sokkel voor een drietal goudkleurige slangen. Bij de tekeningen vormen de pastels van Frank Berbee een vreemde mengeling van voor stellingen, die afgezien van een symbolistisch tintje weinig sa menhang bezitten. Veel ïntere- santer zijn de tekeningen van Ja cob Mishori en Bert Kienjet. Hun werk wordt gekenmerkt door een zekere eenheid in de uitvoe ring en een zinvolle herhaling van (vorm)-motieven. Mishori vestigt extra de aandacht op zich met krachtige, grafisch aandoen de tekeningen. Bij Kienjet domi neert de beweging, de handeling van het tekenen, wat soms resul teert in cirkelvormige figuren. In 'It's allright ma, I'm only blee ding' wordt het verkregen draai kolk-effect versterkt door krach tige. in een spitse vorm toelopen de lijnen. Bij zoveel verscheidenheid laat het werk zich moeilijk aan elkaar afmeten. Afgezien van ook in de andere geëxposeerde stukken aanwezige verdiensten, zijn Mis hori en Kienjet de enigen van de in totaal negen kunstenaars die met hun bijdrage de indruk wek ken steeds op eenzelfde (hoog) niveau te presteren. NANCY STOOP Nieuwerf, van wie ik ontzettend veel leerde". Wat Tarenskeen zelf uit beschei denheid er niet bijvertelt is dat hij met het hoogst mogelijke cijfer en dus met lof zijn diploma klassiek gitaar kreeg uitgereikt. Op de jazz- opleiding was hij al even snel en talentrijk. De drie resterende jaren bleken voor hem voldoende om ook op te mogen gaan voor het ein dexamen jazzgitaar. In september gaat dat gebeuren en niemand twij felt er aan of Tarenskeen legt ook beslag op dat papiertje. Peter Nieuwerf: „Als je één keer in de tien jaar zo'n léerling krijgt, maakt het werk je gelukkig. Door alle leraren wordt hij genoemd als het allergrootste talent van de school. Hij is een fenomeen op de gitaar; kent alle oude normen per fect en gaat door in de nieuwe. Hij creëert zijn eigen weg met schijn baar onbeperkte potentie". De presentatie van de gitarist is mede daarom zo opmerkelijk, om dat voor jazzgitaar een heel andere techniek nodig is dan voor klassie ke muziek. Olaf Tarenskeen: „Vooral de single note-techniek is compleet anders. Het heeft op jazzgitaar niet zoveel zin om de single notes die je in klassieke muziek speelt te ge bruiken. Vooral als je, zoals ik dat doe, jazz uitsluitend op een elektri sche gitaar speelt. Dan krijg je meer te maken met plectrum-tech nieken (het bespelen van de gitaar met een plastic plaatje in plaats van met de vingers red.) en na tuurlijk met de systematiek van het improviseren. Daar had ik in het begin ook behoorlijk veel moeite mee. Toen ik begon met jazzgitaar voelde ik me ook een echte beginneling". „Daar staat tegenover dat veel theoretische kennis hetzelfde is en ik mocht die vakken in de jazzop- leiding dus overslaan. Ik kon me volledig concentreren op het ma ken van muziek". - Waarom speel je jazz alleen maar op elektrische gitaar? „Ik vind dat ik er vanuit de be bop meer vrijheid op heb; op akoestische gitaar staat de proble matiek van de klassieke gitaar je te veel in de weg. Het klinkt voor jazz gewoon ook lekkerder als je dat op de elektrische gitaar speelt. Op akoestische gitaar zie ik mezelf meer als arrangeur dan als impro visator". - Volg je een bepaalde richting in de jazz? 'Den spyeghel der salicheit van Elc- kerlyc' met Wim Sluys, Rigo van Meer, Henk de Reus e.v.a. Regie: Mieke Lelyveld; kostumering: office for formal objectivication - PGxxx; muziek: Marius Monnikendam, uit gevoerd door Haga Cantare, Toon kunst Orkest en organist Ben Fey o.l.v. René Verhoeff. Gezien op 17 ju li in de Pieterskerk, Leiden. Aldaar nog op 18, 19 en 20 juli. Aanvang 22.30 uur. LEIDEN - Elckerlyc is in het Ne derlandse taalgebied een unieke tekst. Bijna vijfhonderd jaar oud inmiddels, maar zo onopge smukt en herkenbaar geschre ven, dat het nog steeds kan aan spreken. Het is het tijdloze ver haal van de mens die het einde van zijn leven voelt naderen en bij alles en iedereen steun zoekt, maar uiteindelijk bij zichzelf de kracht vindt om de dood onder ogen te zien. Als vrienden, fami lie en bezit hem in de steek laten en hij zich op zijn kracht, schoonheid en zintuigen niet lan ger kan verlaten, blijven slechts geweten en deugd over om hem in de laatste uren bij te staan. Of de Elckerlyc ook werkelijk nog aanspreekt, is sterk afhanke lijk van de regie. Het werd ooit geschreven om de toeschouwer op het vergankelijke van het aards bestaan en het belang van een deugdzaam en godvrezend leven te wijzen en zou nu als strikt religieus museumstuk kunnen worden opgevoerd. Aan de andere kant bevat de tekst dramatiek genoeg om er senti menteel acteurstoneel van te ma ken. De Elckerlyc, zoals die deze week in de Pieterskerk in Leiden wordt gebracht, laveert prachtig tussen die twee extremen door. Toch wordt het oorspronkelijke verhaal nergens geweld aange daan. Integendeel: men heeft strikt de hand gehouden aan het middelnederlands en de perso nages worden, zoals dat oor spronkelijk de bedoeling was, als allegorieën uitgebeeld. Dat bete kent dat rollen als die van de vrienden of de aardse goederen door één acteur worden vertolkt. De regie is sober en doeltref fend. De acteurs bewegen niet meer dan strikt noodzakelijk is. Elckerlyc staat voortdurend op het toneel en roept één voor één de figuren aan bij wie hij steun verwacht. Toch is het stuk als ge heel niet statisch. Daarvoor zor gen het spel en de tekstbehande ling van de spelers, van wie de doorleefde Elckerlyc van Wim Sluys apart moet worden ver meld Richtmicrofoons zorgen dat de akoestiek van de kerk in toom kan worden gehouden, al „Ik word enorm geboeid door de muziek van pianist Keith Jarrett en gitarist Ralph Towner. Bij Tow ner klinken de melodieen heel an ders dan bij andere gitaristen. Zijn sound en zijn manier van ritmiek zijn heel apart. Bovendien heeft hij net als ik toch een bepaalde klas sieke opvatting over improviseren. Daarin herken ik me". „Ik luister natuurlijk ook veel naar de grote meesters: Joe Pass, Barney Kessel, Herb Ellis... Het fe nomeen timing is bij hen zo mees terlijk. daar kun je van blijven le ren. Als je die muziek helemaal ab sorbeert en vervolgens voeg je daar zelf dingen aan toe het maakt ei genlijk niet uit of dat dan popmu ziek of jazz is als je die basis hebt, dan ben je al heel ver. Die in vloed zal ook altijd hoorbaar blij- laten ze iets van de nuanceringen in de stemmen verloren gaan. Ook de kostumering draagt veel bij tot de kwaliteit van de uitvoering. Achter de benaming PGxxx gaat een groep kostu- meurs schuil met veel fantasie en smaak. In alle kostuums zijn he dendaagse en middeleeuwse ele menten zodanig vermengd, dat een eigen stijl is ontstaan. Het al legorische wordt benadrukt door licht groteske toevoegingen. Zo heeft God een enorme driehoek op het hoofd en wórdt Cracht uit gebeeld door een Romeinse sol daat. Alleen Elckerlyc is sober gekleed als een man van deze „Over de avant garde ben ik wat jazz betreft niet zo te spre ken. Ik vind dat die mensen te veel naar dingen op zoek zijn. Het kan natuurlijk geen kwaad om te zoe ken, maar dat moet je niet op het podium doen". Vrijheid - Uit verschillende kringen wordt nogal eens kritiek uitgeoefend op de jazzopleidingen van de conser vatoria. Op deze manier zou jazz niet te leren zijn en de opleidingen leveren - ook in Amerika - te veel technisch hoogwaardige maar creatief weinig inhoudelijke musi ci af „Ik denk dat er te weinig gebruik gemaakt wordt van de mogelijkhe den die het conservatorium je tijd. Natuurlijk draagt ook de Pieterskerk zelf veel bij tót de sfeer van de voorstelling. Een paar keer worden zwaar dere theatrale middelen gehan teerd om de spanning op te voe ren. God houdt zijn redevoerin gen van tussen de hanebalken van de kerk en 't Goet, het aards bezit van Elckerlyc, maakt zijn opwachting in een witte cabrio let. Aan het slot bengelen vier en gelen aan touwen in de lucht om langzaam naar de aarde te dalen. Die laatste scène is indrukwek kend. maar wordt te lang aange houden. Waarschijnlijk houdt biedt. Als je als leerling uitsluitend volgt wat er wordt onderwezen, schiet je daar inderdaad niet zoveel mee op en ik moet toegeven dat dat veel te veel wordt gedaan". „Naast de dingen die je krijgt aangereikt door de opleiding zijn er nog zoveel andere dingen waar mee je je kunt bezighouden en waardoor je in je muziek iets ei gens krijgt. Je moet wat verder om je heen kijken, openstaan voor an dere invloeden. Of bijvoorbeeld en dat gebeurt ook veel te weinig je een tijdlang bezighouden met maar één ding, dat helemaal uitdie pen. Dat kan ook nog". „Die vrijheid bestaat op de con servatoria, als je maar duidelijk weet te maken waarmee je bezig bent en waarom. Misschien is er 15 JULI T/M 3 AUGUSTUS 1985 dat verband met de composities van Monnikendam, die als inter mezzo's en tijdens stille scènes worden gespeeld en gezongen. De krachtige ouverture is pas send. maar andere muzikale frag menten contrasteren met de so bere benadering van het schouw spel. Zou Leiden sinds gisteravond een traditie rijker zijn? De orga nisatoren van de Lakenfeesten hopen het. Een jaarlijkse opvoe ring van een 'Elckerlyc' van dit kaliber zou ruggegraat aan hun stadspromotie kunnen geven. ARIEJAN KORTEWEG zelfs wel wat te veel vrijheid, want om een goed musicus te worden moet je je heel intensief met de muziek bezig blijven houden. Die dwang ontbreekt daarvoor een beetje op een conservatorium". - De Wessel-Ilckenprijs moet een aanmoediging voor je carrière zijn. Wat zijn de toekomstplannen? „Veel blijven studeren dus. Maar volgend seizoen heb ik ook een aantal concertreeksen met het Bal letorkest en verder hoop ik wat va ker te kunnen gaan spelen met flui tist Marcel Martens (onlangs met een 9 afgestudeerd aan hetzelfde Haags Conservatorium - red.) en met gitarist Jean-Louis Knapper, met wie ik al vaker speelde". In 't Huys Dever, de middeleeuwse woontoren aan de Heereweg in Lisse, is tot en met 21 juli de ten toonstelling 'Jonge schilders uit Zuid-Holland' te zien. Er wordt werk tentoongesteld van een aan tal kunstenaars beneden de 35 jaar die een koninklijke subsidie heb ben gekregen. Werk van de schilders was eer der te zien in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam en in het Zuidhollandse provinciehuis. Na die tentoonstelling werd een rei zende expositie samengesteld die nu in Lisse, maar daarna ook in an dere plaatsen in het land te zien zal zijn. De belangstelling voor het werk is groot. 't Huys Dever is dagelijks van 13.30 tot 17.00 uur geopend, uitge zonderd maandag. Ewald Kooiman bespeelt Leids orgel LEIDEN - In het kader van het In ternationaal Orgelfestival Haarlem heeft er morgenavond in de Hoog landse kerk in Leiden een orgel concert plaats, dat wordt gegeven door Ewald Kooiman. De organist heeft voor dit concert een geva rieerd programma samengesteld met werken van J.S. Bach, waaron der de derde Triosonate, d-moll. Praeludium en Fuga, g-moll, als mede enkele koraalbewerkingen uit de manuscripten van de Ameri kaanse Yale-universiteit. Videocassettes gestolen bij Folkloristisch Danstheater Bij het Folkloristisch Danstheater in Amsterdam is een inbraak ge pleegd. Naast veel apparatuur en installaties werden daarbij circa 40 videocassettes ontvreemd. Deze vi deocassettes bevatten honderden choreografieën van historisch gro te waarde, en een aanmerkelijk deel van het nieuwe programma, dat het gezelschap in oktober a.s. in première wil brengen. De 40 vi deocassettes hebben voor buiten staanders nauwelijks enige beteke nis, maar voor het Folkloristisch Danstheater zijn ze van onschatba re waarde Stelling brengt hedendaags 'Eenzaam maar niet Alleen' Memo from Turner', inkt op papier, van Bert Kienjet. In kader Leidse Lakenfeesten M*«*- Elckerlyc. gespeeld door Wim Sluys (links), neemt afscheid van 't Goet (zijn bezitvoordat hij gaat sterven. (foto anpi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 17