Kwaliteit van viswater I EIIMj is kwestie van beheer Schaken Bridge Klassiek Handel in de ruimte Grandioze Gurre-Lieder Opera volgens beste traditie Verlangen naar zonnige zuiden ZATERDAG 22 JUNI 1985 EXTRA PAGINA 31 Wateren vertonen soms een tref fende gelijkenis. Alleen de vis stand vertoont ingrijpende af wijkingen. Er zijn viswateren in ons land die zo op het oog weinig van elkaar verschillen. Ze worden om zoomd door rietkragen en in het water drijven verschillende soor ten waterplanten. Ook in opper vlakte ontlopen ze elkaar weinig, terwijl het afpeilen van het vis tuig leert dat in de diepte van het water evenmin grote verschillen bestaan. Op het eerste gezicht dus vrij wel identieke omstandigheden. Maar wie in beide wateren zo nu en dan een hengeltje uitgooit ontdekt dat er ingrijpende ver schillen blijken te bestaan. In het ene water worden met de regel maat van de klok kloeke voorns en uit de kluiten gewassen bra sems aan de haak geslagen, ter wijl een ondermaats visje een be zienswaardigheid is. In het andere water zijn de vis- omstandigheden veel minder positief. Er wordt weliswaar vis gevangen, maar de voorntjes ha len nauwelijks de inmiddels op geheven minimummaat van 15 centimeter. Datzelfde geldt voor de brasem en de blei. Ruggetjes als scheermesjes zo dun en slechts zelden een exemplaar die de 25 centimeter te boven gaat. Hoe zijn die frappante ver schillen mogelijk? En, wat nog belangrijker is, kan er iets aan worden gedaan? Om op die vra gen een antwoord te geven orga niseert de Organisatie ter Verbe tering van de Binnenvisserij jaar lijks cursussen, waarbij bestuur ders van hengelsportverenigin gen iets wordt geleerd over het beheren van visstanden. Behalve een flinke hoeveel heid 'droge kost' die men op die dagen te verwerken krijgt is er ook altijd een stukje praktijk- werk bij. Onderzoek waaruit za ken tevoorschijn komen waar mee de cursisten maar ook ande ren hun voordeel kunnen doen. Dat omvat onder meer een aantal proefnemingen in speciale vij vers op een van de OVB-comple- Hoe duidelijk dat werk op de praktijk is gericht wordt duide lijk in het deze week verschenen OVB-bericht, waarin verslag wordt gedaan van enkele onder zoekingen in de afgelopen jaren. Zo is onder meer gebleken dat de aanwezigheid van roofvis in een bepaald water van grote invloed kan zijn op de samenstelling en grootte van soorten als brasem en karper. In een vijver waarin zowel kar pers, brasems als kleine snoeken rondzwemmen blijken aan het einde van het seizoen ondanks de voortplanting geen jonge vis sen meer aanwezig te zijn. De roofvis heeft al het jonge broed opgegeten. Gevolg van deze uit dunning is wel dat de aanwezige brasems en karpers fors in ge wicht en lengte zijn toegenomen. In een andere vijver van gelij ke afmeting ontbreekt de snoek. Daar verloopt de ontwikkeling volledig anders. Aan het eind van het seizoen wanneer de vij ver wordt afgevist blijkt er veel jonge vis rond te zwemmen. De 'jonkies' hebben echter zo'n aan slag gepleegd op de aanwezige provisiekast dat de oudere soort genoten niet of nauwelijk in ge wicht zijn toegenomen. Dit soort situaties kan zich in de vrije natuur ook voordoen. Natuurlijk is het antwoord dan niet zo simpel als een onderzoek in een afgesloten vijver van be perkte omvang. Omstandighe den in open water zijn veel com plexer en we hebben ook te ma ken met een aanzienlijke reeks factoren die elkaar over en weer beinvloeden. Om er eens een paar te noemen: bodemgesteld heid, voedselaanbod, waterkwa liteit, wintersterfte, bevissing, weersomstandigheden enz. Toch is het belangrijk om te proberen te achterhalen wat de oorzaken van bepaalde ontwik kelingen zijn. Zo heeft bijvoor beeld onderzoek ook uitgewezen dat het uitdunnen van een vis stand omdat er in een bepaald water teveel vis aanwezig is wei nig effect heeft als alleen oudere exemplaren eruit worden ge haald. Het verwijderen van flink wat kleine vis kan de groei van de nog aanwezige vis veel beter stimuleren. Viskaart Een heel andere zaak waarop ik uw aandacht wil vestigen is de nieuwe viskaart die sinds 1 juni is ingevoerd. Een van de aange prezen voordelen van de nieuwe kaart was dat de vismogelijkhe- den daarmee worden verruimd. Nog voor de invoering sprak ik de vrees uit dat wel eens met de andere hand zou kunnen worden teruggenomen, wat met de ene hand in een gul gebaar is gege ven. Die vrees blijkt inmiddels te zijn bewaarheid. Tal van verenigingen in ons land zijn ertoe overgegaan om het gebruik van twee hengels ge aasd met een levend of dood vis je of kunstaas als lepel, spinner of plug te verbieden. Terwijl juist als een van de verworvenheden van de nieuwe viskaart werd ge propageerd dat er met twee van dit soort hengels zou mogen wor den gevist. Een van de eerste clubs die de beperkende maatregelen nam was het Enschedese VIOS, maar ook de Hengelaarsbond voor Leiden en Omstreken heeft zich inmiddels in dat rijtje geschaard. Eerlijk gezegd ben ik niet zo ver baasd over die maatregelen. De afgelopen jaren is er door de ver enigingen steeds een beleid ge voerd om de roofvisstand zo goed mogelijk te beschermen.- Dat gebeurde via vangstbeper kingen, vangstverboden en extra lange gesloten tijden voor met name de snoek. Die bescherming zou nu door de verruiming gro tendeels teniet worden gedaan. Maar er komt nog iets anders om de hoek kijken. Heeft u zich wel eens afgevraagd hoe het vissen met twee speciale hengels in de praktijk moet gaan? Ziet u zich bijvoorbeeld ook al aan de waterkant staan met twee hengels waaraan tegelijkertijd een spinner draaiend wordt ge houden? Het enige wat ik zou kunnen bedenken is slepend vis sen met twee hengels achterin een bootje. Maar daarmee houdt het ook op. Aan het vissen met twee hengels die zijn voorzien van levend of dood aas zit nog een groter nadeel. Probleem is namelijk dat het zeer moeilijk is om twee hengels tegelijkertijd goed in het oog te houden. Daardoor kan het ge makkelijk gebeuren dat de roof vis de haak te diep slikt en terug zetten onmogelijk is. Dat risico op extra beschadiging van de roofvis heeft een groot aantal verenigingen niet willen lopen. Vandaar het verbod. Nieuwe boeken Ten slotte in deze rubriek nog even aandacht voor een tweetal onlangs verschenen visboeken. In de serie vissportpaperbacks van Elsevier kwam zowel een boek over snoekbaars als over karper uit. Beide delen kosten in de winkel f 19.95 en tellen 128 pa gina's. Het aardige van de beide boeken is dat je nu eens niet de mening van één auteur krijgt op gedrongen, maar dat ze zijn sa mengesteld door een team van deskundigen die de vissoort ie der vanuit een eigen invalshoek benaderen. Dat levert in beide gevallen een heel leesbaar boek op geïllu streerd met een aantal fraaie kleurenfoto's. Over de zwart-wit- foto's die ook in de boeken zijn opgenomen ben ik veel minder enthousiast. Door het gebruik van een veel mindere kwaliteit papier laat de afdruk veel te wen- Maar wie dat bezwaar voor lief neemt kan zowel aan Vissen op snoekbaars als aan Vissen op karper een paar plezierige uur tjes beleven. Veel wat er in staat is op de praktijk gericht. Geen droge theorie, maar zaken die aan de waterkant hun nut heb ben bewezen en tot betere resul taten hebben geleid. Bijdragen: Paul Korenhof Linde Consort Handel: Water Music door het Linde Consort o.l.v. Hans Mar tin Linde. (EMI 2700911). Een virtuoze vertolking van Handels Watermusic, dat zeker, maar ook een waarbij ik af en toe even amechtig onderuitzakte. Het authentieke instrumenta rium van het Linde Consort wordt met veel verve bespeeld en iedereen weet exact hij zich te houden heeft, maar soms slippen er ook een paar on effenheden en ongelijkmatighe den door, met name bij de bla zers in de tweede suite. Dat ge voegd bij het straffe tempo zorg de af en toe voor de behoefte om even afstand te nemen, temeer daar de opname het geheel in een breed, ruimtelijk kader plaatste, en deze drie suites zijn toch be slist geen kerkmuziek! Al met al knappe uitvoeringen die ik zeker nog wel eens uit de kast zal ha len, maar toch denk ik dat ik op den duur de voorkeur zal geven aan een iets zangeriger wijze van musiceren en een minder groot se akoestiek. Maar smaken ver schillen (gelukkig maar). Seiji Ozawa Schönberg: 'Gurre-Lieder' door solisten, het Tanglewood Festi val Chorus en het Boston Symphony Orchestra o.l.v. Seiji Oza wa. Philips 412 511-2 (2 cd's). Na de mislukte uitvoering van de 'Gurre-Lieder' vorige week in het Holland Festival, kan ik niet nalaten even te wijzen op een onlangs verschenen uitgave op twee compact discs van een in april 1979 in Boston vervaardigde live-opname. Ondanks de vele Wagner-citaten en de meer dan Wagneriaanse orkestbezetting wordt via deze uitvoering van meet af duidelijk, dat in de 'Gurre- Lieder' geen pathetisch Wagneriaans liefdesdrama centraal staat, maar een schildering van de natuur in haar meest romantische èn haar meest bizarre tinten. Wat Ozawa hier met het orkest doet, staat werkelijk loodrecht op wat twee weken geleden in het Concertgebouw te horen was: dit enorme orkestapparaat werd door Schönberg niet voorgeschre ven om er een al even enorm volume mee te bereiken, maar om over een ongekend rijk geschakeerd kleurenpalet te beschikken. Ook hier is sprake van een uitvoering voor publiek (waarvan ove rigens nauwelijks iets te merken is), maar desondanks is intimiteit het toverwoord dat alle in zijn ban houdt. En als er dan een climax naar een levensgroot fortissimo wordt opgebouwd, levert dat zo'n contrast op, dat het effect meteen maximaal wordt. Voortreffelijk zijn ook de solisten onder aanvoering van een robuuste Waldemar van James McCracken en een wonderbaarlijk mooi en ingetogen zingende Tove van Jessye Norman. Een grandioze uitgave met maar één nadeel: de plaatversie schijnt momenteel niet meer in de handel te zijn. Maar aan de andere kant is dit ook typisch een werk om via de compact disc te beluisteren. Ricardo Chailly Giordano: Andrea Chénier. Opera in vier akten met Montserrat Caballé, Luciano Pavarotti, Leo Nucci e.a., het koor van de Welsh National Opera en het National Philharmonic Orchestra o.l.v. Riccardo Chailly (Decca 410 117-1 (3 LP's), 410 117-2 (2 cd's). Voor sommige conservatief ingestelde Amsterdammers zal het even wennen zijn: de opvolger van Haitink is niet alleen geen Nederlander, maar zelfs een Italiaan die internationaal vooral naam heeft gemaakt als operadirigent. Aan de andere kant zal dat er misschien ook toe leiden, dat de opera nu eindelijk ook serieus genomen gaat worden door groepen muziekliefhebbers, die in het verleden menigmaal hun neus ophaalden voor "dat ordinaire ge gil". Een uitstekend voorproefje biedt deze opname van 'Andrea Chénier', een realistisch getint muziekdrama vol liefde, haat, zelfo poffering en andere felle hartstochten. Chailly zorgt voor een uit voering in de beste Italiaanse tradities, maar zonder geschmier en overbodige pathetiek, waardoor er wel degelijk ruimte komt voor onvermoede subtiliteiten. Een evenwichtig drama is 'Andrea Chénier' misschien niet, maar de melodische vondsten volgen elkaar in snel tempo op en bij een uitvoering op niveau blijken de drie hoofdrollen bijzonder dankbaar. Ook wat dat betreft laat deze opname weinig wensen onvervuld. Voor de vrouwelijke hoofdrol zou men zich een iets warmere stem dan die van Montserrat Caballé kunnen wensen, maar Luciano Pavarotti gooit als Andrea Chénier, de dichter van de Franse revolutie, al zijn gouden tenormateriaal in de strijd en de bariton Leo Nucci geeft opvallend veel karakterdiepte aan diens tegenspeler Gérard, de lakei die opklimt tot een van de naas te medewerkers van Robespierre. Een bijzonderheid van deze uit voering is een aantal 'grote namen' in de diverse bijrollen. Los Romeros Bizet: Carmen-suite. Falla: Dan sen. Chapi: La Revoltosa. Torro- ba: Sonatina trianera. Los Ro meros (gitaar en castagnetten). (Philips 412 609-1). Philips 'meevaller van de maand' is ditmaal geheel gewijd aan Spaanse muziek van Chapi, De Falla en Torroba met als on vermijdelijke opening de Car men-suite van Bizet. De bewer king voor de vier gitaren van Los Romeros vraagt misschien even om gewenning, met name als de specifieke techniek van het gi taarspel in de muziek van Bizet een aanpassing van de tempi no dig maakt, maar verder is dit een verrukkelijke plaat, die op frisse junidagen een bijna onbedwing baar verlangen naar het zonnige zuiden wakker maakt. Wie (nog) niet aan vakantie toe is, kan zich misschien troosten met een Spaans restaurant, waar het spel van Los Romeros voor de beste achtergrondmuziek zou zorgen die men zich wensen kan. In 1825 verscheen er een boek van A. Reinganum, getiteld "Ben-Oni oder Verteidiging ge- gen Gambitzüge im Schach- spiel". Hierin werd de Ben Oni verdediging behandeld als een preventieve maatregel tegen het damegambiet. Ook de exotische naam van deze opening is afkom stig van de schrijver: "Elke keer als ik mij depressief voelde en naar een uitweg uit mijn melan cholie zocht, zette ik mij één of twee uur achter het schaak bord", vandaar Ben Oni, Ara bisch voor "zoon der droefheid". In de twintigste eeuw is de Ben Oni uitgegroeid tot een scherpe en elastische verdediging waar over al vele theorieboeken ge schreven zijn. Onlangs kwam daar een boek bij. Bij Schachver- lag Rudi Schmaus te Heidelberg verscheen van Stolgar en Kon- dratjev een uitgave getiteld "Alt- Benoni-Verteidigung, prijs onge veer 25,-. Het boek is voor een belangrijk deel gewijd aan de te genwoordige vrij ongebruikelij ke beginzetten l.d4 c5 2.d5 e5 Van 12 t/m 15 juni werd in Lenin grad de 14e interland gespeeld tussen de twee sterkste dam-na- ties ter wereld: Nederland en de U.S.S.R. Geheel tegen de ver wachtingen in, is deze ontmoe ting geëindigd in een gelijkspel: 40-40. Onverwacht omdat aan Nederlandse zijde Wiersma, Van der Wal en Sijbrands ontbraken. Achteraf gezien moet men dit ge lijke spel toch als een teleurstel ling zien, aangezien in de eerste en tweede ronde verdiend ge wonnen werd met resp. 11-9 en 12-8. In de derde en vierde ron de sloegen de Russen echter te rug met resp. 8-12 en 9-11. Voor de goede orde hieronder de opstellingen met persoonlijke resultaten. 1. Gantwarg-Palmer 6-2.2. Korenevski-Clerc 4-4.3. Dibman-Hans Jansen 3-5. 4. Wirny—Vermin 4—4. 5. Baljaki- n-Van der Borst 7—1. 6. Mogil- janski-Bies 4-4. 7. Kolesnik— Scholma 5-3. 8. Walners (de nieuwe jeugdwereldkampioe- n)-Stokkel 2-6. 9. Boezinski— Bastiaannet 3-5. 10. Petoecho- f-Gérard Jansen 2-6. Deze in terland heeft tot nu toe het mees te aantal beslissingen gebracht nl. 14. Hier één daarvan. Jansen-Dibman (eerste ronde). 1.32-28 18-23 38-32 12-18 3.e4 d6. Voor wie een hekel heeft aan veel theorie en daarom graag buiten de aktuele varianten blijft kan dit een nuttig boekje zijn. Het systeem is speelbaar voor zwart en de theorie beslaat slechts een beperkt aantal pagi na's. Ter illustratie staan in het Komend weekeinde beginnen in Salsomaggiore (It.) de EK, waar in 26 landen een record aan de start verschijnen. Nederland neemt deel met het zestal Roos- nek-Niemeyer-Bomhof-Ramer- Kirchhoff-Tammens, een rede lijk team, maar niet echt een kanshebber voor een toppositie. Die rol zal waarschijnlijk voorbe houden zijn aan Polen of Frank rijk, met Denemarken als outsi der. In de vrouwenafdeling lig gen de Nederlandse kaarten gun stiger. In het veld van 16 moeten Schippers-v.d. Pas—Mulder-v.d. Brom-Pasman—Simons zelfs tot de absolute favorieten worden gerekend, hetgeen uitzicht biedt op deelname aan het WK, later dit jaar in Sao Paulo. In IJsland werd eveneens geoefend, waartoe een Engels team werd uitgenodigd met on der meer Martin Hoffman en Zia Mahmood. Dit spel uit het paren- toernooi sprak tot de verbeel ding: Zuid opende 1 SA (13-15), noord 2 Ru (zuid vragend om 2 Ha te bieden), zuid 2 Ha (ver plicht), noord 4 Ha. Het contract was hiermee overgeheveld naar de sterke hand. West startte met Sch V en zuid speelde zonder HET DEFINITIEVE postzege- luitgifteprogramma 1986 is nu al bekend. En het belooft weer een interessant jaar te worden met veel landseigen. Hebben we dit jaar bijvoorbeeld de echt Neder landse zomerzegels met kerken, de Valkenburg-zegel en de zegel Hoge Veluwe, de bevrijdingsse rie, de Amsterdam-serie, die be gin volgende maand zal uitko men en dan later dit jaar nog de dierenzegels, waar ook echt geen beesten zullen opstaan die niet in ons land voorkomen. Ook in 1986 kunnen we nu weer veel puur Nederlandse on derwerpen op de zegels verwach ten. Zo zullen er zegels worden gewijd aan het Amsterdams Peil, aan het proefwindpark te Sex- bierum, aan antieke voorwerpen (en zeker geen buitenlandse), aan historische parken, aan Utrecht en aan de Deltawerken. In totaal staan er voor vólgend jaar twintig bijzondere zegels op het programma, waarvan acht met bijslag. Daarnaast nog een postzegelboekje met vier zomer zegels (bijslag) en het velletje kinderzegels (met zes bijslagze gels), zodat men, wil men com pleet zijn, in totaal dertig zegels moet kopen, waarvan achttien met bijslag. 42-38 7-12 47-42 17-21 31-27 1-7 6.34-30 21-26 30-25 11-17 40-34 17-22 28x17 12x21 33-28 20-24 11.34-30 7-12 45-40 2-7 39-33 14-20 25x14 9x20 30-25 4-9 16.25x14 9x20 44-39 10-14 39-34 3-9 43-39 5-10 37-31 26- x37 21.42x31 21-26 41-37 20-25 48-43 15-20. Het lijkt mij on- O 863 A V 10 4 3 2 O V VB4 Wat uit het voorliggende pro gramma overduidelijk blijkt is dat er geen verhoging van post- tarieven in de lucht zit. Nu dan het overzicht van de bijzondere zegels die in 1986 zul len verschijnen. Het jaar wordt op 21 januari ingeluid met een gecombineerde uitgifte: een ze gel van 50 cent naar aanleiding van 100 jaar Wetboek van Straf recht en een zegel van 60 cent die De zomerzegels komen op 8 april uit. Het thema zal zijp: an tieke voorwerpen. De waarden van de zegels: 50 20,60 25,65 25 en 70 30 cent. Ook deze keer weer een boekje, het derde, waarin twee zegels van 50 20 cent en twee van 70 30 cent. De Europa-CEPT-zegels, die op 13 mei zullen verschijnen, hebben in 1986 het gemeenschappelijke thema bescherming natuur en milieu". De zegels in waarden van 50 en 70 cent zullen zijn ge wijd aan oude bomen en histori sche parken. Hebben we dit jaar een Am- door Dirk Sikkel boek enkele volledige partijen, waaronder de volgende: Wit: Miles; zwart: Bernat; Buenos Aires 1979. I.d4 c5 2.d5 e5 3.e4 d6 4.Pc3 a6 5.f4 (gebruike lijk is a4) ef4: 6.Lf4: Pe7 7.Pf3 Pg6 8.Lg3 Le7 9.e5!? (Wit vreest Lf6; toch lijkt a4 beter) 0-0 10- .Le2 Lg4 11.0-0 Lf3:12.ed6: Ld6: 13.Lf3: Lg3: 14.hg3: Pbd7 (Op grond van het sterke veld e5 en de zwakke witte pionnen staat zwart beter) 15.d6 Db6 16.Pa4 Da7 17.Dd5 b5 18.Pc3 Pf6 19.Dd2 Tad8 20.Tadl Pe5 (Beter Db6) 21.Df4 Pg6 22.Df5 (Wil kennelijk geen zetherhaling) c4+ 23.Kh2 Te8 24.Td2 Te5 25.Dh3 Dc5 26.Tf- dl Te6 27.d7 (Diagram) h5? (Na Pe5 blijft zwart sterk in het voor deel) 28.Pd5 Pg4+ 29.Lg4: hg4: 30.Dg4 Pe5 (Met het idee dat Th6 dodelijk wordt, maar de verdedi ging is eenvoudig) 31.Dd4 Dd4: 32.Td4: Td7: 33.Kgl Kf8 34.Pf4 Te7 35.Td6 (Nu staat wit beter...) Ke8 36.Tld5?? maar dit is een vreselijke fout. Nodig was Td7:) Pg4! 37.Kfl Pe3+ 38.Kf2 Pd5: 39.Td5: Td5: 40.Pd5: Td7 44.Pb4 a5 42.Pc6 Td2+ en wit gaf het op. waarschijnlijk dat Dibman de nu volgende dam niet heeft gezien. Uiteindelijk is deze vrij onduide lijk. Echter met 1 minuut nog te gaan voor Dibman was 24-30 etc. toch beter geweest. (14-20? 34-29, 27-21 met altijd dam). 34-29 23x45 27-21 26x17 26.28-23 18x29 35-30 24x35 33x4 19-23 46-41 17-22 31-26 23-29 31.49-44 14-19 26-21 16x27 32- x21 22-28 38-32 19-23 43-38 29-34 36.39x30 25x34 44-39 34- x43 38x49 35-40 4-15 40-44 49- x40 45x34 41.50-44 7-11 15-38 13-18 21-16 9-13 16x7 llxl 32- x27 13-19 46.38-43 34-40 44x35 28-33 27-22 18x27 43x3 33-39 3-12 23-28 51.12-17 28-33 17-8 19-23 8-30 39-44 30-3# 33-38 39x50 38-43 56.36-31 23-29 41-36? 43-49? Het enige smetje op deze partij. I.p.v. 41-36 had wit met 50-44 (dreigt 44-49) 43-49 de partijvariant kunnen afdwingen. Terwijl nu 1—7! kan. 50-44!! 49x40 35x44 29-33 31-27 1-7 61.27-22 7-12 36-31 33-38 44-39 6-11 31-26 12-17 22-18 11-16 66.18-13 16-21 37-32! 38x27 13-8 en Dibman gaf op omdat na 27-32 8-2-16 volgt en na 17-22 26x28 27-31 8-3! 31-37 3-26 37-41 26-37!! 41x23 39-33! Om van te smul len!! door Ton Schïpperheyn 63 9B 10 85432 O 984 3 AB92 N H V 10 8 5 6 wn 9HV O V 10 7 6 2 W„U OA V 9 2 Z A 10 8 6 4 VB9 N 754 995 \NC) 08642 OAHB95 H86 2 Z *10 73 AH 10 2 H 7 6 O 10 7 6 A95 een seconde aarzeling Sch 10 bij. Zou u als west ruiten hebben na gespeeld? Deze west in ieder ge val niet. Hij vervolgde Sch B en dat betekende een kostbare over slag. Zuid nam, trok troef en par keerde noords verliezende ruiten op de 13e schoppen. Tot slot nog een leerzaam spel uit het zo suc cesvol verlopen Océ-toernooi: Noord, OW kwetsbaar. Noord opende een (te) agressieve 3 Ha, 74 9A9 7 OHB53 H B 7 5 oost doublet, zuid pas, west 3 Sch en oost 4 Sch. Noord startte met KI 3 en west liet zich niet verleiden de slag te laten doorlo pen naar zijn vrouw, onder het motto: 'KI 3 lijkt verdacht veel op een singleton en als KI H goed zit (bij zuid), dan zit ie het hele spel goed'. West nam dus het aas, trok de troeven en speelde klave ren, hetgeen tot 11 slagen leidde. Het is gemakkelijk te zien dat duiken in slag 1 één down ople vert; noord krijgt twee introe vers. West scoorde wel boven het gemiddelde, maar niet eens veel. Noord opende meestal niet en ook dan wordt 4 Sch bereikt, maar nu met oost als leider, en dan is het wel heel moeilijk om minder dan 11 slagen te maken. sterdam-serie, in 1986 krijgen we een Utrecht-serie. Ook dan drie zegels: 50 cent 75 jaar Bond Heemschut; 60 cent, de voltooi ing van de restauratie van de Domkerk en 70 cent, het 350-ja- rig bestaan van de Universiteit van Utrecht. De Utrecht-serie staat gepland voor 10 juni. drie eeuwen Amsterdams Peil memoreert. Op 4 maart zal een 70 cent-zegel worden uitgegeven ter gelegenheid van de inge bruikstelling van het proefwind park te Sexbierum (Friesland), Op 9 september: twee zegels van 70 cent, de ene naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Dam- bond en de andere ter gelegen heid van het 75-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Bil jartbond. Het voltooien van de Deltawer ken wordt onderstreept met de uitgifte van twee zegels in de waarden van 60 en 70 cent. Uit giftedatum: 7 oktober. Zoals gebruikelijk ronden de kinderzegels het jaar af en wel op 12 november. Het thema van de kinderzegels 1986 zal zijn "kind en cultuur". Waarden: 50 25,60 20, 65 20 en 70 30 cent. In het traditionele velletje zitten vier zegels van 50 25 en twee zegels van 70 30 cent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 31