M 'pH
ZATERDAG 22 JUNI
F, XT R A
PAGINA 19
In de Vroege morgen van 16 juli 1945 explodeerde in de woestijn van Alamogordo
(New Mexico) de eerste atoombom. Amerikaanse wetenschappers drukten elkaar de
hand: het lang gekoesterde experiment was geslaagd. Nog geen maand later werden
Hiroshima en Nagasaki ermee vernietigd. Het einde van de Tweede Wereldoorlog,
maar tevens het begin van een niet meer te stuiten wapenwedloop. Al in 1949 bracht
de Sowjet-Unie haar eerste A-bom tot explosie, gevolgd door een waterstofbom in
1953. Thans, veertig jaar later, herbergen ondergrondse silo's en onderzeeërs meer
nucleaire potentie dan nodig is om de wereld te vernietigen. Als reactie op die rigide
situatie heeft inmiddels een derde generatie wapens haar komst aangekondigd: op
computer- en lasertechnieken gebaseerde afweer- en onderscheppingssystemen,
welker ontwikkeling vanwege het science fiction-achtige karakter in de volksmond
ook wel het Star Wars programma worden genoemd. Kortom, veertig jaar na de eerste
A-bom is het einde van de wapenwedloop nog lang niet in zicht. Over dit thema
arrangeerden we éen gesprek tussen brigade-generaal G.C. Berkhof (auteur van het
onlangs uitgebrachte boek 'Duel om de ruimte'), prof. dr. J, van Putten (hoogleraar
politicologie aan de VU in Amsterdam en voorzitter van het Interkerkelijk
Vredesberaad) en prof. dr. H. Tolhoek (hoogleraar theoretische natuurkunde aan de
Rijksuniversiteit te Groningen en mede-auteur van het eveneens onlangs verschenen
boek 'De nucleaire dreiging').
door Bert Paauw en Willem Schrama
- Om met de deur in huis te vallen, de
kernvraag van dit gesprek: in welke ma
te heeft de ontwikkeling van de atoom
bom de wereld veranderd?
Tolhoek: "Die verandering is ingrij
pend geweest, ook door latere technolo
gische ontwikkelingen. We hebben nu
raketten, computers, kernenergie. Door
die wetenschappelijke revolutie moeten
we op een nieuwe manier leren denken,
we moeten ons denken aanpassen aan
de nieuwe materiële realiteiten. Die aan
passing zal sneller moeten gaan dan tot
nu toe is gebeurd. De mensen lopen ge
vaarlijk achter bij de ontwikkelingen".
"We zouden in één twee generaties
veel kunnen inhalen, maar die tijd heb
ben we gewoon niet. Dat is op dit mo
ment een groot probleem en tegelijker
tijd een groot risico. Er is een kans dat
het misgaat, al zie ik dat de eerste vijf
tien jaren nog niet gebeuren. Overigens
wil ik niet berusten in doemdenken. Er
zijn wel degelijk mogelijkheden om iets
te doen".
Van Putten: "De atoombom heeft de
wereld gewijzigd in een mate die nog
nooit eerder in de menselijke geschiede
nis is voorgekomen. De controversiële
relatie tussen Rusland en de Verenigde
Staten en de wapenwedloop hebben ge
leid tot een situatie waarin mensen kun
nen beschikken over leven en dood van
alles wat op aarde leeft. En de technolo
gische ontwikkelirigen gaan verder, in
hoog tempo. Denk maar aan de huidige
Star Wars discussie waarbij besluiten
worden genomen die qua snelheid de
voortgang van het menselijk denken
overtreffen. We zijn bezig ons uit te leve
ren aan de techniek. Dat geeft bij veel
mensen een gevoel van onveiligheid in
plaats van veiligheid, van onwelzijn in
plaats van welzijn, van angst in plaats
van geluk, van slavernij in plaats van
vrijheid".
Berkhof: "Aan de kernwapens kleeft
een uniek aspect. Wie het eerst op de
knop drukt wordt in tweede instantie
zelf ook doelwit. Die wetenschap heeft
staatslieden tot een unieke terughou
dendheid gebracht. Daardoor is er in de
directe relatie tussen kernwapenmo-
gendheden veel veranderd, er bestaat
een minder grote dreiging voor oorlog".
"Die terughoudendheid zie je niet by
landen die niet over kernwapens be
schikken. Die meppen elkaar nog steeds
krachtig op het hoofd. Kijk maar naar
het conflict Iran-Irak of naar de strijd in
Cambodja waar men elkaar uitmoordt
met soms heel primitieve middelen als
schop en pikhouweel. Om elkaar te do
den heb je geen kernwapens nodig".
Risico vergroot
- Zijn de kansen op een kernoorlog
toegenomen nu er, sinds het afbreken
van de SALT-onderhandelingen door de
VS, de laatste jaren sprake lijkt van een
nieuwe 'koude oorlog'?
Tolhoek: "De spanningen tussen de
grote mogendheden zijn de afgelopen ja
ren ontegenzeggelijk toegenomen. Daar
door is het risico dat er iets gebeurt ver
groot. Een maat voor de toegenomen
spanning is de zogenaamde Dooms Day
Clock, de verdoemenisklok die zorgvul
dig wordt bijgehouden door de redactie
van het gezaghebbende Bulletin of Ato
mic Scientist. Dat blad verschijnt al
sinds 1945 en er werken gezaghebbende
atoomwetenschappers aan mee. In 1975
stonden de wijzers van de klok nog op 12
voor 12, nu op 3. voor 12".
Berkhof: "We hebben geen enkele er
varing met kernoorlogen. Daarom kun
nen we de kans op zo'n oorlog wiskun
dig niet berekenen zoals dat wel kan ten
aanzien van het risico op een ongeluk
dat iemand loopt die per trein reist. Er
wordt naar mijn mening teveel waarde
gehecht aan propagandapraatjes en uit
latingen die zijn bedoeld voor de publie
ke tribune, terwijl daarnaast alle ogen
zijn gericht op de onderhandelingen in
Geneve. Maar behalve in Geneve zijn er
andere besprekingen gaande die in heel
belangrijke overeenkomsten resulte-
Vorig jaar is tussen de grote mogend
heden een verdrag over ongevallen op of
boven zee voor vijf jaar verlengd. Daarin
zijn regels opgenomen waaraan de grote
vloten zich moeten houden en die fatale
misverstanden op zee moeten voorko
men. Dat verdrag acht ik veel belangrij
ker dan de besprekingen in Geneve".
"Verder is er het non-proliferatiever
drag tegen de verspreiding van kernwa
pens, worden er besprekingen gevoerd
over het redden van kosmonauten en is
er een verdrag gesloten over het plaat
sen van ontvanginstallaties op satellie
ten die SOS-seinen van schepen en
vliegtuigen kunnen oppikken zodat er
sneller hulp kan worden geboden. Over
al die zaken lees je maar heel kleine be
richten in de kranten".
"Wat de mensen via de media te zien
en te horen krijgen maskeert het gedrag
van de mogendheden in de werkelijk
heid. Opmerkingen als zou het nu ge
vaarlijker zijn dan jaren geleden maken
op mij geen indruk. De ideëen over
spanning of ontspanning zijn het gevolg
van wat mensen krijgen voorgescho
teld".
Tolhoek: "Je kunt inderdaad geen risi
co-analyse maken zoals bij veel voorko
mende euvels of zoals levensverzeke
ringsmaatschappijen dat doen. Maar we
hebben nu eenmaal niets beters dan kof-
fiedikkijkerij. De opmerkingen van de
deskundigen van het Bulletin of Atomic
Scientist vormen toch wel een maat voor
de bestaande koude oorlog-sfeer. Die
koude oorlog was in 1952 op z'n hevigst,
is daarna weggeëbd, maar is de laatste
jaren weer toegenomen. Al is het niveau
van 1952 nog niet bereikt".
"Toenemende spanningen brengen
globaal gezien evenredige risico's met
zich mee dat er iets misgaat. Al wil ik
wel een onderscheid maken in de rela
ties Rusland-Amerika en Rusland—
West-Europa. Laatstgenoemde relatie is
beter gebleven".
Van Putten: "Natuurlijk mogen we
blij zyn dat er allerlei gemeenschappelij
ke processen aan de gang zijn zoals
Berkhof opmerkt. Zo hoort het normaal
gesproken ook tussen mensen te gaan.
Het griezelige van de huidige ontwikke
lingen is dat de bewapening een eigen
dynamiek heeft. Sinds de jaren vijftig is
er geen rechtvaardiging voor de almaar
doorgaande uitbreiding en vernieuwing
van wapensystemen. Er worden wapens
ontworpen die pas zo'n 15 jaar later kun
nen worden gebruikt. Men anticipeert
dus op toekomstige spanningen".
"Vroeger greep bij een conflict één
van de partijen op een gegeven moment
naar de wapens. Neem de 80-jarige oor
log toen Willem van Oranje militairen en
wapens huurde om z'n politieke aspira
ties waar te maken. Nu gaat het volko
men anders. Er worden wapens op de
tekentafels ontworpen zonder dat er
sprake is van een conflict. Er zijn proces
sen aan de gang die samen voor geweldi
ge risico's zorgen. Je hebt het winstbe
jag van ondernemers, de beroepstrots
van wetenschappers en technici, de be
roepseer van militairen en de machts
honger van politici. Al die factoren bij
elkaar verslechteren de internationale
verhoudingen. Ondertusssen gaan de
wetenschappers maar door met hun wa-
penonderzoek. Politici hebben de zaak
niet meer in de hand, ze kunnen achteraf
alleer. maar ja of nee zeggen".
Berkhof: "Dat is toch kul! De bewape
ning staat wel degelijk onder politieke
controle. Als Reagan geld nodig heeft
voor onderzoek en ontwikkeling van
nieuwe wapens moet hy toestemming
vragen aan het Congres. Tijdens diverse
hoorzittingen wordt besproken hoeveel
en op welke wijze overheidsgelden voor
militaire doeleinden zullen worden aan
gewend. U moet geen broeierige maat
schappij schilderen waarin militairen en
technici op oncontroleerbare wijze sa-
Tolhoek: "Je mag de wapenwedloop
niet alleen vanuit technologisch stand
punt bekijken. Ook vijandsbeelden spe
len een rol. De ene partij bewapent zich,
de ander is daar bang voor en bewapent
zich ook. Men projecteert de eigen angst
op de tegenstander. Zo krijg je een spi
raal van bewapening, angst, verdere be
wapening, toenemende angst enzovoort.
,Dit moet worden doorbroken, anders
zijn we ten dode opgeschreven. Sociaal-
psychologische factoren en bewapening
grijpen in elkaar. Waarbij ik er aan toe
voeg dat het scheppen van een bepaald
vijandsbeeld ook bewust wordt toege
past om hogere budgetten voor bewape
ning los te krijgen".
Druk op de knop
De atoombom en de waterstofbom
zijn nu al tientallen jaren niet gebruikt.
Komt dat door de wijsheid van politici
of is dat een gevolg van het afschrik-
kingsevenwicht?
Berkhof: "De huidige staatsman is te
gelijkertijd opperbevelhebber doordat
hij met een druk op de knop een finale
beslissing kan nemen. Dat weten ze zelf
ook en dat leidt tot de eerder door mij
genoemde unieke terughoudendheid".
Van Putten: "Al aan het einde van de
jaren vijftig waren er kernwapens die
volgens de voorstanders ervan een af
schrikkingseffect zouden hebben. Als
dat effect er was, waarom is men dan
doorgegaan met het ontwikkelen van al
maar nieuwe en betere wapens?"
Berkhof: "Technologische ontwikke
lingen houd je nu eenmaal niet tegen.
Dat is een heel oud gegeven".
Tolhoek: "Dat de bommen al tiental
len jaren niet zijn gebruikt is denk ik een
mengeling van wijsheid en afschrikking.
Politici zijn ook maar mensen die best
enige wijsheid kunnen opbrengen, een
wijsheid die daarin bestaat dat ze in ze
kere mate worden afgeschrikt. Er wor
den gelukkig ook wel maatregelen ge
troffen om de veiligheid te vergroten.
Denk maar aan de hot line. Maar het is
nog te weinig".
Een half miljoen gekwalificeerde
wetenschappers en technologen, onder
wie bijna de helft van alle natuurkundi
gen, besteden jaarlijks 6 procent van het
bruto mondiaal produkt door zich bezig
te houden met wapenonderzoek. Dat
brengt ons bij de rol van de wetenschap
in de wapenwedloop.
Tolhoek: "Ongeveer 40 procent van de
fysici in de Verenigde Staten en Rusland
houdt zich bezig met onderzoek van mi
litaire aard. In Nederland ligt dat per
centage veel lager. Veel wetenschappers
helpen bij de opbouw van wapensyste
men, maar er zijn er ook die pleiten voor
ontspanning en een beter wederzijds be
grip. Het zou wenselijk zijn dat sociaal
wetenschappelijk en vredesonderzoek
wat meer gewicht zouden hebben".
Berkhof: "Ik ben niet onder de indruk
van dergelijk onderzoek. Men gaat uit
van wensbeelden in plaats van de reali
teit. Er is uit dergelijk onderzoek nog
nooit een advies gekomen dat paste op
de situatie van dat moment. De adviezen
liggen vaak zo ver af van de technische
mogelijkheden dat je je afvraagt: wat
moeten we daar nu mee?"
Tolhoek: "Er worden conferenties
georganiseerd waarop wetenschappers
en militairen gezamenlijk tot zinvolle
aanbevelingen komen. Helaas worden
die aanbevelingen weinig opgevolgd".
Berkhof: "Soms wordt er wel eens een
aanbeveling opgevolgd. De Verenigde
Staten hebben een paar jaar geleden be
sloten geen wapens te plaatsen die zö.
nauwkeurig zijn dat ze alle Sowjetbom-
men kunnen uitschakelen. De Russen
zouden anders voor het dilemma komen
te staan: gebruik ze of verlies ze (use
them or loose them)".
"Ik zie eigenlijk voornamelijk heil in
adviezen van mensen die verstand heb
ben van wapentechniek en die kunnen
aangeven wat een stabiele of niet-stabie-
le situatie is. Alleen op die manier is het
strategisch bouwwerk in evenwicht te
houden".
Onderhandelingen over wapenbe
perking verlopen erg moeizaam. Vaak
zijn verdragen op het moment van af
sluiten alweer achterhaald door techno
logische vernieuwingen. Ergo: leidt wa
penbeperking eigenlijk wel tot een reële
verhoging van de veiligheid?
Van Putten: "Een gevoel van veilig
heid of onveiligheid hangt af van de be
dreiging die iemand waarneemt. In de
jaren vijftig en zestig werd het gevoel
van onveiligheid vooral veroorzaakt
door ideëen over de Russen. In de jaren
zeventig en tachtig heeft de vrees voor
de Russen minder betekenis gekregen,
is er eerder een vrees ontstaan voor het
uit de hand lopen van de wapenontwik
kelingen. Al die nieuwe wapensystemen
hebben bij de mensen bepaald geen toe
genomen gevoel van veiligheid doen
ontstaan".
Berkhof: "Ik ben er niet van overtuigd
dat de angst voor de Russen is afgeno
men. Wat er in Polen, Afghanistan en Ni
caragua gebeurt ontgaat de mensen niet.
Zoals ik al eerder opmerkte worden er
op het punt van wapenbeheersing wel
degelijk verdragen gesloten, verdragen
die er vooral op zijn gericht om fatale
vergissingen te voorkomen. Minder suc
cesvol zijn de pogingen om grenzen te
stellen aan aantallen wapens. Dat komt
mede door de grote publieke aandacht
voor dergelijke onderhandelingen. Bij
de politici ontstaat daardoor een hou
ding van: hier moeten we scoren. Be
sprekingen die zich in betrekkelijke stil
te afspelen verlopen veel vlotter".
Van Putten: "Ik ben het met Berkhof
eens dat er weinig waarde moet worden
gehecht aan onderhandelingen zoals die
bijvoorbeeld in Geneve plaatshebben.
Maar de enorme aandacht is ook een ge
volg van het feit dat politici bij bevolkin
gen verwachtingen wekken. Er wordt
een soort facade opgetrokken van vreed
zaam bezig zijn, waarachter men door
gaat met het ontwerpen en opstellen van
wapensystemen'
Tolhoek: "De onderhandelingen, ook
die in Geneve, zijn wel degelijk van be
lang. Maar de meeste onderhandelingen
duren te lang en hebben geen vervolg.
Dat stemt tot droefheid. Je kunt je afvra
gen of die onderhandelingen gevoerd
worden om resultaten te bereiken dan
wel om zich de vredesbeweging van het
lijf te houden. Om een argument te heb
ben in de trant van: we doen wel dege
lijk iets".
Stap terug
Controle op de naleving van verdra
gen is een gevoelige zaak. Beide grote
mogendheden beschuldigen elkaar van
het schenden van afspraken. De voorma
lige VS-minister van defensie McNama-
ra is van mening dat de ontwikkeling
van het Star Wars programma een
schending betekent van het zogenaamde
ABM-verdrag, en onderdeel van SALT I
dat het ontwikkelen van anti-raketwa
pens verbiedt.
Tolhoek: "Aantasting of afschaffing
van het ABM-verdrag zou een stap terug
zyn. McNamara heeft de suggestie ge
daan dat het westelijk bondgenootschap
verklaart niet als eerste naar kernwa
pens te zullen grijpen. Dat is een verant
woord advies. Helaas vindt McNamara
weinig gehoor bij de huidige regering
van de VS".
Berkhof: "Politici die in de .regering
zitten handelen anders dan wanneer ze
niet in de regering zitten. Er is geen en
kele reden te veronderstellen dat ze in
de ene situatie verstandiger dingen zeg
gen dan in de andere situatie. Ik be
schouw de woorden van Mc Namara als
een vorm van aandachttrekkerij".
"Kijk, de zwakte van de meeste ver
dragen is dat veel zaken niet worden ge
regeld. In het ABM-verdrag staat bij
voorbeeld dat anti-raket-wapens niet
mogen worden uitgeprobeerd tegen in
tercontinentale raketten. Kennelijk mo
gen ze wel tegen korte afstandsraketten
of tegen andere voorwerpen worden uit
geprobeerd. Test je zo'n anti-raketwa-
pen bij wijze van spreken uit tegen een
vliegende kip dan is het plotseling geen
ABM-wapen meer maar zoiets als een
ontveringsapparaat. Ik bedoel maar: er
zijn veel gedetailleerder omschrijvingen
nodig".
Moet de ontwikkeling van het Star
Wars programma, ofwel het Strategisch
Defensie Initiatief (SDI) zoals .Reagan
het noemt, ook niet gezien worden als een
duidelijke provocatie in de richting van
de Sowjet-Unie? Een doorbreking van
het machtsevenwicht?
Tolhoek: "Het betekent in elk geval
een verdere escalatie van de wapenwed
loop. Omdat het voorlopig technisch
toch niet mogelijk zal zijn een ondoor
dringbaar ruimteschild te maken zal het
de vorming van meer offensieve wapens
tot gevolg hebben".
Berkhof: "Over een langere periode
bezien kun je constateren dat het Wes
ten de Russen op het nucleaire vlak niet
kan bijhouden. In het Westen zijn nou
eenmaal grotere politieke weerstanden
te overwinnen dan in het Oosten. Rea
gan krijgt met de grootste moeite toe
stemming om 21 lange afstandsraketten
te plaatsen terwijl de Russen er in de
tussentijd al zonder problemen een paar
honderd hebben geplaatst".
"Een ander verschil wordt gevormd
door de financiën. In het Westen slok-
(Lees verder op de volgende pagina)
Brigade-generaal G.C. Berkhof: "Om elkaar te
doden heb je geen kernwapens nodig".
"mi
F
i JÊ
Tl
Prof. dr. J. van Putten: "De vijandschap tus
sen de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie is te
overwinnen".
Prof. dr. H. Tolhoek: "Misschien heeft de we
reld wel een lokaal nucleair conflict nodig om te
Zien hoe erg het is". (foto's Roland dc Bruin)