Onbegrip omringt beveiligingswereld TVetskennis hoort er nu eenmaal bij' Directeur Kradolfer van Alphens instituut voor bewakingsonderwijs: ZATERDAG 22 JUNI 1985 EXTRA PAGINA 15 Particuliere beveiligings- en bewakingsbeambten legitimeren zich doorgaans als functionarissen die pal staan voor vervaagde normen. "Wij vullen de gaten die de politie laat vallen". Maar anderzijds is dit wereldje ook niet geheel van smet gevrijwaard. Onbevoegd personeel en slechte arbeidsvoorwaarden zijn zomaar eens enkele punten van kritiek. Maar zie: met de komst van een door de overheid gecontroleerde vakopleiding lijkt dit beroep enigszins uit het dal te komen. Een reportage. Twee jaar geleden stond het wereldje van de particuliere beveiligingsorganisaties voortdurend op zijn kop. In de pers verschenen verhalen over een niet altijd even frisse concurrentiestrijd waarbij zelfs chantage niet zou worden geschuwd. Ook was er sprake van dat bedrijven niet vakbekwaam en onbevoegd personeel in dienst zouden hebben. Dat negatieve beeld was compleet toen in juni 1983 bekend werd dat negen bewakers van het bekende bewakingsbedrijf Hoogen boom jarenlang voor miljoenen guldens aan goederen uit de RAI hadden gestolen. Een maand later werd de administratie van het bedrijf in beslag genomen omdat het ervan werd verdacht opzettelijk te hoge rekeningen te hebben verstuurd voor bewaking van overheidsobjecten. De gebroeders Hoogenboom en de directeur van hun bedrijf J. Wijnands werden vervolgens gearresteerd. Maar de officier van justitie kon zijn beschuldigingen niet waarmaken en het drietal werd buiten vervolging gesteld. De zaak tegen directeur Wijnands was overigens al eerder geseponeerd. Overdreven Hoe is de situatie nu en hoe staat het met het imago van de particuliere beveiligingsbedrijven? Zoals vanJiem mag worden verwacht, verdedigt voorzitter B. Boer van de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties (VPB) zijn bedrijfstak met verve. Volgens hem was al die publiciteit van twee jaar geleden in veel gevallen schromelijk overdreven: "Zeker als je het aantal mensen dat in deze bedrijfstak werkzaam is afzet tegen het aantal uren dat ze maken. En is er in die zaak met Hoogenboom sprake geweest van veroordelingen? Nee toch". Toch wil hij daarmee de fraudezaken die er zijn geweest niet bagatelliseren. Boer: "Ik denk dat er zoveel aandacht aan wordt geschonken omdat er zo weinig in het bewakingswezen gebeurt. Als een bewakingsman in de fout gaat of een politicus een borreltje teveel drinkt en tegen een boom of een lantaarnpaal rijdt, komt het uitgebreid in de krant. Enerzijds is dat ook wel te begrijpen, maar als iemand anders eens een keertje steelt dan hoor je er niets van". "We hebben tenslotte in de hele maatschappij een verschuiving van normen gezien en waarom zou een politieman of een bewakingsman daar niet door beïnvloed worden? Het is voor mij een wonder - en dat meen ik oprecht - dat de bewakingsman nog pal staat voor zyn beroep. Hij staat per slot van rekening in dè eerste linie van de tijd waarin wij nu leven. Het klinkt misschien als iets uit een oud boek, maar het is natuurlijk wel zo. Mensen in de beveiliging en bewaking staan voor normen die al lang zijn vervaagd en geen gemeengoed meer zijn". Irritatie Het is volgens hem daarom ook zo opvallend dat er veel jongeren zijn (tussen de 20 en 25 jaar) die belangstelling tonen voor het beroep. "Daar is eigenlijk geen echte verklaring voor te geven", zegt voorzitter Boer. Al denkt hij dat het gedeeltelijk komt doordat de economie weer aantrekt. Tevens bespeurt hij een teruggekeerd verlangen naar orde en gezag, waardoor ook de waardering voor het beroep van beveiligingsbeambte toeneemt. Vooralsnog is van die waardering by het grote publiek nog niet veel te merken, volgens Boer omdat men er te weinig van afweet. Dat is vervelend, al is er mee te leven, zo zegt hij. Vervelender is volgens hem de geringe waardering van de kant van de overheid. Boer: "Onlangs was dat nog eens duidelijk te merken op ons vooijaarscongres. Het was duidelijk waarneembaar dat de irritatie bij de bedrijven over de houding van justitie en politie toeneemt. Vooral in politiekringen is er veel onbegrip en wordt er badinerend en generaliserend over ons gesproken omdat ze bang zijn dat hun positie wordt aangetast. Maar wij vullen in feite alleen gaten die de politie laat vallen". Kritiek op justitie spitst zich vooral toe op de criminaliteitsnota van minister Korthals Altes waarin met geen woord wordt gerept over de rol van particuliere beveiligingsorganisaties. De VPB-voorzitter vindt het onbegrijpelijk dat de overheid zo nonchalant omspringt met een organisatie waarbij notabene 97 procent van alle beveiligingsbedrijven is aangesloten: "Dat is een percentage dat ongekend hoog is. Onbegrijpelijk dat ze daar geen gebruik van maakt". Ongenoegen Zo tevreden als VPB-voorzitter Boer is over de beveiligingswereld, zo kritisch is de heer H. van Luunen, die als bestuurder bij de Unie van Beambten, Leidinggevend en Hoger Personeel (UNIE BLHP) verantwoordelijk is voor de beroepsgroep beveiliging en bewaking van deze bond. Van Luunen: "De situatie in onze bedrijfstak is nog steeds zeer bedroevend. In vergelijking met twee jaar geleden is er nog niet echt iets gebeurd. Hoe rooskleurig meneer Boer het ook brengt; wij hebben nog heel wat te doen". door Charley Jansen De ongezonde tariefstelling en de slechte arbeidsvoorwaarden zijn voor Van Luunen de grootste bron van ongenoegen: "Ik durf te stellen dat bijna alle bedrijven in de beveiliging en bewaking te lage tarieven berekenen. In veel gevallen wordt er zoiets als 25 gulden per uur berekend; als ik mijn fiets naar de fietsenmaker breng, ben ik al 35 gulden per uur kwijt. Vervolgens worden die te lage tarieven afgewenteld op het personeel. Want waar moet het anders vandaan komen?" "Er zit wel wat beweging in door toedoen van de grote bedrijven, maar het gaat heel langzaam. De aansluiting van de Nederlandse Veiligheids Dienst bij de VPB is voor ons dan ook een belangrijke steun om tot een normale tariefstelling te komen en de magere cao omhoog te tillen. De NVD heeft tenslotte 50 procent van de markt in handen". Door die slechte arbeidsvoorwaarden in de cao zit bijvoorbeeld geen pensioenvoorziening - is volgens hem ook het verloop van het personeel nog spectaculair hoog; ongeveer 50 procent van de mensen houdt het na een jaar voor gezien. Van Luunen: "Het verloop is een tijd lang minder geweest, maar nu de economie weer aantrekt stijgt het weer". Opwaardering Het bestaan van opleidingen voor bewakingsbeambten vindt Van Luunen op zich een goede zaak. Door de vrij pittige en brede opleidingen is er zeker sprake van een zekere opwaardering van het bewakingsvak. Het effect wordt echter weer tenietgedaan doordat er geen goede beloning voor de vakman is. Die verdwijnen dan zo snel ze kunnen naar de bedrijfsbeveiligingen, waar ze onder de paraplu van de bedrijfs-cao vallen en ze dus-wel goede arbeidsvoorwaarden genieten. Alleen overeenstemming over de tarieven tussen de bedrijven in de VPB, ziet Van Luunen als de enige manier om tot een oplossing te komen: "Als er vaste tarieven zijn kunnen we samen meer druk uitoefenen op justitie voor betere controle van bedrijven die rommelen. De nieuwe Wet op de Weerkorpsen, die in de maak is, moet daarbij helpen". Die nieuwe wet moet in 1988 van kracht worden, maar is door een ongelukkige samenloop van omstandigheden achter op het schema. In korte tijd verlieten voorzitter Kroeskamp (met pensioen) en zijn naaste medewerker Boot (baan in het bedrijfsleven) de commissie die belast is met de voorbereiding ervan. Bondsbestuurder Van Luunen heeft twee belangrijke wensen die hij graag in de wet zag opgenomen: "Eén: de wet moet van toepassing zijn op alle bewakingsbedrijven om concurrentievervalsingen te voorkomen. En twee: er moeten eindelijk eens goede sanctiemaatregelen komen. Nu is het zo dat justitie in eerste instantie een waarschuwing kan geven en uiteindelijk de toelating kan intrekken. Maar dat gebeurt bijna nooit. Er zouden geldboetes moeten worden gegeven, dat haalt meer uit dan fret dreigen met intrekking van de toelating". A.G. Kradolfer: correct met pu bliek en collega's omgaan. "Wij krijgen veel mensen die al eerder een schriftelijke cursus hebben gevolgd maar gezakt zijn omdat ze het schriftelijk studeren niet konden volhouden", aldus A.G. Kradolfer, directeur van het onderwijsinstituut AlphaSafe in Alphen. Omdat iedere bewa kingsbeambte vanaf februari '86 in het bezit moet zijn van een zoge naamd basisdiploma, ontwikkelde hij een korte cursus waarin mon deling wordt lesgegeven door do centen. Bewakingsbeambten die vóór 1 ja nuari '83 werkzaam waren zonder di ploma kregen 22 maanden de tijd om het alsnog te halen. Dat is de reden er van dat juist die groep van bewakers nog een opleiding moeten volgen. Invoering van het basisdiploma was een van de aanbevelingen die werden gedaan door een commissie van het ministerie van justitie, die in 197l'werd opgericht om de wildgroei van particu liere beveiligsorganisaties tegen te gaan. Ook voorzitter B. Boer van de Vereniging van Particuliere Beveili gingsorganisaties (VPB) was daar lid van. Hij vertelt dat het niet zo was dat er helemaal geen opleidingen tot bewa kingsbeambte waren: "De LOI bijvoor cursus en ook in de grote bedrijven werd er al het een en ander gedaan. On der andere Philips ontwikkelde een ei gen vakdiploma". Ontluisterend Een vdfi de conclusies in het eindrap port van de commissie was, dat er een door de overheid gecontroleerde vak opleiding zou moeten komen. De mi nister van justitie heeft die conclusies overgenomen en na een aantal jaren is met de bestaande opleidingsinstituten overeenstemming bereikt over nieuwe (foto Wim Dijkman) beeld verzorgde al vijftien jaar lang e Boer: "Omdat de verplichting van een diploma niet ineens kon worden ingevoerd kwam er een overgangsrege ling. Bewakers die na 1 januari '83 in dienst kwamen moesten meteen al in het bezit zijn van een basisdiploma. Personeel dat vóór die datum in dienst was, kreeg tot 1 februari '86 de tijd om een opleiding te doen. In 1982 kon dan eindelijk worden begonnen met de eer ste cursussen. Hoewel uit peilingen al was gebleken dat er genoeg belangstel ling zou zyn, kregen we toch onver wacht veel aanmeldingen". De uitslag van het eerste examen was volgens Boer echter ontluisterend: vijftig procent van de cursisten zakte. Volgens de VPB-voorzitter was dit slechte resultaat voor een deel te ver klaren uit het feit dat het niveau van veel cursisten te laag was, al is dat niet de enige reden. "Natuurlijk was de kwaliteit soms zeer bedroevend maar ja, vroeger moest je als bewakingsman alleen een fatsoenlijke en betrouwbare vent zijn. En als je dan opeens op je veertigste, als je al twintig jaar niet meer op school bent geweest wetten moet gaan leren". "Die uitslag van de examens is toen onderzocht en daaruit bleek dat drie kwart van alle gezakten dat deden op wetskennis. Dat is natuurlijk wel triest, maar het hoort er natuurlijk wel bij". Vakdiploma Ook A.G. Kradolfer, hoofd beveili ging van een container-overslagbedrijf in de Rotterdamse haven, kreeg hier mee te maken. "Schriftelijk studeren is vaak een te grote opgave omdat er vaak ook onregelmatige diensten moeten worden gedraaid". Naast zijn werk als hoofd beveiliging werd hij op een gege ven moment gevraagd door de haven en vervoersschool Dr. A.J.T Staken burg in Rotterdam om les te geven in beveiliging. Daar merkte hij dat men sen door mondeling en aanschouwelijk onderwijs de leerstof beter oppikken dan door alleen schriftelijk. Het idee ontstond om met behulp van docenten, die hun strepen hadden verdiend, opleidingen te gaan verzor gen. Vérvolgens werd aan de hand van de exameneisen van de Stichting Vak opleiding Particuliere Beveiligingsor ganisaties (SVPB) het onderwijs geor ganiseerd. Ook werden er docenten aangezocht die hun sporen hadden ver diend. De eerste cursus voor het basis diploma begon op 1 maart '84. De opleiding duurt zestig uur. In die tijd krijgen de deelnemers les in rap portage, beveiligingsleer', dienstverle ning, brandpreventie- en bestrijding en rechts- en wetskennis. Tweemaal per jaar wordt onder toezicht van een ge committeerde van het ministerie van justitie het examen afgenomen. "Voor de beveiligingsman die na het behalen van het basisdiploma verder wil is, ook weer door de SVPB, het vakdiplonja ontwikkeld. Die opleiding duurt 36 uur. Er worden dezelfde vak ken gegeven als in de basiscursus, al leen gaat het weer een stuk verder. Het is in feite een soort promotiemogelijk heid voor de bewakingsbeambte. Er wordt dan ook hard gewerkt aan een kaderdiploma voor diegenen die na het vakdiploma verder willen", aldus Kra dolfer. Klantvriendelijk Naast de opleidingen voor het basis- en vakdiploma verzorgt AlphaSafe ook Wetskennis is een absoluut vereis te binnen de nieuwe vakopleiding. (foto GPD) een cursus communicatietraining. De bedoeling van die cursus is volgens Kradolfer dat bewakingsbeambten wordt geleerd hoe ze zo 'klantvriende lijk' mogelijk kunnen werken. Door middel van praktijkgerichte situaties wordt getoond hoe de bewakingsbe ambte correct met het publiek en colle ga's kan omgaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 15