Het offer van A. Rörsch
Politiek, wetenschap, risico's en lesbiennes
ZATERDAG 15 JUNI 1985
EXTRA
PAGINA 23
Politiek Den Haag houdt zich
te veel bezig met details en te
weinig met de grote lijnen.
Wetenschap en technologie
krijgen in de Tweede Kamer
onvoldoende aandacht en
worden niet of zelden in
verband gebracht met
bijvoorbeeld
sociaal-economisch beleid
en/of gezondheidszorg.
Kortom: politici en
wetenschappers staan nog te
ver van elkaar af. Prof. dr. ir.
Arthur Rörsch, lid van de
Raad van Bestuur van de
centrale organisatie voor
Toegepast
N atuurwetenschappeli jk
Onderzoek (TNO) en
buitengewoon hoogleraar in
de moleculaire genetica in
Leiden, verpakte deze
kritiek vorige maand in een
toespraak bij de presentatie
van een
populair-wetenschappelijk
boek. Hij is niet somber over
het niveau van kamerleden,
maar vindt wel dat ze te
luchtig heenstappen over
wetenschap en technologie.
Van onderzoek met grote en
kleine risico's tot apen als
draagmoeder voor
menselijke embryo's. Een
interview.
door
Wim Wirtz
(foto Holvast)
Professor dr. ir. Arthur Rörsch
beent met driftige passen naar een
boekenkast onder de opvallend rui
me balustrade in zijn oude huiska
mer. Hij woont in het gerestaureer
de pand van de voormalige Waalse
Bibliotheek aan de Pieterskerkhof.
In het oude hart van Leiden. De
boekenkast vult twee wanden.
Rörsch kijkt over een schouder: "In
Amerika gebeurt het wel degelijk
hè". Hij pakt een boek: "Hier,
Science and Technology. Dat is ge
schreven door een commissie die in
opdracht van het Amerikaanse Con
gres precies heeft aangegeven wat
ze de komende vijf jaar aan belang
rijke topics in de wetenschap kun
nen verwachten. Bijvoorbeeld: alle
milieu-onderzoek, demografie (be
volkingssamenstelling ww.), bio
technologie, verhoudingen, vergrij
zing; kortom, alle hoofdzaken van
wetenschapsbeoefening worden er
uitgelicht en zyn dan inderdaad on
derwerp van discussie in het Con
gres".
Triomfantelijke blik, de onvermijdelij
ke pijp in de mond: "Nou hebben we
hier een eigen Raad van advies voor het
wetenschapsbeleid, maar die kan na
tuurlijk niet doen wat in een land als
Amerika wel kan. Daar is alles veel gro
ter. Maar waf is er nou eigenlijk voor be
zwaar tegen om zulke onderwerpen ook
eens in onze eigen Tweede Kamer te la
ten behandelen. Je zou daarvoor mate
riaal van de EG kunnen nemen". Hij tilt
een indrukwekkende stapel lectuur van
een kast: "Ik noemde net de biotechno
logie. Kijk, dit is allemaal wat ik aan ma
teriaal daarover heb weggehaald in
Brussel. Dat ligt er allemaal".
- En dat wordt niet gebruikt.
"Dat wordt niet gebruikt. Er is bij de
EG een club die voor de Europese Com
missie (dagelijks bestuur van de EG
ww.) werkt. Die heet FAST. Dat staat
voor Forcasting Assessment in Science
and Technology. Die heeft heel verdien
stelijk werk gedaan op het gebied van
bijvoorbeeld de biotechnologie, maar
ook op het gebied van de werkgelegen
heid. Daar komen mooie rapporten uit
die wij hier allemaal in onze lades laten
verdwijnen".
- De kern van uw verhaal is dat polici-
ti zich op het gebied van wetenschap en
technologie te veel bezighouden met de
tails en te weinig met hoofdlijnen.
"Ik denk dat kamerleden zich in het
algemeen bezighouden met dingen die
politiék interessant zijn, tot die conclu
sie ben ik wel gekomen. Maar als de stel
ling juist is dat wat dan onze vooruit
gang heet voor het merendeel wordt ver
oorzaakt door wetenschap en technolo
gie, dan zou het algemene beleid van de
politici toch daarop veel meer gefocus-
sieerd moeten zijn".
"Ik zou dus willen dat er in meer alge
mene zin werd gedebatteerd over de gro
te lijnen: waarom gaan we nou eigenlijk
informatica stimuleren, waarom willen
we dat technologie wordt gestimuleerd?
Laten we even dicht bij mijn huis blij
ven: DNA-Recombinant onderzoek (on
derzoek naar de kunstmatige beïnvloe
ding van erfelijk materiaal ww.) Daar is
destijds in Amerika uitgebreid over ge
discussieerd. Vijf jaar later wordt dat in
het buitenland nog eens dunnetjes over
gedaan. Maar is daar nou ooit uitvoerig
over gediscussieerd in de Tweede Ka
mer? Nee".
- Een diepgaande discussie over DNA-
Recombinant onderzoek in de Kamer is
ook moeilijk voor te stellen.
"Dat zou ik ook niet willen. Ik ben er
op uit dat de Kamer gaat discussiëren
over het nut van biotechniek, waaraan
het DNA-Recombinant onderzoek ten
grondslag ligt. Wat zijn nou in Neder
land de bottlenecks van de biotechno-
logieontwikkeling? Dat blijken voorna
melijk de hoge prijzen van grondstoffen
te zijn. Kunstmatig hoog gehouden door
EG-maatregelen. Er zijn dus politieke en
economische kwesties die door een we
tenschappelijke ontwikkeling heenlo
pen".
"Je kunt in Nederland bijvoorbeeld
geen bedrijf beginnen dat op suiker ge
baseerd is, want de suikerprijs is veel te
hoog. Twee Nederlandse bedrijven heb
ben nu in Oostenrijk en in Finland een
fabriek gezet om citroenzuur te maken,
gewoon omdat hier de prijzen kunstma
tig hoog worden gehouden".
"Er doet zich hier op het ogenblik een
heel merkwaardig verschijnsel voor met
name in de landbouwsector. Iedereen
schreeuwt: nieuwe, moderne biotechno
logie moet. Maar de verdiensten zijn hier
zo goed, door alle maatregelen die zijn
getroffen, zoals prijsbescherming, in
voerbeperkingen voor de Verenigde Sta
ten en dergelijke, dat er uit de marktsec
tor geen roep komt om meer te verbete
ren. Want we zitten met een geweldig
landbouwoverschot, om maar eens iets
te noemen. Daar zouden we dus iets aan
moeten doen".
"Je ziet hier dus dat wetenschapsont
wikkeling en economie diep in elkaar
grijpen. Maar daar heb ik fcnze Tweede
Kamer nog nooit over horen praten".
- U vindt dat de contacten tussen we
tenschap en politiek moeten worden ver
beterd. Wat gebeurt er dan nu op dat ge
bied?
"Een paar mensen van TNO hebben
enkele maanden geleden de drie grote
politieke partijen benaderd om meer
aandacht te vragen voor wetenschap en
technologie. Gewoon: om daarover in
hun verkiezingsprogramma's straks een
paar redelijke passages te krijgen en om
ze ervan te doordringen dat daarover po
litieke standpunten'moeten komen. Dat
was best aardig, dus ik ben ontzettend
benieuwd wat er straks in die partijpro
gramma's staat. Verder hebben we jaar
lijks bezoeken van kamercommissies
van bijvoorbeeld volksgezondheid,
landbouw, de sectie visserij, weten
schapsbeleid, economische zaken. En
dat gaat best goed".
- U zei onlangs dat de discussie in dit
land over de risico's van DNA-Recombi
nant onderzoek in feite achterhaald was
en dat de risico's van ander onderzoek
dat hier wordt gedaan, zoals naar infec
tieziekten, veel groter zijn. Dat is toch
een merkwaardige vergelijking?
"De risico's zijn natuurlijk onverge
lijkbaar. Ik wil alleen maar zeggen:
DNA-Recombinant onderzoek is echt
onschuldig in vergelijking met het on
derzoek naar infectieziekten. Kijk, waar
je hier op stuit is het probleem dat het
grote publiek moeilijk kan bevatten wat
de betekenis is van risico X. Iedereen
weet dat er per jaar honderden mensen
doodgaan in het verkeer en er is geen
mens die ooit een moment aarzelt om in
een auto te stappen. Maar als je praat
over de kans X of Y dat er een ongeluk
kan gebeuren met een kerncentrale, dan
blijkt iedereen daar bang voor".
"Men heeft gewoon geen gevoel voor
hoe je risico's in getallen moet uitdruk
ken, daar doe je erg weinig aan. Maar er
is tegenwoordig vaak zo'n demonstratie
van blijven zitten zeuren over dingen die
wetenschappelijk ver achter ons liggen
wat de risico's betreft, dat men zich er zo
langzamerhand belachelijk mee begint
te maken. Dat gepraat over de mogelijk
heid dat er door overdracht in een labo
ratorium een raar organisme ontstaat,
dat is op het ogenblik absurd. Er is geen
wetenschapper die daar ook maar enige
angst voor heeft. Want die kans is heel
klein".
"Om een ander voorbeeld te noemen
dat wel levensgevaarlijk kan zijn voor ö'e
samenleving hier: dat is het vele reizen,
die mensen die in Afrika met vakantie
gaan. Dat is een veel, veel groter risico
dan DNA-Recombinant onderzoek. Er
zijn mogelijkheden dat ze gevaarlijke
micro-organismen hier naar toe halen
die dan hier tot uitbarsting komen. Maar
niemand zeurt over ver reizen en micro-
organismen. Ik zeg ook niet dat dat
moet, maar dat soort risico's neemt ie
dereen wel blindelings".
- Moeten wetenschappers dan niet dui
delijker overbrengen waar ze mee bezig
zijn en wat dat betekent?
"Ja kijk, je moet natuurlijk ook wel
een beetje voorzichtig zijn, want dade
lijk worden er weer allerlei maatregelen
getroffen om ander onderzoek aan ban
den te leggen of te vertragen. De DNA-
Recombinantdiscussie in Nederland is
best aardig, principieel vind ik het een
goed gebeuren. Mijn enige bezwaar erte
gen is dat het zich zo verschrikkelijk
lang heeft voortgezet. De reactie bij veel
wetenschappers is ook absoluut ave
rechts geweest. Die hebben gezegd: we
houden ons nooit meer met politiek be
zig".
- Uit zo'n redenering zou je de conclu
sie kunnen trekken dat politici buiten de
deur moeten worden gehouden als het om
onderzoek gaat, en dat ze pas aan de
beurt zijn als het gaat om de technische
toepassing van dat onderzoek.
"Nou, dat is een stelling die ik best wil
verdedigen. Het gaat er namelijk inder
daad om dat vooral de toepassingen on
derwerp van politieke discussie zouden
worden".
- Maar vindt u dan niet dat politici
ook een maatschappelijke verantwoor
delijkheid hebben als het gaat om de risi
co's van onderzoek?
"Ja natuurlijk. Maar dan kom je meer
op het gebied van bijvoorbeeld de cais-
sonwet, de stoom wet, en eigenlijk praat
je dan over de arbeidsomstandigheden
wet".
- U zegt: de wetenschapper is mans ge
noeg om zelf die risico's te beperken,
daar hebben we geen politici voor nodig.
"Ja. Zeker op het gebied van de micro
biologie en zeker ook op het gebied van
DNA-Recombinant. Een ervaren micro
bioloog is echt niet bang dat-ie pest of
lepra zal veroorzaken. Hij weet hoe hij
met micro-organismen moet omgaan".
- U noemt dan de risico's van infectie
ziekten die veel groter zijn dan die van
DNA-Recombinant onderzoek. Een we
tenschapper zal ongetwijfeld z'n verant
woordelijkheid kennen, maar een parle
mentariër zal toch ook wel graag willen
weten waaruit die risico's bestaan. Mis
schien wil zo iemand wel een raamwet
maken waarbinnen de wetenschap
voortdurend verantwoording aflegt van,
zeg maar, de laboratoriumsituatie.
"Dat kan je vertellen zoveel als je wilt,
maar die boodschap komt toch niet
over. Het is iedere microbidloog bekend
dat wanneer onze hygiënische toestan
den in dit land maar enigszins verslap
pen, er een goeie kans op builenpest is.
Europa is wat dat betreft al een enkele
keer door zo'n ramp getroffen en het risi
co dat zo'n ziekte uitbreekt loop je nog
steeds. Dót wordt dan wél blindelings
aanvaard, terwijl het bij iets nieuws op
eens anders moet".
- U maakt een onderscheid tussen de we
tenschapper die in uw visie verantwoor
delijk moet zijn voor het onderzoek en de
politicus die zich voornamelijk zou moe
ten bezighouden met de technische toe
passing van dat onderzoek. Maar u er
kent ook dat politici een zekere verant
woordelijkheid hebben als het gaat om
de risico's van onderzoek.
"Ja, ik denk wel dat ze een zekere ver
antwoordelijkheid hebben wat betreft
de veiligheid van het onderzoek. Zoals
er ook voorschriften zijn die zeggen dat
de afstand tussen twee laboratoriumta
fels ten minste één meter twintig moet
zijn. In ons land is dat soort dingen tot in
het absurde voorgeschreven in vergelij
king met het buitenland. Op zichzelf niet
ongezond hoor".
- Maar een wettelijke basis vanwege de
risico's van onderzoek, dat gaat u te ver.
"Nou, ik denk dat er geen wettelijke
basis denkbaar is voor de afstand tussen
twee...ha, ha, ha...
...laboratoriumtafels.
"Ha,ha,ha...nee, dat denk ik niet. Maar
serieus, ik denk dat je dan helemaal op
de verkeerde weg bent door het onder
zoek op zo'n manier aan banden te leg
gen. Dat heeft ontzettend weinig zin".
- U suggereerde net dat politici en we
tenschappers elkaar in elk geval kunnen
vinden op het gebied van de biotechnolo
gie in relatie tot de economie.
"Ja. Er is in ons land een stuurgroep
die zich ten doel heeft gesteld de bio
technologie tot ontwikkeling te bren
gen. En dat heeft dus, zoals gezegd
wordt, succes. Maar waar bestaat dat
succes nou uit? Als je goed kijkt, dan zie
je dat het er alleen maar uit bestaat dat
er aan de universiteiten meer mensen
zijn die zich daarmee bezighouden. Maar
het commerciële succes moet nog ko
men. Dat is ook helemaal niet gek, want
iedereen had voorspeld dat dat veel lan
ger zou duren".
"Toch beginnen ambtenaren in Den
Haag nu te zeuren in de zin van: waarom
is er na vyf jaar nog geen industrie die
zich daarmee bezighoudt? Voor mijn ge
voel blijkt daar dan uit, dat er aan weten
schappelijke kant waarschijnlijk toch te
hoge verwachtingen zijn gewekt en dat
er niet is gewezen op de beperkingen die
een technische toepassing vaak heeft.
Aan de andere kant dringt men waar
schijnlijk ook niet door tot de essentie
van de vraag waarom het huidige be
drijfsleven in Nederland er zo weinig be
langstelling voor toont. Want dat is echt
teleurstellend".
"Waarom komt er nou zo'n Ameri
kaans biotechnologisch bedrijf als Mole
cular Genetics naar Leiden? Ik ben on
langs een man van dat bedrijf tegen het
lijf gelopen, nou, dat is heel duidelijk: hij
is hier kennis aan het weghalen van de
universiteit en hij is daarin heel actief. Ik
vraag me wel eens af hoeveel Nederland
se bedrijven dat in de gaten hebben. Er
wordt wel eens gezeurd over kennis aan
de universiteiten die niet benut wordt.
Waarom komen ze dan niet zelf om die
kennis weg te halen?".
- Koudwatervrees?
"Ik geloof, dat die wetenschapper
geen gevoel heeft voor wat commercieel
haalbaar is. En koudwatervrees bij het
bedrijfsleven, nee. De bedrijvèn zitten
met het probleem dat ze in dit sterk ge
leide economische stelsel de zaken niet
voor elkaar kunnen krijgen. Bijna alles
wordt bepaald door de energieprijzen.
Welk proces je ook opzet, de energiekos
ten zijn een essentiële factor. En nie
mand kan voorzien welke kant het daar
mee opgaat, dus dat maakt het ver
schrikkelijk moeilijk om de rentabiliteit
van een nieuw proces überhaupt op te
zetten. En waar is men nu in Europa mee
bezig? Het staat heel aardig in een rap
port van het Amerikaanse congres over
biotechnologie in Europa: Japan is een
serieuze bedreiging voor ons, maar Eu
ropa niet. Want Europa doet niks
nieuws, Europa is alleen maar bezig zijn
processen rendabeler te maken. En aan
nieuwe processen, daar komt men in dit
geleide stelsel niet aan toe. Nou, dat zijn
dingen die naar mijn gevoel in de poli
tiek bediscussieerd behoren te worden".
- Maar er verandert toch wel iets? Poli
tici, premier Lubbers voorop, roepen dat
bedrijven moeten investeren, ze krijgen
daarvoor zelfs enige financiële ruimte.
De loonkosten zijn de afgelopen jaren ge
daald.
"Ja, men heeft de zaak wel een beetje
tot normale proporties teruggebracht.
Maar de fiscale vraag is toch nog steeds
de eerste vraag die aan de orde komt als
het gaat om een nieuw bedrijfsproces.
Suiker is het typische voorbeeld. Neem
dat bedrijf in Noord-Holland, Scholten
Honig. Heeft een schitterend procédé
ontwikkeld om fructose (vruchtesuiker
ww.) te maken, heeft daar vreselijk veel
in geïnvesteerd, heeft zich onvoldoende
gerealiseerd wat de fiscale problemen
met de EG zouden zijn en is toen over de
kop gegaan. Gewoon kapot gegaan aan
het feit dat er onvoldoende aandacht
was besteed aan de fiscale consequen
ties van het nieuwe procédé".
- De politici blijven in uw visie dus in
gebreke, leggen geen of weinig verban
den tussen wetenschap, technologie en
algemeen beleid. Misschien mag je eisen
dat ze dat allemaal wel doen en dat ze
ook op andere gebieden duidelijke gren
zen trekken. Maar het ligt heel eenvou
dig: het wordt al jaren geroepen, maar
ze doen het niet.
"Ik denk dat dat inderdaad komt door
dat ze bepaalde dingen moeten of willen
gebruiken voor hun persoonlijk succes.
Ik denk dat dat er achter zit. Daar zal
toch steeds iets meespelen van: het is
politiek niet haalbaar, of politiek niet in
teressant".
- Politici hebben, zoals u zelf ook zegt,
te maken met een leefgemeenschap en
niet met een doelgemeenschap. Ze moe
ten dus aan meer dan één belang den
ken.
"Ja akkoord, maar nogmaals: politici
zeggen dat die samenwerking tussen
wetenschap en politiek zo verschrikke
lijk belangrijk is, maar dat blijkt niet uit
de inspanningen die ze zich getroosten
in het parlement".
- U hebt tijdens uw toespraak vorige
maand gewezen op het gevaar van de
ziekte Aids. U noemde dat een van de
grootste bedreigingen van deze tijd.
Daar zou de Tweede Kamer dus iets mee
moeten doen. Maar wat doet de weten
schap, afwachten tot de Kamer iets doet?
"Er zijn mensen die zich druk maken
om Aids en daar zit een behoorlijke
groep van TNO bij. Die zijn in Brussel
gaan aankloppen, omdat er hier niet zo
bar veel gehoor werd gegeven. En omdat
je hier te maken hebt met een departe
ment van volksgezondheid dat al z'n
geld heeft vastzitten; daar heeft men
echt geen speelruimte, hooguit negatie
ve speelruimte. Wetenschappers hebben
aan Aids wel degelijk grote aandacht ge
geven, met name die TNO-groep in Rijs
wijk. Niet alleen om het onderzoek op
dat gebied te stimuleren, maar ook om
op de gevaren te wijzen en waar ze mo
gelijk vandaan komen. Maar misschien
zit er wel enige waarheid in dat zoiets
niet altijd even effectief gebeurt, dat kan
best".
- Wetenschap en politiek, dat blijft dus
een beetje pappen en nathouden?
"Ik denk toch ook dat het een kwestie
van opvoeding is. Ik vind bijvoorbeeld
onze eigen public relations erg boeiend
en nuttig, ik zou er ook zeker nooit vanaf
willen. Maar bij ons gaat het om toege
past wetenschappelijk onderzoek, dat
spreekt in het algemeen ook meer aan.
Bij de universiteiten ligt het vaak an
ders, het is ze daar ook nooit goed gelukt
wetenschappers bij te brengen hoe ze
hun zaakjes zo goed mogelijk naar bui
ten kunnen brengen. Ze zijn meestal
bang, daar begint het al mee. En dege
nen die niet bang zijn, vergalopperen
zich snel. Ik denk dat dat ook voor politi
ci geldt. Die durven zich ook vaak niet
echt uit te spreken, weten ook niet goed
met de pers om te gaan".
- U hebt onlangs een extreem en theore
tisch voorbeeld van een wetenschappe
lijk experiment genoemd: apen als
draagmoeder voor menselijke embryo's.
"Er is niets dat zoiets verhindert, maar
ik hoop niet... ha...ha... dat er iemand is
die zoiets probeert".
- U noemde al eerder de mogelijkheidl
dat lesbiennes samen een kind verwek-1
ken. Dat heeft u ook in een uitzending
van Sonja Barend gezegd. Waarom komt\
u met u dat soort voorbeelden?
"Nou kijk, er wordt altijd zo gemakke
lijk gezegd dat er een science push is,
dat de wetenschap maar uitvindingen
doet en dat ze die dan altijd weer blijkt
te slijten aan de samenleving. Toen ik
dat voorbeeld van die lesbiennes noem
de wist ik overigens ook heel zeker dat
er in Nederland heel wat lesbiennes zijn
die graag samen een kind zouden voort
brengen. Dat is ook gebleken na die uit
zending. Ik ben overstroomd met brie
ven van dames die schreven: kan dat
nou echt, wil je ons dan ook helpen".
"Maar goed, de bedoeling van die
voorbeelden was inderdaad om politici
en andere mensen die zich in deze sa
menleving verantwoordelijk voelen, aan
te sporen tot nadenken over de essenties
van dat soort dingen. Ik moet ook zeg
gen dat ik over die lesbiennes zelf nog
niet eens een duidelijk standpunt heb.
Daarom heb ik ook de vraag gesteld van:
een samenleving die dit soort onderzoek
accepteert, aanvaardt die dan niet de ui
terste consequenties daarvan. Want daar
schrikken mensen van terug".
- En zo kom je weer uit bij het onvermo
gen van politici om daarover wezenlijk
te discussiëren en grenzen te trekken.
Dat gebeurt ook bij kankeronderzoek. Er
is geen politicus die zegt: die en die me
thode van onderzoek kost te veel geld, dat
doen we niet. Acties bij het grote publiek
voor de kankerbestrijding krijgen tegen
die achtergrond iets gênants.
"Ja inderdaad, dat vind ik ook. En dat
geldt voor hart- en vaatziekten natuur
lijk ook".
- Maar politici branden zich er niet
aan, die kijken wel uit. Dat is dan toch
eigenlijk wel een sombere constatering.
"Maar dat merk je overal, ook in we
tenschappelijke kring. Ook daar héerst
die koudwatervrees en heeft niemand de
moed om eens te zeggen dat-ie zich heeft
vergist als het anders is. Dat schijnt toch
wel heel moeilijk te zijn".
- Stel, er komt straks via een incident
in Engeland of Amerika een nieuw on
derzoek met zekere risico's aan het licht.
Dan barst er in Nederland weer een dis
cussie over los die volgens uw redenering
net als bij DNA-Recombinant oneven
wichtig zal zijn en overdreven.
"Daar is een aardig voorbeeld van te ge
ven. In Amerika is een vergunning ge
vraagd om bewust een bio-engineered
bacterie in het milieu te brengen. Het
gaat om een bacterie die maakt dat de
planten minder snel bevriezen. Dat geeft
de landbouw met name in de koude pe
riode natuurlijk een voorsprong. Het is
voor mij geen uitgemaakte zaak of je dat
nou wel of niet moet doen. In elk geval
lopen daarover in Amerika een paar pro
cessen; één proces is aangespannen te
gen de centrale landbouworganisatie
daar. Nou, dat is, denk ik, over een half
jaar uitgevochten en dan is er een goeie
kans dat Cebeco, onze landbouwhande
laar, dat over vijf jaar hier nog eens gaat
overdoen".
- Dat lekt dan uit en dan komt er vol
gens uw redenering weer zo'n heilloze
discussie. Dat kunnen wetenschappers
niet ondervangen, nog los van de vraag
of dat wel zou moeten.
"Ik denk dat dat de prijs is die we voor
de democratie moeten betalen. Je moet
er natuurlijk ook niet aan denken dat het
in onze samenleving anders zou gaan. Je
moet dan maar aanvaarden dat er een
hoog prijskaartje aan onze democratie
vastzit".
- Een noodzakelijk offer.
"Ja, ergens is dat een noodzakelijk of
fer".
Pror. Rörsch (51) is sinds 1980 lid van de Raad van
Bestuur van TNO, waar hij onder meer verantwoor-
delijk is voor onderzoek op het gebied van de ge
zondheidszorg, milieu, energie, voeding en voedings
middelen. Vóór hij bij TNO in dienst kwam. was hij
vanaf 1913 gewoon hoogleraar ln de biochemie aan
de Leidse universiteit en vanaf 1966 buitengewoon
hoogleraar in de moleculaire genetica (erfelijkheids
leer). Laatstgenoemd ambt vervult hij nog steeds.
Rörsch heeft diverse functies (bekleed) in de Leidse
gemeenschap, onder meer bij de Drie October-ver-
eniging. Tien jaar geleden leidde hij de organisatie
van het eeuwfeest (400-jarig bestaan) van de Leidse
universiteit