Reconstructie van een voetbalramp Liverpool: een reputatie is voorgoed geknakt Wat hebben we aan die rot Cup? Hij brengt alleen maar rouw en verdrief VRIJDAG 31 MEI 1985 LIVERPOOL (GPD) - De Boeing uit Brussel komt op het Speke- vliegveld van Liverpool langzaam tot stilstand. Een trap wordt ijling aangevoerd, en daar stroomt de kleurige inhoud naar buiten. De voetballers dragen sporttas- jes, en hebben hun vrouwen bij zich. Rose en wit zijn kennelijk in trek bij de voetbalvrouwen, die bo vendien zonder uitzondering op naaldhakken tik-takken. Het zou een vrolijk schouwspel zijn, als de gezichten wat blijer stonden en vooral: als die ene man er niet tus- senliep. Die ene man is Joe Fagan, de coach van Liverpool. Het had in Brussel de mooiste wedstrijd van zijn leven moeten worden. Een af scheid ook, want hij had een paar dagen eerder aangekondigd met pensioen te zullen gaan. Het werd een drama. Huilend loopt hij over het asfalt. Terwijl de spelers door de doua ne gaan, wordt er een persconfe rentie belegd. Derek Hatton, leider van de gemeenteraad van Liver pool, vertelt dat er een fonds is ge sticht voor de nabestaanden van de slachtoffers in Turijn. Hij wil er ook met een delegatie naar toe. Om het weer een beetje goed te maken. John Smith, de voorzitter van FC Liverpool, legt uit dat het allemaal niet de schuld van alleen zijn fans was. Het National Front, een rechts extremistische club, heeft ze opge stookt. De voorzieningen in Brus sel deugden niet. Zijn gezicht staat strak. Hij lijkt ieder moment in een woede-aanval te kunnen uitbar sten. De spelers hebben al helemaal geen zin om te praten. Hun wagen tjes met tassen en koffers voortdu wend, lopen ze naar de uitgang. Al leen de populaire Bruce Grobbe- laar zegt: „Het is een ramp gewor den. Een ramp voor mij, een ramp voor Liverpool en een ramp voor het Britse voetbal". Aanvoerder Phil Neal kan alleen maar uitbrengen: „Ik ben er kapot van. Ik ben er kapot van". Voor de rest zwijgend loopt hij langs de en kele tientallen supporters in de hal die toch nog zijn komen opdagen. „Toch goed gespeeld, hoor Phil", zegt een in een rood Liverpool- shirt gestoken dame van middelba re leeftijd. Ze slaat hem hard op z'n schouder. Later zie ik Neal nog een keer, bij toeval, omdat we naast elkaar voor hetzelfde stoplicht staan. Zijn vrouw kijkt, driftig rokend, uit het zijraam. Hij uit het andere, op z'n nagels bijtend. Het lijkt wel of ze ruzie hebben. Het licht gaat op groen, en daar spuit de rode, fon kelnieuwe sportauto weg. In de bar van het Commercial Hotel, in het hartje van Liverpool, is het rond het middaguur gezellig druk. Het is er vol met supporters, die eerder op de ochtend zijn aan gekomen. Druk pratend, druk ge barend, drinken ze hun grote gla zen bier. Een man vertelt twee aantrekke lijke kantoormeisjes van zijn avon turen. Hij kan het mooi brengen, want je ziet ze griezelen. Zijn shirt hangt vol badges, en de opgerolde Liverpool-vlag heeft hij tegen de bar aangezet. Het merkwaardige is dat, welke supporter je ook spreekt, hier in de bar of eerder op het vliegveld, ze zien er de noodzaak niet kaartje uit zijn achterzak. „Ze ke ken niet eens of je wel een toe gangsbewijs had. Ik kon de mijne houden. Iedereen kon zo doorlo pen. Toen die van Juventus begon nen te pesten, zat alles door elkaar. Dan krijg je zoiets". John Murphy, rode pet, rood shirt, rode broek en een sjaal om zijn middel geknoopt, vertelt met het zangerige accent van de Liver pudlian: „Er was niks aan de hand tot de rellenpolitie verscheen en met die latten begon te slaan. Toen liep het uit de hand". door Henk Dam Enzovoorts, enzovoorts. Nie- mand praat over de doden. Nou te zeggen dat het "aUémaafhün toch, eentje. Graham, een 37-jarige schuld was. Het waren de Italianen automonteur, zegt terwijl hij door die begonnen, het waren de Belgen ziJn vrienden, waarvan menigeen de organisatie zo'n puin hoop maakten. flink aangeschoten aan het raken 's, wat wordt uitgelachen: „Nee, la- De dikbuikige Trevor: „Ik wil ten we eerlijk zijn. Laten we eerlijk niet zeggen dat we brandschoon zÜn> het ging mis toen onze fans op zijn, maar de Belgen hebben min- Juventus gingen loshakken. Daar- stens evenveel schuld. Ze hadden door vielen die slachtoffers", ons en Juventus van elkaar moeten Buiten wijst, afgezien van de op scheiden. Ik ga al meer dan tien halfstok hangende vlaggen, niets jaar met Liverpool mee, maar er°P dat Liverpool een stad maar voor de rest is alles bij het oude. Er zijn zelfs souvenirhandelaars op straat met posters en shirts van .de voetbalclub. Niet dat ze veel verkopen. Een van hen zucht: „Het is niks vandaag. Ik heb zelfs m'n prijzen verlaagd. Hier, vier paar Li- verpool-sokken voor maar één pond. Moet jij ze soms?" Je hebt best kans dat archeolo gen, als ze over een paar duizend jaar het stadion van Liverpool blootleggen, denken dat ze met een soort ritueel grafveld te maken hebben. De grond om het voetbal veld zelf zit namelijk vol met ur- Daarin bevinden zich de stoffelij ke resten van voormalige suppor ters van de club. Het komt nogal eens voor dat fans een mooi bedrag aan hun vereniging nalaten, op voorwaarde dat hun as eeuwig in het stadion mag blijven liggen. De FC Liverpool is voor menige inwoner van de Noordengelse stad alles. Net zoals er Liverpudlians van Liverpool zulke voetbalfana ten zijn? Je begint er iets van te be grijpen als je naar het stadion van FC Liverpool gaat. Dat staat mid denin de woonwijk Anfield, als een groot modern gebouw dat in opval lende mate domineert. Anfield zelf is een verzameling kleine, grauwe huisjes waarvan je er in Liverpool zoveel vindt. Het is niet eens de ergste wijk in zijn soort. Elders staan hele flatgebou wen leeg. Met dichtgetimmerde ra men. Zo staan ze er vaak al jaren bij, omdat er geen geld is om ze te slopen. En daar draait het allemaal om. De FC Liverpool is niet duidelijk van het volk, het is ook een van de weinige Liverpoolse zaken waarop inwoners trots kunnen zijn. Want Liverpool is een verarmde, treuri ge, hopeloos vervallen stad. Oh, er is van alles gedaan om dat beeld wat bij te spijkeren. Zeker na de grimmige rellen in de wijk Tox- teth van 1981 zijn er allerlei projec ten van de grond gekomen die de zoiets heb ik nog nooit meege maakt". Zijn maat Allen haalt met een driftig gebaar een geel toegangs v is, zoals het gemeentebestuur die ochtend heeft afgekondigd. Nee, de grote feestparade voor de voetballers is afgelast, dat is waar, zijn die zich geen leven (of zelfs eens machtige havenstad een hiernamaals) kunnen voorstellen vriendelijker gezicht moesten ge zonder die andere grote club, Ever- ven. ton. De fans van Everton dragen blauw, die van Liverpool rood, zo simpel ligt het verschil. Het gevoel tuinfestival, en de nalatenschap wereld veranderen, wordt nu tot ook in zijn meest vergezochte de tails commercieel uitgebuit. Maar structureel is er niets ver anderd. De haven ligt er verlaten bij, en biedt de mooiste staaltjes post-industrieel verval die er in het wat dat betreft toch al rijke Enge land te zien zijn. De werkloosheid bedraagt 21 procent, aanzienlijk hoger dan elders in het land, en vooral onder jongeren uit de ar- moewijken zijn de cijfers ontstel lend veel hoger. Juist voor hen is het zo belang rijk dat er zoiets als een FC Liver pool of een Everton bestaat, een team van gouden voetballers dat de ene na de andere beker wint. Het is niet voor niets dat Liverpool wel de voetbalhoofdstad van de wereld wordt genoemd. Howard Kendall, manager van Everton, zei het onlangs in The Ti mes: „We hebben in deze stad enorme problemen, en daarom tel len successen, het is het enige lichtpuntje in hun bestaan. Einde lijk eens iets dat ze trots erop maakt in Liverpool te wonen". Dat is nu afgelopen. Liverpool zal vanaf woensdag steeds in één adem worden genoemd met de gruwelijke gebeurtenissen in het stadion van Brussel. Een reputatie is voorgoed geknakt. Dat is het échte verlies voor Liverpool. BRUSSEL (GPD) - Had de ramp in het Heizelstadion, waarbij 38 mensen omkwamen en honderden gewond raakten, voorkomen kunnen worden als de Belgische politie anders was opgetreden? Die vraag is gisteren in alle toonaarden gesteld. Romeo Ste/ano uit Milaan zoekt op de plaats waar een vriend van hem stierf of hij nog bezittingen kan vinden van de overledene. Het beeld van Heizei een dag na de ramp. (toto anp) Van diverse kanten wijzen de be schuldigende vingers naar de poli tie en de rijkswacht. De Britse sportminister McFarlane zei rond uit dat met een beter politie-optre- den de ramp niet had hoeven te ge beuren. De Belgische regering heeft een diepgaand onderzoek gelast naar wat zich tussen 19.22 en 19.32 uur in het Heizelstadion heeft voorge daan. Want de hele ramp heeft zich inderdaad in minder dan een kwar tier voltrokken. De Belgische politie leek op alles voorbereid en was ook met zeer veel manschappen aanwezig. To taal waren rond het Heizelstadion 600 politieagenten en 400 rijks wachters (een soort marechaus sees, die in België de oproerpolitie vormen) aanwezig. Maar die stonden, dat kan uit de reconstructie worden afgeleid, niet op de plaatsen waar dat nodig was. Minister van binnenlandse zaken Nothomb geeft ook toe dat de poli tie een beetje verrast was. Niet door het supportersgeweld, maar door het tijdstip waarop dat tot een uitbarsting leidde: een uur voor de wedstrijd moest beginnen. „Dat was een nieuw element. Wij hadden gerekend op problemen tijdens en na de wedstrijd, door de emotie van het spel". Toen om 19.22 de rampzalige vechtpartij uitbrak waren in het Heizelstadion slechts 220 politie mensen aanwezig: 100 gewone agenten en 120 rijkswachters. De rest van de 1000 man stond buiten, fouilleerde zo goed en zo kwaad als het kon supporters en hield een oogje in het zeil. Die fouillering deugde echter van geen kant. Met kratten tegelijk werd achter de rug van de agenten om het bier binnengebracht. Bo vendien hadden vooral de Italia nen veel vuurwerk bij zich. Op tal van plaatsen werd niet eens naar kaartjes gevraagd en tientallen Britse supporters slaagden er vrij wel moeiteloos in om zonder kaar tje binnen te komen door over de hekken te klimmen. Sommigen hadden daarvoor zelfs matrassen bij zich. Hadden ze die uit Enge land meegenomen? In het stadion kwamen zij te recht in een vak waarin zich enkele door Hans de Bruijn honderden Juventus-supporters bevonden die op de zwarte markt kaartjes hadden gekocht voor een ander vak dan de voor de 'tifosi' ge reserveerde delen van het stadion. Wat de directe aanleiding voor de ramp is geweest is nog onduide lijk. Feit is dat Engelsen en Italia nen slaags raakten, dat de eersten de kippegaas-afscheiding tussen hen en de Italianen in vak Z omver trokken en het vak binnenstorm den. De Italianen sloegen voor het Britse geweld op de vlucht, maar juist die vlucht werd hen rampza lig. Op dat moment bevonden zich voor vak Z slechts 40 rijkswach ters. Op de tribune, tussen de ruim ten waarin zich de Liverpool- en Juventus-aanhangers bevonden, zouden slechts vier tot acht agen ten hebben gestaan, die niets kon den uitrichten tegen enkele hon derden dronken waanzinnigen. Onmiddellijk werd van buiten het stadion versterking aange voerd, maar die had een drama tisch effect op de gebeurtenissen. Deze agenten probeerden zelfs met de wapenstok de supporters van het veld te houden. De Italianen die op de vlucht waren geslagen, zaten zo ineens tussen twee vuren. De politiemensen hadden ook niet direct in de gaten welke ramp zich voltrok. Door de enorme klu wen mensen was niet meteen te zien dat hier enkele tientallen men sen lagen te sterven. Pas toen er op de tribune enige ruimte kwam werd duidelijk hoe ernstig de si tuatie was. De angstige mensenmassa was vastgelopen tegen de scheidings muur van de tribune en de hekwer ken. Terwijl de hekken het snel be gaven werden mensen tegen de muur platgedrukt. Anderen wer den simpelweg onder de voet gelo pen. Onder het massale geweld stortte uiteindelijk de muur in, tientallen mensen bedelvend. Te laat Anderen sprongen in uiterste nood van de rand van de staantri- bune op de vijftien meter lager ge legen grond buiten het stadion. Daarbij kwamen diverse mensen om, en raakten anderen zwaar ge wond. De grote politiemacht die op dat moment het stadion binnen trok kwam gewoon te laat. Voorzien was dat pas tien minu ten voor de wedstrijd de rijkswach ters die buiten het stadion hadden gestaan binnen positie zouden kie zen. Omdat men volstrekt onvoor bereid was op een ramp van deze omvang duurde het zo lang alvo rens men een einde kon maken aan de vechtpartijen tussen Britten en Italianen. De grote misrekening van de po litie is geweest dat men geen reke ning had gehouden met geweld vóór de wedstrijd. Wellicht is men daarbij wat in slaap gesust door het feit dat de supporters, ook de En gelse, zich overdag redelijk rustig hadden gedragen. Weliswaar waren er in de Brus selse binnenstad problemen ge weest met dronken Liverpool-aan- hangers, maar die waren beperkt gebleven tot wat gebroken ruiten, een leeggehaalde etalage van een ju weiiers winkel en erg veel rom mel op straat. De Belgische regering ontkent dat er onvoldoende politiemensen zouden zijn geweest. „Het waren er veel meer dan bij enige andere wedstrijd die hier ooit is gespeeld. Bij Nottingham Forest tegen An- derlecht waren het er 260, bij Tot tenham Hotspurs tegen Ander- lecht 560", aldus Nothomb. Nu waren er 1000 politiemensen TURIJN (GPD) - Een stad zonder feest is niets bijzonders, maar nog nooit is in een stad zo nadrukkelijk en voelbaar geen feest gevierd als in Turijn op de dag na het behalen van de Europacup. Nergens is ook maar één enkele vlag te zien, behal ve bij twee overheidsgebouwen, waar de Italiaanse driekleur half stok hing. Daar waar woendag- avond nog duizenden mensen meededen aan krankzinnige feestelijkheden na afloop van de bloedige wedstrijd in het Brusselse Heizelstadion, heerst nu een ang stige stilte. door Hein ten Kortenaar „Wat hebben we aan die rot cup?", hoor je in Piazza Castello een opgewonden Juventus-fan vra gen. „Moeten we op die beker soms laten zetten: dit heeft ons vijftig doden gekost?". Iedereen is het met hem eens, zoals de mees ten ook verontwaardigd zijn dat de wedstrijd is doorgegaan, alsof er niets gebeurd was. Een enkeling kan er begrip voor opbrengen dat er anders misschien nog ergere dingen waren gebeurd. En dat alles voorzien, en tegen het einde van de avond waren er uiteindelijk 2300 op de been. „Dat leek ons adequaat gezien de ervaringen die wij had den", zei Nothomb gisteren. Maar die ervaringen waren voetbalrel len breken immers altijd tijdens of na een wedstrijd uit volstrekt on toereikend. Daarbij bleek ook dat de 'orde diensten' veelal langs elkaar heen werkten. „Besliste de politie het ene, dan werd door de rijkswacht een andere beslissing genomen", schreef het dagblad De Standaard gisteren al. Dat kwam ook omdat de commandopost van de rijks wacht bij rellen eerstverant woordelijk - nog niet bij het Hei zelstadion stond. De mobiele rijkswachtpost be vond zich nog in de binnenstad, waar eerder op de dag wat ongere geldheden waren geweest. Terwijl de geneeskundige diensten en de brandweer al om vier uur 'voor de zekerheid' hun rampenplan in wer- op de Piazza Castello, die in nor male omstandigheden ook de dag na de overwinning nog het middel punt van de feestvreugde zou zijn geweest. Bij eerder Europacup-successen werden de Juventusspelers bijna overspoeld door het wilde enthou siasme waarmee de dodelijk ver moeide voetballers uit de bussen rolden. Gisteren niets van dit alles: hun gekke petjes en pakken dragen de supporters nog, maar die maken hen eerder zielig dan vrolijk, hun vlaggen en spandoeken dragen ze in verfrommelde proppen onder hun arm en zwijgend, met verwil derde ogen rondkijkend stappen ze uit, pakken hun bagage, omhel zen hun wachtende familieleden en vertrekken. Een paar gewonden moeten uit de bus worden gedra gen naar de klaarstaande auto's. Het is vooral deze drukkende stil te, onder de wachtenden en onder de aankomenden, die het gevoel geeft van de tragedie die al deze mensen hebben doorgemaakt, en die door geen Europa Cup kan worden goedgemaakt, laat staan uitgewist. Familieleden vertellen hoe ze de hele nacht hebben gewaakt, aan één stuk door hebben geprobeerd te bellen naar het ministerie van buitenlandse zaken in Rome en het king hadden gesteld, gebeurde dat bij de politie pas toen de ramp al voorbij was. Door het rampenplan van de ge neeskundige diensten was er in elk geval voldoende medisch perso neel in het stadion aanwezig. Het aantal gewonden was echter zo groot dat veel van hen met taxi's naar zes Brusselse ziekenhuizen gebracht moesten worden. Wat ook heeft verbaasd is dat ge durende het hele gebeuren in het stadion slechts tien mensen zijn gearresteerd. De rijkswachters vormden een passieve ring in het stadion en moesten toestaan dat zij door vooral de Italiaanse suppor ters werden bekogeld met alles wat los en vast zat. Volgens de politie is op de film beelden duidelijk te zien dat som migen van hen messen en stiletto's bij zich hadden. Er zou in het sta dion echter niemand daardoor zijn gewond. Geruchten dat twee van de dodelijke slachtoffers door ko- Rode Kruis in Brussel, of, als ze eindelijk gehoor kregen, toch niets naders te horen kregen van hun verwanten in Brussel, zodat die eindelijk, soms pas in de loop van de morgen, zelf opbelden om te vertellen dat ze onderweg waren. Een paar van de terugkerenden blijven nog wachten op vrienden in volgende bussen en ze worden snel omringd en ondervraagd. Ze zijn allemaal hees, zoals ze nog nooit waren geweest van het aan moedigen van hun helden: ze heb ben het deze keer uitgekrijst van angst en hebben haast geen stem meer om er over te vertellen. „Ze stonden maar te kijken, ze stonden maar te kijken: moord elkaar maar uit, moord elkaar maar uit", her haalt er een onafgebroken (hij heeft het over de Belgische politie). „Ik stond aan de overkant, en toen ik zag wat er gebeurde, wilde ik er naar toe", vertelt Antonio Rea (19), „maar op ons sloegen ze wel los, die schoften aan de andere kant de den ze niets". „Werd er buiten dan niet gecon troleerd wat je mee naar binnen nam?", vraagt er iemand. „Wel nee", zegt Domenico Zacchi (17), „die jongens hadden allemaal mes sen aan hun riem, daar liepen ze mee te koop: kijk, we hebben mes sen, we krijgen jullie nog wel". „Eerst hebben ze met ons gege- gels zouden zijn getroffen, werden door Nothomb tegengesproken. Wel zijn enkele kogelhulzen gevon den. Dat niet meer arrestaties zijn ver richt kwam volgens de minister omdat de veiligheid van de toe schouwers en de spelers in het sta dion de eerste prioriteit van de po litie had. Nothomb gaf donderdag overi gens toe „dat we het anders gedaan zouden hebben als we dit van tevo ren geweten hadden. Meer politie in en minder buiten het stadion". Maar hij wees er ook op dat de poli tie overal tegelijk moest zijn: in Oostende, op het vliegveld Zaven- tem, in de Brusselse binnenstad en ook in en om het stadion. De Brusselse politie was overi gens vantevoren door haar colle ga's uit Rotterdam uitgebreid op de hoogte gebracht van de maatre gelen in Rotterdam bij de EC-fina- le voor bekerwinnaars. Een woord voerder van de Rotterdamse poli ten, en toen zijn ze ons met hun messen te lijf gegaan", zegt een an der, alsof hij het nog niet kan gelo ven. Hij draagt, valt me plotseling op, een Liverpool-petje en geen mens die daarover valt. Het be hoort tot de folklore van interland wedstrijden en hij moet het heb ben gekregen in een ogenblik van vrede en schijnbare vriendschap, voordat de razernij losbarstte. „Al die dode mensen, al die dode mensen", snikt Domenico ineens, en kijkt om zich heen of hij ze nog voor zich ziet (dat doet hij ook, en dat zal hij nog heel lang doen). „Hoe hebben ze het hier in hun hoofd gehaald om daarna nog feest te vieren?", vraagt hij zich af, en alle anderen vallen hem bij. En dan opnieuw de vraag die de hele dag al wordt gesteld: Waarom? Waar om? „We wilden toch net als zij al leen maar plezier hebben van een voetbalwedstrijd, waarom moes ten ze ons dan aanvallen?" Over de Engelsen valt geen goed woord te beluisteren: „Schoften" en „misdadigers" waren de meest gehoorde kreten. Iemand herhaal de Mussolini's leuze uit de Tweede Wereldoorlog: „God vervloeke de Engelsen". Gianni Agnelli zegt het genuan ceerder: „Engeland, waaraan we zoveel danken op het gebied van de beschaving en van de sport tie wilde gisteren niet ingaan op de vraag of hij iets van die Rotterdam se inzichten heeft teruggezien in het optreden van de Belgen in het Brusselse Heizelstadion. „Dat la ten wij over aan de beoordeling van de Belgen". Toen de Brusselse politie in Rot terdam poolshoogte kwam nemen, hebben zij het draaiboek gekregen waarmee geweld bij de finale tus sen Everton (uit Liverpool) en Ra pid Wien werd voorkomen. Enkele belangrijke voorzorgsmaatregelen van de Rotterdammers waren: - duidelijke aanwezigheid van de politie voor, tijdens en na de wed strijd - inbeslagname van allerhande slag- en steekwapens voor de wed strijd - weigeren van de toegang tot het stadion van dronken supporters. De Rotterdamse politie zette twaalfhonderd agenten in en er de den zich tijdens die wedstrijd nau welijks ongeregeldheden voor. wordt geteisterd door een misdadi- gersras en zolang daar geen paal en perk aan gesteld wordt, moet het de Engelsen verboden worden deel te nemen aan wedstrijden in het buitenland". De „advocaat", zoals Agnelli algemeen bekend staat, heeft overigens iets van zijn glans verloren, sinds bekend werd, dat hij op de vastgestelde tijd van de wedstrijd samen met Henry Kis singer bij het stadion aankwam, maar toen hem verteld werd wat er zich binnen afspeelde, haastig rechtsomkeert maakte en naar de stad terugreed. Grote bewondering is er daaren tegen voor de spelers van Juven tus, die met gevaar voor eigen le ven het veld op zijn gegaan om de gemoederen te kalmeren en nog er gere dingen te voorkomen. Maar ook zij kwamen „teleurgesteld en triest" terug uit Brussel, met de strakke gezichten op de vliegtuig trap, achter trainer Trapattoni, die de cup voor zich uitdroeg. Zo is er niets overgebleven van de droom die Juventus, en Turijn, en eigen lijk heel Italië (want Juventus wordt meer dan enige andere club als een trots van het land be schouwd) nu al jaren heeft nage jaagd: „Jaren hebben we op deze beker gewacht, en nu we hem ein delijk hebben, brengt hij ons alleen maar rouw en verdriet".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 17