Reconstructie
van een
voetbalramp
Liverpool: een reputatie is voorgoed geknakt
Wat hebben we aan die rot Cup?
Hij brengt alleen maar rouw en verdrief
VRIJDAG 31 MEI 1985
LIVERPOOL (GPD) - De Boeing
uit Brussel komt op het Speke-
vliegveld van Liverpool langzaam
tot stilstand. Een trap wordt ijling
aangevoerd, en daar stroomt de
kleurige inhoud naar buiten.
De voetballers dragen sporttas-
jes, en hebben hun vrouwen bij
zich. Rose en wit zijn kennelijk in
trek bij de voetbalvrouwen, die bo
vendien zonder uitzondering op
naaldhakken tik-takken. Het zou
een vrolijk schouwspel zijn, als de
gezichten wat blijer stonden en
vooral: als die ene man er niet tus-
senliep.
Die ene man is Joe Fagan, de
coach van Liverpool. Het had in
Brussel de mooiste wedstrijd van
zijn leven moeten worden. Een af
scheid ook, want hij had een paar
dagen eerder aangekondigd met
pensioen te zullen gaan. Het werd
een drama. Huilend loopt hij over
het asfalt.
Terwijl de spelers door de doua
ne gaan, wordt er een persconfe
rentie belegd. Derek Hatton, leider
van de gemeenteraad van Liver
pool, vertelt dat er een fonds is ge
sticht voor de nabestaanden van de
slachtoffers in Turijn. Hij wil er
ook met een delegatie naar toe. Om
het weer een beetje goed te maken.
John Smith, de voorzitter van FC
Liverpool, legt uit dat het allemaal
niet de schuld van alleen zijn fans
was. Het National Front, een rechts
extremistische club, heeft ze opge
stookt. De voorzieningen in Brus
sel deugden niet. Zijn gezicht staat
strak. Hij lijkt ieder moment in een
woede-aanval te kunnen uitbar
sten.
De spelers hebben al helemaal
geen zin om te praten. Hun wagen
tjes met tassen en koffers voortdu
wend, lopen ze naar de uitgang. Al
leen de populaire Bruce Grobbe-
laar zegt: „Het is een ramp gewor
den. Een ramp voor mij, een ramp
voor Liverpool en een ramp voor
het Britse voetbal".
Aanvoerder Phil Neal kan alleen
maar uitbrengen: „Ik ben er kapot
van. Ik ben er kapot van". Voor de
rest zwijgend loopt hij langs de en
kele tientallen supporters in de hal
die toch nog zijn komen opdagen.
„Toch goed gespeeld, hoor Phil",
zegt een in een rood Liverpool-
shirt gestoken dame van middelba
re leeftijd. Ze slaat hem hard op z'n
schouder.
Later zie ik Neal nog een keer, bij
toeval, omdat we naast elkaar voor
hetzelfde stoplicht staan. Zijn
vrouw kijkt, driftig rokend, uit het
zijraam. Hij uit het andere, op z'n
nagels bijtend. Het lijkt wel of ze
ruzie hebben. Het licht gaat op
groen, en daar spuit de rode, fon
kelnieuwe sportauto weg.
In de bar van het Commercial
Hotel, in het hartje van Liverpool,
is het rond het middaguur gezellig
druk. Het is er vol met supporters,
die eerder op de ochtend zijn aan
gekomen. Druk pratend, druk ge
barend, drinken ze hun grote gla
zen bier.
Een man vertelt twee aantrekke
lijke kantoormeisjes van zijn avon
turen. Hij kan het mooi brengen,
want je ziet ze griezelen. Zijn shirt
hangt vol badges, en de opgerolde
Liverpool-vlag heeft hij tegen de
bar aangezet.
Het merkwaardige is dat, welke
supporter je ook spreekt, hier in de
bar of eerder op het vliegveld, ze
zien er de noodzaak niet
kaartje uit zijn achterzak. „Ze ke
ken niet eens of je wel een toe
gangsbewijs had. Ik kon de mijne
houden. Iedereen kon zo doorlo
pen. Toen die van Juventus begon
nen te pesten, zat alles door elkaar.
Dan krijg je zoiets".
John Murphy, rode pet, rood
shirt, rode broek en een sjaal om
zijn middel geknoopt, vertelt met
het zangerige accent van de Liver
pudlian: „Er was niks aan de
hand tot de rellenpolitie verscheen
en met die latten begon te slaan.
Toen liep het uit de hand".
door Henk Dam
Enzovoorts, enzovoorts. Nie-
mand praat over de doden. Nou
te zeggen dat het "aUémaafhün toch, eentje. Graham, een 37-jarige
schuld was. Het waren de Italianen automonteur, zegt terwijl hij door
die begonnen, het waren de Belgen ziJn vrienden, waarvan menigeen
de organisatie zo'n puin
hoop maakten.
flink aangeschoten aan het raken
's, wat wordt uitgelachen: „Nee, la-
De dikbuikige Trevor: „Ik wil ten we eerlijk zijn. Laten we eerlijk
niet zeggen dat we brandschoon zÜn> het ging mis toen onze fans op
zijn, maar de Belgen hebben min- Juventus gingen loshakken. Daar-
stens evenveel schuld. Ze hadden door vielen die slachtoffers",
ons en Juventus van elkaar moeten Buiten wijst, afgezien van de op
scheiden. Ik ga al meer dan tien halfstok hangende vlaggen, niets
jaar met Liverpool mee, maar er°P dat Liverpool een stad
maar voor de rest is alles bij het
oude.
Er zijn zelfs souvenirhandelaars
op straat met posters en shirts van
.de voetbalclub. Niet dat ze veel
verkopen. Een van hen zucht: „Het
is niks vandaag. Ik heb zelfs m'n
prijzen verlaagd. Hier, vier paar Li-
verpool-sokken voor maar één
pond. Moet jij ze soms?"
Je hebt best kans dat archeolo
gen, als ze over een paar duizend
jaar het stadion van Liverpool
blootleggen, denken dat ze met een
soort ritueel grafveld te maken
hebben. De grond om het voetbal
veld zelf zit namelijk vol met ur-
Daarin bevinden zich de stoffelij
ke resten van voormalige suppor
ters van de club. Het komt nogal
eens voor dat fans een mooi bedrag
aan hun vereniging nalaten, op
voorwaarde dat hun as eeuwig in
het stadion mag blijven liggen.
De FC Liverpool is voor menige
inwoner van de Noordengelse stad
alles. Net zoals er Liverpudlians
van Liverpool zulke voetbalfana
ten zijn? Je begint er iets van te be
grijpen als je naar het stadion van
FC Liverpool gaat. Dat staat mid
denin de woonwijk Anfield, als een
groot modern gebouw dat in opval
lende mate domineert.
Anfield zelf is een verzameling
kleine, grauwe huisjes waarvan je
er in Liverpool zoveel vindt. Het is
niet eens de ergste wijk in zijn
soort. Elders staan hele flatgebou
wen leeg. Met dichtgetimmerde ra
men. Zo staan ze er vaak al jaren
bij, omdat er geen geld is om ze te
slopen.
En daar draait het allemaal om.
De FC Liverpool is niet duidelijk
van het volk, het is ook een van de
weinige Liverpoolse zaken waarop
inwoners trots kunnen zijn. Want
Liverpool is een verarmde, treuri
ge, hopeloos vervallen stad.
Oh, er is van alles gedaan om dat
beeld wat bij te spijkeren. Zeker na
de grimmige rellen in de wijk Tox-
teth van 1981 zijn er allerlei projec
ten van de grond gekomen die de
zoiets heb ik nog nooit meege
maakt".
Zijn maat Allen haalt met een
driftig gebaar een geel toegangs
v is, zoals het gemeentebestuur
die ochtend heeft afgekondigd.
Nee, de grote feestparade voor de
voetballers is afgelast, dat is waar,
zijn die zich geen leven (of zelfs eens machtige havenstad een
hiernamaals) kunnen voorstellen vriendelijker gezicht moesten ge
zonder die andere grote club, Ever- ven.
ton. De fans van Everton dragen
blauw, die van Liverpool rood, zo
simpel ligt het verschil. Het gevoel tuinfestival, en de nalatenschap
wereld veranderen, wordt nu tot
ook in zijn meest vergezochte de
tails commercieel uitgebuit.
Maar structureel is er niets ver
anderd. De haven ligt er verlaten
bij, en biedt de mooiste staaltjes
post-industrieel verval die er in het
wat dat betreft toch al rijke Enge
land te zien zijn. De werkloosheid
bedraagt 21 procent, aanzienlijk
hoger dan elders in het land, en
vooral onder jongeren uit de ar-
moewijken zijn de cijfers ontstel
lend veel hoger.
Juist voor hen is het zo belang
rijk dat er zoiets als een FC Liver
pool of een Everton bestaat, een
team van gouden voetballers dat
de ene na de andere beker wint.
Het is niet voor niets dat Liverpool
wel de voetbalhoofdstad van de
wereld wordt genoemd.
Howard Kendall, manager van
Everton, zei het onlangs in The Ti
mes: „We hebben in deze stad
enorme problemen, en daarom tel
len successen, het is het enige
lichtpuntje in hun bestaan. Einde
lijk eens iets dat ze trots erop
maakt in Liverpool te wonen".
Dat is nu afgelopen. Liverpool
zal vanaf woensdag steeds in één
adem worden genoemd met de
gruwelijke gebeurtenissen in het
stadion van Brussel. Een reputatie
is voorgoed geknakt. Dat is het
échte verlies voor Liverpool.
BRUSSEL (GPD) - Had de ramp in het Heizelstadion, waarbij 38 mensen omkwamen en
honderden gewond raakten, voorkomen kunnen worden als de Belgische politie anders
was opgetreden? Die vraag is gisteren in alle toonaarden gesteld.
Romeo Ste/ano uit Milaan zoekt op de plaats waar een vriend van hem stierf of hij nog bezittingen kan vinden van de overledene. Het beeld van
Heizei een dag na de ramp. (toto anp)
Van diverse kanten wijzen de be
schuldigende vingers naar de poli
tie en de rijkswacht. De Britse
sportminister McFarlane zei rond
uit dat met een beter politie-optre-
den de ramp niet had hoeven te ge
beuren.
De Belgische regering heeft een
diepgaand onderzoek gelast naar
wat zich tussen 19.22 en 19.32 uur
in het Heizelstadion heeft voorge
daan. Want de hele ramp heeft zich
inderdaad in minder dan een kwar
tier voltrokken.
De Belgische politie leek op alles
voorbereid en was ook met zeer
veel manschappen aanwezig. To
taal waren rond het Heizelstadion
600 politieagenten en 400 rijks
wachters (een soort marechaus
sees, die in België de oproerpolitie
vormen) aanwezig.
Maar die stonden, dat kan uit de
reconstructie worden afgeleid, niet
op de plaatsen waar dat nodig was.
Minister van binnenlandse zaken
Nothomb geeft ook toe dat de poli
tie een beetje verrast was.
Niet door het supportersgeweld,
maar door het tijdstip waarop dat
tot een uitbarsting leidde: een uur
voor de wedstrijd moest beginnen.
„Dat was een nieuw element. Wij
hadden gerekend op problemen
tijdens en na de wedstrijd, door de
emotie van het spel".
Toen om 19.22 de rampzalige
vechtpartij uitbrak waren in het
Heizelstadion slechts 220 politie
mensen aanwezig: 100 gewone
agenten en 120 rijkswachters. De
rest van de 1000 man stond buiten,
fouilleerde zo goed en zo kwaad als
het kon supporters en hield een
oogje in het zeil.
Die fouillering deugde echter
van geen kant. Met kratten tegelijk
werd achter de rug van de agenten
om het bier binnengebracht. Bo
vendien hadden vooral de Italia
nen veel vuurwerk bij zich. Op tal
van plaatsen werd niet eens naar
kaartjes gevraagd en tientallen
Britse supporters slaagden er vrij
wel moeiteloos in om zonder kaar
tje binnen te komen door over de
hekken te klimmen. Sommigen
hadden daarvoor zelfs matrassen
bij zich. Hadden ze die uit Enge
land meegenomen?
In het stadion kwamen zij te
recht in een vak waarin zich enkele
door
Hans de Bruijn
honderden Juventus-supporters
bevonden die op de zwarte markt
kaartjes hadden gekocht voor een
ander vak dan de voor de 'tifosi' ge
reserveerde delen van het stadion.
Wat de directe aanleiding voor
de ramp is geweest is nog onduide
lijk. Feit is dat Engelsen en Italia
nen slaags raakten, dat de eersten
de kippegaas-afscheiding tussen
hen en de Italianen in vak Z omver
trokken en het vak binnenstorm
den.
De Italianen sloegen voor het
Britse geweld op de vlucht, maar
juist die vlucht werd hen rampza
lig. Op dat moment bevonden zich
voor vak Z slechts 40 rijkswach
ters. Op de tribune, tussen de ruim
ten waarin zich de Liverpool- en
Juventus-aanhangers bevonden,
zouden slechts vier tot acht agen
ten hebben gestaan, die niets kon
den uitrichten tegen enkele hon
derden dronken waanzinnigen.
Onmiddellijk werd van buiten
het stadion versterking aange
voerd, maar die had een drama
tisch effect op de gebeurtenissen.
Deze agenten probeerden zelfs met
de wapenstok de supporters van
het veld te houden. De Italianen
die op de vlucht waren geslagen,
zaten zo ineens tussen twee vuren.
De politiemensen hadden ook
niet direct in de gaten welke ramp
zich voltrok. Door de enorme klu
wen mensen was niet meteen te
zien dat hier enkele tientallen men
sen lagen te sterven. Pas toen er op
de tribune enige ruimte kwam
werd duidelijk hoe ernstig de si
tuatie was.
De angstige mensenmassa was
vastgelopen tegen de scheidings
muur van de tribune en de hekwer
ken. Terwijl de hekken het snel be
gaven werden mensen tegen de
muur platgedrukt. Anderen wer
den simpelweg onder de voet gelo
pen. Onder het massale geweld
stortte uiteindelijk de muur in,
tientallen mensen bedelvend.
Te laat
Anderen sprongen in uiterste
nood van de rand van de staantri-
bune op de vijftien meter lager ge
legen grond buiten het stadion.
Daarbij kwamen diverse mensen
om, en raakten anderen zwaar ge
wond. De grote politiemacht die op
dat moment het stadion binnen
trok kwam gewoon te laat.
Voorzien was dat pas tien minu
ten voor de wedstrijd de rijkswach
ters die buiten het stadion hadden
gestaan binnen positie zouden kie
zen. Omdat men volstrekt onvoor
bereid was op een ramp van deze
omvang duurde het zo lang alvo
rens men een einde kon maken aan
de vechtpartijen tussen Britten en
Italianen.
De grote misrekening van de po
litie is geweest dat men geen reke
ning had gehouden met geweld
vóór de wedstrijd. Wellicht is men
daarbij wat in slaap gesust door het
feit dat de supporters, ook de En
gelse, zich overdag redelijk rustig
hadden gedragen.
Weliswaar waren er in de Brus
selse binnenstad problemen ge
weest met dronken Liverpool-aan-
hangers, maar die waren beperkt
gebleven tot wat gebroken ruiten,
een leeggehaalde etalage van een
ju weiiers winkel en erg veel rom
mel op straat.
De Belgische regering ontkent
dat er onvoldoende politiemensen
zouden zijn geweest. „Het waren er
veel meer dan bij enige andere
wedstrijd die hier ooit is gespeeld.
Bij Nottingham Forest tegen An-
derlecht waren het er 260, bij Tot
tenham Hotspurs tegen Ander-
lecht 560", aldus Nothomb.
Nu waren er 1000 politiemensen
TURIJN (GPD) - Een stad zonder
feest is niets bijzonders, maar nog
nooit is in een stad zo nadrukkelijk
en voelbaar geen feest gevierd als
in Turijn op de dag na het behalen
van de Europacup. Nergens is ook
maar één enkele vlag te zien, behal
ve bij twee overheidsgebouwen,
waar de Italiaanse driekleur half
stok hing. Daar waar woendag-
avond nog duizenden mensen
meededen aan krankzinnige
feestelijkheden na afloop van de
bloedige wedstrijd in het Brusselse
Heizelstadion, heerst nu een ang
stige stilte.
door
Hein ten Kortenaar
„Wat hebben we aan die rot
cup?", hoor je in Piazza Castello
een opgewonden Juventus-fan vra
gen. „Moeten we op die beker
soms laten zetten: dit heeft ons
vijftig doden gekost?". Iedereen is
het met hem eens, zoals de mees
ten ook verontwaardigd zijn dat de
wedstrijd is doorgegaan, alsof er
niets gebeurd was. Een enkeling
kan er begrip voor opbrengen dat
er anders misschien nog ergere
dingen waren gebeurd. En dat alles
voorzien, en tegen het einde van de
avond waren er uiteindelijk 2300
op de been. „Dat leek ons adequaat
gezien de ervaringen die wij had
den", zei Nothomb gisteren. Maar
die ervaringen waren voetbalrel
len breken immers altijd tijdens of
na een wedstrijd uit volstrekt on
toereikend.
Daarbij bleek ook dat de 'orde
diensten' veelal langs elkaar heen
werkten. „Besliste de politie het
ene, dan werd door de rijkswacht
een andere beslissing genomen",
schreef het dagblad De Standaard
gisteren al. Dat kwam ook omdat
de commandopost van de rijks
wacht bij rellen eerstverant
woordelijk - nog niet bij het Hei
zelstadion stond.
De mobiele rijkswachtpost be
vond zich nog in de binnenstad,
waar eerder op de dag wat ongere
geldheden waren geweest. Terwijl
de geneeskundige diensten en de
brandweer al om vier uur 'voor de
zekerheid' hun rampenplan in wer-
op de Piazza Castello, die in nor
male omstandigheden ook de dag
na de overwinning nog het middel
punt van de feestvreugde zou zijn
geweest.
Bij eerder Europacup-successen
werden de Juventusspelers bijna
overspoeld door het wilde enthou
siasme waarmee de dodelijk ver
moeide voetballers uit de bussen
rolden.
Gisteren niets van dit alles: hun
gekke petjes en pakken dragen de
supporters nog, maar die maken
hen eerder zielig dan vrolijk, hun
vlaggen en spandoeken dragen ze
in verfrommelde proppen onder
hun arm en zwijgend, met verwil
derde ogen rondkijkend stappen
ze uit, pakken hun bagage, omhel
zen hun wachtende familieleden
en vertrekken. Een paar gewonden
moeten uit de bus worden gedra
gen naar de klaarstaande auto's.
Het is vooral deze drukkende stil
te, onder de wachtenden en onder
de aankomenden, die het gevoel
geeft van de tragedie die al deze
mensen hebben doorgemaakt, en
die door geen Europa Cup kan
worden goedgemaakt, laat staan
uitgewist.
Familieleden vertellen hoe ze de
hele nacht hebben gewaakt, aan
één stuk door hebben geprobeerd
te bellen naar het ministerie van
buitenlandse zaken in Rome en het
king hadden gesteld, gebeurde dat
bij de politie pas toen de ramp al
voorbij was.
Door het rampenplan van de ge
neeskundige diensten was er in elk
geval voldoende medisch perso
neel in het stadion aanwezig. Het
aantal gewonden was echter zo
groot dat veel van hen met taxi's
naar zes Brusselse ziekenhuizen
gebracht moesten worden.
Wat ook heeft verbaasd is dat ge
durende het hele gebeuren in het
stadion slechts tien mensen zijn
gearresteerd. De rijkswachters
vormden een passieve ring in het
stadion en moesten toestaan dat zij
door vooral de Italiaanse suppor
ters werden bekogeld met alles wat
los en vast zat.
Volgens de politie is op de film
beelden duidelijk te zien dat som
migen van hen messen en stiletto's
bij zich hadden. Er zou in het sta
dion echter niemand daardoor zijn
gewond. Geruchten dat twee van
de dodelijke slachtoffers door ko-
Rode Kruis in Brussel, of, als ze
eindelijk gehoor kregen, toch niets
naders te horen kregen van hun
verwanten in Brussel, zodat die
eindelijk, soms pas in de loop van
de morgen, zelf opbelden om te
vertellen dat ze onderweg waren.
Een paar van de terugkerenden
blijven nog wachten op vrienden
in volgende bussen en ze worden
snel omringd en ondervraagd. Ze
zijn allemaal hees, zoals ze nog
nooit waren geweest van het aan
moedigen van hun helden: ze heb
ben het deze keer uitgekrijst van
angst en hebben haast geen stem
meer om er over te vertellen. „Ze
stonden maar te kijken, ze stonden
maar te kijken: moord elkaar maar
uit, moord elkaar maar uit", her
haalt er een onafgebroken (hij
heeft het over de Belgische politie).
„Ik stond aan de overkant, en toen
ik zag wat er gebeurde, wilde ik er
naar toe", vertelt Antonio Rea (19),
„maar op ons sloegen ze wel los,
die schoften aan de andere kant de
den ze niets".
„Werd er buiten dan niet gecon
troleerd wat je mee naar binnen
nam?", vraagt er iemand. „Wel
nee", zegt Domenico Zacchi (17),
„die jongens hadden allemaal mes
sen aan hun riem, daar liepen ze
mee te koop: kijk, we hebben mes
sen, we krijgen jullie nog wel".
„Eerst hebben ze met ons gege-
gels zouden zijn getroffen, werden
door Nothomb tegengesproken.
Wel zijn enkele kogelhulzen gevon
den.
Dat niet meer arrestaties zijn ver
richt kwam volgens de minister
omdat de veiligheid van de toe
schouwers en de spelers in het sta
dion de eerste prioriteit van de po
litie had.
Nothomb gaf donderdag overi
gens toe „dat we het anders gedaan
zouden hebben als we dit van tevo
ren geweten hadden. Meer politie
in en minder buiten het stadion".
Maar hij wees er ook op dat de poli
tie overal tegelijk moest zijn: in
Oostende, op het vliegveld Zaven-
tem, in de Brusselse binnenstad en
ook in en om het stadion.
De Brusselse politie was overi
gens vantevoren door haar colle
ga's uit Rotterdam uitgebreid op
de hoogte gebracht van de maatre
gelen in Rotterdam bij de EC-fina-
le voor bekerwinnaars. Een woord
voerder van de Rotterdamse poli
ten, en toen zijn ze ons met hun
messen te lijf gegaan", zegt een an
der, alsof hij het nog niet kan gelo
ven. Hij draagt, valt me plotseling
op, een Liverpool-petje en geen
mens die daarover valt. Het be
hoort tot de folklore van interland
wedstrijden en hij moet het heb
ben gekregen in een ogenblik van
vrede en schijnbare vriendschap,
voordat de razernij losbarstte.
„Al die dode mensen, al die dode
mensen", snikt Domenico ineens,
en kijkt om zich heen of hij ze nog
voor zich ziet (dat doet hij ook, en
dat zal hij nog heel lang doen).
„Hoe hebben ze het hier in hun
hoofd gehaald om daarna nog feest
te vieren?", vraagt hij zich af, en
alle anderen vallen hem bij. En dan
opnieuw de vraag die de hele dag
al wordt gesteld: Waarom? Waar
om? „We wilden toch net als zij al
leen maar plezier hebben van een
voetbalwedstrijd, waarom moes
ten ze ons dan aanvallen?"
Over de Engelsen valt geen goed
woord te beluisteren: „Schoften"
en „misdadigers" waren de meest
gehoorde kreten. Iemand herhaal
de Mussolini's leuze uit de Tweede
Wereldoorlog: „God vervloeke de
Engelsen".
Gianni Agnelli zegt het genuan
ceerder: „Engeland, waaraan we
zoveel danken op het gebied van
de beschaving en van de sport
tie wilde gisteren niet ingaan op de
vraag of hij iets van die Rotterdam
se inzichten heeft teruggezien in
het optreden van de Belgen in het
Brusselse Heizelstadion. „Dat la
ten wij over aan de beoordeling
van de Belgen".
Toen de Brusselse politie in Rot
terdam poolshoogte kwam nemen,
hebben zij het draaiboek gekregen
waarmee geweld bij de finale tus
sen Everton (uit Liverpool) en Ra
pid Wien werd voorkomen. Enkele
belangrijke voorzorgsmaatregelen
van de Rotterdammers waren:
- duidelijke aanwezigheid van de
politie voor, tijdens en na de wed
strijd
- inbeslagname van allerhande
slag- en steekwapens voor de wed
strijd
- weigeren van de toegang tot het
stadion van dronken supporters.
De Rotterdamse politie zette
twaalfhonderd agenten in en er de
den zich tijdens die wedstrijd nau
welijks ongeregeldheden voor.
wordt geteisterd door een misdadi-
gersras en zolang daar geen paal en
perk aan gesteld wordt, moet het
de Engelsen verboden worden deel
te nemen aan wedstrijden in het
buitenland". De „advocaat", zoals
Agnelli algemeen bekend staat,
heeft overigens iets van zijn glans
verloren, sinds bekend werd, dat
hij op de vastgestelde tijd van de
wedstrijd samen met Henry Kis
singer bij het stadion aankwam,
maar toen hem verteld werd wat er
zich binnen afspeelde, haastig
rechtsomkeert maakte en naar de
stad terugreed.
Grote bewondering is er daaren
tegen voor de spelers van Juven
tus, die met gevaar voor eigen le
ven het veld op zijn gegaan om de
gemoederen te kalmeren en nog er
gere dingen te voorkomen. Maar
ook zij kwamen „teleurgesteld en
triest" terug uit Brussel, met de
strakke gezichten op de vliegtuig
trap, achter trainer Trapattoni, die
de cup voor zich uitdroeg. Zo is er
niets overgebleven van de droom
die Juventus, en Turijn, en eigen
lijk heel Italië (want Juventus
wordt meer dan enige andere club
als een trots van het land be
schouwd) nu al jaren heeft nage
jaagd: „Jaren hebben we op deze
beker gewacht, en nu we hem ein
delijk hebben, brengt hij ons alleen
maar rouw en verdriet".