Komt dat zien, komt dat zien! Eigentijdse bouw op drie plekken in binnenstad DONDERDAG 30 MEI 1985 LEIDEN - Komt dat zien! Komt dat zien! Midden in het beschermde stadsge zicht van Leiden zijn drie woongebouwen neergezet die zo schril afsteken bij de duffe en sleetse nieuwbouw van de afgelopen jaren dat ze voorbijgangers grote ogen doen opzetten. Dat mag ook best, want: net zo als de nieuwste James Bond film of de Fenomena is tegenwoordig ook een avontuurlijke ontwerp-op- vatting in de architectuur een attractie die er om vraagt door iedereen gezien te worden. door Jan Rijsdam In de drie woonblokken, aan de Hooigracht, de Middelstegracht en de Kaiserstraat, is de eigen tijd zo danig vorm gegeven dat ze, in een De gevel van het gebouw aan de Kaiserstraat dat in tegenstelling tot de zwart-wit foto een kleurrijk schouwspel biedt. Zo ziet het er uit op de bovenste galerij va Kaiserstraat. Een een wonderlijk schouwspel die een fraaie perspectiefvertekeninq geven. igebouw aan de n stalen spanten zuwe woongebouw aan de Middelstegracht met rechts een voetpad nieuwe verbinding vormt met de Hooigracht. Op de foto bo- i fraai detail. duurder wordt. Het zoeken naar wat binnen het huidige technisch kader mogelijk is, dat is hetzelfde als die jongens in de twintiger ja ren deden, maar dan een stapje verder". Vol lof is Verheijen over de rol die zijn opdrachtgeefster, de Stich ting Studenten Huisvesting, heeft gespeeld in het ontwerpproces. "Ik heb zeer veel te danken aan de stichting, met name in de per soon van de heer Van Rooijen. Hij heeft mij niet alleen de vrijheid ge laten er iets bijzonders van te ma ken, maar mij ook gestimuleerd. Daar heb ik grote bewondering voor, dat iemand de grootheid heeft iets nieuws te stimuleren en niet op de rem gaat staan". "Toen ik met het 'dwaze' idee kwam van die kas op het dak is Van Rooijen zelf met de oplossing gekomen om het door de tuin- dienst van de stichting te laten ge bruiken. Er is nadien, sinds het vertrek van Van Rooijen, wel een stuk angsthazerij ontstaan. De kas wordt nu verhuurd en ook voor de mogelijkheid om mensen met die verschuifbare kastenwand zelf hun woonruimte te laten indelen is men achteraf wel bang geworden. Het moet nu door iemand van de stichting gedaan worden en dat kost de bewoner dan 175 gulden". Het is niet moeilijk te voorspel len dat het bouwen in de oude stad de gemoederen zal blijven bezig houden. De nieuwbouw van Fons Verheijen is er het beste bewijs van dat architecten daarbij niet hun toevlucht hoeven te nemen tot het gemakkelijk kopiëren en naboot sen van de historische omgeving. Een gelukkig feit is dat steeds meer architecten geïnspireerd ra ken door de heldere architectuur uit de jaren twintig. Het zal even wel maar weinigen zijn gegeven dat niveau te halen. Fons Verheij en lijkt er aardig in te zijn geslaagd. Net als in de jaren twintig, toen grote opwinding ontstond over de bouw van een zeer eigentijds filiaal van Van Nelle aan de Aalmarkt in Leiden (inmiddels met de grond gelijk gemaakt en sindsdien een gapend gat), zullen de gebouwen van Verheijen weerzin en kritiek oproepen. De toenmalige secreta ris van de Bond Heemschut stelde zich daartegen op onversneden wijze teweer: "Ik vind dat pak huis... niet lelijk. Het is een voort brengsel van onze tijd zoals de Waag een ding is van zijn tijd en zoals het tussengelegen gebouw een slecht ding is uit een kunstloze tijd, ook een kind zijns tijd. Elke tijd heeft zijn recht. De architec tuur van een stad is de geschiede nis van die stad, uit elke tijd wat". In een artikel in het Bouwkundig Weekblad besloot Wieger Bruin toentertijd met de woorden die nu ook gelden voor een eigentijds complex als aan de Hooigracht: "Het is een bewijs van leven, het is een overwinning op de dood (in de pot) van Leiden". Foto's Dirk Ketting tijdsgewricht waarin de aanpas-ar- chitectuur nog welig tiert, nie mand overschillig laten. De gebouwen, hebben de tongen reeds danig in beweging gebracht en bewondering en weerzin opge roepen. Hoe het ook zij: Leiden heeft anno 1985 een drietal nieuwe woongebouwen die, midden in de oude stad, een stuk vitaliteit uit stralen die verademend is omdat ze tonen wat de stad werkelijk moet zijn: een smeltkroes van oud en De Voorhoutse architect Fons Verheijen tekent voor het ontwerp van de drie woonblokken. Hij voelt zich geïnspireerd door de zoge noemde functionalisten uit de ja ren twintig die met verbluffende eenvoud en helderheid in hun ont werpen de schoonheidszin wisten te prikkelen. Verheijen tracht op die stroming in de architectuur voort te bouwen en daar op eigen tijdse wijze uitdrukking aan te ge Zijn woongebouwen hebben ook een strakke doosvormige architec tuur waarin de constructie, het la ten zien hoe een gebouw in elkaar zit, een belangrijke rol speelt. Voor elk onderdeel van zijn gebouwen poogt Verheijen in functioneel op zicht verantwoording af te leggen. Dat wil zeggen dat in zijn gebou wen geen loze vormen en versier selen voorkomen, maar een vorm geving die haar oorsprong vindt in de constructie. Het uitwendige wordt zo een afspiegeling van het inwendige, een gebouw waarvan de architectuur en constructie als het ware één geheel zijn. Fons Verheijen probeert ook zo veel mogelijk gebruik te maken van hedendaagse materialen en technieken, liefst in serie vervaar digde bouwcomponenten. Glas en staal nemen dan ook een belangrij ke plaats in in zijn ontwerpen. Aan de Kaiserstraat staat een complex van 47 wooneenheden (voor studenten en werkende jon geren) bestaande uit twee bouw blokken die in een wigvorm ten opzichte van elkaar staan. De wo ningen op de verdiepingen zijn be reikbaar via galerijen tussen de bouwblokken die in de punt van de wig bij elkaar komen en door een spiltrap worden ontsloten. De galerijen worden overdekt door een stalen spantconstructie met een glazen kap die een zee aan licht doorlaat. Wandelend door het gebouw wijst de architect op interressante componenten in de constructie, fraaie details en doorkijkjes. Een vreemde gewaarwording is het om je te bevinden op de galerij van de bovenste verdieping. Van uit het uiterste puntje van de wig ontstaat een wonderbaarlijk schouwspel van glas en metalen spanten die, omdat de glaskap- spanten vanaf het scharnier van de wig steeds groter worden, een per spectiefvertekening geven en de galerij tot een attractief element maken. Tot op de details is zicht baar dat er met zorg en plezier aan het ontwerp is gewerkt. De verdiepingen zijn behalve via een spiltrap ook te bereiken via een stelsel van rechte trappen en bordessen op het binnenterrein, die, ook trapsgewijs, in eikaars ver lengde. zijn gesitueerd. De majes tueuze trap stuit op de bovenste verdieping op een glazen pui die op een gemeenschappelijke was ruimte is geplaatst en weer en wind zoveel mogelijk buiten houdt. De gevel aan de Kaiserstraat is opgetrokken uit een steen met een grotere maat dan gebruikelijk en van een wat onbestemde gele kleur. Omdat het bestemmings plan een schuine kap voorschrijft heeft Verheijen, als compromis, gekozen voor een reeks schuin ge plaatste roosters die een kap sug gereren. Behalve constructieve elemen ten gebruikt de architect ook kleur om zijn gebouwen mooi te maken. De deuren in de gevel aan de Kai serstraat zijn knalrood en de stalen spanten hebben de kleur van kope- roxyde (blauwgroen). De nieuw bouw is nergens vervelend of saai en geeft de Kaiserstraat een bijzon dere allure die vrolijk afsteekt bij de veelal saaie en plompe bebou wing elders in de straat. Het Kaiserstraatgebouw roept wel de vraag op of het nu wel zo puur functioneel is wat Verheijen doet? De schuine kap komt wat ge kunsteld over en de toepassing van baksteen lijkt vooral voortgeko men uit de angst om niet teveel te willen detoneren. "Het' is absoluut niet allemaal functioneel", verklaart de architect zelf. "Ik probeer wel elke oplossing te beredeneren, maar het is niet zo dat ik in technische zin alles kan verantwoorden zoals Duiker en Van der VTugt dat in de jaren twin tig deden. Ik wil dat een gebouw ook mooi wordt, emoties oproept. In de jaren twintig gebruikten ze ook ruimte en kleur om een ge bouw mooi te maken, ook al ont kenden ze dat omdat het niet in hun filosofie paste" "Wat ik doe is constructieve ele menten zoals draagbalken, trappen en de hemelwaterafvoer naar bui ten toe halen om een gebouw beel dend te maken. Maar daarvoor De nieuwbouw aan de Hooigracht die temidden van eeuwenoude monu menten een onge kende vitaliteit uit straalt (foto rechts). Het woonblok aan de Middelstegracht heeft een beëindi ging van gebogen glazen ramen die de woonvertrekken een serre-achtig ka rakter geven (foto links). Op de ach tergrond is de plan tenkas zichtbaar. schreven is op het platte dak van het gebouw een glazen plantenkas geplaatst. Een prachtig industrieel ding dat het gebouw een mooie af ronding geeft. Er zijn maar. weinig nieuwe gebouwen in de oude stad die zo'n vitaliteit uitstralen als het woonblok aan de Hooigracht. Aan de tuinkant is het gebouw eigenlijk op z'n mooist. Alle con structieve elementen, de galerijen, het trappenhuis, het noodtratfpen- huis en de hemelwaterafvoer wor den als beeldende elementen ge bruikt om de architectuur van het gebouw expressie te geven. Werkelijk schitterend en zonder poespas. Het eigentijdse in de architec tuur van Verheijen ligt niet alleen in de vorm besloten maar ook in het interieur van zijn gebouwen. Door middel van verschuifbare kastenwanden en een mobiele deur worden bewoners in de gele genheid gesteld de indeling van hun woning zelf, en naar believen te wijzigen. Komt daarin een beetje de ideologische achtergrond in de ontwerp-opvatting van Verheijen naar buiten? "Ja, in die zin dat ik poog voor het individu, binnen het budget dat mogelijk is, een maximum aan wooncomfort te realiseren. In de jaren twintig richtten de architec ten van het Nieuwe Bouwen zich op de wantoestanden in de volks woningbouw en hebben zy het als hun taak. opgevat licht en lucht te geven in een hygiënische en par kachtige omgeving. Dat is allemaal veroverd en geïntegreerd in het bouwen". "Waar ik nu mee bezig ben is het individu een stuk extra vrijheid te geven. In de huidige tijd bouwen we massa's woningen die er alle maal hetzelfde uitzieh terwijl de in dividuen die er in wonen nooit het zelfde zijn. Wat ik probeer is, met wat technisch mogelijk is en bin nen het aantal toegestane vierkan te meters, de bewoners de moge lijkheid te geven in te grijpen in hun woonomgeving. Dat doe ik bij voorbeeld door middel van die los se kastenwanden waarmee men sen zelf de indeling van hun wo ning kunnen bepalen". "Waar ik naar toe wil is te probe ren om woningen een stukje meer waarde te geven zonder dat het Aan de tuinkant is het woonblok aan de Hooigracht eigenlijk op z'n mooist. Het gebouw en de fraai aange legde tuin ademen het platte dak met de plantenkas. dakterras. mag je niet het woord ornament gebruiken. Het zyn geen onafhan kelijk van de constructie aange brachte decoraties. Dat beginsel probeer ik steeds te handhaven". "De gebouwen die aan de 3e Bin- nenvëstgracht in aanbouw zijn worden eigenlijk het meest func tioneel in die zin dat er de minste poés-pas aan zit. Aan de Lange- gracht ga ik straks een gestucte ge vel toepassen. Dat spreekt mij ook meer aan dan een bakstenen ge vel". We gaan naar de Middelste gracht. Het woongebouw aan deze straat bevat twaalf wooneenheden verdeeld over twee bouwblokken die haaks op elkaar staan. De toe gang tot de woningen is gelegen aan de straat en aan een voetpad, tussen de nieuwbouw en het nabu rige Annahofje. De bovenwonin gen aan de Middelstegracht zijn via een galerij aan de achterzijde, die in verbinding staat met een trap op de hoek van het gebouw, te berei ken. De gevel aan de Middelstegracht is opgetrokken uit dezelfde steen als het gebouw aan de Kaiserstraat en heeft een tamelijk gesloten ka rakter. Het is de minst sterke gevel van de drie gebouwen. De voor deuren van het complex, in opval lend geel en verschillende blauw groen-kleuren geschilderd, halen het woonblok een stuk op en geven het toch nog een levendig accent. Voor de schuine kap die ook hier vereist was is een oplossing gevon den door in de woonkamers op de bovenverdiepingen gebogen gla zen ramen aan te brengen. Het geeft de woonvertrekken een ser re-achtig karakter en van binne nuit een prachtig uitzicht over een stuk van de stad. Het gebouw heeft verder een plat dak met een dak terras dat via een loopbrug is te be reiken. Dit dakterras is omzoomd door een fraai gebogen staalcon structie die het woonblok lood recht op de straat een mooie beëin diging geeft. Fraaie details zijn bo vendien de stalen roosters boven op de ontluchtingspijpen. Het meest spraakmakende van Verheijens ontwerpen is ongetwij feld het woonblok aan de Hooi gracht. Een gebouw dat zo duide lijk acte de présence geeft dat geen mens het bij het voorbijgaan over het hoofd zal zien. De nieuwbouw is omringd door monumenten. Zo dra de contouren van het woon blok zich begonnen af te tekenen kwamen de reacties dan ook los of het gebouw al dan niet past in een historische omgeving. De nieuwbouw mag in eerste in stantie een overdonderende in druk maken, in feite bestaat het uit een simpele vorm: een witte doos met een onderbouw van oude ste nen die refereert aan de voormali ge tuinmuur van het naastliggende pand. Het gebouw detoneert abso luut niet met z'n omgeving omdat het qua vorm en afmetingen ner gens het silhouet verstoort. Inte gendeel. het gebouw contrasteert op een heel milde manier met de eeuwenoude omgeving. De gevel aan de Hooigracht be staat uit negen wit geschilderde betonplaten met elk twee kleine raamopeningen. Omdat de naburi ge panden juist heel grote ramen hebben heeft Verheijen de ramen in zijn gebouw omzoomd met een reeks witte en blauwe tegeltjes die de raamopeningen groter doen lij ken en het gebouw bovendien een frisse twinkeling geven. Een aan passing, geeft Verheijen toe, maar wel één met eigentijdse middelen. Omdat ook aan de Hooigracht een schuine kap werd voorge

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 4