'Positieve eensgezindheid
in Hilversum onmogelijk'
Evangelistenechtpaar niet langer welkom
Erik Jurgens, als NOS-voorzitter bewaker algemeen belang
Onthullend dagboek
van Mient Jan Faber
VRIJDAG 24 MEI 1985
PAGINA II
Erik Jurgens (49) neemt vrijdag afscheid van het NOS-be-
stuur. Tien jaar lang was hij voorzitter van dit heterogene
college dat de gezamenlijkheid van de omroep bestuurt. Ge
middeld twee maal per maand hield hij orde in het ook door
hem 'slangenkuil' genoemde NOS-bestuur. Maar hij was
ook voorzitter van de Raad van Beheer (het dagelijks be
stuur van de NOS) met in zijn portefeuille: algepieen om
roepbeleid, voorlichting, juridische zaken en internationa
le zaken.
Tijdens Jurgens' bewind is er bij de NOS - ondanks aan
houdende bestuurlijke onenigheid - ook nog het een en an
der bereikt: de positie van het NOS-programma werd ver
sterkt (zo kwam er een wekelijks cultuurprogramma op de
televisie en is de radiorubriek 'Met het oog op morgen' ein
delijk dagelijks te beluisteren). Het Europese tv-program-
ma 'Olympus' kwam op NOS-initiatief van de grond, de ge
zamenlijke omroepen 'deden' de Elfstedentocht en vele an
dere projecten werden bestuurlijk voorbereid, waaronder
een landelijk-regionale radiozender (Radio 1).
Jurgens is de laatste NOS-voorzitter die met 32 bestuurs
leden moest vergaderen. „Mijn opvolger zal het met een
half zo groot bestuur gemakkelijker krijgen", zo voorspelt
hij. De helft van die bestuursleden waren aangewezen door
de omroeporganisaties, een kwart nam zitting namens de
Kroon en het andere kwart namens maatschappelijke en
culturele organisaties. Jurgens zelf was ook kroonlid.
Vóórdat PPR-minister van CRM, H. van Doorn, hem be
noemde tot NOS-voorzitter, was mr. Erik Jurgens drie jaar
lid van de Tweede Kamer voor de PPR, de partij die hij in
1968 had helpen oprichten. De dissidente KVP'er, ooit Am
sterdams voorzitter van die partij, was vóór '68 docent
staatsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en tussen
door ook nog even ambtenaar op het ministerie van buiten
landse zaken.
Jurgens wordt per 1 juni opgevolgd door mr. Pieter van
Dijke, de huidige Commissaris voor de Koningin in de pro
vincie Utrecht.
Erik Jurgens: "De wet is geschreven als bescherming van degene die
uitzendt. Er ts buitengewoon weinig aan gedaan om kijkers en luiste
raars te beschermen". (foto gpdi
HILVERSUM (GPD) - „Wie er
ook zit, dit soort banen moet je
niet langer dan acht tien jaar
doen". Mr. Erik C. M. Jurgens
houdt woord. Hij zal vanaf 1 juni
geen voorzitter meer zijn van het
hoogste besluitvormende college
van de gezamenlijke onyoepen,
het NOS-bestuur. „Voor mij is
dit geen plotselinge breuk of zo.
Ik heb vier jaar geleden definitief
besloten om hier weg te gaan en
ik leef er sindsdien naartoe", al
dus de aftredende NOS-voorzit
ter, die in de laatste moeilijke ja
ren inderdaad geen enkel blijk
heeft gegeven van twijfels over
die beslissing.
door
Henk Linse
Hij heette zijn opvolger wel
kom tijdens de op één na laatste
NOS-bestuursvergadering. Ook
bij die gelegenheid was hij de
correcte, zakelijke voorzitter die
hij meestal geweest is en combi
neerde die taak en passant met
de rol van beminnelijk gastheer.
In de aanwezigheid van opvolger
Van Dijke werd een uur lang ge
sproken over de gezamenlijke
belangenbehartiging door de
NOS en de noodzaak voor de om
roepen om via de NOS één ge
zicht te trekken, vooral bij con
tacten met Den Haag.
Tien minuten later was het
NOS-bestuur weer het toonbeeld
van verdeeldheid, hetgeen regel
is geweest sinds de oprichting
van de Nederlandse Omroep
Stichting in 1969 en daarna eer
der toe- en afnemend de af
gevaardigden van de omroepor
ganisaties lagen zoals altijd over
hoop met elkaar en met hun col
lega-bestuursleden namens de
kroon en namens de maatschap
pelijke en culturele organisaties.
Onenigheid troef tijdens Jur
gens' voorlaatste bestuursverga
dering en besluitvorming, ho
Jurgens zelf bleef inmiddels de
voorzitter die hij tien jaar ge
weest was hij is het gewend en
toont zich vastberaden om tot op
de laatste dag van zijn voorzitter
schap 'de man van het algemeen Radio
belang' te blijven. Ook al lijkt, na
hem, de zondvloed van minister
Brinkman aanstaande, ook al
werkt het NOS-bestuur tot op
die laatste dag traag, moeizaam
en ook al is de besluitvorming op
wezenlijke punten, die de om
roeporganisaties aangaan, vaak
minimaal.
Gehalveerd
Het argument van Jurgens'
'vijanden' bij zijn omstreden be
noeming in 1975 dat hij door zijn
onbekendheid met de omroep
ongeschikt zou zijn, werd al snel
ongeldig. Hij ontwikkelde zich in
hoog tempo tot een deskundige,
ook al is hij nu, terugblikkend op
zijn omroeploopbaan, nog altijd
de 'over-genuanceerde' voorzit
ter die vrijwel geen zin afmaakt
zonder er halverwege een andere
wending aan te geven om toch
maar precies aan te geven hoe de
zaken er wat hem betreft voor
staan.
De bijzondere positie die een
NOS-voorzitter inneemt, is de1
meest aannemelijke oorzaak van
een dergelijke opstelling. Jur-
gens onderstreept het feit dat hij
als voorzitter van het NOS-be
stuur aan zovelen verantwoor
ding diende af te leggen („van
Onze Lieve Heer tot aan de mi
nister van WVC") en beschouwt
zijn vertrouwenspositie als één
van de belangrijkste kenmerken
van zijn functie. „Bemiddelend
centrum in dit milieu van on
enigheid", zo beschreef een be
stuurslid de belangrijkste taak
van de voorzitter onlangs nog.
Jurgens: „Het tot elkaar bren
gen van partijen is inderdaad
mijn belangrijkste taak geweest
- alleen valt dat niet op, de keren
dat dat lukt. Juist als het niet
lukte kreeg dat de aandacht. Ik
denk dat mijn opvolger het daar
mee gemakkelijker zal krijgen,
nu het bestuur gehalveerd
wordt. Ik had graag een veel per
soonlijkere relatie gehad met alle
bestuursleden. Regelmatige per
soonlijke gesprekken geven je
inzicht in wat er dwars zit, maar
met 32 bestuursleden is daar een
voudig de tijd niet voor".
„Onze zwakte tegenover het
ministerie van WVC is de ver
deeldheid over wat de taak van
de omroep in de samenleving is.
In onze reactie op de Medianota
heb ik een hoofdstukje kunnen
smokkelen over de 'publieke
dienst omroep', een stokpaardje
van mij, maar in de conceptwet
staat van alles over de rechten
van zendgemachtigden bij het
verzorgen van uitzendingen. De
hele wet is geschreven als be
scherming van degene die uit
zendt en er is buitengewoon wei
nig gedaan om de kijkers en luis
teraars te beschermen. Bijvoor
beeld het recht van de radioluis
teraar op een behoorlijke pro
grammering".
Jurgens steunt de klacht van
velen, dat de radioprogramme
ring in Nederland nog altijd niet
overzichtelijk is. Hij is voorstan
der van een duidelijke zen
derkleuring en zou graag elke
dag op dezelfde tijd een gelijk
soortig programma aantreffen,
de zogenaamde 'horizontale' in
deling.
Jurgens: „Het radioprogram
ma 'Met het oog op morgen' en
het nieuws zijn eigenlijk de enige
programma's waarop ik met ze
kerheid kan afstemen - ze zijn er
elke dag op dezelfde tijd. Maar
vanmorgen nog, ik zit in de auto,
stem af op Hilversum-4 en dan
krijg ik toch weer zo'n dominee,
die overigens een voortreffelijk
programma maakt, daar gaat het
niet om, maar daarvoor heb ik
Hilversum-4 niet aangezet. Van
dat soort voorbeelden zijn reek-
„De oorzaak? Elk onderdeel
van het omroepbestel beschouwt
zich als een vertegenwoordiger
van zijn eigen achterban en dus
van de hele samenleving. Een
man als Bordewijk (NOS-be-
stuurslid van Veronica, red.) zegt
ook met zoveel woorden, en dat
meent hij ook: „Wij vertegen
woordigen alle Nederlanders,
want als je alle leden van omroe
pen optelt dan kom je bij 90 pro
cent van alle volwassen Neder
landers". Maar dat is natuurlijk
een drogreden, want niemand is
lid of abonnee geworden om die
ene omroep het alleenrecht van
uitzenden te bezorgen. Althans,
ik ken niemand die zegt: ik ben
lid van de EO en daarom wil ik
dat alleen nog de EO uitzendt".
„Ons systeem gaat daar ook
helemaal niet van uit. Een lid van
bijvoorbeeld Veronica is ook nog
betaler van omroepbijdragen en
heeft daarmee ook nog recht op
een behoorlijke programmering
door de anderen. Het is een ver
keerd idee dat ik alleen in Vero
nica geïnteresseerd zou zijn, om
dat ik daar lid van ben".
„De kroonleden en culturele
leden in het bestuur zijn daarvan
uiteraard iets méér doordrongen
dan de vertegenwoordigers van
omroeporganisaties. Zij zijn de
genen die een besluit steeds bo
ven het eigen belang van de om
roeporganisaties moeten uittil
len, om pakweg die horizontale
programmering mogelijk te ma
ken. Daar zaten vaak de botsin
gen in het bestuur en dat is ook
heel gezond. De kroon- en cultu
rele leden zijn er voor dat alge
mene belang en ik heb me vaak
gedwongen gevoeld om hun zij
de te kiezen, overigens óók om
dat zij de zwakkere partij vor-
„Want die jongens van de om
roeporganisaties zijn professio
nals, ze doen de hele dag niks an
ders; de kroon- en culturele le
den zijn daartegen niet opgewas
sen. Zij moeten grotendeels oor
delen aan de hand van schriftelij
ke stukken. Ik had het ongetwij
feld makkelijker gehad als ik
minder vaak had laten blijken
dat ik het niet eens was met de
omroeporganisaties, maar een
NOS-voorzitter is veel méér dan
slechts een arbiter".
Bonte hond
Jurgens glimlacht bij het idee
dat hij ondanks al deze (openba
re) verdeeldheid in Den Haag
toch nog gezien wordt als 'de
bonte hond die zonder onder
scheid voor Hilversum opkomt'.
„Ik stel nu vast dat wij van de
weeromstuit eensgezind lijken,
dankzij het feit dat de heer
Brinkman een voorontwerp van
wet heeft gemaakt dat nergens
op lijkt. Maar dat is eensgezind
heid in verzet. We zijn het na
tuurlijk wel eens op die paar
punten, maar dat de omroepen
het de laatste tijd allemaal met
elkaar eens zijn is slechts
schijn".
„Ik denk ook dat het in een
pluriform bestel erg veel ge
vraagd is om eenheid in het posi
tieve te vinden. Want als men
pluriform is, heeft men ook an
dere ideeën over de samenleving
als geheel en over de inrichting
van het omroepbestel als onder
deel daarvan".
Terugkomend op zijn somber
heid van eind 1984, herinnert hij
zich dat het gebrek aan eensge
zindheid binnen de omroep „de
ze minister méér dan gelegen
heid heeft gegeven" om nu met.
de omroepen te sollen, door ad
viezen van onder meer de Om-
roepraad de ambtelijke werk
groepen naast zich neer te leggen
en zijn eigen mediaplannen door
te drukken.
„De minister heeft nadrukke
lijk ingespeeld op die verdeeld
heid. Hij is met de voorzitters
van de omroeporganisaties gaan
overleggen over de toekomst van
de NOS, buiten mij om. Dat is
een verdeel- en heerspolitiek. De
omroepvoorzitters vonden dat
toen prachtig; ze dachten: nu
krijgen we wat te zeggen en ze
hebben er toen ook doorgedrukt
dat de omroepen een meerder
heid zullen krijgen in het toe
komstige NOS-bestuur. Wat ik
overigens een slechte ontwikke
ling vind omdat het algemeen
belang daarmee weer in het ge
drang zal raken".
„Achteraf kan ik ze dat eigen
lijk niet zo kwalijk nemen. Naast
de zaken waarover het NOS-be
stuur gewoonlijk mocht beslis
sen, is nu ook de toekomst van
het bestuur zelf in het geding.
Het is een beetje teveel gevraagd
om ook nog van zo'n bestuur te
verwachten dat het daarin als
eenheid optreedt; ik ben daar
over teleurgesteld, maar de reali
teitszin gebiedt datje nu niet een
optreden-in-eenheid mag ver
wachten".
Maar Jurgens' kritiek op de
voorgestelde veranderingen in
het omroepbestel raakt natuur
lek in de eerste plaats de politiek
en met name WVC-mini ster
Brinkman.
Engels model
De mediaplannen van Brink
man zijn volgens Jurgens niet
gebaseerd op 'een consistente vi
sie op de taak van de omroep in
de samenleving'. „Je kunt niet
zoiets wezenlijks opnieuw rege
len als je van een managersop
vatting uitgaat. Wat je wel zou
kunnen doen is het huidige be
stel bijschaven en stroomlijnen
op de punten die niet goed lopen,
dat heeft hij niet gedaan. Hij
kwam met een zogenaamde
nieuwe conceptie, met een me
diawet, maar dat is helemaal
geen nieuwe conceptie".
Met een lezing op het instituut
voor massacommunicatie in Nij
megen gaf Jurgens onlangs al
aan, dat het anders kan. Gestoeld
op een theoretische basis, schet
ste hij een vernieuwd omroepbe
stel zoals dat er in zijn visie uit
zou moeten zien. Eén omroep
met een 'publieke poot' en één
met een 'commerciële poot',
strikt van elkaar gescheiden en
onder toezicht van twee onafhan
kelijke besturen, naar Engels
model. Omroeporganisaties zou
den dan kunnen kiezen, bij wel
ke van de twee ze hun zend
machtiging willen hebben!
„Ik heb dat nog niet verder uit
gewerkt, maar ongeveer zo had
ik het aangepakt", aldus Jur
gens. Op de vraag naar zijn toe
komstplannen blijft hij zeggen
dat hij „nog geen idee" heeft.
Eerst wil hij van het hem toeko
mende wachtgeld gebruik ma
ken om 'eindelijk eens op de
eventuele lauweren te rusten",
zo grapt hij, al lijkt Jurgens er
zeer toe aangetrokken om 'het in
tellectuele met het ambachtelij
ke te combineren' door zelf in de
pen te klimmen en zich te blijven
inzetten voor een omroep die in
de eerste plaats het publiek ten
dienst is.
'Het Nederlandse beleid inzake
vrede en vèiligheid heeft alle trek
ken van wat ik zou willen noemen,
noodlotspolitiek. Wij zullen helaas
moeten leren leven met a. kernwa
pens, en b. het Oost-Westconflict.
Wie a. niet kan verdragen, wordt
afgekocht met 'onderhandelingen',
en wie zich niet bij b. wenst neer te
leggen, krijgt wat 'détente' aange
boden. En verwacht vooral geen op
eigen houtje ondernomen initiatief
van Nederland; daar zijn we niet
op gebouwd'.
Deze somber ogende zinsneden
staan in het nawoord van het on
langs verschenen dagboek van
Mient Jan Faber, secretaris van het
Interkerkelijk Vredesberaad, on
der de titel 'Min x min plus', een
variant op de vele kruisraketteni-
deeën waarmee politiek Nederland
in de achterliggende jaren heeft ge
speeld, gestoeid en geworsteld. Zo
als: de crisis variant, de invliegva-
riant, de Texelse variant en de 'ko-
nijn'-variant van Lubbers, die uit
eindelijk resulteerde in het kabi
netsbesluit van 1 juni vorig jaar:
wel plaatsen indien aan Russische
kant meer dan 378 SS-20 raketten
staan opgesteld.
Faber blijkt niet echt somber,
maar realistisch en dat leidt in zijn
werk al gauw tot cynisme. Het is
tegelijk ook zijn kracht; hij schrijft
afstandelijk, met meer gevoel voor
feiten dan voor heilige principes.
Hij kiest voor het praktische mid
den, met een zekere weerzin ten
opzichte van radicaal links en
rechts.
Buts
Zijn dagboek beschrijft de perio
de van de grote demonstratie op 29
oktober 1983 in Den Haag (met een
half miljoen mensen) tot en met 6
augustus 1984, de dag waarop het
IKV-bestuur een verweerschrift
voltooide voor de IK.V-campagne-
raad. Daarin werd verantwoording
afgelegd voor het politieke optre
den van de IKV-top, die een maand
tevoren nog een flinke buts had op
gelopen na een interview met
Mient Jan Faber voor de IKON-ra-
dio. Faber zou zich daarbij hebben
uitgesproken voor tijdelijke plaat
sing van de kruisraketten onder
voorwaarden. Feitelijk onjuist,
maar het misverstand was gewekt
en Faber werd uitgemaakt voor al
les wat lelijk was.
Het zag er toen donker voor hem
uit, maar Faber reageerde, zo blijkt
uit zijn dagboek, verbluffend laco
niek op de grote krantekoppen en
kritische geluiden waarmee hij
werd bestookt. Dat gaat dan in de
trant van: 'Boem', 'Daar gaan we'
en - bij het NOS-Journaal - 'De vre
desactivisten zullen verbijsterd en
soms met bloeddoorlopen ogen
aan hun toestel zitten'.
Fabers dagboekaantekeningen
zijn in meer dan één opzicht ont
hullend. Ze geven een gedetail
leerd beeld van de internationale
vredesbeweging en van het politie
ke krachtenveld waarin Faber zich
kennelijk met groot gemak be
weegt. Maar ze zijn vooral interes
sant, omdat ze een duidelijke ver
schuiving laten zien in het denken
over kernbewapening, toegesne
den op die vermaledijde raketten.
Zo zie je de CDA-defensiespecia-
list Ton Frinking aanvankelijk nog
zeggen dat plaatsing hem gestolen
kan worden, maar gaandeweg
raakt hij geërgerd over allerlei,
hem aangereikte 'nul- of nul-plus
varianten' waarmee hij bij zijn frac
tie geen voet aan de grond krijgt.
Uiteindelijk legt hij zich neer bij
het schamele 1 juni-besluit van het
kabinet en gaat hij dus impliciet
akkoord met plaatsing-onder-voor
waarden. Iets dergelijks doet zich
voor bij CDA-minister De Ruiter
en zijn partijgenoot-staatssecreta
ris Van Houwelingen (defensie),
die hun aanvankelijke weerzin te
gen de raketten laten varen terwil-
le van een politiek praktischer op
lossing.
Wonderformule
Fabers rol bij dit politieke proces
is opmerkelijk. Hij heeft toegang
tot alle mogelijke politici - van
hoog tot laag - die hij zelfs af en toe,
zoals Frinking, behartenswaardige
suggesties influistert. Bij een van
die sessies, op 23 februari 1984,
vraagt Faber aan Frinking: 'Ga jij
straks tegen plaatsing stemmen,
Ton?'. Antwoord: 'Ja, hoor. Ik
denk van wel. Joep (de Boer ww.)
en ik, de twee voorzitters van de
fractiecommissies voor BZ en De
fensie, zijn beiden tegen. De Ruiter
ook. En iedereen weet dat. Maar de
wonderformule hebben we nog
steeds niet gevonden'.
Geen van de politieke partijen
wordt door Faber gespaard, voor
zover dat althans nodig is. Zelfs de
PvdA niet ('...wat koop je in een po
litiek debat voor een 'heilig' nee?'),
ofschoon hij zich met die partij
duidelijk verwant voelt. Het is te
kenend voor zijn praktische opstel
ling, die zich allerminst verdraagt
met dogma's of louter ethiek. Het
brengt hem ook talloze keren in
conflict met zijn achterban, die net
als sommige persmedia vaak wat
minder oog heeft voor nuances
('De godsdienstoorlóg rond de
kruisraketten woedt in alle hevig
heid').
Fabers nawoord - een nogal
plechtig slot - beweegt zich tussen
hoop en vrees. Hij verklaart de
kracht van de Nederlandse vredes
beweging door het ontbreken van
een eigen politieke visie van 'Ne
derland' op het internationale po
dium. "De vredesbeweging is een
demonstratie tegen de politieke
machteloosheid. Tegen het feit dat
Nederland niet bereid is om zelf
standig - ook als lid van de NAVO -
politieke wegen te gaan die uit
zicht kunnen bieden. De bokke-
sprongen van het kabinet-Lubbers
vallen hier niet onder. Zolang de
situatie niet verandert, zal de vre
desbeweging haar eisen aanscher
pen en compromissen (kleine stap
pen) uit den boze achten".
WIM WIRTZ
V
Mient Jan Faber.
Het 'open pinksterweekend'
van het evangelistenechtpaar
Lucas en Jenny Goeree in Drie
bergen gaat niet door. De beheer
der van het conferentie-oord 'Het
Centrum', waar het weekeinde
zou worden gehouden, heeft de
Goeree's laten weten, dat ze bij
hem niet langer welkom zijn. Re
den is de 'antisemitische uitlatin
gen' van het echtpaar, die - naar
beheerder J. A. Tichelaar ver
klaarde - voor het bestuur van
het centrum onaanvaardbaar
zijn.
Het echtpaar Goeree hield drie
vier keer per jaar een conferen
tie op deze plaats. De 'Stichting
tot bestrijding van antisemitis
me' (Stiba) zal binnenkort bij de
rechtbank in Zwolle een aan
klacht tegen hen indienen omdat
zij in publikaties de indruk wek
ken, dat de joden door hun ver
werping van Jezus Christus zelf
schuldig zijn aan hun vervolging.
Volgens de stichting is dat discri
minatie vanwege ras, godsdienst
of levensovertuiging.
Spreekverbod. In een brief
aan de christelijke basisgemeen
schappen in Latijns-Amerika (in
het bijzonder Brazilië) wijst het
Missionair Centrum in Heerlen
het Vaticaanse spreekverbod
voor de bevrijdingstheoloog
Leonardo Boff met grote beslist
heid af.
"Zo'n maatregel blokkeert on
ze gezamenlijke inspanning om
vanuit het evangelie antwoorden
te zoeken op de noden en vragen
van onze tijd", schrijft het Heer-
lense centrum, dat zich "op basis
van het geloof inzet voor gerech
tigheid en liefde".
In de theologische beschou
wingen van Boff beluistert het
centrum de solidariteit van de
basisgemeenschappen met ar
men en verdrukten, hun lijden
en zorgen, hun gelovige hoop en
inspiratie. "Het spreekverbod
voor Boff slaat daarom op u te
rug". "U moet weten, dat wij u,
tot steun willen zijn waar wij
maar kunnen".
Telegram. Het moderamen
(bestuur) van de hervormde sy
node betuigt in een telegram so
lidariteit aan de leiders van het
Zuidafrikaanse 'Verenigd Demo
cratisch Front', de belangrijkste
organisatie tegen de apartheid in
het land. De acht leiders, die van
hoogverraad worden beschul
digd, kregen maandag te horen,
dat hun proces tot 11 juni is uit
gesteld. Het Front is geen verbo
den organisatie in Zuid-Afrika.
Eigen ziekenhuis. De ortho
dox-gereformeerde gezindte
krijgt binnen afzienbare tijd de
beschikking over een eigen psy
chiatrisch ziekenhuis. Het komt
in Bosch en Duin (Utr.). De ope
ning is over twee jaar te verwach
ten. In het begin zal nauw wor
den samengewerkt met het gere
formeerde verpleegtehuis 'De
Wijngaard' in dezelfde plaats.
Behalve voor dit ziekenhuis gaf
staatssecretaris Van der Reyden
ook toestemming voor poliklini
sche activiteiten in Dordrecht en
Zwolle.
Het initiatief is voortgekomen
uit vrijgemaakt-gereformeerde
kring. Later sloten de Gerefor
meerde Gemeenten zich hierbij
aan. Het bestuur biedt ook plaats
aan de Gereformeerde Bond in
de Hervormde Kerk.
Binnen de orthodox-gerefor
meerde bévolking bestaat onte
vredenheid over de geestelijke
aanpak van de psychiatrie, voor
al het ontbreken van begrip voor
de levensbeschouwelijke achter
grond. Deze bevolkingsgroep
telt rond 400.000 mensen. Als on
geveer 1 promille voor klinische
hulp in aanmerking komt, gaat
het om zo'n 400 patiënten.
Samen op weg. Volgens het
Confessioneel Gereformeerd Be
raad is de gemeenschappelijke
'verklaring van overeenstem
ming ten aanzien van het samen
kerk-zijn' een te smalle basis om
vruchtbaar te kunnen werken
aan een verdergaande hereni
ging van de Gereformeerde Ker
ken en Hervormde Kerk. Het be
raad schrijft dat aan alle vergade
ringen van de Gereformeerde
Kerken in Nederland en aan zijn
eigen leden.
De inhoud van die verklaring,
zegt het Confessioneel Gerefor
meerd Beraad, is niet verwerpe
lijk, maar wel te weinig. De ver
klaring moet duidelijk uitspre
ken, dat verscheidenheid van ge
loof ten aanzien van de kernpun
ten van het belijden in strijd is
met het wezen van de kerk.
Eind vorig jaar gaf de gecombi
neerde hervormd-gereformeerde
synode haar goedkeuring aan de
'verklaring van overeenstem
ming'.
Pinksterdienst op tv. De
IKON-tv zal zondagmiddag om 5
uur een pinksterdienst voor do
ven en horenden uitzenden van
uit de gereformeerde Triumfa-
torkerk in Katwijk aan Zee.
Voorganger is de hervormde do-
venpastor F. A. L. Franken uit
Zeist.
Orgel. De Zwitserse organist
Thomas Leutenegger geeft van
avond om kwart over 8 een con
cert op het orgel van de Imma-
nuelkerk (Kerkstraat 3) in Rijns
burg.
In de gereformeerde kerk van
Oude Wetering (Kerkstraat 50)*
begint op tweede pinksterdag
om half 8 een orgelavond met
leerlingen van de streekmuziek-
school. Tot besluit geeft hun le
raar, Nico de Raad, een kort con
cert (met onder andere een tocca
ta van Widor).
Orgelconcerten in de Lisser
Sint Agathakerk zijn er op de
donderdagen 13 juni (Gijsbert
Lekkerkerker), 18 juli (Bernard
Bartelink), 15 augustus (Charles
de Wolff), 5 september (Johan
Akerboom) en 10 oktober (Mi
chelle Leclerc). Het orgelseizoen
in Lisse besluit op zaterdag 9 no
vember met een wedstrijd voor
amateurs.
Politiek. Driehonderd Tsje-
choslowaakse priesters die in fe
bruari aan een congres van de re
geringsgezinde priesterbewe
ging 'Pacem in Terris' hebben
deelgenomen, kregen nu van de
paus te horen, dat de Vaticaanse
normen voor verenigingen van
priesters niet worden veranderd.
Volgens een decreet van maart
1982 mogen priesters geen lid
zijn van een politeke beweging.
Dat geldt ook voor 'Pacem in
Terris'.
Overigens dankt de paus de
Tsjechoslowaakse priesters voor
de trouw aan hun bisschoppen
en hun verbondenheid aan de
Heilige Stoel.