'Positieve eensgezindheid in Hilversum onmogelijk' Evangelistenechtpaar niet langer welkom Erik Jurgens, als NOS-voorzitter bewaker algemeen belang Onthullend dagboek van Mient Jan Faber VRIJDAG 24 MEI 1985 PAGINA II Erik Jurgens (49) neemt vrijdag afscheid van het NOS-be- stuur. Tien jaar lang was hij voorzitter van dit heterogene college dat de gezamenlijkheid van de omroep bestuurt. Ge middeld twee maal per maand hield hij orde in het ook door hem 'slangenkuil' genoemde NOS-bestuur. Maar hij was ook voorzitter van de Raad van Beheer (het dagelijks be stuur van de NOS) met in zijn portefeuille: algepieen om roepbeleid, voorlichting, juridische zaken en internationa le zaken. Tijdens Jurgens' bewind is er bij de NOS - ondanks aan houdende bestuurlijke onenigheid - ook nog het een en an der bereikt: de positie van het NOS-programma werd ver sterkt (zo kwam er een wekelijks cultuurprogramma op de televisie en is de radiorubriek 'Met het oog op morgen' ein delijk dagelijks te beluisteren). Het Europese tv-program- ma 'Olympus' kwam op NOS-initiatief van de grond, de ge zamenlijke omroepen 'deden' de Elfstedentocht en vele an dere projecten werden bestuurlijk voorbereid, waaronder een landelijk-regionale radiozender (Radio 1). Jurgens is de laatste NOS-voorzitter die met 32 bestuurs leden moest vergaderen. „Mijn opvolger zal het met een half zo groot bestuur gemakkelijker krijgen", zo voorspelt hij. De helft van die bestuursleden waren aangewezen door de omroeporganisaties, een kwart nam zitting namens de Kroon en het andere kwart namens maatschappelijke en culturele organisaties. Jurgens zelf was ook kroonlid. Vóórdat PPR-minister van CRM, H. van Doorn, hem be noemde tot NOS-voorzitter, was mr. Erik Jurgens drie jaar lid van de Tweede Kamer voor de PPR, de partij die hij in 1968 had helpen oprichten. De dissidente KVP'er, ooit Am sterdams voorzitter van die partij, was vóór '68 docent staatsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en tussen door ook nog even ambtenaar op het ministerie van buiten landse zaken. Jurgens wordt per 1 juni opgevolgd door mr. Pieter van Dijke, de huidige Commissaris voor de Koningin in de pro vincie Utrecht. Erik Jurgens: "De wet is geschreven als bescherming van degene die uitzendt. Er ts buitengewoon weinig aan gedaan om kijkers en luiste raars te beschermen". (foto gpdi HILVERSUM (GPD) - „Wie er ook zit, dit soort banen moet je niet langer dan acht tien jaar doen". Mr. Erik C. M. Jurgens houdt woord. Hij zal vanaf 1 juni geen voorzitter meer zijn van het hoogste besluitvormende college van de gezamenlijke onyoepen, het NOS-bestuur. „Voor mij is dit geen plotselinge breuk of zo. Ik heb vier jaar geleden definitief besloten om hier weg te gaan en ik leef er sindsdien naartoe", al dus de aftredende NOS-voorzit ter, die in de laatste moeilijke ja ren inderdaad geen enkel blijk heeft gegeven van twijfels over die beslissing. door Henk Linse Hij heette zijn opvolger wel kom tijdens de op één na laatste NOS-bestuursvergadering. Ook bij die gelegenheid was hij de correcte, zakelijke voorzitter die hij meestal geweest is en combi neerde die taak en passant met de rol van beminnelijk gastheer. In de aanwezigheid van opvolger Van Dijke werd een uur lang ge sproken over de gezamenlijke belangenbehartiging door de NOS en de noodzaak voor de om roepen om via de NOS één ge zicht te trekken, vooral bij con tacten met Den Haag. Tien minuten later was het NOS-bestuur weer het toonbeeld van verdeeldheid, hetgeen regel is geweest sinds de oprichting van de Nederlandse Omroep Stichting in 1969 en daarna eer der toe- en afnemend de af gevaardigden van de omroepor ganisaties lagen zoals altijd over hoop met elkaar en met hun col lega-bestuursleden namens de kroon en namens de maatschap pelijke en culturele organisaties. Onenigheid troef tijdens Jur gens' voorlaatste bestuursverga dering en besluitvorming, ho Jurgens zelf bleef inmiddels de voorzitter die hij tien jaar ge weest was hij is het gewend en toont zich vastberaden om tot op de laatste dag van zijn voorzitter schap 'de man van het algemeen Radio belang' te blijven. Ook al lijkt, na hem, de zondvloed van minister Brinkman aanstaande, ook al werkt het NOS-bestuur tot op die laatste dag traag, moeizaam en ook al is de besluitvorming op wezenlijke punten, die de om roeporganisaties aangaan, vaak minimaal. Gehalveerd Het argument van Jurgens' 'vijanden' bij zijn omstreden be noeming in 1975 dat hij door zijn onbekendheid met de omroep ongeschikt zou zijn, werd al snel ongeldig. Hij ontwikkelde zich in hoog tempo tot een deskundige, ook al is hij nu, terugblikkend op zijn omroeploopbaan, nog altijd de 'over-genuanceerde' voorzit ter die vrijwel geen zin afmaakt zonder er halverwege een andere wending aan te geven om toch maar precies aan te geven hoe de zaken er wat hem betreft voor staan. De bijzondere positie die een NOS-voorzitter inneemt, is de1 meest aannemelijke oorzaak van een dergelijke opstelling. Jur- gens onderstreept het feit dat hij als voorzitter van het NOS-be stuur aan zovelen verantwoor ding diende af te leggen („van Onze Lieve Heer tot aan de mi nister van WVC") en beschouwt zijn vertrouwenspositie als één van de belangrijkste kenmerken van zijn functie. „Bemiddelend centrum in dit milieu van on enigheid", zo beschreef een be stuurslid de belangrijkste taak van de voorzitter onlangs nog. Jurgens: „Het tot elkaar bren gen van partijen is inderdaad mijn belangrijkste taak geweest - alleen valt dat niet op, de keren dat dat lukt. Juist als het niet lukte kreeg dat de aandacht. Ik denk dat mijn opvolger het daar mee gemakkelijker zal krijgen, nu het bestuur gehalveerd wordt. Ik had graag een veel per soonlijkere relatie gehad met alle bestuursleden. Regelmatige per soonlijke gesprekken geven je inzicht in wat er dwars zit, maar met 32 bestuursleden is daar een voudig de tijd niet voor". „Onze zwakte tegenover het ministerie van WVC is de ver deeldheid over wat de taak van de omroep in de samenleving is. In onze reactie op de Medianota heb ik een hoofdstukje kunnen smokkelen over de 'publieke dienst omroep', een stokpaardje van mij, maar in de conceptwet staat van alles over de rechten van zendgemachtigden bij het verzorgen van uitzendingen. De hele wet is geschreven als be scherming van degene die uit zendt en er is buitengewoon wei nig gedaan om de kijkers en luis teraars te beschermen. Bijvoor beeld het recht van de radioluis teraar op een behoorlijke pro grammering". Jurgens steunt de klacht van velen, dat de radioprogramme ring in Nederland nog altijd niet overzichtelijk is. Hij is voorstan der van een duidelijke zen derkleuring en zou graag elke dag op dezelfde tijd een gelijk soortig programma aantreffen, de zogenaamde 'horizontale' in deling. Jurgens: „Het radioprogram ma 'Met het oog op morgen' en het nieuws zijn eigenlijk de enige programma's waarop ik met ze kerheid kan afstemen - ze zijn er elke dag op dezelfde tijd. Maar vanmorgen nog, ik zit in de auto, stem af op Hilversum-4 en dan krijg ik toch weer zo'n dominee, die overigens een voortreffelijk programma maakt, daar gaat het niet om, maar daarvoor heb ik Hilversum-4 niet aangezet. Van dat soort voorbeelden zijn reek- „De oorzaak? Elk onderdeel van het omroepbestel beschouwt zich als een vertegenwoordiger van zijn eigen achterban en dus van de hele samenleving. Een man als Bordewijk (NOS-be- stuurslid van Veronica, red.) zegt ook met zoveel woorden, en dat meent hij ook: „Wij vertegen woordigen alle Nederlanders, want als je alle leden van omroe pen optelt dan kom je bij 90 pro cent van alle volwassen Neder landers". Maar dat is natuurlijk een drogreden, want niemand is lid of abonnee geworden om die ene omroep het alleenrecht van uitzenden te bezorgen. Althans, ik ken niemand die zegt: ik ben lid van de EO en daarom wil ik dat alleen nog de EO uitzendt". „Ons systeem gaat daar ook helemaal niet van uit. Een lid van bijvoorbeeld Veronica is ook nog betaler van omroepbijdragen en heeft daarmee ook nog recht op een behoorlijke programmering door de anderen. Het is een ver keerd idee dat ik alleen in Vero nica geïnteresseerd zou zijn, om dat ik daar lid van ben". „De kroonleden en culturele leden in het bestuur zijn daarvan uiteraard iets méér doordrongen dan de vertegenwoordigers van omroeporganisaties. Zij zijn de genen die een besluit steeds bo ven het eigen belang van de om roeporganisaties moeten uittil len, om pakweg die horizontale programmering mogelijk te ma ken. Daar zaten vaak de botsin gen in het bestuur en dat is ook heel gezond. De kroon- en cultu rele leden zijn er voor dat alge mene belang en ik heb me vaak gedwongen gevoeld om hun zij de te kiezen, overigens óók om dat zij de zwakkere partij vor- „Want die jongens van de om roeporganisaties zijn professio nals, ze doen de hele dag niks an ders; de kroon- en culturele le den zijn daartegen niet opgewas sen. Zij moeten grotendeels oor delen aan de hand van schriftelij ke stukken. Ik had het ongetwij feld makkelijker gehad als ik minder vaak had laten blijken dat ik het niet eens was met de omroeporganisaties, maar een NOS-voorzitter is veel méér dan slechts een arbiter". Bonte hond Jurgens glimlacht bij het idee dat hij ondanks al deze (openba re) verdeeldheid in Den Haag toch nog gezien wordt als 'de bonte hond die zonder onder scheid voor Hilversum opkomt'. „Ik stel nu vast dat wij van de weeromstuit eensgezind lijken, dankzij het feit dat de heer Brinkman een voorontwerp van wet heeft gemaakt dat nergens op lijkt. Maar dat is eensgezind heid in verzet. We zijn het na tuurlijk wel eens op die paar punten, maar dat de omroepen het de laatste tijd allemaal met elkaar eens zijn is slechts schijn". „Ik denk ook dat het in een pluriform bestel erg veel ge vraagd is om eenheid in het posi tieve te vinden. Want als men pluriform is, heeft men ook an dere ideeën over de samenleving als geheel en over de inrichting van het omroepbestel als onder deel daarvan". Terugkomend op zijn somber heid van eind 1984, herinnert hij zich dat het gebrek aan eensge zindheid binnen de omroep „de ze minister méér dan gelegen heid heeft gegeven" om nu met. de omroepen te sollen, door ad viezen van onder meer de Om- roepraad de ambtelijke werk groepen naast zich neer te leggen en zijn eigen mediaplannen door te drukken. „De minister heeft nadrukke lijk ingespeeld op die verdeeld heid. Hij is met de voorzitters van de omroeporganisaties gaan overleggen over de toekomst van de NOS, buiten mij om. Dat is een verdeel- en heerspolitiek. De omroepvoorzitters vonden dat toen prachtig; ze dachten: nu krijgen we wat te zeggen en ze hebben er toen ook doorgedrukt dat de omroepen een meerder heid zullen krijgen in het toe komstige NOS-bestuur. Wat ik overigens een slechte ontwikke ling vind omdat het algemeen belang daarmee weer in het ge drang zal raken". „Achteraf kan ik ze dat eigen lijk niet zo kwalijk nemen. Naast de zaken waarover het NOS-be stuur gewoonlijk mocht beslis sen, is nu ook de toekomst van het bestuur zelf in het geding. Het is een beetje teveel gevraagd om ook nog van zo'n bestuur te verwachten dat het daarin als eenheid optreedt; ik ben daar over teleurgesteld, maar de reali teitszin gebiedt datje nu niet een optreden-in-eenheid mag ver wachten". Maar Jurgens' kritiek op de voorgestelde veranderingen in het omroepbestel raakt natuur lek in de eerste plaats de politiek en met name WVC-mini ster Brinkman. Engels model De mediaplannen van Brink man zijn volgens Jurgens niet gebaseerd op 'een consistente vi sie op de taak van de omroep in de samenleving'. „Je kunt niet zoiets wezenlijks opnieuw rege len als je van een managersop vatting uitgaat. Wat je wel zou kunnen doen is het huidige be stel bijschaven en stroomlijnen op de punten die niet goed lopen, dat heeft hij niet gedaan. Hij kwam met een zogenaamde nieuwe conceptie, met een me diawet, maar dat is helemaal geen nieuwe conceptie". Met een lezing op het instituut voor massacommunicatie in Nij megen gaf Jurgens onlangs al aan, dat het anders kan. Gestoeld op een theoretische basis, schet ste hij een vernieuwd omroepbe stel zoals dat er in zijn visie uit zou moeten zien. Eén omroep met een 'publieke poot' en één met een 'commerciële poot', strikt van elkaar gescheiden en onder toezicht van twee onafhan kelijke besturen, naar Engels model. Omroeporganisaties zou den dan kunnen kiezen, bij wel ke van de twee ze hun zend machtiging willen hebben! „Ik heb dat nog niet verder uit gewerkt, maar ongeveer zo had ik het aangepakt", aldus Jur gens. Op de vraag naar zijn toe komstplannen blijft hij zeggen dat hij „nog geen idee" heeft. Eerst wil hij van het hem toeko mende wachtgeld gebruik ma ken om 'eindelijk eens op de eventuele lauweren te rusten", zo grapt hij, al lijkt Jurgens er zeer toe aangetrokken om 'het in tellectuele met het ambachtelij ke te combineren' door zelf in de pen te klimmen en zich te blijven inzetten voor een omroep die in de eerste plaats het publiek ten dienst is. 'Het Nederlandse beleid inzake vrede en vèiligheid heeft alle trek ken van wat ik zou willen noemen, noodlotspolitiek. Wij zullen helaas moeten leren leven met a. kernwa pens, en b. het Oost-Westconflict. Wie a. niet kan verdragen, wordt afgekocht met 'onderhandelingen', en wie zich niet bij b. wenst neer te leggen, krijgt wat 'détente' aange boden. En verwacht vooral geen op eigen houtje ondernomen initiatief van Nederland; daar zijn we niet op gebouwd'. Deze somber ogende zinsneden staan in het nawoord van het on langs verschenen dagboek van Mient Jan Faber, secretaris van het Interkerkelijk Vredesberaad, on der de titel 'Min x min plus', een variant op de vele kruisraketteni- deeën waarmee politiek Nederland in de achterliggende jaren heeft ge speeld, gestoeid en geworsteld. Zo als: de crisis variant, de invliegva- riant, de Texelse variant en de 'ko- nijn'-variant van Lubbers, die uit eindelijk resulteerde in het kabi netsbesluit van 1 juni vorig jaar: wel plaatsen indien aan Russische kant meer dan 378 SS-20 raketten staan opgesteld. Faber blijkt niet echt somber, maar realistisch en dat leidt in zijn werk al gauw tot cynisme. Het is tegelijk ook zijn kracht; hij schrijft afstandelijk, met meer gevoel voor feiten dan voor heilige principes. Hij kiest voor het praktische mid den, met een zekere weerzin ten opzichte van radicaal links en rechts. Buts Zijn dagboek beschrijft de perio de van de grote demonstratie op 29 oktober 1983 in Den Haag (met een half miljoen mensen) tot en met 6 augustus 1984, de dag waarop het IKV-bestuur een verweerschrift voltooide voor de IK.V-campagne- raad. Daarin werd verantwoording afgelegd voor het politieke optre den van de IKV-top, die een maand tevoren nog een flinke buts had op gelopen na een interview met Mient Jan Faber voor de IKON-ra- dio. Faber zou zich daarbij hebben uitgesproken voor tijdelijke plaat sing van de kruisraketten onder voorwaarden. Feitelijk onjuist, maar het misverstand was gewekt en Faber werd uitgemaakt voor al les wat lelijk was. Het zag er toen donker voor hem uit, maar Faber reageerde, zo blijkt uit zijn dagboek, verbluffend laco niek op de grote krantekoppen en kritische geluiden waarmee hij werd bestookt. Dat gaat dan in de trant van: 'Boem', 'Daar gaan we' en - bij het NOS-Journaal - 'De vre desactivisten zullen verbijsterd en soms met bloeddoorlopen ogen aan hun toestel zitten'. Fabers dagboekaantekeningen zijn in meer dan één opzicht ont hullend. Ze geven een gedetail leerd beeld van de internationale vredesbeweging en van het politie ke krachtenveld waarin Faber zich kennelijk met groot gemak be weegt. Maar ze zijn vooral interes sant, omdat ze een duidelijke ver schuiving laten zien in het denken over kernbewapening, toegesne den op die vermaledijde raketten. Zo zie je de CDA-defensiespecia- list Ton Frinking aanvankelijk nog zeggen dat plaatsing hem gestolen kan worden, maar gaandeweg raakt hij geërgerd over allerlei, hem aangereikte 'nul- of nul-plus varianten' waarmee hij bij zijn frac tie geen voet aan de grond krijgt. Uiteindelijk legt hij zich neer bij het schamele 1 juni-besluit van het kabinet en gaat hij dus impliciet akkoord met plaatsing-onder-voor waarden. Iets dergelijks doet zich voor bij CDA-minister De Ruiter en zijn partijgenoot-staatssecreta ris Van Houwelingen (defensie), die hun aanvankelijke weerzin te gen de raketten laten varen terwil- le van een politiek praktischer op lossing. Wonderformule Fabers rol bij dit politieke proces is opmerkelijk. Hij heeft toegang tot alle mogelijke politici - van hoog tot laag - die hij zelfs af en toe, zoals Frinking, behartenswaardige suggesties influistert. Bij een van die sessies, op 23 februari 1984, vraagt Faber aan Frinking: 'Ga jij straks tegen plaatsing stemmen, Ton?'. Antwoord: 'Ja, hoor. Ik denk van wel. Joep (de Boer ww.) en ik, de twee voorzitters van de fractiecommissies voor BZ en De fensie, zijn beiden tegen. De Ruiter ook. En iedereen weet dat. Maar de wonderformule hebben we nog steeds niet gevonden'. Geen van de politieke partijen wordt door Faber gespaard, voor zover dat althans nodig is. Zelfs de PvdA niet ('...wat koop je in een po litiek debat voor een 'heilig' nee?'), ofschoon hij zich met die partij duidelijk verwant voelt. Het is te kenend voor zijn praktische opstel ling, die zich allerminst verdraagt met dogma's of louter ethiek. Het brengt hem ook talloze keren in conflict met zijn achterban, die net als sommige persmedia vaak wat minder oog heeft voor nuances ('De godsdienstoorlóg rond de kruisraketten woedt in alle hevig heid'). Fabers nawoord - een nogal plechtig slot - beweegt zich tussen hoop en vrees. Hij verklaart de kracht van de Nederlandse vredes beweging door het ontbreken van een eigen politieke visie van 'Ne derland' op het internationale po dium. "De vredesbeweging is een demonstratie tegen de politieke machteloosheid. Tegen het feit dat Nederland niet bereid is om zelf standig - ook als lid van de NAVO - politieke wegen te gaan die uit zicht kunnen bieden. De bokke- sprongen van het kabinet-Lubbers vallen hier niet onder. Zolang de situatie niet verandert, zal de vre desbeweging haar eisen aanscher pen en compromissen (kleine stap pen) uit den boze achten". WIM WIRTZ V Mient Jan Faber. Het 'open pinksterweekend' van het evangelistenechtpaar Lucas en Jenny Goeree in Drie bergen gaat niet door. De beheer der van het conferentie-oord 'Het Centrum', waar het weekeinde zou worden gehouden, heeft de Goeree's laten weten, dat ze bij hem niet langer welkom zijn. Re den is de 'antisemitische uitlatin gen' van het echtpaar, die - naar beheerder J. A. Tichelaar ver klaarde - voor het bestuur van het centrum onaanvaardbaar zijn. Het echtpaar Goeree hield drie vier keer per jaar een conferen tie op deze plaats. De 'Stichting tot bestrijding van antisemitis me' (Stiba) zal binnenkort bij de rechtbank in Zwolle een aan klacht tegen hen indienen omdat zij in publikaties de indruk wek ken, dat de joden door hun ver werping van Jezus Christus zelf schuldig zijn aan hun vervolging. Volgens de stichting is dat discri minatie vanwege ras, godsdienst of levensovertuiging. Spreekverbod. In een brief aan de christelijke basisgemeen schappen in Latijns-Amerika (in het bijzonder Brazilië) wijst het Missionair Centrum in Heerlen het Vaticaanse spreekverbod voor de bevrijdingstheoloog Leonardo Boff met grote beslist heid af. "Zo'n maatregel blokkeert on ze gezamenlijke inspanning om vanuit het evangelie antwoorden te zoeken op de noden en vragen van onze tijd", schrijft het Heer- lense centrum, dat zich "op basis van het geloof inzet voor gerech tigheid en liefde". In de theologische beschou wingen van Boff beluistert het centrum de solidariteit van de basisgemeenschappen met ar men en verdrukten, hun lijden en zorgen, hun gelovige hoop en inspiratie. "Het spreekverbod voor Boff slaat daarom op u te rug". "U moet weten, dat wij u, tot steun willen zijn waar wij maar kunnen". Telegram. Het moderamen (bestuur) van de hervormde sy node betuigt in een telegram so lidariteit aan de leiders van het Zuidafrikaanse 'Verenigd Demo cratisch Front', de belangrijkste organisatie tegen de apartheid in het land. De acht leiders, die van hoogverraad worden beschul digd, kregen maandag te horen, dat hun proces tot 11 juni is uit gesteld. Het Front is geen verbo den organisatie in Zuid-Afrika. Eigen ziekenhuis. De ortho dox-gereformeerde gezindte krijgt binnen afzienbare tijd de beschikking over een eigen psy chiatrisch ziekenhuis. Het komt in Bosch en Duin (Utr.). De ope ning is over twee jaar te verwach ten. In het begin zal nauw wor den samengewerkt met het gere formeerde verpleegtehuis 'De Wijngaard' in dezelfde plaats. Behalve voor dit ziekenhuis gaf staatssecretaris Van der Reyden ook toestemming voor poliklini sche activiteiten in Dordrecht en Zwolle. Het initiatief is voortgekomen uit vrijgemaakt-gereformeerde kring. Later sloten de Gerefor meerde Gemeenten zich hierbij aan. Het bestuur biedt ook plaats aan de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk. Binnen de orthodox-gerefor meerde bévolking bestaat onte vredenheid over de geestelijke aanpak van de psychiatrie, voor al het ontbreken van begrip voor de levensbeschouwelijke achter grond. Deze bevolkingsgroep telt rond 400.000 mensen. Als on geveer 1 promille voor klinische hulp in aanmerking komt, gaat het om zo'n 400 patiënten. Samen op weg. Volgens het Confessioneel Gereformeerd Be raad is de gemeenschappelijke 'verklaring van overeenstem ming ten aanzien van het samen kerk-zijn' een te smalle basis om vruchtbaar te kunnen werken aan een verdergaande hereni ging van de Gereformeerde Ker ken en Hervormde Kerk. Het be raad schrijft dat aan alle vergade ringen van de Gereformeerde Kerken in Nederland en aan zijn eigen leden. De inhoud van die verklaring, zegt het Confessioneel Gerefor meerd Beraad, is niet verwerpe lijk, maar wel te weinig. De ver klaring moet duidelijk uitspre ken, dat verscheidenheid van ge loof ten aanzien van de kernpun ten van het belijden in strijd is met het wezen van de kerk. Eind vorig jaar gaf de gecombi neerde hervormd-gereformeerde synode haar goedkeuring aan de 'verklaring van overeenstem ming'. Pinksterdienst op tv. De IKON-tv zal zondagmiddag om 5 uur een pinksterdienst voor do ven en horenden uitzenden van uit de gereformeerde Triumfa- torkerk in Katwijk aan Zee. Voorganger is de hervormde do- venpastor F. A. L. Franken uit Zeist. Orgel. De Zwitserse organist Thomas Leutenegger geeft van avond om kwart over 8 een con cert op het orgel van de Imma- nuelkerk (Kerkstraat 3) in Rijns burg. In de gereformeerde kerk van Oude Wetering (Kerkstraat 50)* begint op tweede pinksterdag om half 8 een orgelavond met leerlingen van de streekmuziek- school. Tot besluit geeft hun le raar, Nico de Raad, een kort con cert (met onder andere een tocca ta van Widor). Orgelconcerten in de Lisser Sint Agathakerk zijn er op de donderdagen 13 juni (Gijsbert Lekkerkerker), 18 juli (Bernard Bartelink), 15 augustus (Charles de Wolff), 5 september (Johan Akerboom) en 10 oktober (Mi chelle Leclerc). Het orgelseizoen in Lisse besluit op zaterdag 9 no vember met een wedstrijd voor amateurs. Politiek. Driehonderd Tsje- choslowaakse priesters die in fe bruari aan een congres van de re geringsgezinde priesterbewe ging 'Pacem in Terris' hebben deelgenomen, kregen nu van de paus te horen, dat de Vaticaanse normen voor verenigingen van priesters niet worden veranderd. Volgens een decreet van maart 1982 mogen priesters geen lid zijn van een politeke beweging. Dat geldt ook voor 'Pacem in Terris'. Overigens dankt de paus de Tsjechoslowaakse priesters voor de trouw aan hun bisschoppen en hun verbondenheid aan de Heilige Stoel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 11