Wij leven vrij...en blij?
tel
p
K
DE RESULTATEN VAN EEN ENQUÊTE NAAR DE VRIJHEIDSBELEVING IN NEDERLAND
ao
L
in
ign d
nu*
Hr is
(*t weiniq'
®'htfd
-Qy
Vraaq
IS
'ïufc
'V
kin
w C-entnjrnV^.
party mott 1 w
v-erboden
worden!
W*tn
Ontyj.
ikmj>
'■SSVOri
Wtirieir
Sn
P'W
zt
(woettv
harder teW
\de jLf^kie
optreW
'en,
gourds ft,
rrwiK.
iSe^
A
Mu\l
alteraii
V>
/wtus ,s>
«u's c/ad/'o!
we hebben jpiA
{^fóPPPeri nojiir
W8f'1
(r
Pr isJiA v
jeen hond, (JA
zich aan^A
maximum
snelheid
houdt-1
1Kb
Ai sis
At
nou
vind
IK
v//nkds>
mieter
■$mr
sWtnemb'
hotveelpM
net ciict met <fe£
\8Kfilebe -eeiï
fn!
de i
en-tóev
ik houd
niet van
^meninjen
iS
'..bloü?
■;3eer
rnenmjj
iV
a:
)l<c heb
nieiïgrjci mee A
op beru^/
.kan va/ien
(//->
hn
„De uitkomsten van de GPD-
enquéte geven een schitterend
beeld van de Nederlandse pu
blieke opinie. Eindelijk komt
de zwijgende meerderheid aan
het woord". Tot die conclusie
komen de drie onderzoekers na
het analyseren van de enquête
formulieren die GPD-lezers in
december 1984 hebben inge
vuld en opgestuurd. De weten
schappers schilderen een por
tret van de Nederlander: de
vrijheidsbalans lijkt doorge
slagen.
„Wanneer mensen zeggen dat ze
zich nu vrijer voelen dan in het
verleden, dan hangt het er natuur
lijk wel van af met welke periode
ze de huidige tijd vergelijken.
Kijkt iemand terug op de
oorlogsperiode dan is het toegeno
men vrijheidsgevoel vanzelfspre
kend. Maar uit de enquête blijkt
dat ook vergelijkingen met andere
perioden mensen tot de conclusie
brengen dat er meer vrijheid is ge
komen".
Dit zegt prof. dr. B.M.S. van
Praag, hoogleraar in de wiskundi
ge economie aan de Erasmus uni
versiteit in Rotterdam. Hij is één
van de drie wetenschappers die
zich hebben gebogen over de ruim
12.000 reacties die werden gege
ven. Hij deed dat samen met prof.
dr. M. van de Vall, hoogleraar aan
het instituut voor sociaal beleids
onderzoek van de Leidse universi
teit en mevrouw drs. A. Hagenaars,
wetenschappelijk medewerker
aan de Leidse universiteit (verbon
den aan het Centrum voor onder
zoek van de economie van de pu
blieke sector).
Inperking
V'
Wat het drietal verbaasde is dat
een kwart van de inzenders liet
weten dat er naar hun mening te
veel vrijheid bestaat op diverse ge
bieden. „Wij hadden wel een be
hoorlijk percentage verwacht op
gevoelige terreinen als drugs en
pornografie, maar het blijkt dat
veel Nederlanders in het algemeen
behoefte hebben aan inperking
van hun eigen en andermans ge
drag".
Mevr. Hagenaars: „Er zit wel een
tegenstrijdigheid in de beantwoor
ding. Mensen willen enerzijds een
betere handhaving van de regels,
maar willen anderzijds in groten
getale zaken als zwart werken en
zwartrijden tolereren. Men wil re
gels voor de buurman, niet zozeer
voor zichzelf".
Van de Vall: „Het is opvallend
hoe iemands opleiding invloed uit
oefent op z'n vrijheidsbeleving.
Hoe lager de opleiding, des te meer
wordt gevraagd om regels en hand
having daarvan. Mensen met een
hogere opleiding weten makkelij
ker met vrijheid om te gaan".
Mevr. Hagenaars: „Leeftijd is
ook een belangrijk gegeven. Oude
ren vinden dat de vrijheid nogal
eens is doorgeslagen, jongeren heb
ben daar minder last van. Daar
naast is de politieke voorkeur een
bepalende factor voor iemands
vrijheidsbeleving. CDA, WD en
klein rechts vinden dat er over het
algemeen sprake is van teveel vrij
heid; bij PvdA en klein links vindt
men dat er geen sprake is van te
veel vrijheid".
„Daarbij moet wel een onder
scheid worden gemaakt tussen
twee aspecten. Je hebt het morele,
zedelijke aspect waar bijvoorbeeld
zaken als pornografie en drugge
bruik onder vallen. In dat opzicht
wil de meerderheid minder vrij-
heid. Anderzijds heb je het mate
riële, economische aspect. Op dat
terrein wil men meer vrijheid. Be
lasting ontduiken wordt echt door
ontzettend veel mensen acceptabel
gevonden, in alle lagen van de be
volking. Het is één van de weinige
onderwerpen waar klein links en
klein rechts elkaar vinden".
Representatief
De onderzoekers hebben 10.000
ingevulde formulieren ontvangen.
Zo'n 7000 waren bruikbaar. Zo ont
stond een steekproef van 12.000 Ne
derlanders (velen hebben samen
ingevuld) die na ijking representa
tief is voor de totale bevolking. Bij
veel andere steekproeven worden
meestal 'maar' duizend mensen on
dervraagd. Van Praag: „Hoe groter
de omvang van een enquête, hoe
groter de kans dat alle lagen van
de bevolking in de enquête verte
genwoordigd zijn wat de represen
tativiteit vergroot".
Min of meer gelijktijdig met de
GPD-enquête heeft het onderzoeks
bureau NIPO een zogenaamde ij-
kingsenquête gehouden om de uit
komsten op hun betrouwbaarheid
te toetsen. Van der Vall: „De eerste
resultaten van die ijking geven
aan dat we vertrouwen mogen heb
ben in onze uitkomsten. We hadden
trouwens al de overtuiging dat de
genen die de moeite hebben geno
men om de formulieren in te vullen
er met overgave aan hebben zitten
werken. In de antwoorden treden
geen grillige, onverklaarbare pa
tronen op".
Hagenaars: „De ingezonden ant
woorden zijn herwogen op vier fac
toren: opleiding, leeftijd, politieke
partij en gezinstype. Via bepaalde
methoden is de enquête represen
tatief gemaakt. Mij is opgevallen
dat bepaalde thema's, die soms op
eens heel belangrijk worden ge
vonden in de politiek, bij de men
sen nauwelijks leven. Bijvoor
beeld positieve discriminatie van
vrouwen. Tachtig procent van de
inzenders vindt dat vrouwen geen
voorrang moeten hebben bij solli
citaties. Bij vrouwelijke inzenders
vind je een vergelijkbaar percenta
ge".
Mevr. Hagenaars noemt nog een
ander voorbeeld. „In de politiek
billijkt een niet onaanzienlijke
groep de mening dat schoolbestu
ren het recht hebben om homofiele
leerkrachten te ontslaan. Van de
inzenders, ook die met een christe
lijke achtergrond, vindt maar
liefst 75 procent dat schoolbestu
ren dat recht niet zouden mogen
hebben. Ik vraag me af of politici
zich dat verschil van inzicht met
de kiezers realiseren".
Niet extreem
Een halfjaar geleden spraken de
drie onderzoekers de hoop uit dat
'de zwijgende meerderheid' via de
enquête de kans zou grijpen om
zich te uiten. Is dat gebeurd? Van
Praag: „Ik heb er wel vertrouwen
in. De sprekende minderheid hul
digt vaak extreme standpunten.
De enquête heeft veel niet-extreme
antwoorden opgeleverd. Boven
dien hebben veel ouderen en men
sen met slechts een lagere school
opleiding gereageerd en die heb
ben meestal niet snel de neiging
hun meningen naar voren te bren
gen".
De gegeven antwoorden zijn ove
rigens wel gekleurd door nostal
gie, een bekend effect bij dergelij
ke enquêtes. Immers, mensen zijn
eerder geneigd zich prettige dan
vervelende dingen uit het verleden
te herinneren".
Van Praag: „Die nostalgie is niet
erg. Het gaat om een momentopna
me. Hoe denken en voelen mensen
op dit moment? Als ze zich nu on
veiliger op straat voelen dan vroe
ger, dan hoeft dat objectief gezien
niet zo te zijn. Daar zou je de statis
tieken voor moeten nakijken. Maar
het is wel iets waar beleidsmakers
rekening mee moeten houden. Wij
hebben dus de subjectieve
werkelijkheid gemeten, de
werkelijkheid zoals mensen die be
leven, niet zoals hij objectief is".
Van de Vall: „De enquêteresulta
ten kun je beschouwen als de pu
blieke opinie op tal van terreinen.
Politici, vakbonden, kerkgenoot
schappen en andere organisaties
die zijn geïnteresseerd in die opi-f
nie doen er verstandig aan de en
quête niet te negeren".
Van Praag: „Kijkend naar de toe
komst kun je uit de enquête heel
voorzichtig een terugkeer naar
conservatieve denkbeelden aflei
den, een herstel van oude waarden.
Dat is trouwens niets nieuws, want
de geschiedenis geeft door de jaren
heen een golfbeweging tussen ver
nieuwing en conservatisme te
zien".
33 c
err
Ac
ffèestjès.
\t\t-
Moet-
v
Ml
Veertig jaar geleden keerde de stilte
terug in Europa. Het gebulder van ka
nonnen verstomde, bomluiken bleven
dicht, het vuur in de verbrandingso
vens werd gedoofd. Er kwam een ein
de aan vijf jaar absolute waanzin.
Herdenken doet pijn. Oorlog en
vernietiging barsten uit de beeldbuis,
300 nieuwe en herdrukte boeken pui
len uit de winkels. De wonden van de
herinneringen worden opnieuw open
gereten. Dr. Lou de Jong, de beschrij
ver van de geschiedenis van de Twee
de Wereldoorlog, zegt over de herden
king: „Het is bekend dat alle mensen
die uit concentratiekampen en gevan
genissen zijn teruggekeerd, het om
streeks de bevrijdingsdagen elk jaar
moeilijker hebben dan in enige ande
re periode. Dat is waar, maar als wij
niet zouden herdenken, dan zouden
die mensen nog veel dieper gekwetst
worden".
Een centrale vraag stelden wij aan
hem: Heeft die oorlog grote verande
ringen gebracht in het vrijheidsge
voel van de Nederlander?
„Ik vind dat je de oorlogs- en de
bezettingstijd niet kan zien als een
dramatische breuk in de Nederlandse
geschiedenis. In de regering in Lon
den waren nogal wat mensen, konin
gin Wilhelmina voorop, die echt
droomden van een totaal vernieuwd
Nederland na de oorlog. Daar heb ik
nooit in geloofd. Ik dacht: we zullen
zeker bepaalde dingen beter doen na
de bevrijding, maar in een volledig
nieuwe start op basis van een revolu
tionaire geestelijke omwenteling heb
ik nooit in geloofd".
„De Duitse bezetting betekende het
afbreken van een lijn die zich in de
jaren dertig al aftekende. Toen onder
kenden meer en meer mensen de ge
breken van de vooroorlogse democra
tie. Zij beseften dat de staat een veel
grotere rol moest gaan spelen in het
economisch leven. Ondanks de moei
lijkheden en verwoestingen hebben
wij echter de afgebroken lijn in 1945
weer opgepakt. Bij de eerste verkie
zingen na de oorlog is alweer geble
ken dat aan het verzuilde karakter
van de Nederlandse samenleving in
wezen sinds '45 niets was veranderd".
„Kijk je nou in perspectief vanaf
1985 over die hele periode tot 1945 te
rug, dan valt de breuk heel duidelijk
in de zestiger jaren. Met het doorbre
ken van een, zeg maar, nieuwe morali
teit, is sindsdien die verzuiling in Ne
derland vrij grondig afgebroken.
Maar dat heeft niets met de Tweede
Wereldoorlog of met de Duitse bezet
ting te maken. Ik zie dat als onderdeel
van een brede geestelijke ontwikke
ling in de ruimste zin des woords, die
zich in de hele westelijke samenle
ving heeft voorgedaan en die eigen
lijk met het studentenprotest in de
Verenigde Staten is begonnen. Die
zou zich in ons land ook hebben voor
gedaan, ook als we in het geheel geen
Duitse bezetting hadden gekend", al
dus De Jong.
De uitkomsten van de enquête be
vestigen deze uitspraak.