Onbegonnen Werk Confrontatie op de Blauwpoortsbrug Bevrijd Leiden in beeld VRIJDAG 3 MEI 1985 Bordewijk (1) Zal stadsverwarming in Lei den straks financieel een succes zijn? Rond het antwoord op die vraag heerstna alle optimisme in de jaren zeventigveel mist en twijfel. De meeste gemeenten zien er niets meer in, maar Leiden heeft in de jaren 1980-81 besloten ertoe over te gaan in de wijken Ste venshof, Schuttersveld en Leeu wenhoek. Eén van de voorstanders was de wethouder van financiën, Paul Bordewijk (PvdA), en in het laatste nummer van het blad 'Stadswerk' loont hij zich nog al tijd zeer optimistisch over de af loop, ofschoon pas over zo'n 25 jaar met zekerheid kan worden vastgesteld of de (hoge) investe ring de moeite waard is geweest. Bordewijk goochelt in het stuk met miljoenen. Volgens het 'sce nario' zal de winst ten slotte 100 miljoen bedragen en als allerlei dingen tegenzitten nog altijd 40 miljoen. Waarop stoelt al dat enthou siasme en die zelfverzekerdheid? Eigenlijk op niets. Tussen 1980, toen het besluit werd genomen, en nu is er al zoveel veranderd dat al tamelijk veel van dat gecijfer niet meer deugt. In 1980 dacht men met dit systeem een miljard kubieke meter aardgas te bespa ren. Dat is inmiddels terugge bracht tot een half miljard. Als het rekenwerk al na vijfjaar met dat soort afwijkingen te maken krijgt, past over de afloop enige bescheidenheid om niet te zeggen huiver. Maar Bordewijk holt als een onbekommerde padvinder voort. Er komen immers nog al lerlei gebouwen op het Schutters veld en de Leeuwenhoek, zo roept hij in een rozegeur-sfeertje uit. Maar waar hangt het succes nu voornamelijk van af? Van de rentestand, de inflatie en de ener gieprijzen. Geen mens kan daar iets zin nigs over zeggen. Dat blijft een kwestie van gissen en koffiedik- kijken. Je kunt hópen, meer niet. Uit een paar zinnen kun je proeven dat Bordewijk énige twijfel koestert aan zijn geschuif met tiendelige breuken. Hij meldt tenminste dat het "nog te vroeg is om de buit te verdelen". En hij zegt tussen neus en lippen ook dat als er in 2007 verlies mocht zijn de bewoners daar niet met een voor hoeven op te draaien, "want dan worden eerst de reser ves van het energiebedrijf aange sproken". Denkt-ie. Tweeduizendzeven. Bordewijk is dan met vut en vermoedelijk gehuisvest in een geriefelijk oord waar ze het zekere voor het onze kere hebben genomen en maar niet aan stadsverwarming zijn begonnen. Bordewijk (2) In het interview in 'Stadswerk' laat Bordewijk ook weten dat hij "voorlopig nog geen zin heeft in een andere baan". Hij ontdekt nog elke dag nieu we kanten aan het wethouder schap. "Misschien dat ik over vijf jaar eens naar een andere functie ga uitkijken", zo zegt hij. Met ande re woorden: voor hem staat als een paal boven water dat hij te rugkeert in het college van B. en W.hoewel er nog zo'n kleinigheid als een verkiezing moet worden gehouden en ook zijn partij er toch wel iets over zal willen zeg gen. Christelijk bevlogen figuren zouden in zo'n situatie haastig de woorden Deo volente (Zo God het wil) inlassen, wantje weet maar nóóit, maar in de PvdA heersen kennelijk louter spijkerharde ze kerheden. Bordewijks collega Tesselaar heeft eens verkondigfi in dit vak het zilveren jubileum te gaan vieren. Ja, bij wijze van grap, maar in de politiek rusten grappen altijd op een fundament van schokbeton. Wat wil Bordewijk na 1990 gaan doen? Burgemeester wor den? Hij lijkt er geknipt voor. Dat hoofd, dat zuinige gepas op de centjes, die afgemeten uitspra ken ze vragen gewoon om de ambtsketen. Een gemeente als pakweg Oude Pekela steekt nu al begerig de handen naar zo'n type uit. Maar nee. "Ik ambieer het burgemeesterschap in het geheel niet". Jammer, jammer. De eerste bo reling uit de Haagse Schilders wijk die het tot burgervader had kunnen brengen. Het kan overigens alleen bete kenen dat hij op nóg hoger doelen mikt. Eerst een paar jaar in de Kamer en dan iets héél hoogs in het kabinet-Den Uyl IV? O, de natie zal nog wat beléven. Leidse kroniek door Ruud Paauw en John Kroon Besluiten.' De loopgravenoorlog rond de bescheiden uitbreiding van het sluitingsuur der etablissementen in het weekeinde duurt maar voort. Jaren is men er nu al mee bezig, burgemeester Goekoop heeft er zich met grote ijver op ge worpen, commissies hebben zich er over gebogen, raadsleden zijn in de kleine uurtjes van tap naar tap gesneld om te zien wat er al lemaal mis ging of mis kon gaan, de politie heeft er het hare van gezegd en geschreven en er is een proef gehouden. Er moet over dit hete hangijzer zo langzamer hand een dossier van volwassen omvang bestaan. Deze week hield de raadscom missie voor algemene zaken zich maar weer eens bezig met de uit slag van een enquête onder hore- ca-ondernemers, buurtbewoners en wijkverenigingen. Veel viel daar niet uit op te maken: van de 500 afgehaalde enquête-formulie- ren, waren er slechts 79 ingevuld teruggekomen. Moet je daaruit nu concluderen dat men het ver zet tegen dat uur later sluiten op geeft of juist dat de groepen die tegen het extra uur innemen zijn de enquête als overbodig be schouwen omdat hun bezwaren immers al lang bekend zijn? Na jaren van onderzoek en proefmeningen zou het heel ple zierig zijn als de Leidse gemeen teraadsleden nu eindelijk eens doen waarvoor ze zijn gekozen: een besluit nemen. Herrie (1) Hoe vaak per jaar en hoe luid Van der Pluijm: kleinzerige trommelvliezen? (foto Wim Dijkman) mogen zich in openbare plaatsen als De Burcht en het Van der Werf park disco's en popconcer ten afspelen? Met die vraag hield zich deze week de raadscommis sie voor bestuurlijke aangelegen heden bezig. De gemeentelijke geluidsman In 't Veld had daarvoor metingen gedaan en was voor het park tot een maximum van 85 decibellen gekomen voor een avondconcert) en voor De Burcht tot 65 van deze geluidsgrammen, die door des kundigen om allerlei mistige re denen worden afgekort tot dBA. Vonden vrijwel alle commissie leden dat, bij wijze van uitzonde ring, een uitstekend gevooisde popzangeiies) misschien iels meer vrijheid zou moeten hebben, het PvdA-raadslid Van der Pluijm ging bijna door het pla fond: er moesten nog minstens tien decibellen af, betoogde hij. Hij meende dat 105 decibel de pijngrens is en dat kun je de om wonenden niet aandoen. "Har der dan 105 decibel is popmuziek niet meer aan te horen", riep hij. Het had er veel van weg dat hij zijn eigen normen tot partijbe- leid wilde verheffen. Hij kondig de namelijk een interpellatie in zijn eigen fractie aan, mochten er nog raadsleden bestaan die dit barbaarse geweld zo maar goed keuren. Zijn eigen wethouder, Jit Peters, kreeg daarbij een uiterst onvriendelijke blik toegeworpen. Ach. Van der Pluijm mag na tuurlijk zeggen en proberen wat- ie wil. Daarvoor zit hij in de poli tiek. Als hij popconcerten en her rie precies hetzelfde vindt (en daar leek het veel op) dan is dat zijn zaak. Voor geïnteresseerden is vooral van belang de vraag hoe deskundig Van der Pluijm in deze materie is. Daar leek wel wat aan te schorten. Geluidsme ter In 't Veld hield de commissie voor dat de pijngrens bij 140dBA ligt en dat door de opgestelde ge luidsnormen popconcerten in De Burcht so wie so onmogelijk zijn. Maar Van der Pluijm hield zich vast aan de 105 decibel als een mo.ssel aan een scheepswand. De norm van een middelbare man met kleinzerige trommel vliezen. Ach, diep in zijn hart wil Van der Pluijm natuurlijk niets anders dan keurige strijkjes in het Van der Werfpark, maar dat durft hij net niet te zeggen. Herrie (2) zanger Joe Cocker de decibellen omhoog had gejaagd. Om het on gerief voor de buurtbewoners be perkt te houden, zonnen de com missieleden ook op sancties, mocht bijvoorbeeld een over-en- thousiast Motörhead een volgen de keer door de pijn- en geluid- barrière denderen. CDA'er Geel kerken dacht aan een geldboete, als publiek en omgeving te lang of te hard op een toegift worden vergast. Van Lint (PPR) stelde voor de versterker door de politie te laten ophalen, zoals bij gelui- doverlast in huiselijke kring ook gebeurt. Politiecommissaris Mostert juichte dit idee niet toe. "Je kunt niet een paar politiemensen dwars door een opgewonden me nigte van een paar duizend man een versterker laten meenemen", sputterde hij tegen. Waar zijn de tijden toch gebleven dat de poli tie een literaire bijeenkomst beëindigde omdat er één vies woord was gedeclameerd? Simpeler en sneller lijkt dan het in beslag nemen van allerlei snoertjes. Zonder die dingetjes kan de elektr(o)nische rimram van de eigentijdse kapel immers niet functioneren. Enfin, het zal duidelijk zijn: creatieve raadsleden kunnen ons, via de politie, nog hilarische taferelen bezorgen. De uitkomst van de herrie-dis- cussie (discussie-herrie). In meer derheid betuigde de commissie haar instemming met de beper king van de geluidoverlast in De Burcht en het Van der Werfpark. Hoewel er van beperken nauwe lijks sprake is: er blijft een zekere overlast, het aantal keren dat die voorkomt blijft ook en als een or ganisatie iets op poten wil zetten dat de normen overschrijdt kan via de raadscommissie toestem ming worden gevraagd. Samen gevat: het blijft zoals het was en het wordt misschien nog een graadje erger. 8 mei 1945. Bevrijders trekken door Leiden. De jeep wordt door e ge. Op 28 september 1943 was een zwa ger van mij twaalfeneenhalf jaar getrouwd. Oorlog of geen oorlog, dat moest gevierd worden; de hele familie was het daarover eens. Even weg uit die loodzware sfeer van angst, dreiging, ergernis. Bo vendien, de zwager in kwestie had enige tijd vastgezeten in het con centratiekamp Schoorl; hij was er zonder kleerscheuren uitgekomen, en daar moest ook nog op gedron ken worden. Bevrijdingsdag 1945. Bewoners van de Haagweg organiseren alsof ze op het punt staan carnaval te gaan vieren.. i voetbalwedstrijd. Zij poseren in het doel door C.J. Woudstra Het feest vond plaats in een res taurant in Utrecht. Mijn vrouw en ik moesten de trein hebben die om een uur of vijf uit Leiden vertrok. Mijn vrouw reed per fiets naar het station; ik ging - van kantoor af - lopend daarheen; ik had geen fiets meer, die was gestolen. Afspraak was dat bij terugkeer mijn vrouw een taxi zou nemen en dat ik als dan op haar fiets naar huis zou rij den. Na afloop van het in alle vreugde en vrolijkheid gevierde festijn na men wij de laatste trein terug en arriveerden om kwart voor één 's - nachts weer op het Leidse station. Wij stapten uit op het stikdonkere perron. Mijn vrouw nam mij. zoals te doen gebruikelijk, bij de hand; uit het licht komende - ook al was dat het schaarse licht van een ver duisterde treincoupé - was ik na melijk de eerste minuten steke blind; een handicap die mij gedu rende de hele oorlog heeft verge zeld. Maar dit tussen haakjes. Schuifelend met de voeten en tastend met de handen bereikten wij het Stationsplein, waar het na tuurlijk ook aardeduister was Geen licht van straatlantaarns of uit de ramen van de huizen, en in deze nacht ook geen schijnsel van maan of sterren. Wij moesten nog even stil blijven staan totdat mijn ogen zich hadden aangepast en ik de ingang van de fietsenbewaar- plaats kon onderscheiden, en kon zien waar de tramrails ongeveer la gen, en de trottoirs. Afgeplakt Vervolgens bracht ik mijn vrouw naar een taxi, en haalde haar fiets uit de loods. Een probleem van het fietsen bij avond en nacht was, dat de weg vóór je nauwelijks verlicht was. Het glas van de fietslantaarns moest afgeplakt zijn met donker blauw papier, op een smal spleetje na ter oppervlakte van zo'n twee vierkante centimter. Het licht dat daaruit straalde was wel belangrijk want daardoor kon je je tegenliggers zien. en door hen gezien worden. Je hoefde ook niet tegen een boom of een muur op te botsen, want door het lichtbundel tje kon je die obstakels wel gewaar worden op een afstand van een paar meter. Het Stationsplein stak ik lopen de over met de fiets aan de hand; het risico om met één of beide wie len in een tramrail vast te lopen en een buiteling te maken, was mij te groot. In de buurt van de Stations weg stapte ik op en ging midden op het rechter tramspoor rijden, in de hoop niet door een achterligger naar het trottoir gedrukt te wor den. Het ging allemaal goed. en ik prees mij gelukkig dat ik nog reed op een vooroorlogse, ijzersterk lij- wiel voorzien van luchtbanden. Talloze mensen waren hun karretje al kwijt, of moesten zich moeizaam voortbewegen op velgen gevuld met hout, of met een dik touw, of met gevlochten bamboe. In tevreden stemming naderde ik dus de Blauwpoortsbrug. Des tijds stonden er op de opritten van de brug zware ijzeren palen; bij el ke hoek van het bruggedek een paal, waaraan de afsluithekken hingen. Toen ik de bocht naar links genomen had en de eerste paal na derde bescheen mijn lantaarn niet die paal, maar een grijsgroen uni form, en twee handen die mijn stuur vastgrepen. "Loslassen" sis te een stem. Maar ik stond al naast de fiets en drukte instinctief het stuur tegen de grond. Wat ik verwachtte: een partijtje trekken en duwen, bleef uit. Integendeel, het geüniformeer de lijf schuurde langs mijn hoofd en viel met een krakende plof bo ven op de fiets. Een fractie van een seconde was het doodstil; toen kwam er van af het achterwiel een snerpende kreet, gevolgd door een grove vloek waar de jeneverlucht vanaf walmde. Toen weer die kreet van pijn, en weer die.... Maar ik had de situatie al begrepen en mijn kans gegre pen: ik sjorde de fiets bij stuur en zadel omhoog, en trok hem vrij. "Wegwezen, de Haarlemmerstraat in" flitste door mij heen. Maar dat zat me niet glad. Het stuur stond scheef, de trapper zat meteen muurvast, en het voorwiel liep aan. Met horten en stoten stak ik de Prinsessekade over, begeleid door het gehuil van de soldaat die nu "Mutti. Mutti" lag te roepen. In de Haarlemmerstraat sloeg ik meteen rechtsom, de Schapensteeg in. Hal verwege de steeg bleef ik staan om te luisteren of ik misschien ge volgd werd. Maar het was doodstil, ook die soldaat hoorde ik niet meer. Ruilobject Toen ik een beetje bekomen was van de schrik, en mijn hart wat minder toeren maakte, zette ik mijn tocht voort; een moeilijke zaak met dat gekraakte vehikel. Maar ik bofte dat ik het kwijt kon op mijn kantoor aan de Breestraat. Onderweg realiseerde ik mij wat er gebeurd was: een aanval van een (foto N. v.d. Horst) Uitgave over Raadsherenbuurt in oorlogstijd LEIDEN - De Vereniging Raads herenbuurt heeft een speciaal blad uitgegeven, gewijd aan de gebeur tenissen in deze wijk tijdens de oorlog. Dat heeft zij vijf jaar gele den ook gedaan, maar in het jaar waarin de buurt zestig jaar bestaat, worden gebeurtenissen opgehaald die eerder wegens ruimtegebrek onderbelicht moesten blijven. Voorzitter A.L. van Wely wijst er in het voorwoord op dat de Leidse Hout, de Wassenaarse Slag, de Warmonderweg en de Rijnsburger- weg plaatsen waren, waar ook werd gevochten, ook door mensen uit de buurt. "Na lezing zult irdeze met andere ogen zien", voorspelt hij. De geschiedenis wordt beschre ven aan de hand van de belevenis sen van enkele buurtbewoners en het betrokken Leidse regiment bij de strijd om het vliegveld Valken burg op 11 en 12 mei 1940, een inter view met verzetsman Jaap Grobbe uit de Johan de Wittstraat en een interview met onderduikster Sel- ma Leman uit de Fagelstraat. dronken Duitse militair, die mijn fiets wilde pikken, maar die door mijn reactie zyn evenwicht had verloren, en voorover op mijn fiets was gestort, met z'n onderlijf op het rechterpedaal. Zijn kreten van pijn waren dus wel begrijpelijk. Ik vroeg mij af wat die soldaat bewogen kon heb ben om een fiets te willen gappen. Ik kon er maar één verklaring voor bedenken, namelijk dat hij een ruilobject wilde hebben om aan drank te komen. Op kantoor gekomen nam ik de schade aan de fiets op; beide trap pers waren verbogen, en de beide wielvelgen waren krom. Die vent moet een zware smak gemaakt hebben, concludeerde ik; hij zal gemeen letsel opgelopen hebben. Toen ik op het punt stond naar huis te gaan. ging de telefoon. Ik schrok er niet van; ik snapte met een wie er op dit late uur aan de lijn moest zijn. "Waar blijf je nou toch; ik sta te trillen op mijn benen; het is half twee geweest". "Lekke band", zei ik, "over twin tig minuten ben ik thuis". LEIDEN - Veertig jaar geleden werd Leiden bevrijd. Dezer dagen wordt daar uitgebreid bij stil ge staan. Vorige week was in deze krant een aantal foto's van Leiden in oorlogstijd te zien vandaag zijn het beelden van bevrijd Leiden, op 5 mei 1945 of kort daarna genomen. De foto's spreken voor zich; ze stralen vreugde en triomf uit. Ver der op deze pagina een artikel van Leidenaar C.J. Woudstra, die na de oorlog nog een tijd onder meer ge-' meenteraadslid was. Hij beschrijft een voorval waardoor menigeen die de oorlog heeft meegemaakt zich aangesproken zal voelen; ze ker wie in het bezit van een fiets De Binnenlandse Strijdkrachten paraderen door bevrijd Leiden. De foto is gemaakt op de Kaasmarkt, met was... aan de overzijde de Oude Rijn, op 7 of 8 mei. (foto n. v.d. Horst) zen paar laarzen..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 4