Eigenlijk zijn de trucs niet belangrijk TV-rubriek Met een staalborstel over de kuiten F-32 veilt unieke collectie foto's Ellen Fisher maakt loze mystiek door Nico Scheepmaker Opera over tijd kort na WO II Hans Kazan, goochelaar uit de oude doos 'Vrouwen van Troje' degelijk werkstuk ZATERDAG 27 APRIL 1985 RADIO-TV-KUNST PAGINA 33 Toen Bayern München in zijn uitwedstrijd tegen Everton in de halve finale voor de UEFA Cup voor de rust met 0-1 voorkwam, moest ik onwillekeurig even denken aan de Tweede Wereld oorlog, toen nazi-Duitsland (zo noemde je Duitsland toen) voor de rust, ook in een uitwedstrijd, eveneens voor kwam te staan. Maar zie, na een verwoed tegen offensief van de Britten (Tom mies zeiden we in de oorlog), werd de stand gelijk, en korte tijd later namen de Engelsen zelfs een 2-1 voorsprong. Toch gaven de moffen (Duitsers zeg gen we tegenwoordig, en als we heel nauwkeurig zijn Westduit sers) nog niet op, ze begonnen aan hun Ardennenoffensief zal ik maar zeggen, maar zie, ook dat verloren ze, en het werd 3-1 voor de Engelsen. Toen zag je dat de Duitsers hun laatste hoop op een overwinning verloren hadden, ze speelden plichtmatig nog wat verder, maar echt aandringen de den ze niet meer... In 1945 reageerden ze toch nog hardnekkiger. In de laatste afle vering van 'Het Adelaarsnest' za gen we nog een troep 'Volks- sturm' voorbijmarcheren tussen de puinhopen door, oudere man nen in gewone jassen met een ongewone Panzerfaust op hun schouder, en even later zagen we een afgetakelde Adolf Hitler, net aan de aanslag ontsprongen, een peloton jonge jongens van tus sen de 14 en 17 jaar 'inspecteren' en vriendelijk toespreken, zoals je dat de hertog van Kent ook al tijd de ballenjongens ziet doen op Wimbledon. Ik moest toen even aan André R. denken, met wie ik in 1950 in Harderwijk in de Oranje Nassaukazerne mijn dienstplicht vervulde. Ik was toen twintig jaar, hij denk ik ook. In de oorlog woonde hij met zijn ouders (Nederlandse vader, Duitse moeder?, ik weet het niet) in Duitsland, en in de laatste maanden van die oorlog was hij, als jongen, ingelijfd bij diezelfde schooljongenstroepen die Hitier in 'Het Adelaarsnest' inspecteer de. Hij kan toen toch ook niet ou der dan 14 of*15 jaar zijn geweest. Veel gevochten had hij niet, ver telde hij me eens, daar waren ze niet aan toe gekomen. Ze hadden hun bivak ergens opgeslagen, hij was 's nachts op enige afstand van dat bivak op wacht gezet, en opeens waren er uit het duister Amerikaanse tanks komen aan rijden die dwars over het bivak waren heengereden, weinig over levenden overlatend, en alleen hij en enkele anderen die iets verderop op wacht stonden had den het overleefd. Iets van het Duitse fanatisme had hij nog wel mee teruggeno men naar Nederland, hij wou ook bij strenge vorst nog met de ramen open slapen, had onder zijn bed zijn oude soldatenkist nog staan, en als er een veldloop werd gehouden haalde hij daar een staalborstel uit waarmee hij eerst zijn kuiten borstelde om zijn loopvermogen te vergroten. Wij wilden het raam altijd dicht, hadden niet zo'n kist onder ons bed en borstelden onze kuiten ook nooit met een staalborstel, maar waren bij die veldlopen wel altijd eerder in de kazerne terug dan hij... Daar moest ik even aan den ken toen ik Hitler die jongens zag toespreken. Ik merkte ook dat ik met meer dan gewone aan dacht naar oude opnamen van Goebbels en Hitler keek in 'Het Adelaarsnest' waarbij ik even zo'n ultrakort gevoel had van: waar ken ik die ook alweer van? De volgende seconde wist ik het natuurlijk weer: dit waren Derek Jacobi en Ian Holm uit 'Knecht van Hitier', maar dan in het echt. Die verwisseling van echt en on echt, hoe kort ook, is goedbe schouwd niet eens onbegrijpe lijk. Want wat weten we van Hitier, Goebbels, Speer, Eva Braun and all that jazz behalve wat we over hen gelezen hebben? We kennen ze van gezicht, zult u zeggen, dank zij de bewaard gebleven filmjournaals. Dat is waar, maar dan zie je ze alleen met de Hitler groet stilstaan, of je ziet ze een tijdlang een redevoering houden. Maar je hoort ze nooit met elkaar praten, je hoort of ziet nooit wat ze tegen elkaar zeiden in de rijks kanselarij of in Berchtesgaden, in een vliegtuig of in een auto. We kennen ze alleen maar als 'performers', niet als huis-, tuin en keukenpersonen. Zo'n serie vult al die ontbre kende schakels in. Ik neem daar bij onvoorwaardelijk zoniet voet stoots aan dat daarbij getracht is enige historische authenticiteit in acht te nemen, met behulp van memoires en andere ooggetui- genverhalen, en het gevolg is dat Goebbels en Hitier en Speer daardoor enkele uren lang meer voor ons gaan leven dan daar voor het geval was, hoe moeilijk het ook blijkt te zijn een natuur getrouwe Hitier te spelen. Veel moeilijker dat het nabootsen van een beroemde zanger of zange res, zoals we van de Playback- show leren. Dat de hoofdrol in deze serie, Albert Speer, gespeeld wordt door Rutger Hauer en Eva Braun door Renée Soutendijk, is toch een niet geringe hommage aan onze acteurs, als je ziet door wie ze omringd worden: Derek Jaco bi, Ian Holm, Sir John Gielgud, Trevor Howard, Maria Schell, Robert Vaughn, Mort Sahl... slingerd aan het goochelen en als negentienjarige werd hij professio nal. Hij komt overigens niet uit de school-Vermeijden, een begrip in het goochelwereldje. Hij is nu 32, van origine Hagenaar en consta teert dat het langzaam gegaan is. Talentenjachten heeft hij altijd gemeden als een kwade ziekte. Het Nederlands kampioenschap - be haald in 1972 in Groningen tijdens het congres in de Martinihal - be tekende eigenlijk de grote aanloop. Het jaar daarop behaalde hij tij dens het wereldcongres der magie in Parijs de hoofdprijs in de ru briek illusionisme. Vooral de bab bel deed het, denkt hij. Zijn num mer was misschien niet zo bijzon der, maar zijn conférence in het Frans, Duits en Engels met een voor ieder begrijpelijk verhaal maakte indruk op de jury. Amerika Er kwamen aanbiedingen, vooral uit Amerika. Maar Kazén is geen reislustig goochelaar. Hij had altijd al het gevoel dat hij gauw uitgeke ken zou zijn in het buitenland en daar heeft hij geen spijt van gekre gen. Hij is het huiselijk type, ge trouwd, vader van twee en straks van drie kinderen. In eigen land heeft hij zijn markt opgebouwd en hij runt zijn eigen zaak en heeft een volle agenda in de la. Met zijn Magic Show; het ballet van Penny de Jager, een orkest en een zangeres reist hij de evene menten af van grote instellingen en bedrijven. Zijn programma: „Veel grote illusies, praat- en goochel werk". Hans Kazén zou dolgraag met een theaterprogramma uitkomen in de vrije sector, het aspect van de kosten heeft hem tot nu toe weer houden. Het financiële risico is groot, maar zo'n magische revue blijft een grote wens. Zijn naam? Uiteraard een pseudoniem, een to neelnaam. Dat ligt voor de hand. „Ik wil zelf niet weten hoe ik echt heet. Daar kom ik wel achter als ik mijn belastingformulieren invul. De letters KA zijn afgeleid van Kaps en Inzani komt van een Italiaanse goochelaar. Daar heb ik een combinatie van gemaakt". De TROS heeft beslist dat de Blufshow op de tv het derde sei zoen ingaat. Het is het meest beke ken jeugdprogramma voor de groep van 6 tot 14 jaar. Kinderen hebben als rapportcijfer een 8 inge vuld. In televisieland een uitste kende waardering. Zijn uitleg van goocheltrucs is Kazén in eigen kring niet in dank afgenomen. „Het blijft een discussiepunt. Het is net zoiets als dat je over het ge loof gaat praten, maar het is een feit dat kinderen blijven vragen om informatie, omdat ze de goochel- doos niet altijd snappen. Veertig jaar geleden deed men hetzelfde met het boekje bij de havermout. Daar hebben we een talent als Fred Kaps aan te danken en de manier waarop je het goochelen verheft tot een zekere vorm van kunst". „Een truc kennen is niet hetzelf de als goochelen. Hoe beweeg je je, hoe sta je, hoe kijk je, hoe verkrijg je effecten. Ik heb daar veel over gelezen. Hoe maak je iets van een simpel gegeven, van kleine din getjes. Daar is in het verleden te weinig naar gekeken. Ik kreeg een hekel aan het vak door de acts met doorgezaagde weesmeisjes..." 'Vrouwen van Troje' van Euripides. Bewerking: Jean Paul Sartre. Door toneelgroep 'Theater'. Met: Anita Menist, Arthur Boni, Eric van der Donk, Bea Meulman, Huib Broos, Roos Blaauboer e.v.a. Regie: Chris- tiaan Nortier. Gezien op 26 april in de Leidsche schouwburg. Aldaar nog vanavond te zien. LEIDEN - Zoals Euripides met zijn tragedie 'Vrouwen van Tro je' de Atheners wilde waarschu wen voor de zinlose offers en risi co's van een oorlog, zo heeft Sar tre in zijn bewerking naar aanlei ding van de oorlog in Algerije willen protesteren tegen de zin loosheid van koloniale oorlogs voering. 'Theater' speelt deze tra gedie, omdat machtsuitoefening door bruut geweld als thema nog steeds actueel is. Het stuk is eigenlijk vertellend van structuur: in de puinhopen van de verwoeste stad jammeren de vrouwen van Troje om de dood van hun zonen en mannen. Koningin Hekuba en haar doch ters Kassandra en Andromache beschrijven het hen aangedane leed - de Griekse boodschapper Talthybios bericht, welk lot van slaafse onderworpenheid hen nog te wachten staat. Naast de hoofdpersonen zijn op het (tot in de zaal doorlopen de) toneel twaalf vrouwen aan wezig, die hier iets individualisti- scher dan alleen maar als leden van het koor optreden. Hoewel door 'Theater' bij deze produktie voor een onopvallende, traditio nele enscenering is gekozen, heeft men het geheel dus wel be hoorlijk groots aangepakt en een degelijk werkstuk afgeleverd. De mooiste scène levert de confrontatie tussen Hekuba en Helena. Terwijl de laatste zich te genover haar man van haar schuld wil vrij pleiten, probeert Hekuba deze verdedigingsrede als sluwe truc te ontmaskeren. Hier is het spel van met name Anita Menist pas echt overtui gend; veelal is de tekst sterker dan het spel van de acteurs. Tenslotte verschijnt Poseidon in moderne kleding met zijn to neelkostuum over de arm om al leen de onheilstijding te bren gen: "Jullie gaan eraan. Alle maal". Deze kleding is nu net een iets te voor de hand liggende fic tiedoorbreking, die het stuk nog eens moet actualiseren en beter achterwege had kunnen blijven. WIJNAND ZEILSTRA. i Troje' door Theater. Op de voorgrond Bea (foto Pao Sok) I GRONINGEN (ANP) - De avond- vullende 'Opera 45' van historicus en toneelschrijver Wim Jurg en componist Rob van den Berg gaat 5 mei in Groningen in première in de regie van Javier Plooij, onder muzikale leiding van Jan Lame- ries. Het is een produktie van de stichting Grand Theatre Produk- ties in samenwerking met Noorde lijk Theater De Voorziening, het i Stedelijk Conservatorium en het 4 Mei Projekt, vormgegeven door Jan Klatter. Behalve in Groningen wordt het stuk muziektheater in mei ook in Alkmaar, Winschoten, Stadska naal, Haarlem, Assen en Purme- rend opgevoerd. Het ministerie van WVC en enkele lagere overhe den maakten de voorstelling finan cieel mogelijk. Het Grand Theatre wil voor het volgend seizoen er kend worden als een van de thea terwerkplaatsen die subsidie van de rijksoverheid krijgen om regel matig bijzondere produkties en ex perimenten te ontwikkelen. Opera 45 met als ondertitel „Grijs, Maria, gewoon grijs" is een feestopera. Hij gaat over de tijd na de oorlog, over de hoge verwach tingen dat alles anders zou worden en over de kater toen het allemaal tegenviel. Er zijn vier hoofdrolspe lers: Judy Doornam, Roelof Pie- ters, Laura Tammeling en Joop Wittermans. Naast hen opereren yier duo's, tegenstemmen die wor den gespeeld en gezongen door Groninger amateurs. WILP (GPD) Goochelen ligt voor velen nog steeds in de mysterieuze sfeer. Maar de geur van de tovenaar is er af. Een van de bekendste, Hans Kazén, houdt niet eens van ho- kus pokus. „Mensen willen la chen", zegt hij. „Het gaat om de humor, de presentatie, het theater". door Jacques J. d'Ancona Hij is daar bloedserieus over. „Het gaat niet alleen om de tech niek van het goochelen". Kortom, voor Hans Kazén - en ik krijg het dringende verzoek mee uit het aar dige Gelderse plaatsje Wilp om dat accentje op de tweede a niet te ver waarlozen - is goochelen een flit sende vorm van amusement. Een tak van entertainment die sterk in ontwikkeling is geraakt, mede door het medium televisie. Je moet mensen niet vervelen met langdradige kunstjes, vindt hij. In de goochelkunst zijn velen stil blij ven staan, luidt zijn kritiek. „Veel goochelaars vergeten dat ze entertainers zijn, dat mensen niet alleen komen kijken naar knappe staaltjes, maar verrast wil len worden door de manier waarop het hen wordt voorgeschoteld". Kazén is dan ook zeker van plan een dagje naar Stadskanaal te ko men waar op 16,17 en 18 mei in het Geert Teis Theater het nationale congres voor de goochelkunst wordt gehouden. Al enkele jaren heeft men hem niet gezien op de jaarlijkse topdag voor het goochel- wezen. Dat heeft niets te maken met zijn bedenkingen, maar puur met het feit dat het vak hem beroepshalve zeer bezighoudt. Hij is er dag-in- dag-uit mee bezig en doet veel op tredens voor zeer uiteenlopende gezelschappen. Daarnaast is Hans Kazén presen tator van programma's. De betite ling die hij zichzelf meegeeft, sluit daar mooi op aan. In een onstuitba re, razende verhaaltrant, geprodu ceerd in fraai gebeeldhouwd, ac centloos Nederlands, stelt hij dat de conférence een hoogst belang rijk onderdeel vormt. Hij noemt zich een 'praatgoochelaar'. „Mijn stijl van werken komt in Nederland niet zo heel erg veel voor. Eigenlijk zijn de trucs niet belangrijk. Ze zijn de kapstok voor het verhaaltje. Het moet geen een richtingsverkeer opleveren naar de zaal. Mensen moeten geboeid wor den door de komische situaties in samenhang met de grappen en de manier waarop ze gebracht wor den. Dat bewijst je klasse. Het goo chelen is nodig als basis, maar er is komisch talent voor nodig om het van de grond te brengen". En hoe kan het anders? Dan valt de naam van de meester van de magie, Fred Kaps. Nog altijd on vergetelijk, enkele jaren na zijn dood. Hans Kazén over Kaps: „Wat hij bracht was een fantastische vorm Eén van de oude fotogravures die vanavond worden geveild. (foto gpd> AMSTERDAM (GPD) - Er zijn wel degelijk kringen waarin de fo tografie als kunstvorm op haar waarde wordt geschat. Nog iets kleiner is de knng'waarin de waar de ook financieel geschat kan wor den. Maar in brede kring is dat laat ste zeker nog niet het geval. Foto grafie is een expressiemogelijk- heid die door het merendeel van het publiek veel te snel geconsu meerd wordt. Even kijken en over tot de orde van de dag. Laat staan dat er om een fraaie originele foto ook nog een lijst gedaan wordt en dan opgehangen. Enkele jaren geleden is er bij het veilinghuis Sotheby's Max van Waay nog een veiling van foto's ge weest. Dat waren dan wel interna tionaal erkende grootheden. Van avond is er een tweede veiling. Dit maal van hedendaagse Nederland se en Belgische fotografen en niet onder auspiciën van het internatio nale veilinghuis, maar georgani seerd door F-32, een Amsterdamse fotogalerie, die daarmee haar een jarig bestaan luister bijzet. Plaats van handeling: de Parkkerk in de Gerard Brandstraat 36 in Amster dam. De Stichting F-32 is een onafhan kelijke stichting met als doel het bevorderen van de fotografie als persoonlijk beeldend medium. Zo staat het tenminste vrij plechtig omschreven in de doelstellingen. In de praktijk komt het erop neer 'dat er cursussen gegeven worden en dat er aan het Singel 266 een ga lerie is waar regelmatig geëxpo seerd wordt. Joop van Reeken. Rutger ten Broeke en Adam Brown over de broodnodige waardering van de fo tografie als beeldend expressie middel: de brede erkenning van de fotografie als persoonlijk beeldend middel is nog ver te zoeken. Of ook wel: We zijn nog ver af van de ge wenning aan een foto als eindpro- dukt als het om kunst gaat. Een fototijdschrift mei de fraai ste foto's van de meest beroemde fotografen ligt voor een paar tien tjes al binnen bereik. Waarom dan toch nog een paar honderd gulden l uitgeven voor een enkele originele foto van een bepaald kunstenaar? Adam Brown loopt weg en komt te voorschijn met een map originele foto's van een beroemde Ameri kaanse fotograaf. En enigszins driftig schuift Rut ger ten Broeke een fototijdschrift onder handbereik. Wijzend op een schaduwpartij in een Amerikaans straattoneel op die originele foto's zegt hij fel: „Die nuances in dat grijs van de schaduwpartijen, dat zijn de sterke kanten van zo'n foto. Dat spel met die nuances. Denk je dat je diezelfde nuances terug ziet in een tijdschrift? Het eerste beeld dat men heeft van zo'n foto, dat komt best over. Maar het tweede kijken, die volgende nuance in zo'n foto, die is weg". Joop van Reeken verklaart het op een andere manier. „Als je het vergelijkt met de schilderkunst, dan zeg je toch ook niet dat een kunstboek met prachtige afbeel dingen van schilderwerken net zo waardevol is als een origineel werk? Daar blijft altijd veschil in zitten". „We zijn niet meer gewend om beelden op hun waarden te schat ten". zeggen Ten Broeke en Van Reeken. „Zet maar eens een televi siejournaal stil. De tranen schieten je in de ogen als je dan de kwaliteit ziet. En neem nu dat World Press Photo. Dat wordt in Nederland toch nog steeds gezien als het top punt van fotografie". Het is het verhaal van de fotogra fen. met enige jaloezie wordt geke ken naar de persfotograaf, die aan merkelijk meer aandacht krijgt dan de fotograaf die zijn werk als kunst, als expressievorm, wil om schrijven. De belangstelling voor deze vorm van kunst neemt wel toe, maar daarmee is een foto nog niet verkocht. Het aantal kunstlief hebber s dat 200 tot 300 gulden voor een originele foto over heeft, is gering. Op de veiling komt werk aan de 'orde van onder anderen Eva Be- snoy, Pieter Boersma, Paul den Hollander, Paul Huf, Philip Me chanicus, Willem Diepraam en Eri ca Uhlenbeck. Het werk zal wor den ingezet op de helft van de gangbare prijs voor het werk, zodat het mogelijk moet zijn om voor een redelijke prijs aan heel oorspron kelijk werk te komen. De veiling begint om 8 uur vanavond. van entertainment. Je zag een echt artiest aan het werk, geen man die een trucje deed. Dat vakmanschap bestempelde hem tot de allergroot ste onder de groten. Psychologisch was het ook allemaal zo knap ge vonden. Zo wist iedereen dat Kaps nogal zweette tijdens het werk en dat hij daardoor altijd parels op zijn voorhoofd had. Zeker twee, drie keer per optreden pakte hij dan zijn pochet en die beweging verwerkte hij in een truc door een stukje touw achter het doekje mee te nemen". Je ziet het voor je als Kazén het beschrijft en je herkent de lijn. De conférence was ook bij Fred Kaps een van de charmes van zijn optre den. Kazén schetst de ontwikkeling van het goochelen als manipulatie- act. Aanvankelijk het geijkte beeld van de goochelaar: zwijgend, met een muzikaal achtergrondje. Dat wordt nog wel gedaan, maar voor hem is men in het vak terecht meer de weg op gegaan van het amuse ment waardoor een breder publiek is bereikt. Zijn voorbeelden zitten vooral in Engeland waar het goochelen een van de hoogst gewaardeerde vor men van entertainment is. Je ziet het daar ook meer op de tv. Hier is het op de buis een „achtergebleven gebied, omdat het variété niet meer bestaat". Kazén is dan ook vast van plan in zijn eigen Blufshow op de televisie jonge goochelaars een kans te bie den. Hij wil talent zoeken. Het maakt niet uit of het 13- of 15-jari- gen zijn, als ze maar met iets leuks komen. Zélf bedacht en gemaakt, als het even kan. Het gaat om het effect. In september komt er van zijn hand een goochelboek voor de jeugd uit in stripvorm. Terug naar zijn jeugd. De link is snel gelegd. Al vroeg raakte hij ver- 'Dungeons Basements', solovoor stelling van Ellen Fisher. Gezien in het LAK-theater op 26 april, aldaar ook vanavond. LEIDEN - "Is er ook een pro grammaboekje met uitleg ver krijgbaar", zo vroeg een meisje vertwijfeld na afloop van de voorstelling aan de bar. Eerlijk gezegd was het een geruststel ling te horen dat anderen mijn twijfels deelden. De Newyorkse danseres Ellen Fisher had met haar vorige voorstellingen ruim schoots het voordeel van de twij fel verdiend, maar wat ze er in 'Dungeons Basements' pre senteert, raakt kant noch wal. Het is een macabere voorstel ling, die gebaseerd is op'het ma nipuleren van poppen. Dat ge beurt op een manier die sterk aan voodoo doet denken. Voor waarde bij het kijken is datje ge looft dat het mogelijk is poppen tot leven te wekken en dat je door poppen toe te takelen een gevaar kan bezweren. Het podium is een kale vlakte, w£arop de poppen al bij het be gin verspreid liggen. Dat komt de spanning niet ten goede, want de handelingen worden daar door nogal voorspelbaar. Als een priesteres tracht Ellen Fisher de attributen naar haar hand te zet ten. Er is een houten silhouet, dat ze met haar adem met leven wil bezielen; er is een zwartge maakte mannelijke en een bloe- derig-rode vrouwelijke barbie pop, die beiden gespiest worden; er zijn uit papier geknipte figuur tjes, die in brand worden gesto ken. Op het achterdoek worden filmpjes en dia's geprojecteerd, die een aanvulling moeten vor men op het poppenspel. Daarin spelen dezelfde poppen en de danseres de hoofdrollen. Gevolg ervan is dat de aandacht moet worden verdeeld, wat het geheel nog warriger maakt. De voorstelling kent een aantal mooie momenten en ik heb be wondering voor de wijze waarop Fisher haar in tegenstrijdige stij len uitgevoerde objecten weet te combineren. Maar de irritatie over de mystificerende benade ring van goed en kwaad - want daar ging het uiteindelijk over - overheerst. Het kwaad moet je niet met toverij bezweren, maar proberen te begrijpen. Aparte vermelding verdienen wat dat betreft nog de als pin- guins, respectievelijk keurige da mes uitgemonsterde leden van zekere studentenvereniging, die kennelijk iets te vieren hadden. Ze presteerden het zoveel gênant kabaal te maken, dat de danseres het begin van haar voorstelling moest overdoen. ARIEJAN KORTEWEG Hans Kazdn: "Bij goochelen gaat het om de presentatie".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 33