Wie betaalt mag weg
Tien jaar na de val van Saigon
ZATERDAG 27 APRIL 1985
PAGINA 25
Op 30 april is het tien jaar geleden dat de voormalige Zuid-Vietnamese hoofdstad
Saigon in handen viel van de Noord-Vietnamese troepen en de verslagen Amerikanen
overhaast vertrokken. Sindsdien ontvluchtten honderdduizenden Vietnamezen het
land. De meest gebruikte weg was via open zee in krakkemikkige vissersbootjes op
zoek te gaan naar een land waar een ander politiek systeem heerst.
Sinds 1979 probeert het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde
Naties (UNHCR) de stroom bootvluchtelingen in te dammen door in samenwerking
met de Vietnamese autoriteiten een legaal alternatief te bieden. Het 'ordelijk vertrek
programma' (ODP) werpt inmiddels zijn vruchten af.
Dirk Jan Roeleven en Bart Reterink bezochten het centrum in de Thaise hoofdstad
Bangkok waar de Vietnamese 'legale vluchtelingen' zich opmaken voor hun tocht
naar 'de vrije wereld'.
Een reportage.
door Dirk Jan Roeleven en Bart Reterink
De sporen van de jarenlange Amerikaanse aan wezigheid in Vietnam zijn in het opvangcentrum Suan Plu niet uitgewist,
de jeugd hier valt op door een soms 'typisch Amerikaans' uiterlijk.
Op de dag dat Saigon viel, had de
Vietnamese familie Tuong al een
mislukte poging gedaan om Viet
nam te ontvluchten. In mei van dat
jaar, toen de overwinning van de
communistische Vietcong op de
Verenigde Staten en Zuid-Vietnam
zich aftekende, liet de familie haar
bezittingen achter en reisde naar
Saigon om te proberen met het ei
gen schip naar Singapore te vluch
ten. Ze faalden.
Tien jaar na de terugtrekking van
de Amerikanen uit Vietnam is het
gezin herenigd in de Verenigde Sta
ten. Ze zijn daar gekomen onder de
vlag van het 'ordelijk vertrek pro
gramma'. Wij ontmoetten het gezin
Tuong in Bangkok tussen honder
den andere Vietnamezen die wacht
ten op hun visa en het vliegtuig naar
een Westers gastland. Een emotio
nele ontmoeting met mensen die
zeggen niet te kunnen leven onder
communistische heerschappij. Het
zijn de geluksvogels die aan de ver
schrikkingen van het vluchten over
zee zijn ontkomen. Vanuit Bangkok
zal een straalvliegtuig hen naar 'het
beloofde land' brengen.
De kusten van Zuid-Oost Azië zijn de af
gelopen tien jaar letterlijk overspoeld
met Vietnamese bootvluchtelingen. On
derweg kregen de vluchtelingen te ma
ken met tropische wervelstormen en pi
raten die rovend en verkrachtend huis
hielden onder de weerloze vluchtelin
gen. De dramatische beelden van
vrachtvaarders die de ontredderde men
sen op volle zee aan boord haalden, leid
den tot massale internationale steun.
Een groot aantal bootvluchtelingen
werd door Nederlandse schepen opge
pikt. Zo belandden ze in Nederland. De
geredde Vietnamezen werden in groe
pen van dertig tot zestig personen ge
plaatst in zogenoemde 'kerngemeenten'.
Onder meer zijn dit Groningen, Smallin-
gerland, Hoorn en Purmerend.
Overigens zullen de Verenigde Naties
met betrekking tot de nog steeds voort
durende vlucht over zee een nieuw be
leid gaan voeren. Kapiteins van schepen
die vluchtelingen oppikken, krijgen bin
nenkort een 'onkostenvergoeding' om te
voorkomen dat de schepen doorvaren
als ze een bootje met vluchtelingen zien
drijven. Dit gebeurt volgens de VN
steeds vaker omdat kapiteins geen zin
hebben in het oponthoud en de admini
stratieve rompslomp die het redden van
I Vietnamezen met zich meebrengt.
Het aantal bootvluchtelingen is de
laatste jaren sterk gedaald. Eén van de
oorzaken hiervan is het 'ordelijk vertrek
programma' (ODP) dat in het voorjaar
van 1979 begon. Met de hulp van het Ho
ge Commisariaat voor de vluchtelingen
van de Verenigde Naties (UNHCR) ver
trekken elke maand 2500 Vietnamezen
naar de Verenigde Staten, Canada en
enige Europese landen.
"Als je ze legaal laat gaan, zullen er
minder per boot gaan". Het is het intrap
pen van een open deur, maar in deze ene
zin raakt de in Bangkok zetelende
UNHCR-woordvoerder Robert Burrows
de kern van de zaak. De cijfers staven
zijn woorden. In 1979 vluchtten twee
honderdduizend Vietnamezen per boot.
Nu ligt dat aantal rond de zestigduizend.
Frappanter echter zijn de resultaten van
het ODP. In 1979 verliet drie procent van
de Vietnamezen het land - legaal - door
de lucht. In 1982 was dit zeven keer zo
veel.
Proces
Om aan het 'ordelijk vertrek program
ma' te kunnen deelnemen moet een
Vietnamees een uitreisvisum van de re
gering hebben. Bovendien moet er een
visum getoond worden van het land dat
de vluchteling wil opnemen. Als hieraan
wordt voldaan zijn er nog drie groepen
die niet mogen vertrekken.
Ten eerste moeten de mensen blijven
die 'economisch onvervangbaar' worden
geacht of zij die toegang hebben gehad
tot staatsgeheimen. Ten tweede de
groep jongeren die in militaire dienst
moet. Ten derde de groep verdachten
die op een proces wacht. Verder moet
iedereen zijn belasting en andere schul
den hebben betaald.
Uit gesprekken met -legale- vluchte
lingen blijkt dat er veel onder tafel moet
worden betaald om het land uit te ko
men. "Als je niet betaalt, gaat je visum-
aanvraag jaren de la in", vertelt de 46-
jarige Nguyen Thi Twet. Zij heeft negen
jaar op toestemming gewacht om Viet
nam te kunnen verlaten. "Aan 'belas
ting' moest ik tien 'ounce' 280 gram,
red.) goud betalen. Het varieert hoeveel
iemand moet betalen. Ze hebben je ge
gevens. Het is afhankelijk van je wel
stand hoeveel je moet betalen".
Om de Vietnamese regering zover te
krijgen dat ze een visum afgeven, hangt
dus af van bezit. Het grootste probleem
voor de vertrekkers is echter om aan een
visum te komen voor het gastland. Ge
zinshereniging is in de regel de belang
rijkste voorwaarde. Het hebben van
bloedverwanten in een westers land is
dus noodzakelijk. De Amerikaanse im
migratiedienst neemt in uitzonderings
gevallen ook aanvragen in behandeling
van Vietnamezen die vroeger voor een
Amerikaans bedrijf hebben gewerkt. De
rest van de aanvragers heeft pech gehad.
Dit aantal is niet gering.
Volgens het hoofd van de consulaire
afdeling van de afdeling buitenlandse
zaken van Ho Tsji Minh-stad, Nguyen
Phi Tuyen, zijn er "dertigduizend men
sen die een Vietnamees uitreisvisum
hebben, maar nog niet door een gastland
zijn geaccepteerd." De gastlanden heb
ben in de afgelopen jaren al 480.000 van
de 600.000 Indochinese vluchtelingen
opgenomen, onder wie veel Vietnamese
bootvluchtelingen.
Napalm
De Vietnamezen die aan alle formali
teiten voldoen, belanden vroeg of laat in
het hart van de Thaise hoofdstad Bang
kok waar het tijdelijke opvangcentrum
Suan Plu is gevestigd. Hier bivakkeren
de Vietnamezen op de begane grond van
het betonnen complex. Iedere familie
heeft zijn plekje afgebakend door de
kens, dozen met persoonlijke bezittin
gen en andere spullen in een vierkant op
het beton uit te spreiden.
Oudere mensen liggen op de dekens,
terwijl de kinderen op het binnenplaats
je spelen. Bij de deur zitten twee bewa
kers die er op toezien dat niemand het
'doorgangskamp' ontvlucht. Niet dat
daar veel belangstelling voor is, want ie
dereen staat te popelen om op het vlieg
tuig te kunnen stappen. Weg van de her
inneringen aan de Vietnamese oorlog en
het nieuwe regime dat hen niet zinde.
Terug naar de Yankees die napalm ver
wisselden voor gastvrijheid.
"Jullie gaan naar het paradijs", kregen
veel ODP-vluchtelingen bij hun vertrek
te horen. De achterblijvende Vietname
zen die willen vluchten, zijn aangewezen
op de wankele bootjes in de hoop opge
pikt te worden door een schip. Nguyen
Thi Twen: "De laatste kans voor mijn
vrienden die ik moest achterlaten, is per
boot te vluchten. Ik hoop dat ze het niet
doen. Het is hetzelfde als een pistool te
gen je hoofd zetten".
De sfeer in het bij de Bangkokse
vreemdelingenpolitie gevestigde ge
bouw is wisselend. Aan de ene kant on
geremde blijdschap over het aanstaande
vertrek, aan de andere kant onzekerheid
over die volledig andere samenleving
waarin ze zullen belanden. Tranen
vloeien als het verleden ter sprake komt.
Blije ogen kijken je aan als de herwon
nen vrijheid en het daarmee samenhan
gende rustgevende gevoel wordt uitge
sproken. Twijfel en onzekerheid klinkt
door in de vraag of het waar is dat het
ODP binnenkort zal stoppen. Veel fami
lieleden in Vietnam wachten namelijk
nog op toestemming om door deze rege
ling in een gastland te worden opgeno-
"We hebben geen enkele aanwijzing
dat het ODP in de naaste toekomst zal
worden gestopt", stelt mr. drs. M. den
Hond van de afdeling asielzaken van het
ministerie van buitenlandse zaken in
Den Haag de in onzekerheid verkerende
vluchtelingen gerust.
In Nederland kwamen vorig jaar 205
Vietnamezen binnen in het kader van
het ODP. Het jaar daarvoor waren dat er
172, terwijl er 78 in 1982 binnekwamen.
Ook hieraan is het toenemende succes
van het ODP af te lezen.
De door Nederland geaccepteerde
ODP-vluchtelingen voldoen aan het cri
terium van gezinshereniging en krijgen
de begeerde vluchtelingenstatus. Zij
worden evenals de bootvluchtelingen
opgevangen in pension Bosrust in Apel
doorn, waar ook de Tamil-vluchtelingen
wachten op de politieke beslissing over
hun vluchtelingenstatus. Na enkele da
gen vertrekken de ODP-ers naar hun fa
milieleden. De bootvluchtelingen krij
gen een paar maanden onderdak om te
acclimatiseren.
Ze leren in die tijd de beginselen van
de Nederlandse taal. In de lessen maat
schappelijke oriëntatie leren ze prakti
sche dingen als "Hoe werkt de strippen
kaart?" en "Hoe verleng je je rijbewijs?".
Am-asians
Terug naar Bangkok. De sporen van
de jarenlange Amerikaanse aanwezig
heid in Vietnam zijn hier in het door
gangscentrum Suan Plu niet uitgewist.
De in groten getale aanwezige jeugd in
Suan Plu valt op door haar soms typisch
Amerikaanse uiterlijk. Drie meisjes van
een jaar of vijftien lopen gearmd rond.
De één heeft kroeshaar en een donkere
huidskleur, de ander heeft een blanke
huid met veel sproeten en een donker
blonde paardestaart, een derde heeft
blauwe ogen en bruin haar. Uiterlijk lij
ken de meisjes niet op de Aziatische kin
deren die ze zijn.
Deze 'am-asians' (kinderen van een
Vietnamese moeder en een Amerikaan
se verwekker) krijgen in de regel snel
een uitreisvisum omdat aan het crite
rium van 'gezinshereniging' wordt vol
daan. De 48-jarige Pham Thi Nay is moe
der van een am-asian. Ze komt uit Ho
Tsji Minh-stad, het voormalige Saigon.
Pham is van plan om via het Amerikaan
se leger de verblijfplaats te vinden van
van de verwekker van haar zoon, een
jongen van der"De propaganda bleef.
Voor 30 april waren het de Amerikanen
die via het radiostation 'Voice of Ameri
ca' hun land en hun systeem aanprezen.
Ik herinner me de slogan 'Everything is
Free in America', die je constant ho de
naam, rang en standplaats van de sol
daat die haar veertien jaar geleden zwan
ger maakte en na drie maanden "opeens
weg was". Ze is weggegaan uit Vietnam
omdat ze voor haar zoon een betere toe
komst wil. In Ho Tsji Minh-stad wordt
hij met de nek aangekeken. Hij is het le
vende bewijs van de gehate Amerikaan
se aanwezigheid in dit door oorlogen ge
teisterde land.
De wachtenden in Suan Plu verwach
ten met open armen te worden onthaald
in de VS. Een moeder van een am-asian:
"Mijn zoon is een Amerikaanse jongen
met Amerikaans bloed. Ik ben blij om
dat bloed naar Amerika terug te bren
gen. Ik verwacht dat we welkom zijn en
dat we hulp krijgen".
De in Bangkok op transport wachten
de vluchtelingen praten graag over de
veranderde Vietnamese samenleving na
de nederlaag van de Amerikanen.
Nguyen Thi Twet: "De propaganda
bleef. Voor 30 april waren het de Ameri
kanen die via het radiostation 'Voice of
America' hun land en hun systeem aan
prezen. Ik herinner me de slogan 'Every
thing is free in America', die je constant
hoorde. Na 30 april 1975 kwam er vrede,
maar het sociale leven werd verschrik
kelijk. We kregen figuurlijk een strop
om onze nek. De propaganda liep ineens
andersom".
De goed Engels sprekende vrouw
schetst de propaganda van de nieuwe
machthebbers met woede in haar stem:
"Mijn haat tegen de Vietcong begon op 2
mei 1975. Ik had op mijn huis een bordje
hangen met als opschrift 'Waar de com
munisten zijn, zijn tranen en bloed'. Die
dag werd dat bord er afgerukt en moest
ik mee naar het politiebureau. Ik moest
een ander bord ophangen met de tekst:
'Lenin is een goede kameraad'. Op de ra
dio wordt tegenwoordig dagelijks anti-
propaganda gemaakt over religie. Watje
hoort is: 'Waarom gaan jullie naar de
kerk? Geeft Boedha jullie rijst, geeft
Christus jullie rijst? Ho Tsji Minh geeft
jullie rijst! Doe je ogen dicht en zeg 'Ho
Tsji Minh, ik heb honger'. Doe dan je
ogen open en je hebt een bord rijst op
schoot'. Om zuivere informatie te krij
gen luisterden we stiekem naar de BBC.
Zo hoorden we dat Elvis Presley was ge
storven. Ook over jullie koningin Bea
trix hoorden we nieuws. Hoe is het met
haar"?
Goud
Het in het begin van dit verhaal ge
noemde gezin Tuong had het geluk van
in de VS wonende zonen. Inmiddels zijn
ze in de VS aangekomen. Het verhaal
van de drieëntwintigjarige Beatrice
Tuong is tekenend voor de vele asielzoe
kers in de Verenigde Staten. Gekleed in
pyama en een beetje verlegen door alle
aandacht vertelt ze stukje bij beetje de
geschiedenis van haar familie.
"Onze familie was tot 1974 een van de
rijkste in Da Nang, de tweede havenstad
van het voormalige Zuid-Vietnam. Een
maand voordat de communisten Da
Nang veroverden, vertrokken we naar
Saigon. We dachten dat we hier veilig
waren, maar op 30 april 1975 veroverden
ze ook de hoofdstad. Mijn vader was in
één klap alles kwijt, de zaak, het huis en
alle banktegoeden. Alles moesten we bij
de revolutionaire regering inleveren. Al
leen het goud hielden we achter. Ieder
een had in die dagen zoveel mogelijk
zijn bezit in goud omgewisseld, omdat
dit makkelijk te verbergen en te verko
pen was. De daaropvolgende jaren heb
ben we het goud op de zwarte markt in
kleine Jioeveelheden verkocht om in le
ven te blijven".
"In 1978 zijn mijn twee broers met een
gehavend vissersbootje naar Maleisië
gevlucht. Mijn vader wilde mijn twee
zusjes en mij niet laten gaan. Hij was
bang dat we onderweg door piraten
overvallen zouden worden. Na een jaar
vol spanning kregen we een brief van
mijn broers uit de Verenigde Staten. Ze
hadden een huis en werk gevonden in
Colorado. Toen wilden we toch met z'n
allen weg, ondanks het risico. Per per
soon moesten we tien staven 24-karaats
goud van bijna een kilo per stuk aan de
autoriteiten betalen om een vergunning
te krijgen. We moesten in een dorpje
wachten totdat de boot zou vertrekken.
Zes maanden hebben we daar als bees
ten geleefd. Uiteindelijk zijn we met lege
handen teruggekeerd naar Saigon om
dat de regering plotseling alle havens
sloot".
Pa Tuong kon weer bij zijn bedrijf ko
men werken, ditmaal echter als gewoon
werknemer. Beatrice verkocht samen
met haar moeder eten in de Chinese wijk
van Ho Tsji Minh-stad om te kunnen
blijven studeren. In de avonduren nam
ze Engelse les om zich - als ze eenmaal in
de VS was - verstaanbaar te kunnen ma
ken. Haar broers zorgden uiteindelijk
voor het verlossende papiertje: een
borgstelling waarmee ze een Ameri
kaans inreisvisum konden krijgen.
Winteijassen
Uit brieven blijkt hoe het met haar fa
milie verder is gegaan in het 'paradijs':
"Op het vliegveld van San Francisco
kregen we van de katholieke hulporga
nisatie USCC dikke winterjassen en
2400 dollar voor de eerste drie maanden
waar we met acht personen van moesten
rondkomen. Bovendien zorgde men
voor meubels en huishoudelijke artike
len. Na die drie maanden moesten we
een beroep doen op de afdeling sociale
zaken van de staat Colorado. Per per
soon kregen we tweehonderd dollar per
maand, terwijl medicijnen, dokterskos
ten en schoolgeld ook door hen werden
betaald. Deze bijstand is maximaal voor
anderhalf jaar, daarna moeten we op ei
gen benen staan en alles terug betalen".
Beatrice is al snel gewend geraakt aan
haar nieuwe omgeving. Dat ze ingebur
gerd raakt, blijkt wel uit de typisch
Amerikaanse uitdrukkingen als "We're
doing fine here" en "Everybody has to
take care of himself', in haar brieven.
Onder haar vrienden telt Beatrice zowel
Chinezen als Amerikanen. Ze mist haar
Vietnamese vriend met wie ze niet is ge
trouwd omdat haar inreisvisum voor de
Verenigde Staten daardoor in gevaar
zou komen. Verder mist ze "zo nu en dan
een goede Chinese maaltijd".
Haar ouders zijn naar het zuidelijker
California verhuisd vanwege het wissel
vallige klimaat in Colorado. "In Califor
nia en Texas wonen erg veel Vietnamese
vluchtelingen. De meeste zijn per boot
ontsnapt uit Noord-Vietnam en zijn via
Hong Kong hier terecht gekomen. Als je
de taal spreekt en gestudeerd hebt, kun
je hier ver komen. Zo heeft Nguyen Thi
Twet, de vrouw die jullie in Suan Plu
hebben gesproken, nu een goede baan,
een eigen auto en een mooi huis. Haar
zoon (hij is een 'am-asian' en goed opge
leid) gaat naar high-school. Ik moet zeg
gen dat haar leven nu een stuk beter is
dan vroeger. Niet alleen materieel, maar
ook geestelijk".