Voor jou tien anderen
Thuiswerk: rechteloos ploeteren voor een habbekrats
Consumentenbond
kreeg weer gelijk
ZATERDAG 27 APRIL 1985
PAGINA 23
Thuiswerk: vaak slecht betaald en zonder enige rechtszekerheid. Maar steeds meer in
trek bij diegenen die zich wat van het normale inkomen niets extra's kunnen veroorloven.
"Als je uitrekent wat je ermee verdient, dan zit je beneden het minimumloon. Maar
als ik zo'n twee maanden aan die lampjes heb geschroefd, dan zeg ik: kijk, daar
kunnen we iets leuks mee doen voor ons huis". Reportage over een circuit waarop
overheid en vakbonden geen greep hebben.
door Willem van Dam
„Het gebeurde soms datje tien uur
achter elkaar zat te werken. Je
kwam nergens anders aan toe -je
koffie stond koud te worden, je
sigaretje lag in de asbak op te roken.
Als ik visite kreeg was het: sorry
jongens, geen tijd hoor. En dan de
troep die je er van had - het hele
huis stond vol".
„Wat krijg je op den duur: de
kinderen voelen zich verwaarloosd
en daar word je zelf ook sjagrijnig
van. En dat allemaal voor zo'n
driehonderd gulden schoon in de
maand. Dat werd ik zo beu dat ik
met die lampen ben gestopt. Maar
die centen kunnen we eigenlijk niet
missen. En een baan buitenshuis zit
er voor mij niet in, dat gaat gewoon
niet met twee kinderen over de vloer.
Dus maak ik tegenwoordig
babyslofjes. Dat geeft tenminste niet
zo'n rommel. En ik ben op zo'n
manier weer een beetje terug in
mijn oude vak, want ik heb vroeger
op een confectie-atelier gewerkt. Het
verdient ook wel niet zo veel:
vierentwintig gulden voor
tweehonderdveertig sloffen, daar
doe ik zo'n viereneenhalf uur over.
Maar dan zet ik lekker de radio
hard aan en zit, net als toen op het
atelier, keihard mee te zingen",
aldus thuiswerkster mevrouw
Nijsse.
Ze pakken droogbloemen in, papieren
servetjes, krulspelden of kauwgum. Ze
sorteren wasknijpers, tellen pilletjes,
typen adressen op enveloppen, plakken
etiketten op flesjes. Ze zetten aanstekers
in elkaar, lampen, ceintuurs. Ze draaien
spiraaltjes in kalenders, maken
ritssluitingen en naaien feesthoedjes.
Hard nodig
De thuiswerkers. Zij doen vaak
ongeschoold, slecht betaald werk,
zonder enige rechtszekerheid. Maar toch
pakken ze het aan. Graag zelfs. Omdat ze
het geld hard nodig hebben ('wantje
wilt datje kinderen er netjes bijlopen').
Of omdat ze iets om handen willen
hebben en een extraatje in deze dure
tijden mooi meegenomen is, '(je kunt er
's van op vakantie').
Thuiswerk wordt veelal verricht door
vrouwen, die buiten de deur geen werk
kunnen vinden. Maar ook door mannen,
die hun inkomen aanzienlijk zagen
dalen, doordat ze - bijvoorbeeld - in de
wao terechtkwamen ('als ik geen
thuiswerk had, zou ik m'n duiven weg
moeten doen doen').
Sommigen werken een paar uur in de
week. Anderen hebben nauwelijks de
tijd om naar de wc te gaan - morgen
rijdt de bestelwagen van het bedjjjf
weer voor en moeten de dozen met
babykleertjes, draagtassen of
sleutelhangers keurig netjes
opgestapeld in de gang klaar staan.
Districtsbestuurder Hans Vegting van
de Industriebond FNV: „De lonen van
veel thuiswerkers zijn belachelijk laag.
Je bent écht spekkoper als je drie of vier
gulden bruto per uur haalt. En dan kun
je wel zeggen: dat is een klein rotbeetjë,
maar maak de afweging maar eens: al
moetje nog zo hard werken voor die
tweeëneenhalve gulden schoon, als je
een uitkering hebt die tot het laagste
niveau is teruggebracht, accepteer je die
knaak maar al të graag. Ik heb het
meegemaakt in Muiderberg, daar had je
de 'Krulspeldenkoning'. Heel
Muiderberg werd één groot sociaal
probleem. Nu overdrijf ik misschien een
beetje, maar je zag daar geen kind meer
buiten spelen. Die moesten vanaf half
vier, als ze uit school kwamen, pa en ma
helpen krulspelden in mekaar te zetten".
„Ik heb geen enkele waardering voor
die thuiswerkerij. Het is puur
japanisme. Maar ik begrijp wél waarom
mensen het doen. Want iemand die dat
werk aanneemt voor pakweg twee
gulden in het handje, die heeft die twee
piek maar al te hard nodig. Ik zal dan
ook de laatste zijn om te zeggen: ik wil
die mensen hun werk afnemen. Maar de
manier waarop het nu gebeurt, is
maatschappelijk onverantwoord".
Slaven
Mevrouw Mijnsbergen: „Als je het
achteraf bekijkt, dan vraag ik me wel af:
waar zit m'n verstand? We werden
gewoon slaven van die lampen. Iedere
avond waren we er mee bezig, 's Nachts
lag ik in bed nog te schroeven, bij wijze
van spreken. M'n kinderen, die
verklaarden me gewoon voor gek. En
gelijk hadden ze-'tis ook apewerk.
Maar ja, wat moetje - mijn man is
conciërge op een school, hij verdient nog
geen zestienhonderd gulden in de
maand, dat is geen vetpot. En we hebben
nog een zoon van zestien thuis, dus iets
extra's kunnen we bijna nooit doen. Een
kennis van mij doet ook aan thuiswerk.
Ze zei: da's leuk joh, moetje ook 's
proberen. Nou, ik heb het drie maanden
volgehouden".
„Elke avond zaten we lampen in
elkaar te schroeven, in de keuken, want
je hebt er een enorme rommel van en dat
moet ik niet in m'n huiskamer. Na het
eten: hup, hup, hup, de keuken in. Zaten
m'n man en ik te schroeven. En m'n zoon
hielp ook vaak mee. We zaten er dikwijls
tot twaalf uur 's nachts aan. En daarna
kon je de keuken nog 's schoonmaken.
Dat was geen doen. Je had helemaal geen
huiselijk leven meer: je keek geen tv, je
kwam d'r niet meer aan toe om op visite
te gaan, en kregen we zelf bezoek, dan
was het ook meteen van: hup, help je
even mee? Wantje moest echt alle zeilen
bijzetten om die spullen op tijd klaar te
hebben".
„Een keer hebben we een grote partij
teruggekregen omdat er iets aan
mankeerde. Dat was meteen de druppel
die de emmer deed overlopen. Toen
hebben we gezegd: we stoppen d'r mee.
En als je dan eens nagaat wat we in die
drie maanden hadden verdiend:
duizend gulden. Daar hadden we met z'n
drieën elke avond voor zitten werken. En
daar moet de belasting dan nog vanaf'.
'Recht'
De meeste thuiswerkers komen via
buren, vrienden of familie aan het werk.
Anderen komen met een
thuiswerkgever in contact via
advertenties ('Wilt u meer van het leven?
Een beetje meer geld kan een
aangenamer leven beteken'). Als je
geluk hebt, kun je meteen aan de slag.
Heb je pech, dan word je op een
wachtlijst geplaatst. En die wachtlijsten
kunnen lang zijn. Want de animo voor
thuiswerk is groot. En een aantal
werkgevers speelt daar gretig op in.
Thuiswerkers zijn immers goedkope
arbeidskrachten. Bovendien: omdat de
meeste thuiswerkers niet in loondienst
zijn, hoeft de werkgever voor hen geen
werknemerspremies te betalen.
De Vrouwenbond van de FNV stelde
een paar jaar geleden een brochure
('Voor jou tien anderen') samen over de
positie van thuiswerksters. Conclusie:
bedrijven profiteren op een schandalige
wijze van de thuiswerksters. Citaat uit
die brochure: „Een thuiswerkster krijgt
van de werkgever een laag brutobedrag,
meestal stukloon. Vergeleken met
mensen in loondienst krijgt de
thuiswerkster verder bijvoorbeeld geen
vakantietoeslag, doorbetaalde
vakantieweken, ziektegeld, uitbetaling
van feestdagen, toeslagen voor
overwerken en werk in de avonduren.
Bovendien heeft de thuiswerkster
geen enkel recht. Ze kan van de ene
op de andere dag ontslagen worden.
Bij conflicten tussen haar en de
werkgever kan ze nergens terecht; er
zyn geen wettelijke regelingen over loon
of arbeidsvoorwaarden waarop ze kan
terugvallen. Het enige 'recht' is om te
werken of met het werk op te houden".
De heer Mackaaij: ,Ach, dat soort
dingen weetje van tevoren, het is nu
eenmaal geen liefdadigheid. Maar hoe
gaat dat - ik loop in de wao, ik ben
servicemonteur geweest bij een
woningbouwvereniging. We hadden pas
een huisje gekocht, toen ben ik van een
dak gevallen, knie verbrijzeld. Dus je
kunt wel nagaan ik ben behoorlijk in
inkomen achteruitgegaan en er moet nog
heel wat aan het huis opgeknapt worden.
En u weet het zelf: hout kost goud
tegenwoordig. Als je uitrekent watje met
dat thuiswerk verdient, dan zitje
beneden het minimumloon. Maar als ik
zo'n twee tot tweeëneenhalve maand aan
die lampjes heb geschroefd, dan zeg ik:
kijk, daar kunnen we iets leuks mee doen
voor ons huis".
Grijs of zwart
Er bestaat geen enkele duidelijkheid
over het aantal thuiswerkers. Ook het
Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk
Onderzoek van de Katholieke
Hogeschool Tilburg, dat recentelijk in
opdracht van het ministerie van sociale
zaken en werkgelegenheid een
onderzoek naar het verschijnsel
instelde, kan daar geen uitsluitsel over
geven. Al was het alleen maar omdat 'in
bepaalde branches zeer veel
werkzaamheden zich waarschijnlijk in
het grijze of zwarte circuit voltrekken'.
Maar dat het om tienduizenden gaat,
staat wel vast.
Om nog maar even de brochure van de
Vrouwenbond FNV te citeren: „Er is een
aantal redenen op te noemen waarom
zoveel vrouwen op zoek zijn naar
thuiswerk. De laatste jaren stegen lonen
en uitkeringen nauwelijks, terwijl alle
prijzen wel omhoog gingen. Hierdoor
raken steeds meer gezinnen in de
financiële problemen; inkomsten naast
het inkomen van de man worden hard
nodig".
Thuiswerkster mevrouw Weijer:
„Gemiddeld zit ik zo'n vijf uur per dag
aan die lampen. En ik vind het
hartstikke leuk, anders had ik het niet zo
lang volgehouden in mei doe ik het
driejaar. En dat geld, ik verdien er zo'n
drie- tot vierhonderd gulden bruto in de
maand mee, hebben we hard nodig. M'n
man zit in de ww en de tijden zijn duur
genoeg. Want wat is tegenwoordig
honderd gulden aan boodschappen, niks
toch zeker? We zijn met z'n vijven, en je
wilt toch datje kinderen er netjes bij
lopen, en de meubels, die wil je toch ook
Werkgevers maken, zegt de
Vrouwenbond FNV, handig gebruik van
de slechte positie van thuiswerksters.
„Sommige bedrijven ontslaan zelfs hun
vaste krachten om hen (of anderen)
daarna als thuiswerkster te laten
werken. Thuiswerk is voor werkgevers
voordelig. De stuklonen kunnen zelf
bepaald worden, dus laag gehouden
worden. Bovendien bespaart hij
zichzelf de kosten van koop of huur van
werkruimte, het onderhoud daarvan, de
stookkosten, de apparatuur. Die kosten
worden immers allemaal door de
thuiswerksters gedragen. De
werkgever heeft de vrije hand: de
overheid oefent geen controle uit op de
thuiswerkpraktijken. De vakbonden
hebben er geen greep op".
De laan uit
„De werkgever heeft de vrije hand: de
overheid oefent geen controle uit op de
thuiswerkpraktijken, de vakbonden
hebben er geen greep op", schreef de
Vrouwenbond FNV.
Districtsbestuurder Hans Vegting van
de Industriebond FNV knikt: de
mogelijkheden van de vakbnden om de
positie van thuiswerkers te verbeteren
zijn uitermate gering. Dat komt: de
meeste thuiswerkers zijn niet bij een
vakbond aangesloten. En wat volgens
Vegting misschien een nog belangrijker
rol speelt: „Veel thuiswerkers durven
hun mond niet open te doen uit angst
dat ze de laan uit worden gestuurd. We
zouden in feite ontzettend veel voor ze
kunnen doen. Als er maar genoeg
mensen naar ons toe kwamen. Pas dan
zijn we in staat om hun belangen beter te
behartigen. Maar zolang er nog zoveel
thuiswerkers zijn die wél bereid zijn om
onder de huidige voorwaarden te
werken, kunnen wij vrij weinig doen".
„Je moet er maar niet te veel bij
stilstaan hoeveel je per uur verdient.
Want als je dat gaat uitrekenen - je
krijgt nog minder dan een loopjongen.
Nee, ik heb daar nooit over geklaagd. Je
hebt wel eens de neiging om dat te doen.
Maar dan loopje natuurlijk wel de kans
dat ze zeggen: als je het er niet mee eens
bent, stop je er maar mee. En daarom
berust je er in. Aan de andere kant ik
ben best tevreden. Want ik ben wao'er.
En hoe zou ik anders al mijn vrije tijd
moeten besteden. Bovendien: als ik dat
thuiswerk niet had, zou mijn hobby erbij
inschieten, dan zou ik mijn duiven de
deur uit moeten doen. Want daar ben ik
per maand toch zo'n honderd gulden
aan kwijt. En zonder thuiswerk zou ik
dat niet meer kunnen betalen" de heer
Geers).
De meeste thuiswerkers zijn
overgeleverd aan de willekeur van hun
werkgever. Echter: in enkele cao's, zoals
bijvoorbeeld die voor de
confectie-industrie, is een bepaling
opgenomen ter bescherming van de
thuiswerkers. Er kan op dat front dus
wel iets bereikt worden. Dat doet de
vraag rijzen: waarom worden dergelijke
bepalingen niet in all cao's opgenomen
voor bedrijfstakken waar thuiswerk een
veel voorkomend verschijnsel is?
Machteloos
De bonden hebben tot dusver te
weinig munitie aangedragen om de
positie van thuiswerkers te verbeteren.
De overheid is betrekelij k machteloos.
Ongeveer anderhalve maand geleden
kondigde staatssecretaris mr. A.
Kappeyne van de Coppello (sociale
zaken en werkgelegenheid) een
onderzoek aan dat moet uitwijzen in
hoeverre het werk, dat in huiskamers
wordt verricht, onderworpen kan
worden aan veiligheids- en
gezondheidseisen. Veel verder wil de
staatssecretaris niet gaan.
Hoewel op het ministerie erkend
wordt dat de beloning en rechtspositie
van de thuiswerkers onder de maat zijn,
voelt de staatssecretaris niets voor extra
wettelijke regeltjes. Want, zo ongeveer
luidt de redenering, dat zal werkgevers
afschrikken om thuiswerkers officieel
werk te geven met andere woorden:
dat zal er alleen maar toe leiden dat het
grijze en zwarte circuit rond het
thuiswerk wordt uitgebreid. Bovendien
zou veel thuiswerk naar het buitenland
kunnen verdwijnen.
Maar dat ook de staatssecretaris ervan
doordrongen is dat naar mogelijkheden
moet worden gezocht om de positie van
thuiswerkers te verbeteren, blijkt uit het
gebaar dat zij in de richting van de
Vrouwenbond FNV maakte: de
Vrouwenbond krijgt (gespreid over drie
jaar) een subsidie van een miljoen
gulden om een steunpunt voor
thuiswerkers op te zetten. Via zo'n
steunpunt zal informatie gegeven aan
thuiswerkers. En dat moet er op den
duur toe leiden dat thuiswerkers hun
belangen gaan bundelen Want alleen
dan zijn zij in staat werk gevers een
verbetering van hun situatie af te
dwingen.
Is er wettelijk dan helemaal niets
geregeld rond het thuiswerk? Toch wel:
Zo is er de wet Huisarbeid. Die volstrekt
verouderde wet (in 1933 aangenomen) is
nog steeds van kracht, maar in de
praktijk een volstrekt dode letter
gebleken. Een van de bepalingen in de
Huisarbeidwet: uit werkgevers en
werknemers samengestelde commissies
zouden zich moeten bezighouden met
het ontwerpen van loonbepalingen voor
thuiswerkers. Maar die commissies zijn
er nimmer gekomen.
Goedkoop
En ook hier wTeekt zich het feit dat
thuiswerkers niet georganiseerd zijn.
Mr. H.W.A. Haeck, ambtenaar op het
ministerie van sociale zaken en
werkgelegenheid en voorzitter van een
departementale werkgroep die zich in
de problematiek van de thuiswerkers
verdiept, zegt: „Die commissies zijn
nooit van de grond gekomen doordat er
geen partij is van werknemerskant. Een
basisvoorwaarde voro het reanimeren
van de Huisarbeidwet - zo wij dat
zouden willen is dat er een
aanspreekbare partij is van de
thuiswerkerskant. En die voorwaarde is
nooit vervuld".
Een verwijt in de richting van de
vakbonden? „Ach", zegt mr. Haeck, „Ik
constateer alleen maar dat de bonden
zich - zeker tot zo'n tien jaar geleden -
nauwelijks hebben bemoeid met
thuiswerkers".
De maatregelen die de staatssecretaris
onlangs aankondigde liggen uitsluitend
in de immateriële sfeer: het opzetten van
steunpunten, een onderzoek naar de
veiligheids- en gezondheidsaspecten.
Veel meer kan de overheid niet doen.
„Thuiswerk ontleent zijn
aantrekkingskracht voor de werkgevers
aan het feit dat het goedkoop is. Stel dat
er wettelijke mogelijkheden zouden zijn
om een bodemprijs vast te stellen -
daarmee zou je waarschijnlijk het legale
thuiswerk helemaal de wereld uit
helpen. Maar omdat je toch iets wilt
doen, want schrijnend is het wel, moetje
het probleem bij de wortel zien aan te
pakken. En dat probleem is: voor jou
tien anderen. Thuiswerkers laten zich
tegen elkaar uitspelen, ze hebben een
belangenbundeling. En wij proberen ze
op dat gebied een handje te helpen.
Maar we verkeren in een enorm
dilemma. Want watje ook doet om de
positie van thuiswerkers te versterken,
het leidt altijd tot kostenverhoging. En
dat kan voor de thuiswerkers een
averechtse uitwerking hebben".
De positie van thuiswerkers lijkt op
die van vele arbeiders(sters) aan het
begin van deze eeuw. Dat zal snel
moeten verbeteren", schreef de
Vrouwenbond in zijn brochuere. Er is
nog een lange weg te gaan.
De rechtbank in Den Haag deed on
langs uitspraak in het kort geding
van de Haarlemse computerfirma
Haweka BV tegen de Consumen
tenbond. Die onderzocht onlangs
een aantal huiscomputers en kwam
tot de conclusie dat de COMX 35
van deze firma geen goede koop is.
Dat was tegen het zere been van de im
porteur. De rechtbank oordeelde echter
dat het onderzoek van de Consumenten
bond „de toets der redelijkheid" kon
doorstaan en stelde de klagende impor
teur in het ongelijk.
D. Westendorp, directeur van de Con
sumentenbond in Den Haag, moet diep
in zyn herinnering graven om een ge
rechtelijke procedure over een test te
noemen die door de bond werd verloren.
De Consumentenbond pleegt niet te ver-
liézen. Dan weet hij het weer. Het was in
1962, bijna een kwart eeuw geleden. In
zet was het toen razend populaire siga
rettenmerk Lexington. De bond bestond
net tien jaar. Sindsdien worden met een
zekere regelmaat procedures aange
spannen om de bond te dwingen nega
tieve uitlatingen over produkten en be
drijven terug te nemen. Zonder succes.
Ook de homecomputer werd geen ne
derlaag voor de Consumentenbond.
Tikken
Niettemin is duidelijk dat een consu
mentenorganisatie een grote verant
woordelijkheid draagt. Enerzijds zijn er
massa's mensen die zich bij hun aanko
pen door het oordeel van de bond laten
leiden (de Consumentenbond heeft niet
minder dan 460.000 leden), aan de ande
re kant worden soms ferme tikken uitge
deeld aan vaderlandse ondernemers.
„Die verantwoordelijkheid is best groot.
Dat beseffen we natuurlijk heel goed. En
dat betekent datje bij produktonderzoe-
ken de nodige zorgvuldigheid in acht
dient te nemen", beaamt Westendorp.
Een standaard-produktonderzoek (er
worden er in opdracht van de bond zo'n
70 80 per jaar verricht) ziet er volgens
de Consumentenbond-directeur als
volgt uit: „Stel, we willen stofzuigers
testen. Eerst kijken we naar de prijzen.
Welke prijsklasse is gangbaar en verge
lijkbaar. De (internationale) normen,
waaraan een stofzuiger en een onder
zoek daarnaar moeten voldoen, worden
erbij gehaald. Op een gegeven moment
hebben we dan een afgeronde opzet van
het onderzoek, een testprogram'ma dus.
Daar staat precies in hoe we gaan onder
zoeken. Met dat programma in de hand
zoeken we buitenshuis - een laborato
rium. Dat kan TNO zijn, of KEMA, het
kan ook in het buitenland zijn. Er wordt
door ons gewoon voor de opdracht be
taald".
„Vervolgens worden, in de winkel net
zoals u en ik dat doen, de te testen appa
raten ingekocht. Die worden ontdaan
van herkenningstekens en gaan onder
een codenummer het laboratorium in.
Als het onderzoek klaar is, krijgen wij
een rapport met de uitkomsten van de
metingen. Dat rapport wordt nauwkeu
rig bestudeerd en door de onderzoekers
„vertaald" in een concept-publikatie. In
samenspraak met de afdeling onderzoek
maakt de redactie van de gids ten slotte
de definitieve versie".
Volgens directeur Westendorp gaan
aan uiteindelijke publikatie in de Consu
mentengids nog twee dingen vooraf.
„Intern laten we medewerkers (andere
mensen dan onze onderzoekers) de labo
ratoriumrapporten nog eens vergelijken
met de eindpublikaties. Deze contro
leurs kijken of er in de procedure fouten
zijn geslopen. Onze advocaat laat intus
sen ook zijn oog over de publikatie
gaan".
Commentaar
„Maar ook naar de fabrikanten en im
porteurs sturen we de technische meet
gegevens van hun eigen apparaat. Als ze
daarop commentaar leveren, wordt daar
heel serieus naar gekeken. Zonodig
doen we metingen over of wordt eventu
eel zelfs een nieuw apparaat gekocht en
getest", zo zegt Westendorp.
Merkwaardigerwijs hebben de fabri
kanten en importeurs van de huiscom
puters de resultaten van dit onderzoek
niet vóór publikatie mogen inzien. In dit
speciale geval werd afgeweken van deze
gewoonte. „Dat was namelijk volstrekt
zinloos geweest", aldus Westendorp be
slist. Wanneer daarover wordt doorge
vraagd, benadrukt de directeur dat een
dergelijke procedure ook absoluut niet
verplicht is. „Het komt erop neer dat er
voor de fabrikanten in dit geval gewoon
niks te checken viel. Er zijn volgens een
internationaal gestandariseerde metho
de rekenformules ingestopt en daar
komt dan een uitkomst uit, waarover
domweg niet valt te discussieren. Die
uitkomsten kennen de importeurs zelf
ook. Een responstijd van een seconde is
gewoon simpelweg meetbaar. Hoe je dat
dan waardeert met plussen en minnen
is een tweede. En daar gaat het natuur
lijk om. Maar dat wilden we natuurlijk
niet van tevoren prijsgeven".
De consumentenbond heeft het Haar
lemse computerbedrijf vlak voor het
kort geding nog laten weten bereid të
zijn inzage te geven in de gevolgde on
derzoeksmethode. „Daar bleek ineens
geen belangstelling voor te bestaan", zo
meldt directeur Westendorp. Buiten
landse organisaties hebben volgens de
Consumentenbond - directeur dezelfde
methode en procedure gevolgd.
Volgens de Consumentenbond dient
men bij een onderzoek als dat van huis-
computers te bedenken, dat nadrukke
lijk sprake is van een „momentopna
me". „Die markt is zo gigantisch in be
weging. Een onderzoek neemt heel wat
maanden in beslag. Voor het tijdstip van
publikatie daar is, zijn er al weer nieuwe
modellen. Dat is dus bij zo'n onderwerp
als computers wel een probleem. Er is
nog geen rust op die markt".
Westendorp zet zich in het algemeen
af tegen uitlatingen van fabrikanten en
importeurs als zouden door de bond
soms verouderde apparaten worden ge
test en zouden bepaalde apparaten niet
eens meer geleverd worden. Westen
dorp: „Als zoiets zich voordoet en fabri
kanten roepen dat, dan sturen wij onze
marktonderzoekers op pad. Als ze in de
winkel dan nog dat apparaat zien liggen
- wat zeer vaak het geval is - dan gaat
de publikatie natuurlijk gewoon door.
Want dat is het criterium. Het gaat erom
of de consument het produkt nog kan
kopen".
(GPD)