Voor jou tien anderen Thuiswerk: rechteloos ploeteren voor een habbekrats Consumentenbond kreeg weer gelijk ZATERDAG 27 APRIL 1985 PAGINA 23 Thuiswerk: vaak slecht betaald en zonder enige rechtszekerheid. Maar steeds meer in trek bij diegenen die zich wat van het normale inkomen niets extra's kunnen veroorloven. "Als je uitrekent wat je ermee verdient, dan zit je beneden het minimumloon. Maar als ik zo'n twee maanden aan die lampjes heb geschroefd, dan zeg ik: kijk, daar kunnen we iets leuks mee doen voor ons huis". Reportage over een circuit waarop overheid en vakbonden geen greep hebben. door Willem van Dam „Het gebeurde soms datje tien uur achter elkaar zat te werken. Je kwam nergens anders aan toe -je koffie stond koud te worden, je sigaretje lag in de asbak op te roken. Als ik visite kreeg was het: sorry jongens, geen tijd hoor. En dan de troep die je er van had - het hele huis stond vol". „Wat krijg je op den duur: de kinderen voelen zich verwaarloosd en daar word je zelf ook sjagrijnig van. En dat allemaal voor zo'n driehonderd gulden schoon in de maand. Dat werd ik zo beu dat ik met die lampen ben gestopt. Maar die centen kunnen we eigenlijk niet missen. En een baan buitenshuis zit er voor mij niet in, dat gaat gewoon niet met twee kinderen over de vloer. Dus maak ik tegenwoordig babyslofjes. Dat geeft tenminste niet zo'n rommel. En ik ben op zo'n manier weer een beetje terug in mijn oude vak, want ik heb vroeger op een confectie-atelier gewerkt. Het verdient ook wel niet zo veel: vierentwintig gulden voor tweehonderdveertig sloffen, daar doe ik zo'n viereneenhalf uur over. Maar dan zet ik lekker de radio hard aan en zit, net als toen op het atelier, keihard mee te zingen", aldus thuiswerkster mevrouw Nijsse. Ze pakken droogbloemen in, papieren servetjes, krulspelden of kauwgum. Ze sorteren wasknijpers, tellen pilletjes, typen adressen op enveloppen, plakken etiketten op flesjes. Ze zetten aanstekers in elkaar, lampen, ceintuurs. Ze draaien spiraaltjes in kalenders, maken ritssluitingen en naaien feesthoedjes. Hard nodig De thuiswerkers. Zij doen vaak ongeschoold, slecht betaald werk, zonder enige rechtszekerheid. Maar toch pakken ze het aan. Graag zelfs. Omdat ze het geld hard nodig hebben ('wantje wilt datje kinderen er netjes bijlopen'). Of omdat ze iets om handen willen hebben en een extraatje in deze dure tijden mooi meegenomen is, '(je kunt er 's van op vakantie'). Thuiswerk wordt veelal verricht door vrouwen, die buiten de deur geen werk kunnen vinden. Maar ook door mannen, die hun inkomen aanzienlijk zagen dalen, doordat ze - bijvoorbeeld - in de wao terechtkwamen ('als ik geen thuiswerk had, zou ik m'n duiven weg moeten doen doen'). Sommigen werken een paar uur in de week. Anderen hebben nauwelijks de tijd om naar de wc te gaan - morgen rijdt de bestelwagen van het bedjjjf weer voor en moeten de dozen met babykleertjes, draagtassen of sleutelhangers keurig netjes opgestapeld in de gang klaar staan. Districtsbestuurder Hans Vegting van de Industriebond FNV: „De lonen van veel thuiswerkers zijn belachelijk laag. Je bent écht spekkoper als je drie of vier gulden bruto per uur haalt. En dan kun je wel zeggen: dat is een klein rotbeetjë, maar maak de afweging maar eens: al moetje nog zo hard werken voor die tweeëneenhalve gulden schoon, als je een uitkering hebt die tot het laagste niveau is teruggebracht, accepteer je die knaak maar al të graag. Ik heb het meegemaakt in Muiderberg, daar had je de 'Krulspeldenkoning'. Heel Muiderberg werd één groot sociaal probleem. Nu overdrijf ik misschien een beetje, maar je zag daar geen kind meer buiten spelen. Die moesten vanaf half vier, als ze uit school kwamen, pa en ma helpen krulspelden in mekaar te zetten". „Ik heb geen enkele waardering voor die thuiswerkerij. Het is puur japanisme. Maar ik begrijp wél waarom mensen het doen. Want iemand die dat werk aanneemt voor pakweg twee gulden in het handje, die heeft die twee piek maar al te hard nodig. Ik zal dan ook de laatste zijn om te zeggen: ik wil die mensen hun werk afnemen. Maar de manier waarop het nu gebeurt, is maatschappelijk onverantwoord". Slaven Mevrouw Mijnsbergen: „Als je het achteraf bekijkt, dan vraag ik me wel af: waar zit m'n verstand? We werden gewoon slaven van die lampen. Iedere avond waren we er mee bezig, 's Nachts lag ik in bed nog te schroeven, bij wijze van spreken. M'n kinderen, die verklaarden me gewoon voor gek. En gelijk hadden ze-'tis ook apewerk. Maar ja, wat moetje - mijn man is conciërge op een school, hij verdient nog geen zestienhonderd gulden in de maand, dat is geen vetpot. En we hebben nog een zoon van zestien thuis, dus iets extra's kunnen we bijna nooit doen. Een kennis van mij doet ook aan thuiswerk. Ze zei: da's leuk joh, moetje ook 's proberen. Nou, ik heb het drie maanden volgehouden". „Elke avond zaten we lampen in elkaar te schroeven, in de keuken, want je hebt er een enorme rommel van en dat moet ik niet in m'n huiskamer. Na het eten: hup, hup, hup, de keuken in. Zaten m'n man en ik te schroeven. En m'n zoon hielp ook vaak mee. We zaten er dikwijls tot twaalf uur 's nachts aan. En daarna kon je de keuken nog 's schoonmaken. Dat was geen doen. Je had helemaal geen huiselijk leven meer: je keek geen tv, je kwam d'r niet meer aan toe om op visite te gaan, en kregen we zelf bezoek, dan was het ook meteen van: hup, help je even mee? Wantje moest echt alle zeilen bijzetten om die spullen op tijd klaar te hebben". „Een keer hebben we een grote partij teruggekregen omdat er iets aan mankeerde. Dat was meteen de druppel die de emmer deed overlopen. Toen hebben we gezegd: we stoppen d'r mee. En als je dan eens nagaat wat we in die drie maanden hadden verdiend: duizend gulden. Daar hadden we met z'n drieën elke avond voor zitten werken. En daar moet de belasting dan nog vanaf'. 'Recht' De meeste thuiswerkers komen via buren, vrienden of familie aan het werk. Anderen komen met een thuiswerkgever in contact via advertenties ('Wilt u meer van het leven? Een beetje meer geld kan een aangenamer leven beteken'). Als je geluk hebt, kun je meteen aan de slag. Heb je pech, dan word je op een wachtlijst geplaatst. En die wachtlijsten kunnen lang zijn. Want de animo voor thuiswerk is groot. En een aantal werkgevers speelt daar gretig op in. Thuiswerkers zijn immers goedkope arbeidskrachten. Bovendien: omdat de meeste thuiswerkers niet in loondienst zijn, hoeft de werkgever voor hen geen werknemerspremies te betalen. De Vrouwenbond van de FNV stelde een paar jaar geleden een brochure ('Voor jou tien anderen') samen over de positie van thuiswerksters. Conclusie: bedrijven profiteren op een schandalige wijze van de thuiswerksters. Citaat uit die brochure: „Een thuiswerkster krijgt van de werkgever een laag brutobedrag, meestal stukloon. Vergeleken met mensen in loondienst krijgt de thuiswerkster verder bijvoorbeeld geen vakantietoeslag, doorbetaalde vakantieweken, ziektegeld, uitbetaling van feestdagen, toeslagen voor overwerken en werk in de avonduren. Bovendien heeft de thuiswerkster geen enkel recht. Ze kan van de ene op de andere dag ontslagen worden. Bij conflicten tussen haar en de werkgever kan ze nergens terecht; er zyn geen wettelijke regelingen over loon of arbeidsvoorwaarden waarop ze kan terugvallen. Het enige 'recht' is om te werken of met het werk op te houden". De heer Mackaaij: ,Ach, dat soort dingen weetje van tevoren, het is nu eenmaal geen liefdadigheid. Maar hoe gaat dat - ik loop in de wao, ik ben servicemonteur geweest bij een woningbouwvereniging. We hadden pas een huisje gekocht, toen ben ik van een dak gevallen, knie verbrijzeld. Dus je kunt wel nagaan ik ben behoorlijk in inkomen achteruitgegaan en er moet nog heel wat aan het huis opgeknapt worden. En u weet het zelf: hout kost goud tegenwoordig. Als je uitrekent watje met dat thuiswerk verdient, dan zitje beneden het minimumloon. Maar als ik zo'n twee tot tweeëneenhalve maand aan die lampjes heb geschroefd, dan zeg ik: kijk, daar kunnen we iets leuks mee doen voor ons huis". Grijs of zwart Er bestaat geen enkele duidelijkheid over het aantal thuiswerkers. Ook het Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek van de Katholieke Hogeschool Tilburg, dat recentelijk in opdracht van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid een onderzoek naar het verschijnsel instelde, kan daar geen uitsluitsel over geven. Al was het alleen maar omdat 'in bepaalde branches zeer veel werkzaamheden zich waarschijnlijk in het grijze of zwarte circuit voltrekken'. Maar dat het om tienduizenden gaat, staat wel vast. Om nog maar even de brochure van de Vrouwenbond FNV te citeren: „Er is een aantal redenen op te noemen waarom zoveel vrouwen op zoek zijn naar thuiswerk. De laatste jaren stegen lonen en uitkeringen nauwelijks, terwijl alle prijzen wel omhoog gingen. Hierdoor raken steeds meer gezinnen in de financiële problemen; inkomsten naast het inkomen van de man worden hard nodig". Thuiswerkster mevrouw Weijer: „Gemiddeld zit ik zo'n vijf uur per dag aan die lampen. En ik vind het hartstikke leuk, anders had ik het niet zo lang volgehouden in mei doe ik het driejaar. En dat geld, ik verdien er zo'n drie- tot vierhonderd gulden bruto in de maand mee, hebben we hard nodig. M'n man zit in de ww en de tijden zijn duur genoeg. Want wat is tegenwoordig honderd gulden aan boodschappen, niks toch zeker? We zijn met z'n vijven, en je wilt toch datje kinderen er netjes bij lopen, en de meubels, die wil je toch ook Werkgevers maken, zegt de Vrouwenbond FNV, handig gebruik van de slechte positie van thuiswerksters. „Sommige bedrijven ontslaan zelfs hun vaste krachten om hen (of anderen) daarna als thuiswerkster te laten werken. Thuiswerk is voor werkgevers voordelig. De stuklonen kunnen zelf bepaald worden, dus laag gehouden worden. Bovendien bespaart hij zichzelf de kosten van koop of huur van werkruimte, het onderhoud daarvan, de stookkosten, de apparatuur. Die kosten worden immers allemaal door de thuiswerksters gedragen. De werkgever heeft de vrije hand: de overheid oefent geen controle uit op de thuiswerkpraktijken. De vakbonden hebben er geen greep op". De laan uit „De werkgever heeft de vrije hand: de overheid oefent geen controle uit op de thuiswerkpraktijken, de vakbonden hebben er geen greep op", schreef de Vrouwenbond FNV. Districtsbestuurder Hans Vegting van de Industriebond FNV knikt: de mogelijkheden van de vakbnden om de positie van thuiswerkers te verbeteren zijn uitermate gering. Dat komt: de meeste thuiswerkers zijn niet bij een vakbond aangesloten. En wat volgens Vegting misschien een nog belangrijker rol speelt: „Veel thuiswerkers durven hun mond niet open te doen uit angst dat ze de laan uit worden gestuurd. We zouden in feite ontzettend veel voor ze kunnen doen. Als er maar genoeg mensen naar ons toe kwamen. Pas dan zijn we in staat om hun belangen beter te behartigen. Maar zolang er nog zoveel thuiswerkers zijn die wél bereid zijn om onder de huidige voorwaarden te werken, kunnen wij vrij weinig doen". „Je moet er maar niet te veel bij stilstaan hoeveel je per uur verdient. Want als je dat gaat uitrekenen - je krijgt nog minder dan een loopjongen. Nee, ik heb daar nooit over geklaagd. Je hebt wel eens de neiging om dat te doen. Maar dan loopje natuurlijk wel de kans dat ze zeggen: als je het er niet mee eens bent, stop je er maar mee. En daarom berust je er in. Aan de andere kant ik ben best tevreden. Want ik ben wao'er. En hoe zou ik anders al mijn vrije tijd moeten besteden. Bovendien: als ik dat thuiswerk niet had, zou mijn hobby erbij inschieten, dan zou ik mijn duiven de deur uit moeten doen. Want daar ben ik per maand toch zo'n honderd gulden aan kwijt. En zonder thuiswerk zou ik dat niet meer kunnen betalen" de heer Geers). De meeste thuiswerkers zijn overgeleverd aan de willekeur van hun werkgever. Echter: in enkele cao's, zoals bijvoorbeeld die voor de confectie-industrie, is een bepaling opgenomen ter bescherming van de thuiswerkers. Er kan op dat front dus wel iets bereikt worden. Dat doet de vraag rijzen: waarom worden dergelijke bepalingen niet in all cao's opgenomen voor bedrijfstakken waar thuiswerk een veel voorkomend verschijnsel is? Machteloos De bonden hebben tot dusver te weinig munitie aangedragen om de positie van thuiswerkers te verbeteren. De overheid is betrekelij k machteloos. Ongeveer anderhalve maand geleden kondigde staatssecretaris mr. A. Kappeyne van de Coppello (sociale zaken en werkgelegenheid) een onderzoek aan dat moet uitwijzen in hoeverre het werk, dat in huiskamers wordt verricht, onderworpen kan worden aan veiligheids- en gezondheidseisen. Veel verder wil de staatssecretaris niet gaan. Hoewel op het ministerie erkend wordt dat de beloning en rechtspositie van de thuiswerkers onder de maat zijn, voelt de staatssecretaris niets voor extra wettelijke regeltjes. Want, zo ongeveer luidt de redenering, dat zal werkgevers afschrikken om thuiswerkers officieel werk te geven met andere woorden: dat zal er alleen maar toe leiden dat het grijze en zwarte circuit rond het thuiswerk wordt uitgebreid. Bovendien zou veel thuiswerk naar het buitenland kunnen verdwijnen. Maar dat ook de staatssecretaris ervan doordrongen is dat naar mogelijkheden moet worden gezocht om de positie van thuiswerkers te verbeteren, blijkt uit het gebaar dat zij in de richting van de Vrouwenbond FNV maakte: de Vrouwenbond krijgt (gespreid over drie jaar) een subsidie van een miljoen gulden om een steunpunt voor thuiswerkers op te zetten. Via zo'n steunpunt zal informatie gegeven aan thuiswerkers. En dat moet er op den duur toe leiden dat thuiswerkers hun belangen gaan bundelen Want alleen dan zijn zij in staat werk gevers een verbetering van hun situatie af te dwingen. Is er wettelijk dan helemaal niets geregeld rond het thuiswerk? Toch wel: Zo is er de wet Huisarbeid. Die volstrekt verouderde wet (in 1933 aangenomen) is nog steeds van kracht, maar in de praktijk een volstrekt dode letter gebleken. Een van de bepalingen in de Huisarbeidwet: uit werkgevers en werknemers samengestelde commissies zouden zich moeten bezighouden met het ontwerpen van loonbepalingen voor thuiswerkers. Maar die commissies zijn er nimmer gekomen. Goedkoop En ook hier wTeekt zich het feit dat thuiswerkers niet georganiseerd zijn. Mr. H.W.A. Haeck, ambtenaar op het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid en voorzitter van een departementale werkgroep die zich in de problematiek van de thuiswerkers verdiept, zegt: „Die commissies zijn nooit van de grond gekomen doordat er geen partij is van werknemerskant. Een basisvoorwaarde voro het reanimeren van de Huisarbeidwet - zo wij dat zouden willen is dat er een aanspreekbare partij is van de thuiswerkerskant. En die voorwaarde is nooit vervuld". Een verwijt in de richting van de vakbonden? „Ach", zegt mr. Haeck, „Ik constateer alleen maar dat de bonden zich - zeker tot zo'n tien jaar geleden - nauwelijks hebben bemoeid met thuiswerkers". De maatregelen die de staatssecretaris onlangs aankondigde liggen uitsluitend in de immateriële sfeer: het opzetten van steunpunten, een onderzoek naar de veiligheids- en gezondheidsaspecten. Veel meer kan de overheid niet doen. „Thuiswerk ontleent zijn aantrekkingskracht voor de werkgevers aan het feit dat het goedkoop is. Stel dat er wettelijke mogelijkheden zouden zijn om een bodemprijs vast te stellen - daarmee zou je waarschijnlijk het legale thuiswerk helemaal de wereld uit helpen. Maar omdat je toch iets wilt doen, want schrijnend is het wel, moetje het probleem bij de wortel zien aan te pakken. En dat probleem is: voor jou tien anderen. Thuiswerkers laten zich tegen elkaar uitspelen, ze hebben een belangenbundeling. En wij proberen ze op dat gebied een handje te helpen. Maar we verkeren in een enorm dilemma. Want watje ook doet om de positie van thuiswerkers te versterken, het leidt altijd tot kostenverhoging. En dat kan voor de thuiswerkers een averechtse uitwerking hebben". De positie van thuiswerkers lijkt op die van vele arbeiders(sters) aan het begin van deze eeuw. Dat zal snel moeten verbeteren", schreef de Vrouwenbond in zijn brochuere. Er is nog een lange weg te gaan. De rechtbank in Den Haag deed on langs uitspraak in het kort geding van de Haarlemse computerfirma Haweka BV tegen de Consumen tenbond. Die onderzocht onlangs een aantal huiscomputers en kwam tot de conclusie dat de COMX 35 van deze firma geen goede koop is. Dat was tegen het zere been van de im porteur. De rechtbank oordeelde echter dat het onderzoek van de Consumenten bond „de toets der redelijkheid" kon doorstaan en stelde de klagende impor teur in het ongelijk. D. Westendorp, directeur van de Con sumentenbond in Den Haag, moet diep in zyn herinnering graven om een ge rechtelijke procedure over een test te noemen die door de bond werd verloren. De Consumentenbond pleegt niet te ver- liézen. Dan weet hij het weer. Het was in 1962, bijna een kwart eeuw geleden. In zet was het toen razend populaire siga rettenmerk Lexington. De bond bestond net tien jaar. Sindsdien worden met een zekere regelmaat procedures aange spannen om de bond te dwingen nega tieve uitlatingen over produkten en be drijven terug te nemen. Zonder succes. Ook de homecomputer werd geen ne derlaag voor de Consumentenbond. Tikken Niettemin is duidelijk dat een consu mentenorganisatie een grote verant woordelijkheid draagt. Enerzijds zijn er massa's mensen die zich bij hun aanko pen door het oordeel van de bond laten leiden (de Consumentenbond heeft niet minder dan 460.000 leden), aan de ande re kant worden soms ferme tikken uitge deeld aan vaderlandse ondernemers. „Die verantwoordelijkheid is best groot. Dat beseffen we natuurlijk heel goed. En dat betekent datje bij produktonderzoe- ken de nodige zorgvuldigheid in acht dient te nemen", beaamt Westendorp. Een standaard-produktonderzoek (er worden er in opdracht van de bond zo'n 70 80 per jaar verricht) ziet er volgens de Consumentenbond-directeur als volgt uit: „Stel, we willen stofzuigers testen. Eerst kijken we naar de prijzen. Welke prijsklasse is gangbaar en verge lijkbaar. De (internationale) normen, waaraan een stofzuiger en een onder zoek daarnaar moeten voldoen, worden erbij gehaald. Op een gegeven moment hebben we dan een afgeronde opzet van het onderzoek, een testprogram'ma dus. Daar staat precies in hoe we gaan onder zoeken. Met dat programma in de hand zoeken we buitenshuis - een laborato rium. Dat kan TNO zijn, of KEMA, het kan ook in het buitenland zijn. Er wordt door ons gewoon voor de opdracht be taald". „Vervolgens worden, in de winkel net zoals u en ik dat doen, de te testen appa raten ingekocht. Die worden ontdaan van herkenningstekens en gaan onder een codenummer het laboratorium in. Als het onderzoek klaar is, krijgen wij een rapport met de uitkomsten van de metingen. Dat rapport wordt nauwkeu rig bestudeerd en door de onderzoekers „vertaald" in een concept-publikatie. In samenspraak met de afdeling onderzoek maakt de redactie van de gids ten slotte de definitieve versie". Volgens directeur Westendorp gaan aan uiteindelijke publikatie in de Consu mentengids nog twee dingen vooraf. „Intern laten we medewerkers (andere mensen dan onze onderzoekers) de labo ratoriumrapporten nog eens vergelijken met de eindpublikaties. Deze contro leurs kijken of er in de procedure fouten zijn geslopen. Onze advocaat laat intus sen ook zijn oog over de publikatie gaan". Commentaar „Maar ook naar de fabrikanten en im porteurs sturen we de technische meet gegevens van hun eigen apparaat. Als ze daarop commentaar leveren, wordt daar heel serieus naar gekeken. Zonodig doen we metingen over of wordt eventu eel zelfs een nieuw apparaat gekocht en getest", zo zegt Westendorp. Merkwaardigerwijs hebben de fabri kanten en importeurs van de huiscom puters de resultaten van dit onderzoek niet vóór publikatie mogen inzien. In dit speciale geval werd afgeweken van deze gewoonte. „Dat was namelijk volstrekt zinloos geweest", aldus Westendorp be slist. Wanneer daarover wordt doorge vraagd, benadrukt de directeur dat een dergelijke procedure ook absoluut niet verplicht is. „Het komt erop neer dat er voor de fabrikanten in dit geval gewoon niks te checken viel. Er zijn volgens een internationaal gestandariseerde metho de rekenformules ingestopt en daar komt dan een uitkomst uit, waarover domweg niet valt te discussieren. Die uitkomsten kennen de importeurs zelf ook. Een responstijd van een seconde is gewoon simpelweg meetbaar. Hoe je dat dan waardeert met plussen en minnen is een tweede. En daar gaat het natuur lijk om. Maar dat wilden we natuurlijk niet van tevoren prijsgeven". De consumentenbond heeft het Haar lemse computerbedrijf vlak voor het kort geding nog laten weten bereid të zijn inzage te geven in de gevolgde on derzoeksmethode. „Daar bleek ineens geen belangstelling voor te bestaan", zo meldt directeur Westendorp. Buiten landse organisaties hebben volgens de Consumentenbond - directeur dezelfde methode en procedure gevolgd. Volgens de Consumentenbond dient men bij een onderzoek als dat van huis- computers te bedenken, dat nadrukke lijk sprake is van een „momentopna me". „Die markt is zo gigantisch in be weging. Een onderzoek neemt heel wat maanden in beslag. Voor het tijdstip van publikatie daar is, zijn er al weer nieuwe modellen. Dat is dus bij zo'n onderwerp als computers wel een probleem. Er is nog geen rust op die markt". Westendorp zet zich in het algemeen af tegen uitlatingen van fabrikanten en importeurs als zouden door de bond soms verouderde apparaten worden ge test en zouden bepaalde apparaten niet eens meer geleverd worden. Westen dorp: „Als zoiets zich voordoet en fabri kanten roepen dat, dan sturen wij onze marktonderzoekers op pad. Als ze in de winkel dan nog dat apparaat zien liggen - wat zeer vaak het geval is - dan gaat de publikatie natuurlijk gewoon door. Want dat is het criterium. Het gaat erom of de consument het produkt nog kan kopen". (GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 23