Een getapte streekgenoot Heineken tien jaar in Zoeterwoude ZATERDAG 13 APRIL 1985 PAGINA 19 Een uitgebreide bierparty als in 1975 blijft ditmaal achterwege, maar de.werknemers van Heineken in Zoeterwoude zullen binnenkort wel een attentie ontvangen. Intern wordt aldus op bescheiden wijze de tiende veijaardag van de imposante vestiging aan de Hoge Rijndijk gevierd. Op donderdag 18 april is het namelijk precies 10 jaar geleden dat prins Bemhard het brouwerijcomplex met het nodige feestgeschal officieel opende. Sindsdien is het silhouet van Neerlands grootste en bekendste brouwerij niet meer weg te denken uit de Zoeterwoudse Barrepolder. In die tien jaren hebben zich overigens de nodige veranderingen en uitbreidingen op het 80 hectare grote terrein voorgedaan. Hoewel ir. B.A. Horstman, directeur produktie bier, tien jaar geen termijn vindt om langdurig bij stil te staan, kost het toch opvallend weinig moeite hem aan de praat te krijgen over de ontwikkelingen in het afgelopen decennium. Hij gaat zelfs nog verder terug om duidelijk te maken waarom Heineken besloot in Zoeterwoude een nieuw, gigantisch complex neer te zetten. "We hadden in Rotterdam een brouwerij in Crooswijk, in het hartje van de stad. Daar waren we veel te klein behuisd zonder mogelijkheden om uit te breiden. Omdat Rotterdamse bestuurders destyds niet erg enthousiast reageerden op plannen voor nieuwbouw werd besloten een nieuwe brouwerij elders te vestigen. Dat moest dan wel een vestiging boven de grote rivieren worden, want beneden de grote rivieren hadden en hebben we sinds 1959 al een brouwerij, in Den Bosch". Computer "Er zijn toen allerlei gegevens in de computer gestopt. Gegevens over de beschikbaarheid van water, gas, electriciteit, industrieterreinen, gegevens over het personeel en over de vestigingsplaatsen van de voornaamste klanten. Bovendien stelden we onszelf de vraag: welke mogelijkheden moet een modern brouwerijcomplex bezitten? De antwoorden op die vraag gingen ook in de computer. Het resultaat was uiteindelijk dat nieuwbouw ergens op de lijn Leiden-Amersfoort zou moeten plaatsvinden. Met diverse gemeenten zijn toen oriënterende gesprekken gevoerd". De huidige burgemeester van Zoeterwoude, ing. A.J.M. Houdijk, voormalig gemeenteraadslid van Gouda, kan zich nog wel iets herinneren van de opwinding die die besprekingen teweegbrachten. "In Gouda gonsde het op een gegeven moment van de geruchten dat Heineken zou komen. Veel gemeenten hebben gehoopt en wellicht ook de illusie gehad dat Heineken zich op hun industriegebied zou vestigen. In Zoeterwoude was men ook blij met de belangstelling van Heineken voor de Barrepolder, want anders was de kans groot geweest dat het Energie Bedrijf Rijnland er een centrale had gebouwd. Zo'n centrale, met een hoogspanningsnet in de polder, was voor velen een schrikbeeld". "Bij de gemeente zag men in elk geval liever een schone industrie als Heineken dan een energiecentrale of een chemisch bedrijf. Ook tien jaar geleden waren gemeenten al zeer gespitst op het aantrekken van industrieën die geen milieubedervende invloed zouden hebben". "Over bezwaren tegen aantasting van het poldergebied heb ik nooit veel gehoord. Ach, het punt was ook niet: Heineken of niks, maar zoals gezegd: Heineken of een energiecentrale. Nee, ik geloof niet dat de komst van Heineken veel heisa by natuurbeschermers heeft gewekt. Trouwens, aan de Rijndijk is men van oudsher industrieën gewend. Denk maar aan de steenbakkerijen". Waterfabriek Dat de keuze destijds op Zoeterwoude viel heeft volgens directeur Horstman van Heineken veel te maken gehad met de gemakkelijke beschikbaarheid van goed water. "Voor elke liter bier die we tien jaar geleden maakten was 10 liter water nodig. Die verhouding is nu één op vijf. Het kunnen beschikken over water is voor een brouwerij heel belangrijk". "In deze streek wordt geïnfiltreerd water uit de duinen geleverd. Die duinen vormen als het ware een buffer met een maandenlange voorraad aan water. Dat is voor ons een veilige marge". Desondanks is er op het Heineken-terrein vier jaar geleden een waterfabriek gebouwd, een tamelijk uniek bouwwerk waarvan er over de gehele wereld maar zo'n twintig zijn te vinden. Per uur kan in die fabriek 500 kubieke meter water worden behandeld, water dat wordt betrokken van de gemeente. Op die manier heeft Heineken zich nog beter verzekerd tegen mogelijke problemen met water. Omdat de bereiding van biér gepaard gaat met grote hoeveelheden afvalwater Ofschoon tamelijk ingrijpend, heeft het neerstrijken van Heineken in de Zoeterwoudse Barrepolder destijds nauwelijks voeten in de aarde gehad. De grootste werkgever in de Leidse regio heeft dan ook geen spijt van zijn verhuizing uit Rotterdam. "We hebben het hier getroffen". De balans van tien jaar bier brouwen aan de Rijn. door Bert Paauw Het zich almaar uitbreidende Heineken-complex in de Zoeterwoudse Barrepolder. is destyds by de aanleg van het brouwerijcomplex een afvalwaterzuiveringsinstallatie gebouwd. Die installatie kan volgens directeur Horstman alle afvalwater van een stad als Leiden met z'n ruim 100.000 inwoners wel tweeëneenhalf maal verwerken. Het gezuiverde water wordt via een 8 kilometer lange pijplijn naar het Korte Vlietkanaal bij Voorschoten afgevoerd. Horstman: "Er werd toentertijd geen toestemming verleend om het gezuiverde water op de Oude Rijn te lozen. Als je bedenkt dat het gezuiverde afvalwater schoner is dan het water van de Oude Rijn is dat natuurlijk een vreemde zaak. We zouden dus eerder verschonend dan vervuilend werken ten opzichte van de Rijn. Maar tien jaar geleden heerste er een heel andere sfeer dan nu. Er bestond een duidelijke achterdocht en aversie jegens industrieën. Dus la, we hebben die pijplijn aangelegd. Hadden we in deze tijd gebouwd, dan hadden we waarschijnlijk wèl mogen lozen op de Oude Rijn". Slagbomen Wie het Heineken-terrein wil betreden, wordt geconfronteerd met slagbomen en borden die duidelijk maken dat niet iedereen zomaar een kijkje kan komen nemen. Toch is er een mogelijkheid het complex te doorkruisen. De Weipoortsche Vliet, een De beschikbaarheid van goed water was destijds een belangrijke factor in de komst van Heineken naar Zoeterwoude. Desondanks werd er vier jaar geleden uit voorzorg een eigen waterfabriek gebouwd. (foto Holvast) karakteristiek stroompje dat aftakt van de Oude Rijn, is openbaar gebied en dus voor een ieder toegankelijk. Volgens de heer Horstman zit men daar bij Heineken niet mee. "We vinden het juist een sfeervol watertje. Zolang mensen maar niet aan de wal komen is het prima als ze met een roeiboot of kano langs varen. De portier volgt ze op de monitoren en zodra er iemand naar de kant komt rijdt één van onze mensen er even met een jeep naartoe om te vertellen dat dat niet mag. Een brouwerij is namelijk accijnsgebied en daarom niet toegankelijk voor Jan, Piet of Klaas. Overigens gebeurt het zelden dat mensen aan de wal komen". Horstman zegt dat niet is overwogen om een verzoek tot demping van de Weipoortsche Vliet in te dienen. "Het stroompje past juist goed bij de terreininrichting. We hebben alle moeite gedaan om een complex neer te zetten dat niet vloekt met de omgeving. Allerlei groenvoorzieningen zijn aangebracht wat het nodige extra geld heeft gekost. Maar als je Heineken in Zoeterwoude vergelijkt met andere industrieën, dan denk ik dat we een voorbeeld zijn van hoe een grote industrie goed kan worden geïntegreerd in een polderlandschap". Burgemeester Houdijk meldt ook zeer gelukkig te zijn met de entourage die Heineken rond de diverse gebouwen heeft aangebracht. "Je kunt toch echt niet spreken van een massief complex bouwwerken. Het is een parklandschap met duizenden bomen en struiken. Ook door de manier van terreininrichting heeft Heineken allure. Ik denk dat het de gemeente die zo'n bedrijf binnen haar poorten heeft toch ook enig aanzien geeft. Per slot van rekening staat wel op elk flesje dat het bedrijf verlaat de naam Zoeterwoude". Ruimer Niet alleen aanzien, de komst van Heineken heeft Zoeterwoude ook een verruiming van de financiële middelen gebracht. Houdijk geeft het onbeschroomd toe. "Heineken levert de gemeente natuurlijk een niet onaanzienlijke som gelds aan onroerend goedbelasting op. Het is moeilijk concreet aan te geven waar de ruimere middelen in hebben geresulteerd, maar ik denk dat de aanwezigheid van de sporthal er toch wel iets mee te maken heeft". De werkgelegenheid die Heineken-Zoeterwoude biedt - momenteel 2000 werknemers van wie er 1200 in de brouwerij werken en 800 op kantoor - is uiteraard ook niet te versmaden, al denkt Houdijk dat het aantal Zoeterwoudenaren dat in de 'Bierpolder' emplooi heeft gevonden gering is. "Het groeit wel geleidelijk. Overigens worden in Zoeterwoude geen woningen voor werknemers van Heineken gebouwd. Wy mogen eigenlijk nauwelijks groeien, bouwen alleen voor de eigen bevolking". Horstman:"Er werken in Zoeterwoude nog altijd mensen die afkomstig zyn van de oude vestigingen in Rotterdam en Amsterdam en die er de voorkeur aan hebben gegeven in die contreien te blijven wonen. Er rijden dagelijks toch wel zo'n dertig busjes om iedereen op te halen en weer weg te brengen. Maar het pendelen neemt wel af. Als er arbeidsplaatsen vrij komen wordt er geworven in Leiden en omgeving". Horstman benadrukt dat Heineken zich niet onverschillig ten opzichte van z'n huidige standplaats opstelt. "We proberen een goed burger van Zoeterwoude te zijn en daarom geven we ondersteuning bij plaatselijke feesten en dergelijke". Heinekenpot Burgemeëster Houdijk onthult zelfs het bestaan van een zogenaamde Heinekenpot. "Heineken schenkt jaarlijks een bedrag dat ten goede komt aan de verenigingen in Zoeterwoude. Wij dragen als gemeente kandidaten voor, Heineken regelt de financiële zaken vervolgens rechtstreeks met de verenigingen. Verenigingen die jubileren, die net beginnen of met specifieke problemen kampen komen voor ondersteuning in aanmerking. Die Heinekenpot is bekend bij de verenigingen. Wanneer een club bij ons vergeefs aanklopt voor subsidie, vragen ze vaak: wil je ons aanmelden voor de Heinekenpot?". Regelmatig hebben Heineken en de gemeente contact over de afgifte van bouwvergunningen voor de al maar doorgaande uitbreidingen en verbeteringen aan het brouwerijcomplex. Houdijk: "Niet zo lang geleden heeft Heineken zelf de Smeetsweg verbreed, die aansluit op de Rijndijk. Vroeger lag er maar één baan, nu twee. De drukte tijdens de spitsuren kan nu beter worden opgevangen". Directeur Horstman zegt de smalle, drukke aan- en afvoerroute naar Heineken (de Ryndijk dus) een minpuntje van de vestiging in Zoeterwoude te vinden, maar met de komst van Rijksweg 11 (de toekomstige snelweg tussen Leiden en Alphen) zal daar verbetering in komen. Een stroomlijning van het wegvervoer is voor Heineken een belangrijke zaak omdat de aanvoer van mout, een voorname grondstof bij de bereiding van bier, voornamelijk per vrachtauto gebeurt. Jaarlijks wordt ongeveer 30.000 ton mout vanuit België naar Zoeterwoude gereden. Toch zijn andere wijzen van vervoer - per spoor of per schip - niet afgeschreven. Bij de indeling van het terrein is zelfs rekening gehouden met de toekomstige aanleg van een spoorlijntje en een binnenhaventje. Horstman daarover: "De spoorlijn Leiden-Alphen wordt momenteel verdubbeld. Wy hebben by de Spoorwegen een optie genomen om een spoorlijntje af te takken. Als het spoorvervoer in de toekomst kan concurreren met andere wijzen van vervoer dan leggen we zo'n lijntje aan". Vooruitdenken "Verder hebben we aan de kant van de R«ndijk op ons terrein een stukje grond Burgemeester Houdijk van Zoeter woude: "Je kunt niet spreken van een muis en een olifant". (foto Wim Dijkman) Leidsch/Alphens Dagblad voor een toekomstig binnenhaventje gepland. Het tegenover gelegen stukje grond langs de Oude Rijn hebben we al in bezit. De verbinding tussen die twee stukken zou kunnen via een duiker of gewoon via een open verbinding waarbij er dsm een brug gemaakt zou moeten worden voor het verkeer dat over de Rijndijk rijdt. Hoe dat eventueel gaat worden is van later zorg". "In elk geval zorgen we dat we de routine met het scheepsvervoer niet verliezen. Eén keer in de zoveel weken laten we speciaal een boot met mout uit België komen die z'n lading iets verderop aan de Rijndijk bij een meelhandel lost. Het laatste stukje i vervoer gebeurt dan per vrachtwageni Dat doen we expres om te kunnen inspelen op een crisis. We hebben weliswaar altijd een voorraad voor vyf weken op ons terrein maar stel dat er een pak sneeuw valt van 2 meter waardoor het wegvervoer geruime tijd stil ligt. Dan moet er een alternatief zijn. We moeten wat kunnen doen bij een crisis". Er wordt niet alleen vooruitgedacht op het punt van vervoer, ook ten aanzien van energie heeft Heineken beschermende maatregelen getroffen. Volgende maand zal een gloednieuwe warmtekrachtcentrale in gebruik worden genomen waarmee momenteel wordt proefgedraaid. Horstman: "Zo'n zeven jaar geleden heeft de overheid tegen de grote industrieën gezegd dat ze in het midden van de jaren tachtig zouden worden afgesneden van het aardgasnet omdat men het aardgas voornamelijk wilde bestemmen voor huishoudelijk gebruik. Wij gebruikten het aardgas om stoom voor onze ketels op te wekken. Wij hebben toen aanvankelijk zitten dubben tussen olie of steenkool. Maar beide hebben nadelen. Bij gebruik van steenkool heb je hele hoge schoorstenen nodig met filters om vervuiling tegen te gaan. En als er een oliecrisis uitbreekt zit je ook meteen in de problemen". "Toen zijn we uitgekomen by de warmtekrachtcentrale. Je mag van de overheid wel aardgas tot in het oneindige gebruiken als je er behalve stoom ook electriciteit uithaalt. Die centrale gaat ons jaarlijks miljoenen guldens aan electriciteitskosten besparen". Apollo's Vergeleken bij de situatie in 1975 zijn er de afgelopen jaren tientallen tanks bijgebouwd waarin het bier wordt opgeslagen zodra het is gebrouwen. In die tanks, de zogenaamde Apollo's, vindt het ongeveer twee maanden durende vergisten en rijpen (lageren) plaats. Na lagering wordt het bier gefilterd en in flesjes gestopt. Ook de bottelarij is fors uitgebreid zodat er per uur ruim 400.000 flesjes bier kunnen worden gebotteld. Daarvan zijn er 120.000 bestemd voor export naar de Verenigde Staten. Horstman: "Wy hebben nu 40 procent van de totale bierimport in de VS in handen. Daarmee zijn we de grootste bierimporteur in dat land. Jaarlijks gaan er echt miljoenen liters bier naar de VS". In de komende jaren zullen de consumenten van Heinekenbier moeten wennen aan een ander formaat flesje. Het vertrouwde pijpje gaat geleidelijk verdwijnen. Horstman daarover: "Gezien de moderne glastechnologieën hoorde het pijpje tien jaar geleden al thuis in het museum. Het pijpje heeft namelijk op sommige plekken een dunne en op andere plekken een dikke wand. Op de dunne gedeelten bestaat altijd een flinke kans op barsten. Het nieuwe flesje zal een gelijkmatige wand hebben, dat geeft minder spanningen in het glas en het flesje wordt lichter. Per krat scheelt dat tweeëneenhalve kilo".' "Het huidige flessenpark is echt aan vervanging toe. Veel flessen zijn beschadigd aan de hals of vertonen schuurplekken aan de buitenkant. Het nieuwe flesje wijkt overigens qua vorm niet veel af van het pijpje. En uiteraard is er onderzoek gedaan naar de acceptatie van het nieuwe model door de consument. We verwachten niet dat de omschakeling veel klachten zal opleveren". Getroffen De balans opmakend na tien jaar Heineken in Zoeterwoude zegt burgemeester Houdijk alle reden te hebben tevreden te zijn. "Heineken mag dan een groot bedrijf zijn met een bijzonder produkt, als gemeente hebben we niet het gevoel te worden overspeeld. Ik denk trouwens dat Heineken dat zelf niet zou willen. Ik ben hier iri 1980 als burgemeester gekomen en ik ben door collega-bestuurders echt niet gewaarschuwd in de trant van: oppassen voor Heineken. Nee hoor, je kunt niet spreken van een relatie tussen een olifant en een muis". Horstman: "We zitten hier goed in Zoeterwoude. Ach, je kunt het vergelijken met het kopen van een nieuw huis. Dan maak je ook een afweging van sterke en zwakke punten. Achteraf zeg ik, we hebben het hier getroffen. Als we alles moesten over doen, zouden we denk ik opnieuw kiezen voor Zoeterwoude".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 19