BAANVAK
Club van reumapatiënten:
behoefte aan jong bloed
Ommezwaai BenW
maakt steun
minima mogelijk
Lezers Schrijven
PAGINA 4
LEIDEN
DONDERDAG 11 APRIL 1985
Jubilerende vereniging zoekt jongeren
LEIDEN - Pas vijf jaar oud zijn en
dan toch al behoefte hebben aan
jong bloed, lijkt een beetje over
dreven. Toch is dat het geval met
de Reumapatiëntenvereniging Lei
den en omstreken. Dit jaar wordt
het eerste lustrum gevierd. Opge
zet door enkele reumapatiënten,
groeide de organisatie in die tijd
uit tot een flinke vereniging van
210 leden.
door
Annemiek Ruygrok
Nu die eerste vijfjaar erop zitten,
vindt het bestuur, bij monde van
secretaresse Lenie Korting en
voorzitster Teunie Wernars, dat
ook jonge reumapatiënten er goed
aan zouden doen lid te worden en
actief te zijn binnen de vereniging.
"Denk nou niet, dat we met z'n
allen als reumapatiënten zielig
gaan zitten doen. Juist niet. Na
tuurlijk organiseren we voorlich
tingsavonden. Daarop komt een
arts, een fysiotherapeut of een
maatschappelijk werker ons aller
lei dingen vertellen. Hoe we het
best met onze ziekte kunnen om
gaan, wat de mogelijkheden voor
oefeningen zijn en waar we moeten
zijn als het om aanpassing van wo
ningen gaat. Maar behalve dat is er
wel degelijk ruimte voor gezellig
heid en ontspanning. We hebben
een jaarlijkse boottocht, we gaan
een week op vakantie, er zijn gezel
lige middagen en avonden en elke
week gaan
Juist door die gezelligheid wordt
de reumapatiënt uit z'n isolement
gehaald. Lenie Korting: "Ik heb in
de verpleging gewerkt en ben toen
vaak met reumapatiënten in aanra
king gekomen. Wat me opviel en
ook nu steeds weer opvalt, is dat zij
zo melancholiek zijn, zo bezig met
zichzelf. Ze zitten soms hele dagen
te zitten en verroeren zich niet, om
dat de dokter heeft gezegd dat je
kalmpjes aan moet doen. In zo'n
vereniging word je geconfronteerd
met mensen die er soms veel erger
aan toe zijn dan jij en toch actief
zijn". En Teunie Wernars vult aan:
"Met dat zwemmen merk je dat
mensen met elkaar aan de praat
komen, ervaringen uitwisselen. Je
vraagt elkaar eens iets en er is al
tijd wel iemand die dan een ant
woord weet".
De ziekte reuma heeft velerlei
Drempelvrees
Dat zo weinig jongeren lid zijn
van de vereniging - het merendeel
van de leden is 60 jaar of ouder -
heeft volgens Lenie Korting en
Teunie Wernars twee oorzaken. Al
lereerst denken jongeren vaak dat
de reumapatiëntenvereniging er al
leen is voor oudere patiënten en
ten tweede wil een jongere vaak
niet erkennen dat hij of zij aan deze
ziekte lijdt. Er is een enorme drem
pelvrees. Toch slaat reuma ook on
der jongeren toe. Het jongste lid
van de vereniging is - tragisch ge
noeg - nog geen vier jaar.
gezichten. Grofweg kan zij worden
onderverdeeld in drie hoofdgroe
pen: artrose, een slijtage van de ge
wrichten; artritis, dat zijn ontste
kingen aan de gewrichten; en de
ziekte van Bechterew. waarbij de
ruggewervels op den duur verstij
ven. De oorzaak van de ziekte is
nog steeds niet bekend. Hoewel
tienduizenden Nederlanders aan
de ziekte lijden, stelt de overheid
niet of nauwelijks geld ter beschik
king voor onderzoek. "Hartziek
ten, kanker en nieraandoeningen
staan enorm in de belangstelling.
Er wordt veel onderzoek naar ge
daan, maar reuma zit wat dat be
treft in het verdomhoekje. Geluk
kig hebben we de bond van reuma
patiëntenverenigingen, waarbij we
zijn aangesloten. Die trekken
voortdurend in Den Haag aan de
bel om subsidie".
Leiden
Een andere grief van het bestuur
van is dat de gemeente Leiden nog
nooit éën cent subisidie heeft ver
strekt. "Van Voorschoten, Oegst-
geest en binnenkort ook van Lei
derdorp krijgen we die wèl. Maar
Leiden is nog nooit over de brug
gekomen. Al gaven ze ons die twee
zwemuurtjes per week in het bad
van de mythylschool nu maar gra
tis. Maar nee hoor. Binnenkort
gaan de subsidie-aanvragen weer
de deur uit. Leiden krijgt er na
tuurlijk ook weer één. We blijven
volhouden".
Secretaresse Lenie Korting en voorzitster Teunie Wernars: "Denk nou
niet dat we met z'n allen als reumapatiënten zielig gaan zitten doen. Juist
niet". (foto Holvast)
Waar een reumapatiënt telkens
weer tegen een muur loopt, zijn de
instanties die moeten bewerkstelli
gen dat aanpassingen in het huis
van de patiënt worden aange
bracht. "Maar dat duurt maanden.
Dan krijg je een formulier thuisge
stuurd, je vult het in, stuurt het te
rug en na een tijdje krijg je precies
zo'n zelfde formulier van een ande
re instantie. Dat gebeurt soms drie
of vier keer. Intussen verstrijken
maanden, soms jaren, terwijl jij
maar zit te wachten totdatje drem
pels in huis worden weggehaald.
Met kleinere hulpmiddelen als kra
nen en speciaal bestek gaat het wel
sneller, maar ook dat duurt vaak te
lang. Zo kan het gebeuren dat
mensen veel te lang in een revali
datiecentrum als Sole Mio zitten.
Ze mogen eigenlijk allang naar
huis, maar omdat die aanpassingen
er. niet zijn, is dat onmogelijk. Ko
men ze dan eindelijk terug, dan
duurt het heel lang voordat ze weer
aan de huiselijke situatie zijn ge
wend".
Niet echt tevreden zijn ze over de
ziekenfonds-vergoedingen. Een
reumapatiënt heeft veel dure medi
cijnen nodig. Een ziekenfonds be
taalt dat zonder morren. "Maar
waar je écht voor een hele tijd van
opknapt is een verblijf in een kuu
roord. Het Zilveren Kruis in
Noordwijk heeft vorig jaar een
paar mensen de mogelijkheid ge
geven voor vijfhonderd gulden
naar Hongarije te gaan. Die kwa
men als herboren terug. Het zou
een goede zaak zijn als de zieken^
fondsen ook zoiets zouden doen.
Dat is beter dan al dat geld uitge
ven aan medicijnen", vindt Teunie
Wernars.
Onderstaande brief over 'Ouders
op herhaling' was gisteren maar
half in de krant terecht gekomen.
Vandaar dat we de brief opnieuw,
en nu wel in zijn geheel, plaatsen.
Ouders op
Herhaling
Ouders Op Herhaling (O.O.H.)
O, wij zijn zo ontevreden
de kursisten en vrijwilligers van
het heden.
Wat u nu gaat lezen over 12 jaar
lang
is voor O.O.H. van groot belang.
O.O.H. was net één jaar
toen schoonzus en ik er aan be
gonnen.
Dralend gingen wij over de
drempel
op de Lusthoflaan-school wa
rempel.
Was het noodweer of het begon
te ij zelen
wij gingen toch ons rekenen en
Nederlands opvijzelen.
Drie jaar lang gingen wij iedere
week
doch opeens waren wij uitge
leerd, dat bleek.
Öp hogere scholen konden wij
verder gaan
maar dat schoven wij van de
baan.
Wat bleek, O.O.H. was Engelse
les gaan geven
wij er naar toe, dat werd een heel
lang leven.
Na het eerste jaar werd er ge
spaard
want de kursisten hadden heel
wat Engels vergaard.
Voor een fijne trip naar Londen
voor het Engels spreken wat zij
na twee jaar konden.
Na het derdejaar riep de staf ons
naar boven
je zult het niet geloven.
Of wij mee wilden draaien als
hulp-lerares
na aarzelen zeiden wij toch yes.
Ook dit is weer wat jaartjes gele
den
O.O.H. heeft in die laatste jaren
veel gestreden.
Want zij waren zo groot gegroeid
dus geld is daar altijd mee ge
moeid.
Het is dat de staf en vrijwilligers
er heel hard aan trokken
dus konden wij door blijven
knokken.
In 1980 kwamen de donkere tij
den
het Rijk gaf geen geld, dus wil
den O.O.H. mijden.
De Gemeente sprong gelukkig
bij
wij konden verder, zij aan zij.
Nu, in maart 1985 lees ik in de
krant
O.O.H. wordt in fusie gedaan, het
is gênant.
Een grote Stichting voor ieder-
weg dat persoonlijke, je staat al
leen.
Ik vraag me af, wie heeft zoiets uit
gedacht
iets dergelijks had ik nooit ver
wacht.
Er moeten leraren komen die wor
den betaald
maar het geld, waar wordt dat ge
haald?
Eén kursist per jaar kost 600 gul
den
dat kon door de vrijwilligers, alle
hulde
Mevr. van Dongen laat O.O.H.
maar bestaan
het gaat om de kursisten, niet om
een baan.
Meer dan 300 mensen komen om
iets te leren
met Uw plan zou U deze mensen
Wij vrijwilligers vragen geen geld
een ander iets te leren is wat bij ons
telt.
Wethouder van Dongen sta met
Uw benen op de grond
en houd O.O.H. zoals nu gezond.
De gemeente zegt met weinig geld
zoveel mogelijk doen
doch Uw plan kost een heleboel
poen.
Wij, vrijwilligers springen op de
bres
en zeggen nu echt geen yes.
Een grote school voor volwassen
dat is niet wat wij wensen.
Betaalde krachten kunnen wij best
gebruiken
als de Gemeente in de portefeuille
wil duiken.
Bedankt Mevrouw voor Uw plan
maar maakt U er snel iets anders
80 vrijwilligers hebben jaren hun
best gedaan
nu wilt U hen in de kou laten staan.
Bent U niet te overtuigen
Komt U gerust eens over onze les
sen buigen.
Het leren in gezelligheid en sfeer
als U het meemaakt dan weet U
Dan zult U zegen O.O.H. blijft zoals
het is
het is er goed en het is er fris.
Trudie Zandbergen, medewerkster
Rinie Zandbergen, medewerkster
Frida de Ridder, medewerkster
Tine Beugelsdijk, medewerkster
Jo La Lau, kursist
Bep ten Bokkel, kursist
en vele anderen.
P/a Herensingel 3,
Leiden.
Voor informatie en tips tel. (071>-144941, toestel 216
W erkprojecten
niet erg in trek
De arbeidsprojecten die zijn op
gezet voor werkloze jongeren
sluiten niet of nauwelijks aan op
de behoefte van die jongeren
zelf. Dat blijkt uit een onderzoek
van het Instituut voor Sociaal
Wetenschappelijk Onderzoek
van de Katholieke Hogeschool in
Tilburg.
De resultaten daarvan werden
onlangs in Den Bosch gepresen
teerd. Het onderzoek werd ge
houden in opdracht van de
Jeugd- en Jongerenraad Noord-
Brabant en de Raad voor het
Jeugdbeleid Limburg.
Jeugdige werklozen willen het
liefst een normaal betaalde baan
in het eigen beroep. Is die niet
beschikbaar dan geeft men de
voorkeur aan projecten die zo
veel mogelijk lijken op een nor
male baan, zoals tijdelijke werk
gelegenheidsprojecten en
werkervaringsprojecten. Het
huidige pakket bevat te weinig
van dit soort projecten. Het ge
volg is dat het overgrote deel van
de werkloze jongeren weinig ge
bruik maakt van de bestaande
mogelijkheden.
Vooral lager-opgeleiden zien
het nut van die projecten niet in.
Mensen met een hogere oplei
ding zien dat nut wel, maar dat
heeft weer tot gevolg dat zij ge
negen zfjn deel te nemen aan de
projecten die niet voor hen zijn
bestemd.
De onderzoekers menen dat
het toekomstig beleid er vooral
op gericht moet zijn de werkloze
jongeren in het arbeidsproces in
te passen. Pas op de tweede
plaats moet de nadruk worden
gelegd op de opvang van deze
groep, hoewel wordt erkend dat
daaraaan een onmiskenbare be
hoefte blijft bestaan.
Het zou naar de mening van de
onderzoekers een goede zaak
zijn als de uitkerng van deelne
mers aan werkervaringsprojec
ten wordt verhoogd tot het mini
mumjeugdloon. Dat zou de be
reidheid om er aan mee te doen
vergroten.
Volgens de onderzoekers is het
wellicht zinvol om te overwegen
het deelnemen aan dergelijke
projecten verplicht te stellen om
dat anders een bepaalde catego
rie werkloze jongeren definitief
uit de boot dreigt te vallen.
Het is noodzakelijk dat er een
einde komt aan de verbrokkelde
financieringsbeleid, waarbij de
verschillende departementen el
kaar nogal eens voor de voeten
lopen. Het ministerie van wel
zijn, volksgezondheid en cultuur
zou zich alleen moeten bezighou
den met het normale sociaal-cul
turele werk en niet met het in-
passingsbeleid. Dat hoort naar
de mening van de onderzoekers
enkel en alleen thuis bij het mi
nisterie van sociale zaken en
werkgelegenheid.
Ook vinden zij dat er meer
ruimte moet komen voor een ei
gen gemeentelijk beleid om acti
viteiten voor werkloze jongeren
te kunnen ontplooien die aan
sluiten op de feitelijke lokale si
tuatie.
Het onderzoek werd uitge
voerd onder 1200 werklozen jon
geren in 12 gemeenten in Bra
bant en Limburg. De onderzoe
kers denken dat de uitkomsten
van dat onderzoek ook gelden
voor de rest van het land.
Betalen voor
een baantje?
Lenie Hoogenboom uit Roelofa-
rendsveen is teleurgesteld. De
Veense is al geruime tijd op zoek
naar een vrijwilligersbaantje en
is daar tot op heden niet in ge
slaagd. Wel kreeg zij enkele aan
biedingen voor een baantje bij
een vereniging of instelling. Die
kon zij echter niet aannemen,
omdat de instellingen die van
haar diensten gebruik wilden
maken geen reisgeld konden ver
goeden.
Zij moet rondkomen van een
Lenie Hoogenboom: "Moet ik dan geld meebrengen
bijstandsuitkering en is daar
door niet in staat extra kosten te
maken voor het vrijwilligers
werk. "Ook al zou ik dat er nog
zo graag voor over hebben. Het
gaat gewoon niet", aldus de
Veense.
Zij is zo langzamerhand de
wanhoop nabij. "Je voelt je een
nul", zegt zij. "Ik heb diploma's
en beheers een aantal moderne
talen. Maar daar mee kan ik niets
beginnen. Ik ben gewoon te
duur, de bedrijven nemen liever
een goedkopere jongere kracht.
Bovendien weet ik niets van de
moderne apparatuur op admini
stratief gebied. Dus wat dat be
treft ben ik uitgerangeerd".
Volgens Lenie Hoogenboom
heeft zij wat een 'echte' baan in
het bedrijfsleven betreft alle
hoop laten varen. Daarom heeft
zij een aantal instellingen gebeld
en zich in laten schrijven voor
vrijwilligerswerk. Maar ook daar
zijn haar ervaringen ronduit te
leurstellend.
Zo kreeg zij via het vrijwilli
gerswerk 'Hillegom-Lisse' het
adres van de zwemvereniging
'De Watervrienden' in Lisse. Die
vereniging zocht een administra
tieve kracht, althans dat dacht
mevrouw Hoogenboom. Contac
ten met het bestuur van de Lisse-
se zwemvereniging leerde echter
dat het ging om het bijhouden
van het kaartsysteem, waarop de
wedstrijdresultaten van de
zwemmers worden ingevuld.
Bovendien was het de bedoe
ling dat dit werk bij haar thuis
moest gebeuren. "Dat was nou
net niet mijn bedoeling. Het was
mij te doen om in contact te ko
men met andere mensen. Thuis
zitten doe ik nu al de gehele dag.
Ik wil juist een baantje om er
eens uit te zijn".
Desondanks wilde de Veense
het baantje toch wel accepteren.
Maar toen bleek dat zij geen ver
goeding kreeg voor reiskosten,
als zij de wedstrijdresultaten
eens in de zoveel tijd zou moeten
ophalen in Lisse. "Ik begrijp best
dat verenigingen in deze tijd ook
niet zwemmen in hun centen.
Maar ik kan die kosten helemaal
niet betalen van mijn uitkering.
Daar hadden zij alle begrip voor,
maar er bleek niets aan te doen.
Bovendien moest ik verplicht lid
worden van de vereniging, dat
Dijkman)
zijn alle vrijwilligers bij 'De Wa
tervrienden'. Dan mocht ik wel
gratis zwemmen in het zwembad
in Lisse", zegt zij wat wrang la
chend.
Eenzelfde ervaring had zij bij
de Nederlandse Vereniging voor
Slechthorenden in Leiden. Daar
werd een vrijwilligster gezocht
die contacten zou kunnen leggen
tussen dove mensen onderling.
Een baantje waar naar zij wel
oren had.
Maar ook in dat werk moest zij
nogal eens van haar oude au
tootje of het openbaar vervoer
gebruik maken. Hoe zeer het ook
aan haar hart ging, ook die 'job'
moest zy afbellen. "Ik had het
graag willen doen, maar het kon
gewoon niet".
Dit zijn twee voorbeelden die
zij naar voren brengt. Zij zegt in
de afgelopen weken en maanden
meer contacten voor een baan als
vrijwilliger te hebben gehad.
Steeds echter ketst het af op de
kosten. "Zo langzamerhand ben
ik wanhopig. Wat zoeken zij nu
eigenlijk. Is het al zover in Ne
derland dat je moet betalen voor
een vrijwilligersbaantje?".
LEIDEN - Dank zij een draai
van 180 graden van burgemees
ter en wethouders ziet het er naar
uit dat de gemeente de Leidse
minima toch enigszins de hand
wil reiken. B en W hebben in hun
beleidsvoornemens voor de ko
mende vier jaar uitgesproken dat
een steunfonds van een kwart
miljoen gulden in het leven
wordt geroepen, hoofdzakelijk
voor schuldsanering voor men
sen met een minimuminkomen.
Nog slechts vijf maanden gele
den jaar werd, bij de begrotings
behandeling. een soortgelijk
CD A-voorstel van tafel geveegd.
De vraag wat de gemeente
voor de mensen met een mini
muminkomen kan doen,, is al va
ker gesteld. In Leiden werd deze
tot dusver negatief beantwoord:
de sociale dienst liet het initiatief
aan de politiek en de politiek
bleef tot voor kort het antwoord
schuldig. De bereidheid om het
op te nemen voor de zwakste
groep in de samenleving werd
met de mond beleden, maar niet
in daden tot uiting gebracht.
Alleen het Leidse CDA, dat
zich meer en meer profileert als
kampioen van de minima, heeft
vorig jaar tijdens de begrotings
behandelingen een voorstel ge
lanceerd om 180.000 gulden be
schikbaar te stellen voor het leni
gen van de ergste nood. Hiervan
zou de gemeentelijke krediet
bank (gkb) 150.000 gulden moe
ten krijgen om gemeentelijke
heffingen kwijt te schelden en
schulden te saneren, die de gkb
momenteel niet mag aanpakken
op grond van afspraken tussen
de volkskredietbanken onder
ling en met de louter commercië
le banken.
Het CDA gaat ervan uit dat 150
gezinnen in nood hiermee kun
nen worden geholpen. Voorts wil
de partij 30.000 gulden door de
sociale dienst laten uitkeren aan
gezinnen met kinderen. Juist
kinderen worden door bezuini
gingen in de huiselijke kring
zwaar getroffen, redeneert de
partij. De 180.000 gulden moet
worden geput uit de pot 'onvoor
zien' van de dienst openbare
werken.
Duidelijk is dat het, door ande
re partijen neergesabelde, CDA-
voorstel slechts in de marge tege
moet kan komen aan de noden
van de minima. Daarbij dient
echter te ook worden opgemerkt
dat gemeenten niet meer dan
marginale maatregelen mogen
nemen op dit gebied.
Het CDA-voorstel riep een
kleine lawine van kritiek op.
"Mensen in een vergelijkbare si
tuatie, die de eindjes wel aan el
kaar kunnen knopen, help je er
niet mee. Onze conclusie is dat
het voorstel geen wezenlijk soe
laas biedt en onrechtvaardig is,
ten aanzien van mensen die bo
ven het minimum zitten", rea
geert bijvoorbeeld PvdA-fractie-
leidster Marietje van der Molen
op het voorstel.
"Wij vonden het een vrij wille
keurige actie van het CDA", zegt
wethouder Kuijers (WD). "Het
was een vrij willekeurig bedrag.
Ik vraag me af of je daarmee alle
minima kunt bereiken. Je moet
toch oppassen, als je gemeente
lijk beleid voert voor de echte
minima, dat je niet de groep die
er net boven zit tot minima
maakt. Het CDA-voorstel adem
de de sfeer uit het verleden: iets
voor de armen doen. Als je iets
voor de minima doet moet je
goed bezig zijn, moetje wat doen
voor de totale bevolkingsgroep
die in problemen zit en geen
minima
door
Raymond Peil
Identiek
Des te opvallender is het dat B
en W nu met een vrijwel identiek
voorstel op de proppen komen.
De reden hiervoor is een recente
notitie waarin het ministerie van
binnenlandse zaken aangeeft
wat gemeenten voor de minima
mogen doen. Eveneens opmer
kelijk is dat het CDA zijn voor
stel kortelings nauwelijks gewij
zigd opnieuw aan de raadsleden
heeft toegestuurd. Terecht con
stateert de partij daarbij dat de
richtlijnen van het ministerie
niet nieuw zijn: ambtelijke rap
porten op deze lijn bestonden al
lang.
Een aanwijzing hiervoor is ook
het feit dat andere gemeenten
Leiden zijn voorgegaan op deze
weg. Zo stuurden burgemeester
en wethouders van Amsterdam
ettelijke maanden geleden een
voorlopig advies aan de gemeen
teraad, met daarin het voorstel
om drie miljoen gulden beschik
baar te stellen voor steun aan de
minima. De helft hiervan is be
doeld voor blijvende maatrege
len, de andere helft is eenmalig.
Volgens hoofd sociale zaken in
Amsterdam, mr. G. Tuinstra,
komt van dit geld vijf ton terecht
in het 'oprekken' van het ge
meentelijk studiebeurzenbeleid
voor uitkeringsgerechtigden. Er
gaat een miljoen structureel in
het garantiefonds van de gkb,
om de bank meer mogelijkheden
te bieden voor schuldensane
ring. Mensen die op de bank zijn
aangewezen voor saneringskre
dieten kunnen een jaar langer af
lossen. De bank draagt aldus
Het noodfonds 'Stichting Bij
zondere Noden Amsterdam', dat
zich buiten de sfeer van gemeen
tegelden bevindt, krijgt inciden
teel 1,2 miljoen. Op dit fonds
kunnen mensen die - om wat
voor reden dan ook door de
gkb niet kunnen worden gehol
pen, een beroep doen. Eenmalig
is een ton beschikbaar voor ver
huiskostenvergoedingen, bij
voorbeeld voor mensen die in
het kader van de stadsvernieu
wing van een dure naar een
goedkopere woning verhuizen.
Twee ton komt ten goede aan
voorlichting aan mensen die hun
rechten onvoldoende kennen. Zo
blijkt een groot aantal mensen,
dat in aanmerking voor huursub
sidie komt, er desondanks geen
gebruik van te maken. Amster
dam kan zich deze uigaven per
mitteren door het 'uitsmeren'
van bezuinigingen over vier jaar
in plaats van één, waardoor geld
overschiet.
Gehamerd
Op het belang van meer moge
lijkheden voor schuldsanering
wordt door verschillende instan
ties al enige tijd gehamerd. Het
rapport 'Minima zonder marge',
een initiatief van onder meer Di-
vosa (de vereniging van directeu
ren van sociale diensten) en de
Rotterdamse dienst, is hiervan
wellicht het meest duidelijke be
wijs. Dit rapport is een weerslag
van de situatie van meer dan dui
zend huishoudens, uit negen ste
den, die op het minimum zitten.
Een uitermate gedegen rapport,
dat door de landelijke politiek
echter vrijwel stelselmatig is ge
negeerd.
In Leiden gaat de sociale
dienst ervan uit dat de cijfers uit
het rapport niet veel afwijken
van de plaatselijke situatie. Ook
in Leiden bestaan de sociale mi
nima derhalve voor meer dan 90
procent uit uitkeringsgerechtig
den. De koopkracht van het mi
nimuminkomen is van 1980 tot
1983 gemiddeld 6,8 procent ge
daald. In deze periode zijn de
woon- en energielasten sterk ge
stegen.
Aan vaste kosten - woonlas
ten, telefoon, ziekte, de krant,
verzekeringen - is meer dan de
helft van de minima maandelijks
meer dan vijftig procent van het
inkomen kwijt. Tien procent van
de huishoudens houdt minder
dan driehonderd gulden per
maand over om van te leven, kle
ren te kopen en voor de aanschaf
van duurzame consumptiegoe
deren als een wasmachine.
De helft van de minima heeft
schulden, vooral de huishoudens
met opgroeiende kinderen. Als
men zich realiseert dat volgens
de normen van de volkskrediet
banken een gemiddeld gezin op
het minimum uiterlijk honderd
gulden per maand mag aflossen,
is de conclusie gerechtvaardigd
dat meer dan eenderde (37 pro
cent) van hen hopeloos in de
schulden zit.
Bezuinigingen worden in deze
huishoudens vaak gedaan op
kleding (62 procent), voedsel
(54), energie (21) en vervanging
van duurzame consumptiegoe
deren (17). Dertig procent heeft
de uitgaven in de recreatieve en
sociale sfeer (verenigingslid
maatschap) moeten beperken.
Maar met name de bezuinigin
gen op voedsel hebben nog meer
ernstige gevolgen: rachitis
(voortvloeiend uit vitamine D-
gebrek), een eigenlijk al uitge
bannen ziekte, steekt zelfs de
kop weer op.
Verruiming van de mogelijk
heden van de gemeentelijke kre
dietbank heeft niet alleen het
voordeel dat het rijk dit gemeen
telijke beleid toelaat, maar werkt
dus tevens op de plaatsen waar
de problemen het meest knellen.
Bovendien is de schuldproble-
matiek van de minima voor de
kredietbank geen onbekend ter
rein. Problemen en complicaties
bij de uitvoering van de steun
maatregelen zijn daarom ook
niet te verwachten.
Hét argument tegen gemeente
lijke steun voor de minima is al
tijd geweest dat de rijksoverheid
niet toestaat dat de gemeenten
een eigen inkomenspolitiek voe
ren. Nu al enige tijd blijkt dat de
ze krappe ruimte toch aanwezig
is, gaat dit argument niet meer
op. Het wachten was op de poli
tieke wil. Het tij is nu - zij het
laat ook wat dat betreft ge
keerd.