BAANVAK Club van reumapatiënten: behoefte aan jong bloed Ommezwaai BenW maakt steun minima mogelijk Lezers Schrijven PAGINA 4 LEIDEN DONDERDAG 11 APRIL 1985 Jubilerende vereniging zoekt jongeren LEIDEN - Pas vijf jaar oud zijn en dan toch al behoefte hebben aan jong bloed, lijkt een beetje over dreven. Toch is dat het geval met de Reumapatiëntenvereniging Lei den en omstreken. Dit jaar wordt het eerste lustrum gevierd. Opge zet door enkele reumapatiënten, groeide de organisatie in die tijd uit tot een flinke vereniging van 210 leden. door Annemiek Ruygrok Nu die eerste vijfjaar erop zitten, vindt het bestuur, bij monde van secretaresse Lenie Korting en voorzitster Teunie Wernars, dat ook jonge reumapatiënten er goed aan zouden doen lid te worden en actief te zijn binnen de vereniging. "Denk nou niet, dat we met z'n allen als reumapatiënten zielig gaan zitten doen. Juist niet. Na tuurlijk organiseren we voorlich tingsavonden. Daarop komt een arts, een fysiotherapeut of een maatschappelijk werker ons aller lei dingen vertellen. Hoe we het best met onze ziekte kunnen om gaan, wat de mogelijkheden voor oefeningen zijn en waar we moeten zijn als het om aanpassing van wo ningen gaat. Maar behalve dat is er wel degelijk ruimte voor gezellig heid en ontspanning. We hebben een jaarlijkse boottocht, we gaan een week op vakantie, er zijn gezel lige middagen en avonden en elke week gaan Juist door die gezelligheid wordt de reumapatiënt uit z'n isolement gehaald. Lenie Korting: "Ik heb in de verpleging gewerkt en ben toen vaak met reumapatiënten in aanra king gekomen. Wat me opviel en ook nu steeds weer opvalt, is dat zij zo melancholiek zijn, zo bezig met zichzelf. Ze zitten soms hele dagen te zitten en verroeren zich niet, om dat de dokter heeft gezegd dat je kalmpjes aan moet doen. In zo'n vereniging word je geconfronteerd met mensen die er soms veel erger aan toe zijn dan jij en toch actief zijn". En Teunie Wernars vult aan: "Met dat zwemmen merk je dat mensen met elkaar aan de praat komen, ervaringen uitwisselen. Je vraagt elkaar eens iets en er is al tijd wel iemand die dan een ant woord weet". De ziekte reuma heeft velerlei Drempelvrees Dat zo weinig jongeren lid zijn van de vereniging - het merendeel van de leden is 60 jaar of ouder - heeft volgens Lenie Korting en Teunie Wernars twee oorzaken. Al lereerst denken jongeren vaak dat de reumapatiëntenvereniging er al leen is voor oudere patiënten en ten tweede wil een jongere vaak niet erkennen dat hij of zij aan deze ziekte lijdt. Er is een enorme drem pelvrees. Toch slaat reuma ook on der jongeren toe. Het jongste lid van de vereniging is - tragisch ge noeg - nog geen vier jaar. gezichten. Grofweg kan zij worden onderverdeeld in drie hoofdgroe pen: artrose, een slijtage van de ge wrichten; artritis, dat zijn ontste kingen aan de gewrichten; en de ziekte van Bechterew. waarbij de ruggewervels op den duur verstij ven. De oorzaak van de ziekte is nog steeds niet bekend. Hoewel tienduizenden Nederlanders aan de ziekte lijden, stelt de overheid niet of nauwelijks geld ter beschik king voor onderzoek. "Hartziek ten, kanker en nieraandoeningen staan enorm in de belangstelling. Er wordt veel onderzoek naar ge daan, maar reuma zit wat dat be treft in het verdomhoekje. Geluk kig hebben we de bond van reuma patiëntenverenigingen, waarbij we zijn aangesloten. Die trekken voortdurend in Den Haag aan de bel om subsidie". Leiden Een andere grief van het bestuur van is dat de gemeente Leiden nog nooit éën cent subisidie heeft ver strekt. "Van Voorschoten, Oegst- geest en binnenkort ook van Lei derdorp krijgen we die wèl. Maar Leiden is nog nooit over de brug gekomen. Al gaven ze ons die twee zwemuurtjes per week in het bad van de mythylschool nu maar gra tis. Maar nee hoor. Binnenkort gaan de subsidie-aanvragen weer de deur uit. Leiden krijgt er na tuurlijk ook weer één. We blijven volhouden". Secretaresse Lenie Korting en voorzitster Teunie Wernars: "Denk nou niet dat we met z'n allen als reumapatiënten zielig gaan zitten doen. Juist niet". (foto Holvast) Waar een reumapatiënt telkens weer tegen een muur loopt, zijn de instanties die moeten bewerkstelli gen dat aanpassingen in het huis van de patiënt worden aange bracht. "Maar dat duurt maanden. Dan krijg je een formulier thuisge stuurd, je vult het in, stuurt het te rug en na een tijdje krijg je precies zo'n zelfde formulier van een ande re instantie. Dat gebeurt soms drie of vier keer. Intussen verstrijken maanden, soms jaren, terwijl jij maar zit te wachten totdatje drem pels in huis worden weggehaald. Met kleinere hulpmiddelen als kra nen en speciaal bestek gaat het wel sneller, maar ook dat duurt vaak te lang. Zo kan het gebeuren dat mensen veel te lang in een revali datiecentrum als Sole Mio zitten. Ze mogen eigenlijk allang naar huis, maar omdat die aanpassingen er. niet zijn, is dat onmogelijk. Ko men ze dan eindelijk terug, dan duurt het heel lang voordat ze weer aan de huiselijke situatie zijn ge wend". Niet echt tevreden zijn ze over de ziekenfonds-vergoedingen. Een reumapatiënt heeft veel dure medi cijnen nodig. Een ziekenfonds be taalt dat zonder morren. "Maar waar je écht voor een hele tijd van opknapt is een verblijf in een kuu roord. Het Zilveren Kruis in Noordwijk heeft vorig jaar een paar mensen de mogelijkheid ge geven voor vijfhonderd gulden naar Hongarije te gaan. Die kwa men als herboren terug. Het zou een goede zaak zijn als de zieken^ fondsen ook zoiets zouden doen. Dat is beter dan al dat geld uitge ven aan medicijnen", vindt Teunie Wernars. Onderstaande brief over 'Ouders op herhaling' was gisteren maar half in de krant terecht gekomen. Vandaar dat we de brief opnieuw, en nu wel in zijn geheel, plaatsen. Ouders op Herhaling Ouders Op Herhaling (O.O.H.) O, wij zijn zo ontevreden de kursisten en vrijwilligers van het heden. Wat u nu gaat lezen over 12 jaar lang is voor O.O.H. van groot belang. O.O.H. was net één jaar toen schoonzus en ik er aan be gonnen. Dralend gingen wij over de drempel op de Lusthoflaan-school wa rempel. Was het noodweer of het begon te ij zelen wij gingen toch ons rekenen en Nederlands opvijzelen. Drie jaar lang gingen wij iedere week doch opeens waren wij uitge leerd, dat bleek. Öp hogere scholen konden wij verder gaan maar dat schoven wij van de baan. Wat bleek, O.O.H. was Engelse les gaan geven wij er naar toe, dat werd een heel lang leven. Na het eerste jaar werd er ge spaard want de kursisten hadden heel wat Engels vergaard. Voor een fijne trip naar Londen voor het Engels spreken wat zij na twee jaar konden. Na het derdejaar riep de staf ons naar boven je zult het niet geloven. Of wij mee wilden draaien als hulp-lerares na aarzelen zeiden wij toch yes. Ook dit is weer wat jaartjes gele den O.O.H. heeft in die laatste jaren veel gestreden. Want zij waren zo groot gegroeid dus geld is daar altijd mee ge moeid. Het is dat de staf en vrijwilligers er heel hard aan trokken dus konden wij door blijven knokken. In 1980 kwamen de donkere tij den het Rijk gaf geen geld, dus wil den O.O.H. mijden. De Gemeente sprong gelukkig bij wij konden verder, zij aan zij. Nu, in maart 1985 lees ik in de krant O.O.H. wordt in fusie gedaan, het is gênant. Een grote Stichting voor ieder- weg dat persoonlijke, je staat al leen. Ik vraag me af, wie heeft zoiets uit gedacht iets dergelijks had ik nooit ver wacht. Er moeten leraren komen die wor den betaald maar het geld, waar wordt dat ge haald? Eén kursist per jaar kost 600 gul den dat kon door de vrijwilligers, alle hulde Mevr. van Dongen laat O.O.H. maar bestaan het gaat om de kursisten, niet om een baan. Meer dan 300 mensen komen om iets te leren met Uw plan zou U deze mensen Wij vrijwilligers vragen geen geld een ander iets te leren is wat bij ons telt. Wethouder van Dongen sta met Uw benen op de grond en houd O.O.H. zoals nu gezond. De gemeente zegt met weinig geld zoveel mogelijk doen doch Uw plan kost een heleboel poen. Wij, vrijwilligers springen op de bres en zeggen nu echt geen yes. Een grote school voor volwassen dat is niet wat wij wensen. Betaalde krachten kunnen wij best gebruiken als de Gemeente in de portefeuille wil duiken. Bedankt Mevrouw voor Uw plan maar maakt U er snel iets anders 80 vrijwilligers hebben jaren hun best gedaan nu wilt U hen in de kou laten staan. Bent U niet te overtuigen Komt U gerust eens over onze les sen buigen. Het leren in gezelligheid en sfeer als U het meemaakt dan weet U Dan zult U zegen O.O.H. blijft zoals het is het is er goed en het is er fris. Trudie Zandbergen, medewerkster Rinie Zandbergen, medewerkster Frida de Ridder, medewerkster Tine Beugelsdijk, medewerkster Jo La Lau, kursist Bep ten Bokkel, kursist en vele anderen. P/a Herensingel 3, Leiden. Voor informatie en tips tel. (071>-144941, toestel 216 W erkprojecten niet erg in trek De arbeidsprojecten die zijn op gezet voor werkloze jongeren sluiten niet of nauwelijks aan op de behoefte van die jongeren zelf. Dat blijkt uit een onderzoek van het Instituut voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek van de Katholieke Hogeschool in Tilburg. De resultaten daarvan werden onlangs in Den Bosch gepresen teerd. Het onderzoek werd ge houden in opdracht van de Jeugd- en Jongerenraad Noord- Brabant en de Raad voor het Jeugdbeleid Limburg. Jeugdige werklozen willen het liefst een normaal betaalde baan in het eigen beroep. Is die niet beschikbaar dan geeft men de voorkeur aan projecten die zo veel mogelijk lijken op een nor male baan, zoals tijdelijke werk gelegenheidsprojecten en werkervaringsprojecten. Het huidige pakket bevat te weinig van dit soort projecten. Het ge volg is dat het overgrote deel van de werkloze jongeren weinig ge bruik maakt van de bestaande mogelijkheden. Vooral lager-opgeleiden zien het nut van die projecten niet in. Mensen met een hogere oplei ding zien dat nut wel, maar dat heeft weer tot gevolg dat zij ge negen zfjn deel te nemen aan de projecten die niet voor hen zijn bestemd. De onderzoekers menen dat het toekomstig beleid er vooral op gericht moet zijn de werkloze jongeren in het arbeidsproces in te passen. Pas op de tweede plaats moet de nadruk worden gelegd op de opvang van deze groep, hoewel wordt erkend dat daaraaan een onmiskenbare be hoefte blijft bestaan. Het zou naar de mening van de onderzoekers een goede zaak zijn als de uitkerng van deelne mers aan werkervaringsprojec ten wordt verhoogd tot het mini mumjeugdloon. Dat zou de be reidheid om er aan mee te doen vergroten. Volgens de onderzoekers is het wellicht zinvol om te overwegen het deelnemen aan dergelijke projecten verplicht te stellen om dat anders een bepaalde catego rie werkloze jongeren definitief uit de boot dreigt te vallen. Het is noodzakelijk dat er een einde komt aan de verbrokkelde financieringsbeleid, waarbij de verschillende departementen el kaar nogal eens voor de voeten lopen. Het ministerie van wel zijn, volksgezondheid en cultuur zou zich alleen moeten bezighou den met het normale sociaal-cul turele werk en niet met het in- passingsbeleid. Dat hoort naar de mening van de onderzoekers enkel en alleen thuis bij het mi nisterie van sociale zaken en werkgelegenheid. Ook vinden zij dat er meer ruimte moet komen voor een ei gen gemeentelijk beleid om acti viteiten voor werkloze jongeren te kunnen ontplooien die aan sluiten op de feitelijke lokale si tuatie. Het onderzoek werd uitge voerd onder 1200 werklozen jon geren in 12 gemeenten in Bra bant en Limburg. De onderzoe kers denken dat de uitkomsten van dat onderzoek ook gelden voor de rest van het land. Betalen voor een baantje? Lenie Hoogenboom uit Roelofa- rendsveen is teleurgesteld. De Veense is al geruime tijd op zoek naar een vrijwilligersbaantje en is daar tot op heden niet in ge slaagd. Wel kreeg zij enkele aan biedingen voor een baantje bij een vereniging of instelling. Die kon zij echter niet aannemen, omdat de instellingen die van haar diensten gebruik wilden maken geen reisgeld konden ver goeden. Zij moet rondkomen van een Lenie Hoogenboom: "Moet ik dan geld meebrengen bijstandsuitkering en is daar door niet in staat extra kosten te maken voor het vrijwilligers werk. "Ook al zou ik dat er nog zo graag voor over hebben. Het gaat gewoon niet", aldus de Veense. Zij is zo langzamerhand de wanhoop nabij. "Je voelt je een nul", zegt zij. "Ik heb diploma's en beheers een aantal moderne talen. Maar daar mee kan ik niets beginnen. Ik ben gewoon te duur, de bedrijven nemen liever een goedkopere jongere kracht. Bovendien weet ik niets van de moderne apparatuur op admini stratief gebied. Dus wat dat be treft ben ik uitgerangeerd". Volgens Lenie Hoogenboom heeft zij wat een 'echte' baan in het bedrijfsleven betreft alle hoop laten varen. Daarom heeft zij een aantal instellingen gebeld en zich in laten schrijven voor vrijwilligerswerk. Maar ook daar zijn haar ervaringen ronduit te leurstellend. Zo kreeg zij via het vrijwilli gerswerk 'Hillegom-Lisse' het adres van de zwemvereniging 'De Watervrienden' in Lisse. Die vereniging zocht een administra tieve kracht, althans dat dacht mevrouw Hoogenboom. Contac ten met het bestuur van de Lisse- se zwemvereniging leerde echter dat het ging om het bijhouden van het kaartsysteem, waarop de wedstrijdresultaten van de zwemmers worden ingevuld. Bovendien was het de bedoe ling dat dit werk bij haar thuis moest gebeuren. "Dat was nou net niet mijn bedoeling. Het was mij te doen om in contact te ko men met andere mensen. Thuis zitten doe ik nu al de gehele dag. Ik wil juist een baantje om er eens uit te zijn". Desondanks wilde de Veense het baantje toch wel accepteren. Maar toen bleek dat zij geen ver goeding kreeg voor reiskosten, als zij de wedstrijdresultaten eens in de zoveel tijd zou moeten ophalen in Lisse. "Ik begrijp best dat verenigingen in deze tijd ook niet zwemmen in hun centen. Maar ik kan die kosten helemaal niet betalen van mijn uitkering. Daar hadden zij alle begrip voor, maar er bleek niets aan te doen. Bovendien moest ik verplicht lid worden van de vereniging, dat Dijkman) zijn alle vrijwilligers bij 'De Wa tervrienden'. Dan mocht ik wel gratis zwemmen in het zwembad in Lisse", zegt zij wat wrang la chend. Eenzelfde ervaring had zij bij de Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden in Leiden. Daar werd een vrijwilligster gezocht die contacten zou kunnen leggen tussen dove mensen onderling. Een baantje waar naar zij wel oren had. Maar ook in dat werk moest zij nogal eens van haar oude au tootje of het openbaar vervoer gebruik maken. Hoe zeer het ook aan haar hart ging, ook die 'job' moest zy afbellen. "Ik had het graag willen doen, maar het kon gewoon niet". Dit zijn twee voorbeelden die zij naar voren brengt. Zij zegt in de afgelopen weken en maanden meer contacten voor een baan als vrijwilliger te hebben gehad. Steeds echter ketst het af op de kosten. "Zo langzamerhand ben ik wanhopig. Wat zoeken zij nu eigenlijk. Is het al zover in Ne derland dat je moet betalen voor een vrijwilligersbaantje?". LEIDEN - Dank zij een draai van 180 graden van burgemees ter en wethouders ziet het er naar uit dat de gemeente de Leidse minima toch enigszins de hand wil reiken. B en W hebben in hun beleidsvoornemens voor de ko mende vier jaar uitgesproken dat een steunfonds van een kwart miljoen gulden in het leven wordt geroepen, hoofdzakelijk voor schuldsanering voor men sen met een minimuminkomen. Nog slechts vijf maanden gele den jaar werd, bij de begrotings behandeling. een soortgelijk CD A-voorstel van tafel geveegd. De vraag wat de gemeente voor de mensen met een mini muminkomen kan doen,, is al va ker gesteld. In Leiden werd deze tot dusver negatief beantwoord: de sociale dienst liet het initiatief aan de politiek en de politiek bleef tot voor kort het antwoord schuldig. De bereidheid om het op te nemen voor de zwakste groep in de samenleving werd met de mond beleden, maar niet in daden tot uiting gebracht. Alleen het Leidse CDA, dat zich meer en meer profileert als kampioen van de minima, heeft vorig jaar tijdens de begrotings behandelingen een voorstel ge lanceerd om 180.000 gulden be schikbaar te stellen voor het leni gen van de ergste nood. Hiervan zou de gemeentelijke krediet bank (gkb) 150.000 gulden moe ten krijgen om gemeentelijke heffingen kwijt te schelden en schulden te saneren, die de gkb momenteel niet mag aanpakken op grond van afspraken tussen de volkskredietbanken onder ling en met de louter commercië le banken. Het CDA gaat ervan uit dat 150 gezinnen in nood hiermee kun nen worden geholpen. Voorts wil de partij 30.000 gulden door de sociale dienst laten uitkeren aan gezinnen met kinderen. Juist kinderen worden door bezuini gingen in de huiselijke kring zwaar getroffen, redeneert de partij. De 180.000 gulden moet worden geput uit de pot 'onvoor zien' van de dienst openbare werken. Duidelijk is dat het, door ande re partijen neergesabelde, CDA- voorstel slechts in de marge tege moet kan komen aan de noden van de minima. Daarbij dient echter te ook worden opgemerkt dat gemeenten niet meer dan marginale maatregelen mogen nemen op dit gebied. Het CDA-voorstel riep een kleine lawine van kritiek op. "Mensen in een vergelijkbare si tuatie, die de eindjes wel aan el kaar kunnen knopen, help je er niet mee. Onze conclusie is dat het voorstel geen wezenlijk soe laas biedt en onrechtvaardig is, ten aanzien van mensen die bo ven het minimum zitten", rea geert bijvoorbeeld PvdA-fractie- leidster Marietje van der Molen op het voorstel. "Wij vonden het een vrij wille keurige actie van het CDA", zegt wethouder Kuijers (WD). "Het was een vrij willekeurig bedrag. Ik vraag me af of je daarmee alle minima kunt bereiken. Je moet toch oppassen, als je gemeente lijk beleid voert voor de echte minima, dat je niet de groep die er net boven zit tot minima maakt. Het CDA-voorstel adem de de sfeer uit het verleden: iets voor de armen doen. Als je iets voor de minima doet moet je goed bezig zijn, moetje wat doen voor de totale bevolkingsgroep die in problemen zit en geen minima door Raymond Peil Identiek Des te opvallender is het dat B en W nu met een vrijwel identiek voorstel op de proppen komen. De reden hiervoor is een recente notitie waarin het ministerie van binnenlandse zaken aangeeft wat gemeenten voor de minima mogen doen. Eveneens opmer kelijk is dat het CDA zijn voor stel kortelings nauwelijks gewij zigd opnieuw aan de raadsleden heeft toegestuurd. Terecht con stateert de partij daarbij dat de richtlijnen van het ministerie niet nieuw zijn: ambtelijke rap porten op deze lijn bestonden al lang. Een aanwijzing hiervoor is ook het feit dat andere gemeenten Leiden zijn voorgegaan op deze weg. Zo stuurden burgemeester en wethouders van Amsterdam ettelijke maanden geleden een voorlopig advies aan de gemeen teraad, met daarin het voorstel om drie miljoen gulden beschik baar te stellen voor steun aan de minima. De helft hiervan is be doeld voor blijvende maatrege len, de andere helft is eenmalig. Volgens hoofd sociale zaken in Amsterdam, mr. G. Tuinstra, komt van dit geld vijf ton terecht in het 'oprekken' van het ge meentelijk studiebeurzenbeleid voor uitkeringsgerechtigden. Er gaat een miljoen structureel in het garantiefonds van de gkb, om de bank meer mogelijkheden te bieden voor schuldensane ring. Mensen die op de bank zijn aangewezen voor saneringskre dieten kunnen een jaar langer af lossen. De bank draagt aldus Het noodfonds 'Stichting Bij zondere Noden Amsterdam', dat zich buiten de sfeer van gemeen tegelden bevindt, krijgt inciden teel 1,2 miljoen. Op dit fonds kunnen mensen die - om wat voor reden dan ook door de gkb niet kunnen worden gehol pen, een beroep doen. Eenmalig is een ton beschikbaar voor ver huiskostenvergoedingen, bij voorbeeld voor mensen die in het kader van de stadsvernieu wing van een dure naar een goedkopere woning verhuizen. Twee ton komt ten goede aan voorlichting aan mensen die hun rechten onvoldoende kennen. Zo blijkt een groot aantal mensen, dat in aanmerking voor huursub sidie komt, er desondanks geen gebruik van te maken. Amster dam kan zich deze uigaven per mitteren door het 'uitsmeren' van bezuinigingen over vier jaar in plaats van één, waardoor geld overschiet. Gehamerd Op het belang van meer moge lijkheden voor schuldsanering wordt door verschillende instan ties al enige tijd gehamerd. Het rapport 'Minima zonder marge', een initiatief van onder meer Di- vosa (de vereniging van directeu ren van sociale diensten) en de Rotterdamse dienst, is hiervan wellicht het meest duidelijke be wijs. Dit rapport is een weerslag van de situatie van meer dan dui zend huishoudens, uit negen ste den, die op het minimum zitten. Een uitermate gedegen rapport, dat door de landelijke politiek echter vrijwel stelselmatig is ge negeerd. In Leiden gaat de sociale dienst ervan uit dat de cijfers uit het rapport niet veel afwijken van de plaatselijke situatie. Ook in Leiden bestaan de sociale mi nima derhalve voor meer dan 90 procent uit uitkeringsgerechtig den. De koopkracht van het mi nimuminkomen is van 1980 tot 1983 gemiddeld 6,8 procent ge daald. In deze periode zijn de woon- en energielasten sterk ge stegen. Aan vaste kosten - woonlas ten, telefoon, ziekte, de krant, verzekeringen - is meer dan de helft van de minima maandelijks meer dan vijftig procent van het inkomen kwijt. Tien procent van de huishoudens houdt minder dan driehonderd gulden per maand over om van te leven, kle ren te kopen en voor de aanschaf van duurzame consumptiegoe deren als een wasmachine. De helft van de minima heeft schulden, vooral de huishoudens met opgroeiende kinderen. Als men zich realiseert dat volgens de normen van de volkskrediet banken een gemiddeld gezin op het minimum uiterlijk honderd gulden per maand mag aflossen, is de conclusie gerechtvaardigd dat meer dan eenderde (37 pro cent) van hen hopeloos in de schulden zit. Bezuinigingen worden in deze huishoudens vaak gedaan op kleding (62 procent), voedsel (54), energie (21) en vervanging van duurzame consumptiegoe deren (17). Dertig procent heeft de uitgaven in de recreatieve en sociale sfeer (verenigingslid maatschap) moeten beperken. Maar met name de bezuinigin gen op voedsel hebben nog meer ernstige gevolgen: rachitis (voortvloeiend uit vitamine D- gebrek), een eigenlijk al uitge bannen ziekte, steekt zelfs de kop weer op. Verruiming van de mogelijk heden van de gemeentelijke kre dietbank heeft niet alleen het voordeel dat het rijk dit gemeen telijke beleid toelaat, maar werkt dus tevens op de plaatsen waar de problemen het meest knellen. Bovendien is de schuldproble- matiek van de minima voor de kredietbank geen onbekend ter rein. Problemen en complicaties bij de uitvoering van de steun maatregelen zijn daarom ook niet te verwachten. Hét argument tegen gemeente lijke steun voor de minima is al tijd geweest dat de rijksoverheid niet toestaat dat de gemeenten een eigen inkomenspolitiek voe ren. Nu al enige tijd blijkt dat de ze krappe ruimte toch aanwezig is, gaat dit argument niet meer op. Het wachten was op de poli tieke wil. Het tij is nu - zij het laat ook wat dat betreft ge keerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 4